december 2014

advertisement
BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP –
okt.-december 2014 - blad1
VAN DE EERSTE VERDIEPING
Antisemitisme heeft dikwijls te maken met een niet verzoend zijn met de omgeving, of erger nog om in de
Joodse medemens iemand te zien die staat voor de gevestigde orde, die dus niet in zijn/haar eigenheid
wordt gezien. Als men dan even minderheidsgroepen vergeet, kan men rustig (?) zijn eigen weg uitzetten.
Wat we echter laatst meegemaakt hebben in een synagoog in Jeruzalem is blinde haat. Als bijlen, pistolen
en dolken de argumenten worden, is dat echter van een andere orde. Hier wordt meer dan een rode lijn
overschreden. Dit is niet meer des mensen. Hier wordt alles over boord gegooid.
Welk beeld hebben wij van elkaar, wat denken wij van de ander? Als wij hem of haar niet aanspreken dan
zal het met voorgekauwde ideeën zijn. Over dit onderwerp gaat de tentoonstelling ‘De ander verbeeld,
verbeeld gevaar’ die na Borgerhout opgesteld was in Aarschot en verhuisd is naar Grimbergen en straks
naar Turnhout (zie verder). In de wereld van de ander gaan kijken, van die wereld iets doorgeven, dat wil
precies de ACJCB doen.
Vacature
De Antwerpse Contactgroep heeft geen leden, maar er is wel een kleine werkgroep. Die ‘inner circle’ volgt
samen de actualiteit rond de joods-christelijke betrekkingen in de stad en daarbuiten, en neemt af en toe
eigen initiatieven. In deze Berichten leest u als eerste daarover. Wij hebben laatst in die werkgroep afscheid
genomen van Jef Marijsse. Hij verkoos het wat rustiger aan te doen. Hij heeft een hele staat van dienst
opgebouwd en heeft naast zijn onderwijsopdracht heel wat tijd en energie gestoken in dit werk. Wij
vermelden o.a. de voorbereidingen van de theologische conferenties, zijn beurten in de permanentie op
woensdagnamiddag en zijn vele wandelingen door de Joodse wijk met groepen. Voor de samenleving in de
stad betekende hij iets. Wij zijn hem zeer erkentelijk en wensen hem vele vruchtbare jaren.
Door dit afscheid ontstaat echter in de werkgroep een vacature. Indien u zich aangesproken voelt en wat
tijd en energie wil steken in het joods-christelijk gesprek, wil dan contact opnemen.
Ondertussen wordt verder getimmerd aan de weg. Samen met de Antwerpse Raad van Kerk en de Duitse
Kerk van Antwerpen richt de ACJCB weer een reis in. Deze keer hebben ds. T. Jacobi en dhr. Frans van den
Brande een reis uitgezet om juli 2015 in de sporen van Luther te gaan. Ervaring heeft geleerd dat men voor
deze reizen vlug moet reageren. En dat raden wij u nu ook aan.
En indien u eens zou schrijven voor de Berichten van de ACJCB …
gepassioneerd in zaken van actualiteit, gebeten door de gedachte dat ieder aan bod moet kunnen komen,
vanuit uw gelovig engagement belangstelling voor de joodse, of de christelijke broeder of zuster, samen
met anderen volgend jaar de herdenking van 50 jaar concilieverklaring ‘Nostra Aetate’ meemaken of uw
idee hebben over het huiswerk rond de 12 Punten van Berlijn (zie onze site), laat u dan kennen en stuur
iets in. Deel het met anderen en u ziet uw lettertjes in gedrukte vorm.
In maart 2015 wordt op dinsdag 17 en woensdag 18 een tweedaagse theologische conferentie opgezet
rond het onderwerp van de Joodse Halacha, voor Joden een weet, voor Christenen een vraag. Later meer.
Hou ook het verschijnen van de Mailkrant in het oog .
Wij wensen onze Joodse buren een vrolijk feest met chanoeka, de herinnering aan de herinwijding van de
2de tempel (vanaf 17 december) en onze katholieke en protestantse buren een ingetogen kerst.
______________________________________________________________________________________
Dit tijdschrift wordt normaal slechts toegestuurd aan de leden van de gespreksgroepen, de Vrienden van de Antwerpse
Contactgroep voor Joods-Christelijke Betrekkingen ( zij die ons werk van onderling contact willen steunen met
minstens 25 EUR per jaar ) en aan hen die 2,50 EUR per jaar betalen voor de portokosten. Als U het Berichtenblad
verder wenst te ontvangen, stort dan even 2,50 of 25 EUR. Naast de Berichten van de Antwerpse Contactgroep - met
meer inhoudelijke artikels - bestaat er ook de Mailkrant. Met die uitgave kunnen wij vlug op de bal spelen, en u
verwittigen als er iets belangrijks gaat gebeuren, zoals een voordracht, een presentatie, een concert, enz. Indien U
hiervoor belangstelling hebt geef dan even een seintje op [email protected]. Vermeld wel in de e-mail uw reële
naam. De vroegere Mailkranten kunnen teruggevonden worden op de site van de ACJCB.
BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP –
okt.-december 2014 - blad2
Op weg naar “500 jaar Reformatie"
Met ARK/DEGPA/ACJCB naar Lutherstadt Wittenberg
Eisleben-Wittenberg-Torgau 6-10 juli 2015
1517: een jaartal in de (kerk)geschiedenislessen, een verwijzing naar de figuur van Maarten Luther.
De traditie wil dat deze augustijnermonnik op 31 oktober van dat jaar zijn “95 stellingen” tegen de
muur van de slotkerk in Wittenberg aanbracht. Meteen wordt 1517 symbolisch geassocieerd met het
begin van de Reformatie.
Bejubeld en beroemd is Luther voor zijn meesterlijke Bijbelvertaling uit de grondtekst.
Bekend staat hij om zijn intense en vaak polemische briefwisseling, met name met de grote
humanist Erasmus van Rotterdam, en om zijn vele geschriften.
Berucht werd hij omwille van zijn in de 20-ste eeuw bekend geraakte pamflet Von den Juden und
Ihren Lügen, inspiratiebron voor antisemitische theorieën.
De ARK (Antwerpse Raad van Kerken), de DEGPA (Deutschsprachige Evangelische Gemeinde in
der Provinz Antwerpen) en de ACJCB (Antwerpse Contactgroep voor Joods-Christelijke
Betrekkingen) organiseren van 6-10 juli 2015 een bezoek aan drie plaatsen die in het leven en het
werk van Maarten Luther een belangrijke rol spelen: zijn geboorte- en overlijdensplaats Eisleben,
zijn werkplaats Wittenberg en Torgau, de residentie van de keurvorst die hem politieke steun en
bescherming verleende. We reizen in het gezelschap van "Lutherkenner" Dr. Thorsten Jacobi,
pastor van de DEGPA.
maandag 6 juli 2015: We vertrekken vroeg in de ochtend en voorzien een drietal opstapplaatsen. In
de bus krijgen we toelichting bij onze 'studie'-reis. Onderweg bezoeken we kort de synagoge van
Bielefeld. De Joodse gemeente waarvan de synagoge tijdens de Reichspogromnacht van 1938
verwoest werd heeft sinds enkele jaren haar intrek genomen in een voormalig protestants
kerkgebouw.
Halfweg naar onze bestemming voorzien we het middageten. Tegen het avondmaal bereiken we
Lutherstadt Wittenberg, waar we de komende dagen ook zullen verblijven in een centraal gelegen
hotel .
dinsdag 7 juli 2015:
De Lutherstadt Eisleben is zowel de geboorte- als de overlijdensplaats van Maarten Luther.
