2. Beschrijving van de opdrachten

advertisement
Biodiversiteit 1
Is een groeiende populatie grauwe ganzen
gevaarlijk voor andere vogels?
Overzicht
In deze opdracht gaan de leerlingen de evolutie van een populatie grauwe ganzen in Nederland
verkennen. De leerlingen leren zowel over de betekenis van biodiversiteit als hoe het kan worden
gemeten. Als eindproduct schrijven de leerlingen een verslag aan de vogeltellers van Sovon waarin ze
hun bevindingen beschrijven en advies geven.
Wiskundige inhoud
Functies en grafieken, modelleren
Natuurwetenschappelijke inhoud (BiNaSk)
Biodiversiteit: wat betekent het en hoe kan het
beïnvloed worden?
Leeftijd van leerlingen
16 jaar
Aantal lessen in wiskunde
3
Aantal lessen in natuurwetenschappen
3
(http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Greylag-Goose.jpg?uselang=en)
Biodiversiteit 2
1. Overzicht van de lessenserie
1.1 De situatie
Het aantal grauwe ganzen in Nederland neemt toe, wat blijkt uit nationale vogeltelevenementen. Sovon
organiseert deze tellingen om bij te houden welke vogels broeden in Nederland, waar ze dat doen en
om hoeveel vogels het dan gaat. Sovon publiceert de resultaten van deze tellingen in exceltabellen op
internet.
In deze lessenserie staat een deel van een tabel van Sovon. De vogeltellers van Sovon zijn bezorgd over
de toename van het aantal grauwe ganzen. Ze zijn bang dat het misschien de diversiteit van de
watervogels in gevaar kan brengen.
1.2 Leidende vragen
1.
Uit de vogeltellingen van Sovon blijkt dat het aantal grauwe ganzen toeneemt. Is deze stijging
verontrustend voor de diversiteit van de watervogels?
2.
Wat betekent het concept biodiversiteit, hoe kan het wiskundig beschreven worden en wat zijn
de voordelen en de beperkingen ervan?
3.
Hoe verandert de biodiversiteit van de watervogels in Nederland (Europa – Nederland) en wat is
de invloed van de groei van de grauwe ganzen populatie?
1.3 Eindproduct
Schrijf een brief aan de vogeltellers van Sovon met de resultaten van je analyse. Beschrijf het probleem
en geef aan hoe ernstig je denkt dat het is. Illustreer je beschrijving van het probleem aan de hand van
grafieken en tabellen. Reflecteer op de waarde van een formule zoals de biodiversiteitsindex.
1.4 Suggesties (niet verplicht)
Om de geleerde lessen toe te passen en een lokale aanpassing te krijgen, wordt het kijken naar
watervogels en inventariseren (van watervogels of van andere soorten) uitgevoerd op een lokale
omgeving. Bijvoorbeeld bij een vijver in een stadspark of het nabijgelegen meer. Als u interesse hebt,
kunnen de leerlingen misschien deelnemen met hun project op de officiële site van watervogels in
Nederland. Deze openbaart hun resultaten, zodat de leerlingen een kleine bijdrage kunnen leveren aan
de bescherming van de biodiversiteit.
Algemene
informatie
over
de
aantallen
vogels
is
te
vinden
op:
http://www.ebcc.info/
en informatie voor elk Europees land op: http://www.ebcc.info/pecbm.html. Onderzoek een situatie in
uw land, selecteer een reeks vogels en rapporteer over de ontwikkeling van de biodiversiteit in de
afgelopen 10 jaar.
Biodiversiteit 3
1.5 Materialen
•
Beschikbaarheid van computers met internet en, indien nodig, gebruik van Excel of applets.
•
Vaasmodel voor relatie tussen kansrekening en maten voor biodiversiteit
1.6 Het taakplan
Les
1
2
3
4
5
6
Biologie
Wiskunde
Taak 1:
Inleiding van de opdracht. De grauwe gans populatie in gevaar; begrijpen van de ontwikkeling
van watervogelpopulaties.
Taak 2:
Wat is biodiversiteit?
Kenmerken van biodiversiteit worden
verzameld.
Taak 3:
Hoe is de ontwikkeling van de grauwe gans
populatie vergeleken met andere
watervogels?
Teken een diagram dat de ontwikkeling
beschrijft.
Taak 4:
Wat voor een soort maat kan gebruikt worden
om biodiversiteit te beschrijven?
Taak 5:
Welke oorzaken kunnen de specifieke
