Biologie Biodiversiteit HUISWERK Inleiding op opdracht 4 Opdracht 4 is bedoeld om je voor te bereiden op het groepswerk van de volgende les - morgen, woensdag 12 januari. Hoewel opdracht 4 huiswerk is, is het een teamopdracht. Je kunt hem dus niet individueel uitvoeren. Wellicht is het handig om vanmiddag op school te werken. Voor de opdracht hebben jij en je teamgenoot ongeveer een uur nodig. Minimaal twee teams wil ik graag uitnodigen om sowieso op school te werken, zodat ik voor mijn onderzoek kan volgen wat jullie doen! Voor deze opdracht heb je de bronnenbundel biodiversiteit gekregen. Deze bundel zul je behalve voor les 4 ook nog nodig hebben voor les 5 en 6. De teams werken onafhankelijk van elkaar. Ga verder waar je gebleven was met opdracht 3 en verdiep je met behulp van een selectie teksten uit de bronnenbundel biodiversiteit verder in de omschrijving van biodiversiteit die jullie hebben geformuleerd. Ga efficiënt te werk door eerst samen te snuffelen in de bronnenbundel en dan te bepalen wie welke teksten gaat lezen. Het groepsoverleg van de volgende les heeft tot doel: met elkaar een definitie van het begrip ‘biodiversiteit’ formuleren waarover de groep het helemaal eens kan worden. Dat wil zeggen, de verschillende omschrijvingen van het begrip ‘biodiversiteit die de verschillende teams hebben geformuleerd, komen in het groepsoverleg bij elkaar in één universele definitie. Een ‘universele definitie’ van het begrip ‘biodiversiteit’ wil zeggen: een definitie die zo algemeen is, dat je hem in alle gevallen kunt toepassen om te bepalen wat je precies onder ‘biodiversiteit’ moet verstaan. Er is niet één juiste definitie, maar er zijn wel een heleboel onjuiste, dat wil zeggen, onbruikbare definities te bedenken. Dat een bruikbare universele definitie voor ‘biodiversiteit’ enorm handig kan zijn, dat zal je inmiddels duidelijk zijn geworden. Mocht je daaraan nog twijfelen, lees dan in elk geval de eerste tekst uit de bundel: “Biodiversiteit beschreven…” op pagina 3. In les 4 (woensdag 12 januari) splitsen te teams zich om twee groepen te vormen. teams 1, 2, 3, 4 en 5 groep 1 groep 2 In het groepsoverleg dat volgt, probeer je twee punten te maken (zie ook opdracht 5): a) De organismen van jullie rijk verdienen evenveel aandacht als alle andere organismen. Leef je in dit standpunt in, ook als je het er persoonlijk niet mee eens bent. b) Jullie aanpassing van de definitie van ‘biodiversiteit’ dient te worden meegenomen in de discussie. 6 VWO 1 Biologie Biodiversiteit OPDRACHT 4 Nu is waarschijnlijk wel duidelijk wat jullie team te doen staat: de genoemde punten zo goed mogelijk voorbereiden. In het kader hieronder staan vragen die je kunnen helpen bij deze voorbereiding. Deze opdracht is voor alle teams hetzelfde, maar je begrijpt dat de antwoorden op deze vragen per team zullen verschillen. a) Bestudeer de bronnenbundel biodiversiteit (5 minuten ‘scannen’ en overleggen, 25 minuten individueel lezen); b) Beantwoord samen de vragen. Overleg over de antwoorden en gebruik beiden de teksten die je hebt gelezen. Leg aan elkaar uit wat je bedoelt. Noteer je antwoorden op een proefwerkblaadje, waarop je het nummer van je team vermeld. Vermeld ook de paginanummers van de bundel waar dat relevant is (20 minuten); c) Bereid je samen met je teamgenoot voor op het groepsoverleg. Noteer wat je gaat zeggen en hoe je het overleg gaat aanpakken. Gebruik de antwoorden op de vragen (5 minuten). Veel succes met deze opdracht! Vragen bij opdracht 4 - Wat is volgens jullie biodiversiteit? - Hoe kan je dit de biodiversiteit van jullie rijk waarnemen in het waddengebied? - Hoe zou je het precies kunnen meten? - Hoe zou je het begrip ‘biodiversiteit’ kunnen definiëren? - Wat heeft biodiversiteit te maken met de maatschappelijke discussie over het waddengas? - Wat is jullie standpunt ten aanzien van biodiversiteit en waddengas? - Zou daarover verschil van mening kunnen bestaan in het groepsoverleg? - Zo ja, in welk opzicht? - Denken jullie dat er gemeenschappelijke doelen te formuleren zijn? - Welke acties kun je formuleren om die doelen te bereiken? 6 VWO 2