We maken een begeleide stadswandeling in de historische stadskern en bezoeken het geboortehuis
van Maarten Luther, vervolgens de St.Peter en Pauluskirche, waar hij gedoopt werd. Na het
middageten lopen we langs de Markt naar de St.-Andreaskirche, waar Luther zijn laatste preken
hield, en naar zijn sterfhuis.
Op de terugweg maken we even halte in Halle.
BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP –
okt.-december 2014 - blad3
woensdag 8 juli 2015: Luther verbleef en onderrichtte gedurende 36 jaar in Wittenberg en kreeg er
de steun van keurvorst Frederik de Wijze. In 1525 schonk deze vorst aan Luther en zijn vrouw
Katharina von Bora de kloostergebouwen van de augustijnen als huwelijksgeschenk. We bezoeken
dat complex, nu bekend als "Lutherhaus".
Lucas Cranach de Oudere en Lucas Cranach de Jongere zijn bij ons vooral bekend als schilders, niet
in het minst als portretschilders. Het waren apothekers, zij stonden hoog in aanzien in Wittenberg.
Uitermate belangrijk voor hun tijd: ze hadden een drukkerij met talrijke persen. Dank zij hun
drukwerk kende het lutheranisme zijn snelle verspreiding.
Aan Lucas Cranach de Jongere wordt in 2015 in Wittenberg een tentoonstelling gewijd, die we
vandaag ook bezoeken: “Entdeckung eines Meisters”. We bezoeken ook een deel van het huis van
de familie Cranach, alsook de Stadtkirche St. Marien met zijn beroemd Cranach-retabel, en
ontdekken de Lutherstadt Wittenberg in zijn belangrijkste herinneringsplaatsen.
Na het avondeten plannen wij een bijeenkomst in de nabijgelegen Fronleichnamkapelle. Daar
verscheurde Luther de banvloek die hem vanuit Rome was toegestuurd.
donderdag 9 juli 2015: vandaag trekken we naar Torgau en zijn residentie Hartenfels van de
Saksische keurvorsten. Maarten Luther bezocht die stad meer dan 40 keer. Torgau wordt weleens de
bakermat van de Reformatie genoemd. Hier staat de eerste nieuwgebouwde protestantse kerk ter
wereld. En ook het huis waar Katharina van Bora, de vrouw van Maarten Luther, na diens dood
woonde. Haar grafsteen ligt in de Marienkirche.
We maken een geleide stadswandeling met o.a. bezoek aan de Marienkirche. We bezoeken de
imposante tentoonstelling “Luther und die Fürsten".
Vrijdag 10 juli 2015:
Vroeg opstaan en ontbijt in ons hotel. Daarna vertrekken we naar Magdeburg. De Domkirche is
volledig gerestaureerd. Ze kent zelfs een eigen Luther-wandeling binnen haar muren. In de buurt
zien het fantastisch gebouw van kunstenaar- architect Hundertwasser.
De busreis brengt ons vervolgens huiswaarts. Halverwege voorzien we het middagmaal. Daarna
wordt de terugreis verder gezet, met een korte pauze voor een vrij te gebruiken avondmaal. De
opstapplaatsen van de heenreis worden nadien de uitstapplaatsen van een bijzonder boeiende en
veelzijdige Luther-studiereis.
Prijs: € 495 p.p. in een dubbele kamer.
Toeslag eenpersoonskamer (beperkt aantal): € 80
Inbegrepen: busreis, alle maaltijden vanaf middagmaal op heenreis en middagmaal op terugreis.
Alle toegangsgelden en gidsbeurten bij de geplande rondleidingen en bezoeken, fooien chauffeur.
Niet-inbegrepen: dranken bij de maaltijden en persoonlijke uitgaven.
Aanmelding via bijgaand inschrijfformulier.
Bij teveel aanmeldingen geldt de volgorde van aanmelding én betaling van de eerste schijf.
Betaling: - € 200 vóór 15 februari 2015,
- saldo € 295 (+ eventueel toeslag € 80 voor 1 pK) uiterlijk 15 april 2015.
Te storten op rekeningnummer IBAN BE52 0000 8651 5209 ten name van:
Frans van den Brande,
Dr. J. Goossenaertsstraat 18,
2920 Kalmthout
met vermelding: "Lutherreis ARK/ACJCB 2015"
BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP –
okt.-december 2014 - blad4
ARK/DEGPA/ACJCB Lutherreis 6-10 juli 2015
Aanmeldingsformulier
Voornaam..............................................................................................................................
Familienaam.........................................................................................................................
Partner/echtgeno(o)ot(e):
Voornaam..............................................................................................................................
Familienaam........................................................................................................................
Adres............................................................................................................................................
Postcode
Gemeente..............................................................................................
Emailadres...................................................................................................................................
Telefoon.......................................................................................................................................
GSM.............................................................................................................................................
Voor alleenreizenden: (aankruisen wat past)
0 - wenst een eenpersoonskamer (beschikbaarheid in volgorde van aanmelding)
0 - is eventueel bereid kamer te delen
Voor allen:
meldt(melden) zich aan voor de ARK/DEGPA/ACJCB-Lutherreis (6-10 juli 2015)
en betalen(en) uiterlijk vóór 15 februari 2015 het voorschot van 200 Euro per
persoon op rekening 000-0865152-09 te 2920 Kalmthout
en storten uiterlijk vóór 15 april 2015 het saldo van 295 Euro
(+80 Euro voor eenpersoonskamer)
Ingevuld terugsturen naar:
per post
ARK/DEGPA/ACJCB Lutherreis
p/a Frans VAN DEN BRANDE
Dr. J. Goossenaertsstraat 18
2920 KALMTHOUT
of per mail
[email protected]
BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP –
okt.-december 2014 - blad5
Wie is Jezus 1 ?
Op deze vraag, hoe banaal ook, kunnen veel antwoorden komen. Kan Jezus joden en christenen dichter bij
elkaar brengen ?
De Joodse auteurs die we gekozen hebben denken dat door een betere kennis van de identiteit van Jezus
een dialoog zal mogelijk zijn. Wij laten u drie Joodse denkers ontdekken en hun denken: David Flusser,
Armand Abbécassis en Frank Lalou. Daarna zullen we zien hoe die kijk op Jezus ons kan helpen om een
gesprek aan te gaan tussen joden en christenen. Daarna zullen we nadenken hoe die relatie praktisch kan
opgezet worden.
Flusser gaat op zoek naar de historische Jezus, de reële feiten van het leven van Jezus. Hij wijst er op dat
slechts in de vier evangeliën een directe informatie over Jezus gegeven wordt. Het geslachtsregister van
Jezus, dat hem in de lijn van David plaatst is niet historisch onderbouwd. Daarentegen is hij wel de
eerstgeborene in een familie, zodat zijn aanwezigheid in de tempel betekenis krijgt. Jezus werd als
eerstgeborene opgedragen in de tempel. Daarna kreeg hij een godsdienstige opvoeding en kan hij gezien
worden als een jonge Talmoedist. Hij ook heeft zich het jodendom eigen moeten maken. Hij heeft geleerd
de Thora te volgen en te respecteren. In hem is het verlangen gegroeid dat de Wet moet worden
toegepast. Waar hij een probleem mee heeft is de traditie. Men moet niet onderworpen zijn aan de
traditie, maar men moet onder de Wet zijn. Voor een Jood is dat geen revolutionaire boodschap.