ontwikkeling van de populaties van de vogels en
de verandering in variatie ondersteunen?
Taak 6:
Terugkomen op de oorspronkelijke vraag:
Is de toename in het aantal grauwe ganzen inderdaad verontrustend voor de diversiteit van de
watervogels?
Schrijf een rapport over de ontwikkeling van de biodiversiteit de afgelopen 10 jaar. Leg uit of
de toename van het aantal grauwe ganzen inderdaad verontrustend is.
Voorstel voor praktische toevoeging: onderzoek van watervogels
Verkrijg een regionale referentie en toepassing door middel van een praktisch onderzoek.
Biodiversiteit 4
2. Beschrijving van de opdrachten
2.1 Taak 1 – Is de grauwe ganzen populatie een bedreiging voor de andere
watervogels?
Doel van de taak
Leerlingen raken vertrouwd raken met het onderwerp. Een besef van het concept biodiversiteit en
bepaalde aspecten ervan moeten gecreeerd worden bij de leerlingen. Leerlingen begrijpen dat
gegevens als resultaten van het tellen van de vogels worden gebruikt om de evolutie van de populaties
te beschrijven.
Activiteit 1:
Wat vind je van de toename van MacDonald’s en H&M’s?
De kwestie van biodiversiteit kan geintroduceerd worden aan de hand van controversiele vragen in een
kort interactief format (denken, delen, uitwisselen). Het format werkt als volgt: de leerlingen hebben
pen en papier voor zich. De vraag wordt gesteld door de docent. De leerlingen krijgen twee minuten om
na te denken en schrijven individueel wat op. Vervolgens krijgen ze twee minuten om hun resultaten
met de buurman of –vrouw te delen en tenslotte heeft de docent een paar minuten om de belangrijkste
verklaringen klassikaal te bespreken.
De docent richt zich op vraagstukken die verband houden met de concurrentie / flexibiliteit om aan te
passen / ... en deze zaken hebben een relatie met biodiversiteit. Deze discussie wordt gebruikt om een
specifieke casus in Nederland te introduceren over de grauwe gans. Data over de evolutie van
watervogels in Nederland wordt gepresenteerd aan de leerlingen (Werkblad 1).
Biodiversiteit 5
WERKBLAD 1
Is de groei van de grauwe gans populatie gevaarlijk voor de andere watervogels?
Vogeltellers hebben laten zien dat het aantal broedende
grauwe ganzen in Nederland toeneemt. Deze vogeltellingen
worden uitgevoerd door een Nederlandse vogelbescherming
organisatie, Sovon. De bedoeling is om erachter te komen
welke vogels en hoeveel van deze vogels broeden in Nederland.
Sovon publiceert de resultaten van deze tellingen op internet.
Hieronder zie je een Sovon tabel. De vogeltellers van Sovon
zijn bezorgd over de toename van de grauwe gans populatie,
omdat ze bang zijn dat dit de biodiversiteit van de watervogels
aantast.
Naam
Dodaars
Fuut
Knobbelzwaan
Grauwe gans
1996
274
10788
4786
39273
1997
247
12319
5551
47714
1998
336
11299
6646
53448
1999
704
11680
8125
67675
2000
815
10996
9025
76547
2001
825
10524
10150
87425
2002
948
11626
10853
101680
2003
844
10617
11056
100901
2004
815
9080
11393
110316
Bron: Network Ecological Monitoring, SOVON, RWS & CBS, www.sovon.nl
Dodaars
Fuut
Knobbelzwaan
Noem een aantal relevante karakteristieken voor de groei van de vier vogelsoorten.
Discussieer over bovenstaande vraag!
2005
1134
10050
10771
114651
2006
1036
9494
11457
119559
Biodiversiteit 6
Op basis van de gegevens in de tabel kun je een correlatie verwachten tussen de toename van de
grauwe gans en de stagnatie of de daling van de andere watervogelpopulaties. Ook kunnen enkele
vragen ontstaan, omdat de tabel weinig informatie bevat. Meer informatie is zeker nodig om de
hoofdvraag te beantwoorden. Mogelijke vragen die zich kunnen voordoen in de discussie zijn:
1. Wat is biodiversiteit?
2. Waarom is biodiversiteit belangrijk?
3. Wat zijn de risico’s van biodiversiteit?
4. Hoe meet je biodiversiteit?
5. Kan een bepaalde watervogelpopulatie de biodiversiteit bedreigen?
