Oceanen worden simpel, bossen raken leeg NRC, maart 2010 Overal gaat het slechter met de natuur. De VN-doelen voor 2010 zijn niet gehaald. Het idee is nu dat biodiversiteit óók goed is voor de mens. En er zijn nieuwe doelen voor 2020. Door onze redacteur Hester van Santen Een nieuw ontdekt aapje in het amazonewoud in Brazilië. Er worden nog altijd veel nieuwe soorten ontdekt, maar velen van hen zijn al onmiddelijk bedreigd in hun voortbestaan. Rotterdam, 21 jan. Vijfenzestig miljoen jaar geleden stortte een meteoriet op aarde. Die roeide de dinosaurussen uit, de ammonieten, heel veel andere schelpdieren en ook veel landplanten. En nu is er de mens. Er sterven altijd wel dieren uit, maar sinds de industriële revolutie is het tempo van verdwijning zo snel toegenomen, dat veel wetenschappers de vergelijking met die enorme meteoriet trekken. De huidige tijd is de Sixth Extinction, de zesde grote uitstervingsgolf in 3,5 miljard jaar. Papegaaien in een natuurgebied in Peru. Elders in het Amazone gebied wordt massaal bos vernietigd om economische redenen. Dieren en planten sterven nu vijftig tot vijfhonderd keer zo snel uit als voordat de mens bestond. De afgelopen eeuw zijn er minstens 250.000 soorten uitgestorven. Momenteel ligt het tempo nog hoger, op 3.000 tot 30.000 soorten per jaar. Overlijdensberichten zijn er niet van die organismen. Daar moeten veel insecten en andere beestjes, plantjes en schimmels bij geweest zijn die nooit iemand heeft gezien, laat staan beschreven, zo valt te berekenen. De Verenigde Naties hebben 2010 uitgeroepen tot jaar van de biodiversiteit – van de rijkdom aan levende wezens op aarde dus. De VN heeft werk te doen. Van alle 6.433 bekende amfibieën (kikkers, salamanders) is 30 procent met uitsterven bedreigd. Van de zoogdieren: 20 procent. Van de vogels: 12 procent. Op de internationale Rode Lijst van bedreigde diersoorten staan 875 soorten officieel te boek als ‘uitgestorven’. Die leven hooguit nog in dierentuinen. In oktober van dit jaar komen regeringsleiders binnen de Verenigde Naties bij elkaar in Nagoya, in Japan. Dan moeten er nieuwe afspraken komen om te redden wat er nog te redden valt van de natuur op aarde. De vorige keer dat de VN dat probeerde, was in 2002, tijdens de grote duurzaamheidstop in Johannesburg. Toen spraken de deelnemers af dat ze, in 2010, de snelle achteruitgang van de biodiversiteit ‘significant’ zouden hebben teruggedrongen. Dat is mislukt. Dat vinden niet alleen waarnemers, maar ook de verantwoordelijke voor biodiversiteit bij de VN, de Algerijn Ahmed Djoghlaf. „We hebben ons niet aan de belofte gehouden”, zei Djoghlaf afgelopen maandag, in Londen bij een voorbereidende conferentie. „Het doel van 2010 was gesteld zonder te bepalen hoe dat doel bereikt moest worden. Het was meer een politiek statement”, zei Djoghlaf al eerder in Nature. Honderd landen rapporteren ter voorbereiding van Nagoya hoe het met hun biodiversiteit gaat, en allemaal melden ze een voortschrijdende afname. Nederland moet zijn rapport nog inleveren – binnen een maand is het klaar, denkt een woordvoerder van het ministerie van LNV. Een eerdere VN-rapportage, de Millennium Ecosystem Assessment uit 2005, meldde dat 60 procent van de ecosystemen op aarde is verarmd. En dat is vooral in de afgelopen vijftig jaar gebeurd, door menselijk gebruik. Wetenschappers hebben inmiddels in kaart gebracht dat veel voedselketens in de oceanen simpeler zijn geworden. We hebben de grote vissoorten opgegeten, alleen kleine zeedieren blijven over. Veel koraalriffen, ooit net zo rijk aan soorten als tropische bossen, zijn verarmd. Een kwart van de riffen staat zelfs op het punt van ecologische ineenstorting. En in de tropische regenwouden zelf, in het Amazonegebied, komen veel boomsoorten van nature maar in kleine aantallen voor. Eenderde tot de helft van die zeldzame bomen is nu bedreigd. En dat is erg, vindt de VN. Wezen natuurbeschermers voorheen vooral op de ‘intrinsieke waarde’ van de natuur, nu ligt de nadruk op ecosystem services. Het is óók slecht voor de mens. Want zonder natuur verschraalt de bodem, en neemt het aanbod van voedsel en schoon water voor de bevolking af. De inzet van de VN-conferentie in Nagoya is daarom dat er in 2050 geen dier of plant meer uitsterft door menselijk handelen. De achteruitgang van de biodiversiteit moet dan zijn gestopt. Daarnaast moeten er tussentijdse doelen gesteld worden voor 2020. De twintig doelen voor 2020 die Djoghlaf van de Verenigde Naties in een discussiestuk voor Nagoya op een rij zette, zijn ambitieus. Geen subsidies meer voor activiteiten die de biodiversiteit schaden, zoals overbevissing. Halvering van de ontbossing. Duurzaamheidscriteria voor alle landbouw. Overbemesting stoppen. Enzovoort. Zijn overheden zo ver te krijgen om zulke vergaande maatregelen door te voeren? Er zijn beleidsmakers en wetenschappers die ‘ja’ zeggen. En die wijzen vaak juist op diezelfde ecosystem services, de nuttige toepassingen van het ecosysteem, die met het verdwijnen van natuur gevaar lopen. In 1997 schreef Stanford-hoogleraar Gretchen Daily het boek Nature’s Services, en sindsdien hield de aandacht voor het onderwerp niet op. Daily werkt met natuurorganisaties aan digitale kaarten waarop te zien is welke landschappen het meest waard zijn. Tegenstanders zien de methode als een vrijbrief om minder ‘waardevolle’ natuur op te offeren. Vorig jaar augustus nog merkten Spaanse ecologen in Science op dat uit de eerste kaarten van ‘ecosystem services’ bleek dat natuurgebieden bestemd voor behoud van biodiversiteit, toch niet altijd de nuttigste terreinen zijn.