Jezus is vernieuwend omdat hij iedereen de Wet beter laat begrijpen. Hij heroriënteert de ideeën van de
farizeeërs door verschillende punten van de Wet omver te gooien om ze beter verstaanbaar te maken. Op
die manier legt hij de nadruk op de morele kant van het leven. Zijn woorden zullen zichtbaar worden in zijn
daden. Zoals veel andere Joden laat hij zich dopen (hij keert niet terug naar zijn gewone leven zoals
anderen doen). Een stem zal dan gehoord worden, wat voor een Jood normaal is. Iedereen wist dat de
Geest Bijbelverzen gebruikt. Jezus wordt zo Zoon genoemd. In een joodse context wijst dit op wonderen.
Jezus zal inderdaad wonderen doen, wat gewoon is in het jodendom van zijn dagen. In het Joodse denken is
een wonderdoener Zoon van God. Dat Jezus God Abba noemt, vader, is normaal. Inderdaad om een
wonder te doen moet hij zijn vader, God ter hulp roepen. Dat Jezus zijn daden verbergt is verstaanbaar, dit
was de houding van alle wonderdoeners.
De stem van God heeft Jezus als Zoon aangeduid, maar spreekt niet van Messias. Het is mogelijk dat Jezus
begrepen heeft dat hij de Messias was maar hij heeft dat nooit zelf gezegd. Daarenboven kunnen bepaalde
uitspraken die men hem toeschrijft over de verwoesting van de tempel niet van Jezus zelf zijn want dan
zouden allen hem als Messias herkend hebben. Inderdaad hebben sommigen zoals Pilatus in hem de
Messias gezien. Maar in dit geval was dat om het Jodendom en de joodse hoop te treffen. De dood van
Jezus moet begrepen worden als een manier van de Romeinen om het jodendom belachelijk te maken.
Flusser begrijpt dat het slechts na zijn dood is dat het geloof in hem ontstaan is. Hij die verlangde dat
mensen in de eerste plaats interesse zouden hebben in de boodschap die hij bracht, eerder dan in de
boodschapper die hij was.
Laat ons terugkeren naar het begin, naar de genealogie , het geslachtregister van Jezus. Abécassis gaat de
evangeliën interpreteren, zoals Jezus de Thora verstaat. Alhoewel dit geslachtsregister geen historische
1
Marie-Line Demeuse: Qui est Jésus? Point de vue de trois auteurs juifs ayant écrit entre 1945 et aujourd’hui, dans
une perspective de relation judéo-chrétienne, Universitaire Faculteit van Protestantse Theologie , mémoire n°220,
Brussel, 2014.
BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP –
okt.-december 2014 - blad6
basis heeft, heeft het wel een betekenis. Het gaat hier over een Joodse constructie om de Gezalfde aan te
duiden, de Messias. Jezus wordt aangeduid als Gezalfde, wat wil zeggen dat hij ten volle een plaats heeft in
de geschiedenis van het volk. Door deze genealogie wordt aangeduid dat God elke situatie, hoe verloren
ook, herstelt. Inderdaad, in deze genealogie staan ook enkele vrouwen die elk in hun situatie als
verworpene gezien kunnen worden. Toch worden zij in de lijst opgenomen, niettegenstaande hun verleden.
Jezus wordt zo een sleutel naar God en naar de sabbat.
Verschillende passages in de evangeliën verbinden Jezus met Bijbelse figuren. Mozes bijvoorbeeld is
beschermd vanaf zijn geboorte, hij is voorbestemd, zoals Jezus. Toch zal dit reden zijn van een verwijdering
tussen jodendom en christendom, maar het had ook anders kunnen lopen. De geboorte van Mozes kan op
twee manieren bekeken worden, ten eerste dat hij geboren is op een wonderlijke manier – wat Mattheüs
poneert – of dat hij geboren is op een normale manier – wat Lucas dan weer zegt. Mattheüs ziet de
geboorte als resultaat van een tweede huwelijk, en Lucas in het vervolg van een eerste relatie. Deze
interpretaties van het Eerste Testament worden toegepast op Jezus. Daarom is er bij Mattheüs een verschil
met het jodendom, dit In tegenstelling tot Lucas. Op die manier kan er bij Lucas gesproken worden van een
uniek verbond. In het jodendom wordt het verbond met God altijd bewaard.
Er bestaat dus een continuïteit tussen jodendom en christendom. Jezus is een persoon die het volk oproept
om terug te keren tot YHWH. Het nieuwe verbond is in werkelijkheid een hernieuwen van de trouwbelofte,
een nieuw engagement en niet een tweede huwelijk (YHWH laat zijn volk niet in de steek, hij doet meer
door zich met de hele mensheid te verbinden). Jezus is dus een nog niet afgeronde incarnatie van de thora,
die zich niet beperkt aan de dwingende betekenis van de tekst. Hij verpersoonlijkt het woord als
tussenpersoon tussen YHWH en de mensen. God heeft altijd de eerste plaats en Jezus ziet zich in een
goddelijke roeping om de afgedwaalde schapen terug te brengen tot God.
Lalou aanvaardt de goddelijkheid van Jezus, maar hij doet dat op zijn manier. Ook bij hem is het belangrijk
om terug te komen op de afkomst van Jezus. Men moet zelfs terugkeren op hoe de wereld geschapen is. In
het jodendom bestaat de wereld ofwel door emanatie van God ofwel door een scheppende daad van God.
Als we er van uitgaan dat alles van God komt is alles van zijn wezen en is Jezus dat ook. Jezus is dus
goddelijk, meer bepaald komt hij voort uit de samentrekking van God, de Tsimtsoem. Opdat de wereld kan
bestaan heeft God zich teruggetrokken, hij heeft plaats gemaakt , om te kunnen scheppen vertrekkende
van zichzelf. Maar Jezus is niet het goddelijke dat zich tezamen getrokken heeft, of anders gezegd hij is niet
gelijk aan het goddelijke. Jezus is de goddelijke die iets gewild heeft, die heeft willen scheppen. Het gaat
hier over de oermens, de Adam Kadmon. Jezus heeft dus geschapen voor de liefde; christenen zeggen dat
God geschapen heeft uit liefde, maar dat is niet zo. Jezus wilde een liefdesrelatie.
En om de mens te scheppen moest alles geschapen worden. Om een lichaam te scheppen heeft God de
hele schepping gemaakt; Jezus is dat lichaam. Voor Lalou, niettegenstaande de christenen begrepen
hebben dat Jezus lichaam van God was, hebben zij dit enkel op Jezus betrokken. Toch moet elk individu
gezien worden als lichaam van God. Wat jezus dus doet, is om aan de mensen zijn goddelijke identiteit te
tonen, op die manier redt Jezus de mens.
Door aan de mensen te laten zien hoe echte mensen zijn redt hij de mensen. Inderdaad eenmaal dat
iemand zijn goddelijke oorsprong en identiteit begrijpt, zoals Jezus het begrepen heeft vóór hem , kan hij
deel hebben aan de goddelijke lofzang van deze door God gewilde, deze oermens, deze Jezus.
Sinds Abraham ontdoet God zijn volk van hun verbondenheid aan de natuur, van hun afgoden om hen aan
de Wet te binden. God wil hier dat de mens het centrale punt loslaat van Jeruzalem en de stenen van de
BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP –
okt.-december 2014 - blad7
Tempel. God wil de autonomie van de mens. Jezus wijst zijn volk er op om de eerste aanblik te overstijgen
en om in de ander op een immanente manier het gelaat van God te zien. Op die manier geeft Jezus de
mens de mogelijkheid om de rechtvaardigheid van God in de praktijk te brengen. God zal hen daarbij
helpen.