6. Kan de groei in de grauwe gans populatie leiden tot een daling van andere watervogel populaties?
7. Wat kunnen andere redenen zijn voor de stijging en voor de stagnatie of daling in aantallen van
andere watervogels?
Nu moet eerst het concept biodiversiteit verduidelijkt worden voordat de hoofdvraag verder onderzocht
kan worden.
In projectgericht onderwijs kan een brainstorm of mind mapping sessie volgen, waarin de situatie meer
systematisch kan worden onderzocht met hulp van wiskunde en biologie. De docent moet in eerste
instantie alleen de opmerkingen van de leerlingen op het bord verzamelen. Het stroomschema van de
voorgestelde procedure kan gevarieerd worden in overeenstemming met de voorstellen van het project
door leerlingen te laten herstructureren of uitbreiden.
Biodiversiteit 7
2.2 Taak 2 – Wat is biodiversiteit?
Doel
Leerlingen leren over het concept biodiversiteit en kunnen uitleggen waarom het belangrijk is en
kunnen factoren verklaren die biodiversiteit kunnen veranderen en in gevaar brengen.
Natuurwetenschappelijke inhoud
Het biodiversiteit concept.
Uitkomsten
Biodiversiteit heeft te maken met het aantal soorten en hun proporties binnen een ecosysteem.
Leerlingen leren over de afhankelijkheden tussen soorten en de gevaren van het sneller groeien van een
populatie ten opzichte van de andere populaties. Biodiversiteit is belangrijk omdat het de stabiliteit van
een balans tussen soorten in een ecosysteem weergeeft. (Experts zijn het nog steeds niet eens over de
waarde van biodiversiteit, maar zo lang er geen beter alternatief is wordt deze maat gebruikt.)
WERKBLAD 2
1. Orden the volgende foto’s met betrekking tot de biodiversiteit.
2. Welke criteria heb je gebruikt om de foto’s te ordenen?
3. Hoe zou je biodiversiteit in het geval van vogels definiëren, meten en onderzoeken?
Biodiversiteit 8
Het doel van deze vragen is om criteria en maatregelen te induceren voor de biodiversiteit. Leerlingen
kunnen ook gevraagd worden om foto’s van tuinen, parken, etc. te maken als uitgangspunt voor de
activiteit: groepeer de foto’s en beschrijf criteria voor de classificaties wat betreft biodiversiteit.
Leerlingen bedenken aspecten en criteria voor diversiteit van soorten (bijv. planten). Ze zullen komen
met woorden als ‘veel’, ‘verscheidenheid’, ... De antwoorden van de leerlingen moeten worden
gepresenteerd en besproken. De discussie moet leiden tot een definitie van biodiversiteit. Mogelijke
vragen om leerlingen beter te laten specificeren wat ze hebben gevonden:
Mogelijke vragen tijdens de klassendiscussie over de antwoorden van leerlingen: Hoe kan
biodiversiteit toenemen of dalen?
Waarom is biodiversiteit belangrijk en waarom is het nuttig om een maat voor
biodiversiteit te hebben?
Welke verschillende niveaus van diversiteit kun je bedenken?
Een mogelijke definitie:
Biodiversiteit heeft betrekking op de diversiteit van soorten met verschillende lagen: genetische
diversiteit binnen soorten, de diversiteit van soorten binnen een ecosysteem (dieren, planten,
paddenstoelen, ... ) en een diversiteit aan ecosystemen. Biodiversiteit heeft betrekking op het totaal
aantal genen, soorten en ecosystemen in een gebied (en hun evenredigheden).
Nu blijft de vraag: Hoe is biodiversiteit te meten en te onderzoeken?
Biodiversiteit 9
2.3 Taak 3 – Hoe verloopt de ontwikkeling van de populatie van watervogels?
Doel
Leerlingen zijn in staat om grafieken te maken in excel aan de hand van gegeven data. Ze zijn in staat
om het diagram te beschrijven. De leerlingen kunnen eerste conclusies trekken na de presentatie en
trekken conclusies met betrekking tot de ontwikkeling van de populatie van watervogels. Daarna
formuleren ze hypotheses over de relaties tussen de vier verschillende ontwikkelingen en andere
mogelijke omgevingsfactoren.
Bijdrage aan de hoofdvraag
Data visualisatie helpt om de verschillende ontwikkelingen van de watervogels beter te zien en
begrijpen. Dit helpt de leerlingen in redeneren over het mogelijke gevaar van de toename van de
grauwe gans populatie (zeker voor de Fuut).
Wiskundige inhoud
Data visualisatie en het gebruik van excel.
Uitkomsten
Grafieken van de data en uitspraken over veranderingen in de loop van de tijd.
Werkblad 3: Informatiesheet voor Excel
Wat wil je doen?
Een formule invoegen
En hoe doe je dat?
Getallen, formules of tekst kunnen geplaatst worden in een vakje in de spreadsheet. Een formule
begint altijd met een =.
Nadat je een = getypt hebt, kun je verschillende standaard functies gebruiken die aan de
linkerkant verschijnen. Als je bijvoorbeeld kiest voor SOM uit de lijst, dan verschijnt er een tekst in
het invoervak en een helpvenster verschijnt om de rest van de informatie in te voeren. Selecteer
de cellen waar je de som van wilt hebben (misschien moet je eerst het helpvenster aan de kant
halen) en klik dan op OK. De som verschijnt dan in de cel waarin je de formule hebt gezet.
Een formule kopiëren
Het voordeel van het gebruik van een spreadsheet is dat je makkelijk een formule naar andere
plaatsen kunt kopiëren. In excel zijn er verschillende manieren om cellen te kopiëren:
1. Door te klikken op de icoontjes voor kopiëren en plakken van de standaard werkbalk;
2. Door de cel te selecteren die je wilt kopiëren en te klikken op het blokje in de
rechterhoek van het geselecteerde vakje (de muis wordt een pijl). Houd de muis
ingedrukt en beweeg de muis over de cellen waarheen je de formule wilt kopiëren. Als je
een formule kopieert, veranderen de relatieve referenties naar de cellen. Als je dat niet
wilt, moet je $-tekens in de celreferenties gebruiken, zoals in de formule
=(A2*A2)/($C$2*$C$2). Bij het kopiëren blijft deze laatste dan ook steeds verwijzen
naar C2.
Een grafiek maken
Selecteer de cellen met de getallen die je in de grafiek wilt hebben en kies, van het invoeg-menu,
de grafiek (of klik op het bijbehorende icoontje in de standaard werkbalk).
Het grafiekscherm geeft je verschillende opties voor je grafiek. De belangrijkste vraag is: welk
type grafiek wil je? Lijn lijkt een goede keus voor nu.
NB1: Het grafiekscherm helpt je stap voor stap door het computerprogramma. Je ziet de
standaardopties waarmee je de grafiek mooier kunt maken.
Biodiversiteit 10
Leerlingen kunnen excel gebruiken of pen en papier. Het gebruik van excel heeft de voorkeur, omdat er
mogelijkheden zijn om de excel sheet uit te breiden met berekeningen voor een biodiversiteitsindex.
140000
120000
Dodaars
100000
80000
Fuut
60000
Knobbelzwaan
40000
Greylag Goose
20000
0
Biodiversiteit 11
2.4 Taak 4 – Hoe kunnen we biodiversiteit meten?
Doel
Leerlingen leren dat het idee achter een maat gebaseerd is op de kans dat twee dieren van hetzelfde
soort bij elkaar in het gebied komen. Leerlingen leren over de voordelen en limitaties van zo’n maat. Ze
krijgen een indruk van wat de formule berekent en hoe veranderingen in de waarde gerelateerd zijn aan
veranderingen in biodiversiteit.
Bijdrage aan de hoofdvraag
Een maat voor biodiversiteit hebben, helpt in het beschrijven van de ontwikkeling door de jaren heen.
De index laat zien dat de biodiversiteit van watervogels in gevaar is. De index zegt niets over eventuele
oorzaken.
Wiskundige inhoud
Waarschijnlijkheid en formules invoeren in excel.
Natuurwetenschappelijke inhoud
Een index voor biodiversiteit en de voordelen en limitaties ervan.
Uitkomsten
Een uitgebreide excelsheet of berekeningen met pen en papier die de ontwikkeling van de biodiversiteit
van watervogels in Nederland weergeven.
In het volgende werkblad zullen we een wiskundig model gebruiken om te ontdekken hoe er een maat
voor biodiversiteit gevonden kan worden. Dit model helpt leerlingen te begrijpen dat de