Kan bij al deze nieuwe inzichten over Jezus een dialoog tussen christenen en Joden tot stand komen? Om
dit mogelijk te maken moest het christendom eerst afstand nemen tegenover het jodendom. Nu, na 2000
jaar kan er een toenadering zijn. Eerst en vooral is het nodig om de historische Jezus terug te zien, opdat
theologische misvattingen vermeden kunnen worden. Denken we maar aan het begrip van het verbond. Of
aan de farizeeën die absoluut niet verantwoordelijk zijn voor de dood van Jezus. De teksten van de Wet
moeten terug centraal gesteld worden om aan Joden zowel als aan christenen de mogelijkheid te geven om
een ethiek te ontwikkelen die wijst op het koninkrijk van God. Het gebod van de liefde kan daarbij helpen.
Daarna is het nodig om een fundamentalistische lezing los te laten en om zich te kunnen oriënteren op een
lezing als van een midrasj waarbij men de teksten bevraagt. Het is inderdaad belangrijk voor een dialoog
om de wil te hebben samen iets op te bouwen, om samen een ethiek te ontwikkelen, iets wat niet kan
gebeuren als één van de twee partijen vasthoudt aan een letterlijke lezing die tot dogmatisme leidt.
Het gaat er om zich te plaatsen tussen Wet en het handelen, tussen doen en zijn, om een ethiek en een
moraliteit te ontwikkelen en daarin een evenwicht te vinden. Opdat deze ethiek iets zou kunnen
betekenen, opdat de dialoog constructief zou zijn moeten christenen en joden bereid zij niets van zichzelf
te verliezen om plaats te laten aan de ander. Zo zal een echte ontmoeting mogelijk zijn.
De Joden zouden dan de verantwoordelijkheid verliezen dat de boodschap op de Sinaï aan hen alleen
gegeven is , en de wetenschap van de enige zoon van God te zijn. De christenen zouden dan het centrale
gegeven van Jezus moeten opgeven en zich richten op God zelf.
Zo zou de verbondenheid tussen de mensen een nieuwe ethiek worden. Zij kan zich ontwikkelen door zich
op een gemeenschappelijk centrum te richten, de liefde voor de medemens en de hervonden en gedeelde
broederlijkheid van Jodendom en christendom.
Wij rekenen ermee dat niet iedereen hetzelfde niveau van relatie en dialoog zal kunnen bereiken omdat
men een gedeelte van zichzelf moet kunnen loslaten om naar de andere te gaan.
Wij geloven dat een dialoog, een vriendschappelijke relatie, een broederlijkheid kan bestaan tussen joden
en christenen via de persoon van Jezus, zoals we hoger gezien hebben. Hij is immers diegene die ons
dichter bij God kan brengen.
(vert. DR)
__________________________________
BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP –
okt.-december 2014 - blad8
BIJ ONZE BUREN
Instituut voor Joodse Studies
Het Instituut legt zich toe op de wetenschappelijke studie van het jodendom vanuit de verschillende
cultuurwetenschappelijke disciplines, zoals de geschiedenis, de filologie, de literatuurwetenschap, de
godsdienstwetenschap, de rechtswetenschap, de filosofie en de sociologie. Het Instituut is actief op het
gebied van academisch onderzoek, universitair onderwijs, en educatieve en wetenschappelijke
dienstverlening.
Elk academiejaar staan meer dan twintig lezingen door nationale en internationale specialisten op de
agenda. Deze donderdagavondlezingen zijn gericht op een breed publiek en vrij toegankelijk. Het instituut
organiseert taalcursussen Jiddisch en hedendaags Hebreeuws, en heeft ook een Leeskring Jiddisch.
Daarnaast organiseert het Instituut wetenschappelijke conferenties, studiedagen en workshops, veelal in
samenwerking met Belgische en internationale academische en culturele instellingen.
De Joodse geschiedenis, literatuur, en filosofie, en cultuur sinds de Moderniteit vormen het zwaartepunt in
het onderzoek en het onderwijs. De besproken onderwerpen raken echter steeds, direct of indirect, de
actualiteit of lopende academische discussies.
Het Instituut is volledig geïntegreerd in de Universiteit Antwerpen en wordt gesteund door het Ministerie
van Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. Het werd opgericht in de herfst van 2001.
Overzicht resterende lezingen 1ste semester 2014-2015
Telkens donderdag om 20.00 uur
18/12 From Qumran to Quran: The Birth of the Abrahamic
Dubbellezing
Religions in Late Antiquity
Prof. dr. Guy G. Stroumsa – Hebrew University of Jerusalem
The Father of Many Nations: Jewish Traditions on Abraham in Islamic Spain
Prof. dr. Sarah Stroumsa – Hebrew University of Jerusalem
in Hof van Liere – Prinsstraat 13
Wij verwittigen zo vlug mogelijk voor de nieuwe reeks lezingen na nieuwjaar op donderdagen om 20.00
uur in de Universiteit Antwerpen, Rodestraat 14, 2000 Antwerpen. Ondertussen lopen de taalcursussen
modern Hebreeuws en Jiddisch.
Meer informatie: http://www.uantwerpen.be/ijs , tel. 03 265 52 43 en via e-mail: [email protected]
__________________________________
MATERIAAL
Tenachon Bij de vroegere Folkertsma Stichting voor Talmudica, nu PaRDeS, verschijnt een nieuwe reeks,
met verwijzingen naar de westerse cultuur. Geen tijdschriftformaat meer op A4, maar kleurrijke brochures,
op 32 tot 52 bladzijden. Het eerste nummer ging over ‘Schepping en menselijke identiteit’, 2 over ‘Satan en
het kwaad’, 3 ‘Sabbat –een uitdaging voor de mens’, 4 ‘Goddelijke identiteit: Stem of Beeld?’, 5‘Fanatisme:
hart en verharding’, 6 ‘Grenzeloos vertrouwen, in het voetspoor van Abraham’ , 7 ‘Uitverkoren?’, 8 ‘Offer:
achterhaald of actueel?’ , 9 ‘geboden: gebonden vrijheid’, 10 ‘Yehuda Aschkenasy, een rabbijn met lev’ , 11
‘Kidoesj Hasjeem, martelaarschap’, 12 ‘de lijdende knecht’, 13 ‘Ballingschap en terugkeer’, 14 ‘Oud en
Nieuw Verbond’, 15 ‘Particulier of universeel’, 16 ‘Leren’, 17: ‘En er komen betere tijden’, 18: ‘Openheid’
o.a. over privacy en klokkenluiders , 19: ‘Samenleven’, deel 20: ‘Wonderen en Magie’ , en nu deel 21:
‘Vriendschap’ , over relaties en Joodse en christelijke modellen van vriendschap. Telkens wordt naast het
hoofdstuk ook literatuur aangegeven om verder te lezen. De abonnementsprijs is € 52,95 per jaar met 5
deeltjes per jaar. Los nummer € 12,50. Bankgegevens: IBAN: NL37 INGB 0000 1793 86, BIC INGB NL2A .
Ondertussen is het adres van de Stichting Pardes veranderd en is de bibliotheek overgebracht naar de
Claude Debussylaan 2-8, 1082 MD Amsterdam (van maandag t/m vrijdag) en is het postadres en
BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP –
okt.-december 2014 - blad9
telefoonnummer: Stichting Pardes, Postbus 325, NL-4200 AH GORINCHEM; het nieuwe telefoonnummer
is: 00.31.183.645006.
Het nieuwe adres bevindt zich midden op de Zuidas, in De Nieuwe Poort, vlakbij de Vrije Universiteit, en in
het centrum van de nieuwe joodse buurt. Op slechts 2 minuten lopen van station Zuid-WTC is de locatie
uitermate goed bereikbaar voor cursisten van binnen en buiten Amsterdam.
Verdere informatie op [email protected] , en op de site: www.stichtingpardes.nl .