waarschijnlijkheid dat twee dieren van hetzelfde soort elkaar ontmoeten gebruikt kan worden voor deze
maat: Simpson’s index. Het wiskundige model helpt om te werken met deze index op een informele
manier. De slimste leerlingen kunnen ook geconfronteerd worden met onderstaande formule:
Er zijn 10 soorten vogels in een zeker landschap. Van het eerste soort zijn er n1 , van het tweede soort
n2 , … en van het tiende soort n10 vogels.
Het total aantal getelde vogels is dan N = n1  n2 
Simpson’s index D wordt als volgt berekend: D 
n10 .
n1 ( n1  1)  n2 (n2  1)   n10 (n10  1)
.
N ( N  1)
Deze leerlingen kunnen ook uitgedaagd worden om te kijken naar andere maten (bijv. Shannon’s index)
en deze maten met elkaar te vergelijken.
Biodiversiteit 12
Leerlingen moeten uitgedaagd worden om te reflecteren op de voordelen van zo’n formule. Een
voordeel is de mogelijkheid om de uitkomsten met elkaar te vergelijken. Het is mogelijk om een norm te
stellen aan landen in de EU die je wilt zien. Een probleem is dat zo’n diversiteitsindex niet aangeeft of de
waarde gebaseerd is op een groot aantal soorten of op de gelijke verdeeldheid van individuen in een
klein aantal soorten. Je kunt ook niet achter de genetische of ecologische diversiteit komen op deze
manier. De index kan wel het risico van de biodiversiteit van de watervogels in Nederland verklaren.
Sommige watervogels lijken in gevaar terwijl andere vogels sterk in aantal toenemen. De index kan
geen statement maken wat betreft oorzaken hiervan.
Verschillende maten voor biodiversiteit, waaronder Simpson’s index, kunnen worden onderzocht en
vergeleken met een applet:
Intenet omgeving: Biodiversiteit (www.compass-project.eu/applets/#3)
WERKBLAD 4
Als je verschillende gebieden wilt vergelijken wat betreft biodiversiteit, is het niet genoeg om alleen naar het aantal soorten te
kijken. Omdat de absolute aantallen verschillen, zegt het niet veel als er in een gebied 10 soorten leven, 100 dieren van elk
soort. Je hebt een maat nodig voor de biodiversiteit. Hieronder is een aanpak gegeven voor het vinden van een maat voor
biodiversiteit.
We kijken naar het volgende model: Stel je een gebied voor waarin 20 dieren leven.
1.
2.
3.
Stel je voor dat er weinig soorten in het gebied leven. Hoeveel verschillende soorten dieren zullen er dan zijn tussen
de 20 dieren in het gebied?
Stel je voor dat het gebied heel divers is. Hoeveel verschillende soorten dieren zullen er dan zijn tussen de 20 dieren in
het gebied?
Wat zijn de andere mogelijke verdelingen van de 20 dieren in aantal verschillende soorten?
We gaan verder met het bouwen van ons model. Plaats 20 ballen, waar elke bal correspondeert met 1 dier. Voor elk type dier
kies je een andere kleur. Als alle dieren tot hetzelfde soort behoren, hebben alle ballen dezelfde kleur. Als er 5 dieren van 1
soort zijn, en 15 van een ander soort, heb je 5 ballen van 1 kleur en 15 van een andere kleur.
4.
5.
Stel je voor dat vier dieren tot type A horen, zes tot type B en tien tot type C. Denk aan dit voorbeeld door middel van
het gebruik van verschillende ballen. Wat is de kans als je twee ballen pakt dat ze van een verschillende kleur zijn?
Wat is deze kans als 10 dieren tot type A horen en 10 tot type B?
De kans van het pakken van twee ballen van dezelfde kleur (of dieren van hetzelfde soort) neem je als maat van de
biodiversiteit. Deze maat noemen we Simpson's index.
6.
7.
Hoe groot kan Simpson’s index maximaal zijn? Wanneer is deze waarde bereikt?
Hoe verandert de Simpson’s index als de diversiteit van de dieren toeneemt?
8.
Nu terug naar de watervogels:
Bereken Simpson’s index voor de tabel van watervogels in Nederland. Hoe verandert de index door de jaren heen?
Welke conclusies kun je trekken?
Biodiversiteit 13
2.5 Taak 5 – Hoe kunnen veranderingen in de populatie van watervogels verklaard
worden?
Doel

Leerlingen kunnen hypotheses formuleren over oorzaak-gevolg relaties.

Tijdens het project kunnen leerlingen leren hoe ze hun hypothese kunnen testen aan de hand
van data.

Leerlingen kunnen milieuclaims van watervogels beschrijven en vergelijken.

Leerlingen kunnen hun begrip van competitie tussen soorten toepassen om interacties tussen
watervogels te beoordelen.
Uitkomsten
Gebaseerd op de grafische representatie van de populatietrends van de vorige taak, formuleren de
leerlingen hypotheses over de connectie en evalueren deze door gebruik te maken van de
voorgeschreven materialen.
De aanname van de ornitholoog van Sovon over de relatie tussen de bevolkingsontwikkeling van de
watervogels moet op dit moment worden opgevraagd en gecontroleerd.
Mogelijke hypotheses:

De toename van het aantal grauwe ganzen verdringt andere watervogels vanuit hun
broedgebieden of staat met hen in competitie voor voedsel.

Het aantal andere watervogels neemt af als gevolg van negatieve invloeden uit de omgeving,
zodat het leefgebied van de grauwe ganzen toeneemt en zij derhalve zo goed kunnen
reproduceren.

De grauwe gans is minder gevoelig voor de effecten van klimaatverandering dan andere
watervogels.

Veel grauwe ganzen migreren uit andere delen van Europa, omdat hun leefgebieden daar zijn
vernietigd.

De grauwe ganzen worden gebruikt voor veranderingen in het milieu veroorzaakt door mensen,
terwijl andere watervogels meer gevoelig zijn voor deze veranderingen.

De vijanden van de fuut en dodaars zijn toegenomen, terwijl de zwaan en de grauwe gans geen
vijanden hebben.

De grauwe gans wordt beschermd, terwijl op andere watervogels mag worden gejaagd.