__________________________________
Pas verschenen bij uitgeverij Halewijn:
Burggraeve, Roger : In gesprek met de vreemde ander, ISBN: 978-90-8528-313-3
In zijn nieuwe boek “In gesprek met de vreemde ander” gaat prof. em Roger
Burggraeve op zoek naar de voorwaarden voor een eerlijke en vredelievende
interreligieuze (en interlevensbeschouwelijke) dialoog. Als internationaal erkend
Levinasonderzoeker doet hij beroep op de visie van Emmanuel Levinas op dialoog.
Concreet zet hij uiteen hoe de interreligieuze dialoog berust op een dubbele
beweging: enerzijds op een ‘natuurlijke asymmetrie’, waarbij de eigen identiteit het
vertrekpunt vormt; anderzijds op een ‘ethische asymmetrie’, waarbij zowel de
andersheid van de ander als de verhouding tot die ander op de voorgrond treedt.
Omdat Levinas een denker van Joodse origine is, en hij zowel over de joodse
identiteit als over de verhouding jodendom-christendom geschreven heeft, én ook
omdat Roger Burggraeve als christen in de interpretatie van zijn geloof diepgaand door Levinas’ denken
beïnvloed werd, komen zowel elementen uit jodendom en christendom als uit de joods-christelijke dialoog
ter sprake.
Het boek bevat drie delen. Deel I is het eerste hoofdstuk dat, als voorgerecht, het verhaal brengt van de
ontmoetingen van de auteur met Emmanuel Levinas te Parijs en elders. Als een ware leermeester brengt
Levinas zo een eerste maal de lezer in contact met enkele wezenlijke facetten van zijn ethisch en religieus
denken. Het hoofdgerecht (Deel II) wordt opgediend in de hoofdstukken 2, 3 en 4, met volle aandacht voor
de intermenselijke en interreligieuze ontmoeting. In het laatste hoofdstuk (Deel III) volgt last but not least
een hartig nagerecht. Levinas zou immers onrecht aangedaan worden indien niet zou ingegaan worden op
de religieuze diepte van zijn ethisch denken als ‘à-Dieu’ (‘naar-God-toe’). Dit vormt voor de auteur van het
boek de uitdaging om vrijmoedig in gesprek te gaan met het joodse denken van Levinas, om zo het eigen
christelijk te bevragen en verrijken. Zo brengt het boek de interreligieuze dialoog in praktijk!
R. BURGGRAEVE, In gesprek met de vreemde ander. Stapstenen voor een vredelievende interreligieuze
dialoog in het spoor van Emmanuel Levinas, Antwerpen, Halewijn / Pax Christi, 2014, 95 p. Kostprijs van het
boek in de boekhandel: 9 euro. (overgenomen van Thomas)
__________________________________
De brochure: "We zijn jong en we willen... interlevensbeschouwelijke dialoog?!"
Jongeren, levensbeschouwing en dialoog = een onmogelijke combinatie?
Axcent vzw zocht het voor u uit.
9 scholen in Brussel en Vlaanderen
479 individuele interviews
31 klasgesprekken
goed voor een totaal van 495 bevraagde jongeren
De meest opmerkelijke conclusies werden samengebundeld in een brochure, die vanaf nu terug te vinden is
op de website jeugd.axcent.org
De papieren versie blijft beschikbaar voor 2 euro per exemplaar (excl. verzendkosten), te bestellen
via [email protected] met titel 'brochure' en vermelding van uw adresgegevens.
Grensstraat 21 - 1210 Brussel, tel. : 0478 07 69 25 - www.axcent.org
__________________________________
BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP –
okt.-december 2014 - blad10
Bij Crescas, het Joods Educatief Centrum uit Nederland, die wekelijks komt met een nieuwsbrief
( http://us2.campaign-archive1.com/?u=2c8ca2e2608a685e4aeb8a519&id=176852858c&e=fed4511e2c )
vonden we in de uitgave van 5 december 2014 (aanmelden voor toezending kan ook op deze site) :
De Tweede Tempel, digitaal 'herbouwd'
Op basis van opgravingen op de Tempelberg in Jeruzalem is door het Jerusalem
Archaeological Park/Davidson Center een reconstructie gemaakt van de
Tweede Tempel zoals die er vermoedelijk uit heeft gezien voor de verwoesting
in het jaar 70 van de gangbare jaartelling.
Beklim de majestueuze trappen, loop onder de poorten door en verbaas u over
de afmetingen van het complex, gepresenteerd in vogelvlucht.
Op de website van het Davidson Center wordt uit de doeken gedaan hoe deze virtuele reconstructie tot
stand is gekomen. Een filmsimulatie van de tweede tempel is te vinden op :
https://www.youtube.com/watch?v=HHLD6RXVLaM&feature=youtu.be .
__________________________________
Er is in het Antwerpse een mogelijkheid bijgekomen om Hebreeuws te studeren met maandelijks een
cursusdag ( op donderdag ): " Initiatie Hebreeuws: Bijbelse taal, levende taal "
gegeven door de docenten : Hedwig Vercammen en Godeliph Deruwe.
De reeks begon op 9 oktober - HOF ZEVENBERGEN - Kasteeldreef 22 -2520 Ranst
Aanmelden bij Maria Leemans : [email protected] Tel: 03 205 65 70.
__________________________________
Onze scholen worden bevolkt door kinderen met een enorme variatie
aan achtergronden. Voor iedere onderwijsinstelling is het dan ook een
uitdaging om dat samenleven op een positieve manier vorm te geven.
In het boek 'Kleur in mijn klas' werpen de Goedroen Juchtmans (IKKS –
Antwerpen) en Ides Nicaise (HIVA - KU Leuven) op basis van de verhalen
van leerlingen een nieuw licht op levensbeschouwing in het onderwijs.
Meer op http://www.lannoo.be/kleur-mijn-klas . Het boek kan daar ook worden
ingekeken.
__________________________________
MEDEDELINGEN
De prestigieuze dubbeltentoonstelling loopt weldra af
In het MAS (Museum Aan de Stroom) in Antwerpen is er nog
tot 18 januari 2015 de tentoonstelling “Heilige Plaatsen,
heilige boeken” over de drie wereldgodsdiensten, en in de
Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, H. Conscienceplein
nog tot 21 december 2014.
Het MAS belicht de pelgrimage naar heilige plaatsen en
toont hoe heiligdommen sinds eeuwen een magnetische
aantrekkingskracht uitoefenen. De Erfgoedbibliotheek
Hendrik Conscience biedt in de sfeervolle Nottebohmzaal
BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP –
okt.-december 2014 - blad11
een unieke inkijk in de vorm, de inhoud, het gebruik en de studie van de Tenach, Bijbel en Koran. Meer dan
200 kunsthistorische en religieuze topstukken wachten op ons. Internationale bruiklenen zijn te bekijken,
met bijzondere stukken zoals Caravaggio's 'Madonna van Loreto', een fragment van de Dode Zeerollen van
2000 jaar oud en een sleutel die toegang gaf tot de Ka'aba in Mekka.
Pelgrimage is nog steeds springlevend in Antwerpen, waar de joodse, de christelijke en de
moslimgemeenschap op diverse manieren uiting geven aan deze eeuwenoude traditie. Wat betekent
pelgrimage vandaag, voor elk van deze gemeenschappen? Welke zijn hun heilige plaatsen? Welke zijn de
overeenkomsten en waar liggen de verschillen? Waarom heten ze de drie ‘Religies van het Boek’ en welke
rol speelt de Tenach, de Bijbel en de Koran in hun respectievelijke gemeenschap?
Vertegenwoordigers van de Antwerpse joodse, christelijke en moslimgemeenschap beantwoorden deze
vragen tijdens themabezoeken in synagogen, kerken en moskeeën.
Meer op de site van het MAS (www.mas.be).