…
Biodiversiteit 14
Sommige van deze hypotheses kunnen getest worden door de leerlingen, door te werken aan de
volgende taken. Sommige andere hypotheses kunnen beter in klasprojecten worden bekeken waarin
leerlingen hun eigen onderzoek uitvoeren door middel van het gebruik van boeken, internet, of andere
vogelverenigingen.
WERKBLAD 5a
Het aantal grauwe ganzen neemt toe en verdringt de andere watervogels uit hun broedgebieden of
staat met hen in competitie voor voedsel – wat is waar?
Competitie: alle planten of diersoorten hebben zich aangepast aan zeer specifieke eisen van hun
leefgebied, de temperatuur bijvoorbeeld kan worden aangepast en naar bepaalde voedselingrediënten
kan worden verlangd. Wanneer twee soorten de voorkeur hebben voor dezelfde
milieuomstandigheden, zijn ze in competitie. Bijvoorbeeld in een voedselcompetitie als verschillende
soorten de voorkeur geven aan hetzelfde voedsel.
Concurrentieprincipe: twee soorten met dezelfde eisen aan de omgeving bestaan niet in hetzelfde
gebied. Het concurrentieprincipe houdt in dat de verliezende soorten volledig worden weggevaagd.
Activiteiten:
1. Onderzoek hoe de grauwe gans en andere watervogels concurreren met elkaar. Vergelijk de
werkbladen (zie werkblad 5b).
2. Zijn de watervogels in Duitsland in gevaar? Informatie over de aantallen en de verdeling van dieren in
Duitsland zijn op deze website te vinden:
http://www.dda-web.de/testenv3/index.php?cat=service&subcat=vid
3.Welke andere factoren brengen het leven van de dieren in gevaar?
4. Probeer nu bovenstaande vraag van de eerste zin in dit werkblad te beantwoorden.
Biodiversiteit 15
De leerlingen vinden dat deze vogels geen directe concurrenten voor voedel zijn, omdat de
samenstelling van het voedsel en de locatie van het voedsel verschillen. De zwaan kan bijvoorbeeld het
voedsel bereiken met zijn lange nek in een grotere waterdiepte dan kleinere eenden. Er kan competitie
zijn tussen de zwaan en de grauwe gans maar niet tussen de grauwe gans en de andere vogels van deze
opdracht. Het kan het geval zijn dat andere watervogels worden verplaatst door de grauwe ganzen als
ze in grote aantallen zijn. Vanaf een bepaalde populatiegrootte was de intraspecifieke competitie bij de
grauwe ganzen gereguleerd (verdringingseffect).
Leerlingen vergelijken de aantallen watervogels en de verdeling van watervogels van Nederland met
Duitsland en vinden dat de biodiversiteit niet acuut in gevaar is, maar dat de fuut in Duitsland voor een
tijdje zeer zeldzaam was. Dit komt door jachten en door eutrofe wateren. De gegevens van het internet
suggereren dat de daling van sommige populaties watervogels andere oorzaken heeft en vooral
antropogene oorzaken.
Verdere achtergrondinformatie over manieren waarop de biodiversiteit kan worden bedreigd:
De biodiversiteit (bijvoorbeeld voor watervogels) wordt bedreigd door de mens op vele manieren. De
belangrijkste bedreigingen zijn:

Directe vernietiging van habitats (zoals de bouw van nederzettingen en infrastructuur,
ontbossing, branden, mijnbouw, drooglegging, industriële landbouw)

Over-exploitatie en afbraak (bijvoorbeeld overbegrazing, erosie, habitatfragmentatie, nietduurzaam gebruik van brandhout, gebruik van pesticiden, verontreinigende stoffen,
watervervuiling, niet-duurzaam toeristisch verkeer, niet-duurzame landbouw, niet-duurzame
visserij en jacht)

Gebruik veranderen: de stopzetting van extensief gebruikte gebieden (bv begrazing) aan de ene
kant of het gewijzigde gebruik (bv het doorlopen van de omzetting van grasland in de
landbouw) aan de andere kant, vaak negatieve invloed op de biologische diversiteit.

Niet-ingezeten soorten: kan het bewust of onbewust opkomen van soorten buiten hun
natuurlijke verspreidingsgebied in de nieuwe leefgebieden belangrijke gevolgen hebben (bv
konijnen in Australie, berenklauw en Himalaya balsem in Duitsland).