In de randevenementen komt nog : op
donderdag 15 januari 2015, 20 uur, in het MAS| Museum aan de Stroom, Interreligieus gesprek over
pelgrimage tussen vertegenwoordigers van de drie Antwerpse geloofsgemeenschappen, met
Aaron Malinksy, Rik Hoet en Ahmed Azzouz
Dit en nog veel meer op http://www.heiligeplaatsenheiligeboeken.be:8000/nl/events
Een globaal overzicht van het randprogramma met voordrachten, muziekuitvoeringen, wandelingen , enz.
vindt u in onze Mailkrant 46 op onze site.
__________________________________
De tentoonstelling DE ANDERE VERBEELD / VERBEELD GEVAAR belicht de beeldvorming over 'zwarten',
'joden', `Turken', 'ketters' en 'katholieken'. Dit gebeurt aan de hand van voorbeelden uit de Vlaamse en
Nederlandse religieuze kunst van ca. 1450 - 1750. Deze kunst blijkt vaak vooringenomen en stereotiep. Een
knipoog naar het beeldgebruik in de media van vandaag maakt deze tentoonstelling echter actueler dan
ooit. Een interessante tip voor een schooluitstap of met school/gemeente/parochie. Vergeet ook niet de
speciale geïllustreerde krant van 32 bladzijden met ideaal materiaal om later nog mee te werken.
DE ANDERE VERBEELD / VERBEELD GEVAAR werd gerealiseerd voor jongvolwassenen, maar wil iedereen
inspireren! De tentoongestelde reproducties, de hedendaagse vormgeving van de expo, de prachtige insitu kunstwerken en de linken met de actuele beeldvorming zorgen ongetwijfeld voor een boeiende
ervaring!
WANNEER & WAAR
 2 november – 2 december 2014
Onze-Lieve-Vrouwkerk, Jan Van Ophemstraat , 3200 Aarschot
BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP –


okt.-december 2014 - blad12
8 december 2014 – 28 januari 2015
Psychiatrisch Ziekenhuis Sint-Alexius, Grimbergsesteenweg 40, 1850 Grimbergen
6 februari – 5 april 2015
Begijnhof, 2300 Turnhout
INFO & GROEPSBEZOEKEN
OrbiT vzw (= KMS), Huidevettersstraat 165, 1000 Brussel, [email protected] , 02 502 11 28
Meer op : www.orbitvzw.be en www.deandereverbeeld.wordpress.com
__________________________________
Uitzichtloosheid of hoop
Bij de Stichting C.O.M.E. (Communication Middle East) verschijnt regelmatig een verslag door de
Palestijnse en Israëlische comitéleden van hun activiteiten om studenten en jongeren uit de twee
bevolkingsgroepen met elkaar in contact te brengen. Niettegenstaande de afschuwelijke werkelijkheid toch
nog een lichtpuntje ? U kan dit initiatief leren kennen op hun site www.stichting-come.nl en uw adres
achterlaten om rechtsreeks op de hoogte gehouden te worden op het adres [email protected] .
__________________________________
BOODSCHAP PAUS FRANCISCUS VOOR INTERRELIGIEUZE ONTMOETING SANT’EGIDIO
Op de openingsplechtigheid van de interreligieuze ontmoeting ‘Peace is the future’ werd zondagavond 7
september de boodschap van paus Franciscus aan de organisatoren en deelnemers voorgelezen.
Paus Franciscus dankt daarin uitvoerig het bisdom Antwerpen en Sant’Egidio voor de organisatie van de
bijeenkomst en onderstreept dat “oorlog nooit een bevredigende manier kan zijn voor het herstellen van
onrecht en om evenwichtige oplossingen te bereiken voor politieke en sociale verdeeldheid”. Hij voegde er
met klem aan toe dat “oorlog volkeren meesleept in een spiraal van geweld die dan moeilijk te controleren
blijkt; hij sloopt wat generaties door moeizaam werk hebben opgebouwd en maakt de weg vrij voor nog
grotere onrechtvaardigheden en conflicten”.
In zijn boodschap lanceert de paus een dringende oproep: “Onze verschillende religieuze tradities kunnen
‘in de geest van Assisi’ een specifieke bijdrage leveren aan de vrede. Het is mijn hoop dat deze dagen van
gebed en dialoog een krachtige herinnering zullen zijn dat het nastreven van vrede en verstandhouding
door middel van gebed duurzame banden van eenheid kan smeden en de oorlogspassies kan beheersen.
De tijd is gekomen voor de religieuze leiders om effectiever samen te werken in het helen van wonden, het
oplossen van conflicten en het nastreven van de vrede. Vrede is zeker het teken van toewijding aan de zaak
van God. Religieuze leiders zijn geroepen om mannen en vrouwen van vrede te zijn. Zij zijn in staat een
cultuur van ontmoeting en vrede te bevorderen wanneer andere opties niet werken of haperen. Wij
moeten vredestichters zijn, en onze gemeenschappen moeten scholen zijn van eerbied en dialoog met
andere etnische of religieuze gemeenschappen”. (Kerknet 080914)
In het kader van dat wat u zoeven las, vermelden wij nogmaals dat elk jaar van 18 tot 25 januari de bidweek
voor de Eenheid van de Christenen georganiseerd wordt – in 2015 met het thema ‘Geef mij te drinken’-, en
dat de dag daarvoor – 17 januari - telkens ook aandacht gegeven wordt aan Dag van het Jodendom.
Bidden voor eenheid kan namelijk niet zonder naar de gemeenschappelijke wortel in de Tenach en in het
Jodendom te zoeken. In verschillende landen wordt materiaal aangeboden (zie bv.
http://www.beleven.org/feest/dag_van_het_jodendom of http://www.dagvanhetjodendom.nl/ )
__________________________________
BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP –
okt.-december 2014 - blad13
BOEKBESPREKINGEN
Emmanuel Carrère: Le Royaume, uitg. POL, Paris 2014, 630 blzn.
Wat voor boek is dit? Een levensgetuigenis? Een studie over het beginnende christendom? De schrijver
vertelt van zichzelf dat hij katholiek geworden was gedurende drie jaar. Dat is voorbij. Maar nu, jaren later
voelde hij de noodzaak de wegen die hij als gelovige gegaan was, dieper te bestuderen in en rond de
teksten van het Nieuwe Testament.
In het boek vertelt hij zo een situatie van het hoofdpersonage: weg gegroeid uit zijn geloof, zoekt hij hoe
het Paulus vergaan is op zijn tochten. Lucas, de dokter, schilder, evangelist is hem daar een hulp bij. Hij
maakt er een boeiend verhaal van, dichtbij de teksten en ruim aangevuld. Hij tracht zich in te leven in die
dagen , in de spanning tussen Paulus en Jeruzalem, Jacobus en Petrus, de Romeinen en de Grieken. Een
lange weg wordt ons aangeduid.
En die titel? De beleving van ‘Het Rijk’ vindt hij in het samenleven binnen de gemeenschappen van Jean
Vanier, De Ark. De beleving van het Koninkrijk, dat hij beleefde, bestudeerde en geromantiseerd beschrijft.
Zo geeft hij langzaam onverwachte achtergronden door van wat wij al lang wisten, … en niet weten.
J. Hendrickx
__________________________________
In het verslag van Liliane Apotheker na de jaarlijkse conferentie van de ICCJ (dit jaar in Buenos
Aires - zie http://www.ajcf.fr/spip.php?article2106 ) geeft zij de woorden weer van de scheidende
voorzitter D. Weissman, hoe zij deze moordende zomer in het Midden-Oosten beleefd heeft, waar
ook zij het lijden voelde van het Palestijnse volk. Zij gaf aan dat het gemakkelijk is om medelijden
te voelen met slechts één kamp. Daarmee werd de complexiteit van de menselijke gevoelens goed
onder woorden gebracht op een moment dat ieder daar vreest voor eigen leven. Zij heeft ons
gewezen op het belang van ons werk in de dialoog om rechtvaardig te blijven en de hoop levend
te houden. Wat is de plaats en de rol van die interreligieuze dialoog in een wereld vol geweld?
De persoonlijkheid van Paus Franciscus is in heel wat toespraken aangehaald toen men het had
over de waarde van het persoonlijk contact en het in de praktijk brengen van mooie woorden.
Rabbijn Skorka getuigde daarvan, maar tevens de vele rabbijnen, priesters en predikanten die van
sociaal engagement spraken. Vooral de extreme armoede dwingt ons om godsdienst te vertalen
naar concrete actie: “de materiële nood van mijn naaste is mijn spirituele nood”, zoals rabbijn
Salanter, stichter van de Moesar beweging in de 19de eeuw, het reeds leerde.
__________________________________
BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP –
okt.-december 2014 - blad14
SINDS MOZES OP DE SINAI
de joodse traditie
in het heilige land.
10 – Rabban Jochanan ben Zakkai (*ca.80) --- de wederopbouw na 70.
Zoals wij vroeger vernamen is rabban Jochanan ben Zakkai de jongste van de 80 paar
leerlingen van de grote Hillel. Eenmaal afgestudeerd te Jeruzalem wordt hij rabbi in opper Galilea
in het dorp Arav, ten N van Sepphoris. Er is weinig geweten over deze levensperiode. Als rechter
behandelt hij twee gevallen betreffende de sabbatswet en zijn zoon wordt er genezen door zijn
enige student rabbi Chanina ben Dosa (zie vroeger) een buitengewone chasied.
Volgens de chronologie van J.Neusner keert rabban Jochanan ben Zakkai omstreeks het
jaar 40 terug naar Jeruzalem. Geleidelijk aan wint hij er aan aanzien en wordt de assistent van de
nasi van het ogenblik rabban Sjimon ben Gamliël I, de afstammeling van Hillel. Zoals wij eerder
zeiden vormen de twee brieven die zij samen schrijven over het afdragen van de tienden in het
land Israël unieke documenten die dit bewijzen. Het blijft echter een raadsel waarom men zo
opnieuw een soort tweekoppige leiding van het volk invoert. Te Jeruzalem heeft rabban Jochanan
ben Zakkai vijf discipelen namelijk de rabbi’s Eliëzer ben Hurqanos, Jehosjua ben Chananja, José
ha-kohen (de priester, een chasied), Sjimon ben Netanêl en Elazar ben Arak.
De teksten laten duidelijk doorschemeren dat rabban Jochanan ben Zakkai het te
Jeruzalem niet kan vinden met de priesters verbonden aan de Tempel. Hij verwijt hen onder meer
dat zij de tempelbelasting van één sjeqel niet betalen en er ontstaat een hele discussie (mSjeqalim
1,4). Een andere keer heeft hij het aan de stok met de ‘zonen van de hogepriesters’. In het dispuut
over twee halachische problemen betreffende een echtgenote waarvan de man een verre reis
maakt, kiest hij resoluut voor de oplossing van de tegenpartij (mKetubot 13,1-2). Er is ook het
meningsverschil tussen Sadduceeën en Farizeeën over de heilige schriften; de eersten houden vol
dat zij de handen niet onrein maken, de tweeden zeggen van wel. Als Farizeeër legt rabban
Jochanan ben Zakkai uit dat de liefde voor de heilige boeken meebrengt dat zij onrein maken
(mJadajim 4,6). Zo worden zij immers beschermd tegen misbruiken.
Zijn liefde voor zijn volk Israël komt mooi uit bij zijn uitleg van Deuteronomium 10,1. Het
gaat daar over de tweede stenen tafelen van de Sinai die Mozes nu zelf moet maken; de eerste
werden door God vervaardigd (5,22). Met een schitterende gelijkenis legt rabban Jochanan ben
Zakkai uit dat men dit kan vergelijken met een koning die een vrouw huwt. Hij brengt daarbij al het
nodige mee voor het huwelijkscontract. Maar zij wordt hem ontrouw met een van zijn slaven en hij
zendt haar weg. Haar vroegere bruidsjonker komt voor haar pleiten en legt uit dat zij door de
koning gekozen werd uit de slaven, wat haar houding verklaart. Daarop besluit de koning dat de
bruidsjonker nu zelf al het nodige voor het huwelijkscontract moet leveren, dan zal hij het nieuwe
huwelijkscontract ondertekenen… De bruidsjonker is natuurlijk Mozes en de bruid Israël, het volk
dat uit de slavernij en de afgoderij van Egypte kwam (het gouden kalf). De huwelijkscontracten zijn
de twee stellen verbondstafelen van de Sinai (Deut. Rabba 3,17).
BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP –
okt.-december 2014 - blad15
De meest sensationele momenten uit het leven van rabban Jochanan ben Zakkai zijn
ongetwijfeld: zijn clandestien verlaten van het belegerde Jeruzalem in een doodskist; zijn
ontmoeting met Vespasianus de Romeinse bevelvoerder die hem blijkt te kennen als een vriend
van Rome en hem op zijn verzoek Javnè schenkt; ten slotte de voorspelling van Vespasianus’
keizerschap, die enkele dagen later realiteit wordt. Deze gebeurtenissen hebben steeds tot de
verbeelding van de joden gesproken zodat het uitermate moeilijk is om in de bronnen fictie en
werkelijkheid te onderscheiden. Vier lange teksten handelen over deze zaken en wellicht staat de
derde tekst (Klaagliederen Rabba I,5 §31) het dichtst bij de realiteit. Hij vertelt wat volgt. Nadat de
Zeloten de voedselreserves van het belegerde Jeruzalem in brand hebben gestoken, besluit
rabban Jochanan ben Zakkai de stad te verlaten, hoewel de Zeloten dat verboden hebben.
Desertie wordt niet toegestaan. Als een ‘lijk’ wordt hij zo door zijn twee belangrijkste leerlingen
naar buiten gedragen, naar een begraafplaats. De rabbijn gaat vervolgens naar het kampement
der Romeinen en begroet er Vespasianus met ‘Vive, domine imperator!’. Toch wordt hij in een
gevangenis opgesloten, blijkbaar te Gofna, de stad die uitdrukkelijk genoemd wordt. Wanneer later
Vespasianus tot keizer (imperator) uitgeroepen wordt mag de rabbijn hem een verzoek doen. Hij
vraagt om het opbreken van het beleg van Jeruzalem, maar kan uiteindelijk slechts wat mensen
redden uit de hoofdstad... Volgens deze tekst verlaat rabban Jochanan ben Zakkai
noodgedwongen Jeruzalem omdat de toestand hopeloos is geworden door de Zeloten. Zonder
voedsel kan men geen beleg doorstaan. Ook verdacht voor de Romeinen, wordt hij opgesloten te
Gofna, een joodse stad 20 km ten N van Jeruzalem, waar later ook andere overlopers
geïnterneerd zullen worden (Josephus, Bellum 6,115). Met rabban Jochanan ben Zakkai’s profetie
over het keizerschap van Vespasianus moet men voorzichtig blijven, gezien ook Flavius Josephus
een dergelijke voorspelling doet na de val van Jotapata in Galilea. De verhalen van Jochanan en
van Josephus vertonen nogal wat gelijkenissen. Overigens vermeldt Josephus in zijn oeuvre nooit
de rabbi. Zeer merkwaardig is verder dat in deze tekst Javnè nergens genoemd wordt. De rabbijn
vraagt mensenlevens, niet Javnè. Het is mogelijk dat pas later Javnè ter sprake is gekomen, hetzij
als een door de Romeinen opgelegd verblijf, hetzij als een door de rabbijn zelf voorgestelde
vestigingsplaats.