Klimaatverandering: het klimaat verandert te snel voor de ecosystemen, zodat ze niet kunnen
worden aangepast. Dit kan leiden tot het uitsterven van geïsoleerde populaties of soorten.
Deze informatie kan gebruikt worden tijdens een klassikale bespreking van de resultaten van de
leerlingen.
Biodiversiteit 16
WERKBLAD 5b
1.
Grauwe gans
2.
Lengte: 76-89 cm
Gewicht: ongeveer 3.5 kg
Broedplaats: bodem
Wandelen: trekvogel, in familiegroepen die zich
kunnen vormen in grotere groepen
Voedsel: grassen, kruiden, bessen, waterplanten,
wortels
Eieren per legsel: 4-9
Incubatieperiode: 28-29 dagen
Voedsel zoeken: vooral op het land, grassen,
kruiden en soms waterplanten
Fuut
Broedseizoen: balts in mart,
broedseizoen begint eind
maart tot medio april
Broedplaats: nest van riet, takjes en waterplanten
drijvend in het riet
Koppeling: 3-4 eieren, zelden tot 7
Incubatieperiode: 25 tot 31 dagen
Ontwikkelingstijd: jonge vogels kunnen zwemmen
en duiken meteen, in de eerste 3 weken reizen ze
vooral voor bescherming tegen roofdieren (snoek)
in de rugveren van de ouders
Wandelen: meestal gedeeltelijke migrant,
zeldzame trekvogels
Inslikken: hunters van het duiken, op zoek naar vis
en andere kleine dieren

3.
Zwaan
Lengte: 152 cm
Gewicht: 10 -12 kg
Broedplaats: bodem
Aantal broedsels: 1
Eieren per legsel: 5-8
Incubatieperiode: 34-38 dagen
Nestperiode: 120-150 dagen
Voedsel: waterplanten, kleine dieren op
tussenliggende diepten in het water
Sources of the photos: Wiki commons
Graylag goose: Luis Miguel Bugallo Sánchez,
Great Crested Grebe: GabrielBuissart
Mute Swan: JörgHempel
4. Dodaars
Lengte: 27 cm
Gewicht : 100-200 g
Nestelen in het riet
Aantal broedsels: 2 (3)
Eieren per legsel: 4-6
Incubatieperiode: 20-21 dagen
Nestperiode: 44-48 dagen
Wandelingen: gedeeltelijke trekvogel,
overwinteringsplaatsen
Voedsel: insecten, kleine vissen
Biodiversiteit 17
2.6 Taak 6 – Het eindverslag
Doel
Leerlingen kunnen schriftelijk hun vragen stellen aan de ornithologen van Sovon. De leerlingen
gebruiken hun resultaten om hun positie te rechtvaardigen en voorstellen voor maatregelen van de
controle en de bescherming van de diversiteit van watervogels te ontwikkelen.
Wiskundige inhoud
Kritisch kijken naar en gebruiken van wiskundige modellen.
Natuurwetenschappelijke inhoud
Biodiversiteit, rivaliteit, reflectie op verschillende argumenten voor een complex en onopgelost
biologisch problem.
Uitkomsten
De leerlingen leren dat een duidelijk standpunt niet mogelijk is in dit geval. Er zullen bijvoorbeeld altijd
redenen blijven dat de toename in het aantal grauwe ganzen verontrustend lijkt, maar dezelfde reden
kan ervoor zorgen dat de stijging niet zo storend is. De leerlingen zullen op zijn minst vinden dat er geen
beslissende invloed op het aantal ganzen kan worden gevonden op de populaties van de drie andere
soorten watervogels.
De les kan worden afgesloten met een klassikale discussie. Leerlingen kunnen hun rapport aan de
ornithologen van Sovon voorlezen, zodat het daarna plenair besproken kan worden. Tenslotte kunnen
de leerlingen stemmen over de rapporten.
Biodiversiteit 18
WERKBLAD 6: Het eindverslag
Eindopdracht: Schrijf een rapport!
Schrijf een rapport voor de ornithologen van Sovon waarin
onderstaande punten aan bod komen.
• Leg je positie uit
• Gebruik je resultaten, grafieken, berekeningen en
verdere informatie en afbeeldingen van het internet om je
positie te verduidelijken
• Formuleer gegronde voorstellen voor mogelijke
maatregelen om de demografische ontwikkelingen van de
vogels te controleren en/of de biologische diversiteit van
watervogels te beschermen.
Informatie over het aantal vogels in Europa kan op de volgende pagina’s gevonden worden:
http://www.ebcc.info/
http://www.ebcc.info/pecbm.html
Download