Javnè lag ten W van Jeruzalem aan de Middellandse Zee. De stad bestond eigenlijk uit
twee delen, een haven en een woonplaats ver landinwaarts. In dit tijdvak was de bevolking
hoofdzakelijk joods, zodat Vespasianus in het jaar 67 de stad moest onderwerpen en er een
garnizoen stationeren. In 68 kwartierde hij daar joden in die zich hadden overgegeven (Josephus,
Bellum 4,130 en 444). Rabban Jochanan ben Zakkai stond zo te Javnè, zeker in het begin, onder
Romeins toezicht. Hij ontvluchtte Jeruzalem waarschijnlijk in het jaar 68. Toen daar de toestand
hopeloos geworden was keek hij vooruit en dacht aan de toekomst. Dit kon niet zonder Romeinen.
Hij legde een eerste fundament voor wat later het herboren sanhedrin te Javnè zou worden. Hij
was ten slotte al vóór de oorlog een leider.
Rabban Jochanan ben Zakkai was gewoon te zeggen:
Als ge een jong plantje in uw hand houdt wanneer men u zegt ‘Zie gij daar, de Messias!’ –
ga verder en plant het jonge plantje en trek pas daarna naar buiten om hem (= de Messias)
te ontvangen.
(Avot derabbi Natan B,31)
Deze korte passus maakt duidelijk dat rabban Jochanan ben Zakkai zeer gereserveerd staat
tegenover de joodse Messiaanse bewegingen van zijn tijd. Doe uw werk voort, plant zelf scheutjes
voor de toekomst en ga pas daarna de Messias begroeten. De eigen verantwoordelijkheid en het
eigen werk gaan voor, de Messias komt op de tweede plaats. De rabbi verwacht wel een Messias,
maar heeft wellicht te veel overtrokken messianisme gezien in het belegerde Jeruzalem,
messianisme dat leidt tot fanatisme en veel bloedvergieten. Zelf wil hij de samenleving opnieuw
opbouwen na de verwoesting.
Eens verliet rabban Jochanan ben Zakkai Jeruzalem en rabbi Jehosjua volgde hem en zag
de Tempel verwoest.
Rabbi Jehosjua zei: Wee ons, daar de plaats waar men de zonden van Israël verzoent,
verwoest is.
BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP –
okt.-december 2014 - blad16
Hij antwoordde hem: Treur niet, mijn zoon, wij hebben een (andere) verzoening zo
(efficiënt) als deze. En wat is het? De gemilut chassadim (Hebr. daden van liefdadigheid),
er is immers gezegd (Hosea 6,6): Want ik verlang chèsèd (Hebr. verbondstrouw) en geen
offer.
(Avot derabbi Natan A,4)
Dit is een terecht beroemde uitspraak van de meester. In de tijd van de profeet Hosea betekende
chèsèd zoveel als solidariteit, hier loyale trouw aan Gods verbond. In de eerste eeuw van onze
jaartelling betekende het woord echter genade, of een daad van medelijden en goedertierenheid.
Rabban Jochanan ben Zakkai stelt zo op basis van Hosea dat daden van liefdadigheid bewezen
aan de naaste verzoening brengen voor Israël; dit zijn de nieuwe offers die iedere jood zonder
onderscheid zelf kan brengen. De mens offert zichzelf door zijn zelfzucht te overwinnen en om te
zetten in hulp aan de naaste. Het verdwijnen van de Tempel, hoe droevig ook – de rabbi en zijn
studenten scheuren hun kleren bij het vernemen van het nieuws – is geen catastrofe, Israël kan
zonder.
Hoe functioneerde de academie van Javnè in de tijd van rabban Jochanan ben Zakkai?
Veel informatie hebben wij helaas niet. De meester werd er vooral bijgestaan door zijn twee
belangrijkste leerlingen, de rabbijnen Eliëzer ben Hurqanos en Jehosjua ben Chananja. Dit
verwondert wel omdat Javnè later onder rabban Gamliël II eigenlijk de plaatsvervanger werd voor
de verdwenen Tempel met zijn priesters en het verdwenen sanhedrin, instellingen die leiding
gaven aan het joodse volk, zelfs wereldwijd… Toch heeft onze rabbi in zijn tijd niet werkeloos stil
gezeten. Door rabbi Jehosjua ben Qorcha (ca.150) werd overgeleverd dat rabban Jochanan ben
Zakkai decreteerde dat de getuigen (van de nieuwe maan) naar de vergaderplaats zouden gaan,
zelfs wanneer het hoofd van de rechtbank zich elders bevindt (mRosj haSjana 4,4). Dit betekent
concreet voor rabban Jochanan ben Zakkai de stad Javnè, die zo de taak van het sanhedrin in de
Tempel overneemt. Het officieel vaststellen van de nieuwe maan betekent het fixeren van de
kalender met zijn maanden van 29 of 30 dagen alsook het invoegen van schrikkeljaren. Het houdt
tevens in het vastleggen van de religieuze feestkalender. Een kalender die ook in de joodse
diaspora gevolgd wordt. Dit centrale feit illustreert goed de leiding die toch van in het begin van
Javnè, uitgaat.
Uit deze voorbeelden kan men concluderen dat dank zij rabban Jochanan ben Zakkai het
tempelritueel en het sanhedrin van Jeruzalem na de verwoesting voortleven in de steden met hun
synagogen en rechtbanken, maar heel in het bijzonder in Javnè dat de leiding krijgt. Er ontstaat zo
een continuïteit van het joodse religieuze leven. In deze eerste fase beperkt Javnè zich tot het
religieuze. Burgerlijke rechtszaken en strafzaken en dergelijke behoren tot de bevoegdheid van de
Romeinse overwinnaars die nu eigen rechtbanken en rechters hebben…
Op het einde van zijn leven verliet rabban Jochanan ben Zakkai Javnè om zich 33 km
zuidwaarts terug te trekken in Berôr Chajil (tMaäserot 2,1). Hij had daar een rechtbank. Moest hij
de plaats ruimen omdat hij geen echte nasi, afstammeling van Hillel was, maar slechts zijn
leerling? Kon men het niet hebben dat hij als een verrader Jeruzalem ontvlucht was, terwijl rabban
Sjimon ben Gamliël I zijn leven had gegeven? Verdroegen de priesters niet dat hij zich met hun
zaken bemoeide? Hoe dan ook, hij had ongetwijfeld tegenstanders. Misschien zag hij zelf Javnè
als zijn ‘jong plantje’ dat hij nu moest overlaten aan anderen (zo J.Neusner)… Rabban Jochanan
ben Zakkai was geen grootse, schitterende, heldhaftige figuur; wel de grondlegger van een geheel
nieuwe fase in de joodse geschiedenis, voortaan een jodendom zonder Tempel en zonder
Jeruzalem, geheel zonder politieke macht. Dat het jodendom in die omstandigheden kon blijven
voortbestaan is geheel te danken aan de bescheiden denker en doorzetter rabban Jochanan ben
Zakkai. Hij overleed omstreeks het jaar 80.
Gerard F. Willems
P.S. : Dit verhaal kan men uitvoeriger, samen met veel andere dingen, vinden in het boek van de
auteur van dit artikel getiteld ‘Oog in oog met het vroegrabbijnse Jodendom’ uitgegeven bij
Altiora Averbode 2014 (ISBN 978-90-317-3844-1 / 416 p. / € 29,90).
Download