Sociale perceptie - mijn Persoonlijk Ontwikkelingsplan

SOCIALE
PERCEPTIE
INLEIDING
1. Viertal eigen persoonlijkheidskenmerken
2. Gemoedstoestand:
• 0 = negatief
• 10 = positief
INLEIDING
1. Omschrijving beeld van moeder
2. Positief of negatief?
• 0 = negatief
• 10 = positief
3. Waardoor dat beeld?
4. Hou zouden jullie je ten opzichte van
deze persoon gedragen?
INHOUDSOPGAVE
Sociale perceptie
1. De informatie die de persoon zelf verschaft
2. De cognitieve schema’s van de waarnemer
3. De invloed van de context
1. De rol van het geheel
2. Gedrag binnen een positieve of negatieve context
3. Het effect van de volgorde van de verkregen informatie
4. Het halo-effect
5. Het horneffect
4. De interactie tussen waarnemer en waargenomen persoon
1. Self-fulfilling prophecy – de zichzelf-waarmakende
voorspelling
COGNITIEF SCHEMA
COGNITIEF SCHEMA
COGNITIEF SCHEMA
Opmerkingen:
- Eigen gemoedstand bepaalt of je de kenmerken
positief of negatief gaat interpreteren
- Cognitieve schema’s maken gedrag van anderen
voorspelbaar en hierop kunnen we ons eigen gedrag
dan baseren
- Cognitieve schema’s kunnen fouten bevatten
- Opletten voor stereotype beeld! Altijd aanpassen
aan persoon zelf
Vb. Marokkaanse jongen
INHOUDSOPGAVE
Sociale perceptie
1. De informatie die de persoon zelf verschaft
2. De cognitieve schema’s van de waarnemer
3. De invloed van de context
1. De rol van het geheel
2. Gedrag binnen een positieve of negatieve context
3. Het effect van de volgorde van de verkregen informatie
4. Het halo-effect
5. Het horneffect
4. De interactie tussen waarnemer en waargenomen persoon
1. Self-fulfilling prophecy – de zichzelf-waarmakende
voorspelling
ROL VAN HET GEHEEL
ROL VAN HET GEHEEL
ROL VAN HET GEHEEL
WA55EN
735589
ROL VAN HET GEHEEL
ROL VAN HET GEHEEL
ROL VAN HET GEHEEL
ROL VAN HET GEHEEL
http://www.youtube.com/watch?v=gaP0aIsSINo
INHOUDSOPGAVE
Sociale perceptie
1. De informatie die de persoon zelf verschaft
2. De cognitieve schema’s van de waarnemer
3. De invloed van de context
1. De rol van het geheel
2. Gedrag binnen een positieve of negatieve context
3. Het effect van de volgorde van de verkregen informatie
4. Het halo-effect
5. Het horneffect
4. De interactie tussen waarnemer en waargenomen persoon
1. Self-fulfilling prophecy – de zichzelf-waarmakende
voorspelling
VOLGORDE VAN DE
VERKREGEN INFORMATIE
boek, tas, stoel, bloem, meter, deur, kast,
boom, hond, noot, trap
OMSCHRIJVING
Een persoon is:
- Intelligent
- Ijverig
- Impulsief
- Kritisch
- Koppig
- Jaloers
OMSCHRIJVING
Een persoon is:
- Jaloers
- Koppig
- Kritisch
- Impulsief
- Ijverig
- Intelligent
INHOUDSOPGAVE
Sociale perceptie
1. De informatie die de persoon zelf verschaft
2. De cognitieve schema’s van de waarnemer
3. De invloed van de context
1. De rol van het geheel
2. Gedrag binnen een positieve of negatieve context
3. Het effect van de volgorde van de verkregen informatie
4. Het halo-effect
5. Het horneffect
4. De interactie tussen waarnemer en waargenomen persoon
1. Self-fulfilling prophecy – de zichzelf-waarmakende
voorspelling
VALKUILEN BIJ HET OORDELEN
OVER ANDEREN
- Stereotypering
- Selectieve perceptie
- Psychologisering
VALKUILEN BIJ HET OORDELEN
OVER ANDEREN
1. Sofie zaagt altijd. Anderen zeggen wel
eens dat ze ook heel lief kan zijn maar voor
mij lijkt het alsof ze altijd en tegen iedereen
haar beklag aan het doen is.
VALKUILEN BIJ HET OORDELEN
OVER ANDEREN
2. Amai van die persoon zie je duidelijk dat
het een Nederlander is! Hij zal wel gierig
zijn ook!
VALKUILEN BIJ HET OORDELEN
OVER ANDEREN
3. Volgens mij is Jannes een kind van
gescheiden ouders! Hij krijgt precies alles
wat hij wil!
VALKUILEN BIJ HET OORDELEN
OVER ANDEREN
4. Dat meisje is een echte gothic! Ik ben er
zeker van dat zij ook zo depressief en
eenzaam is als alle andere gothics!
VALKUILEN BIJ HET OORDELEN
OVER ANDEREN
5. Als er iets mis is met mij komt Katrien
altijd meteen naar me toe. Zij is een goede
vriendin voor mij en ik kan bij haar altijd
mijn hart luchten. Nu zei Annelies dat
Katrien alles altijd verder zegt over mij en
dat ze blijkbaar alleen naar mij toekomt om
te weten wat er aan de hand is zodat ze het
verder kan roddelen en niet opdat ik mijn
hart kan luchten.
VALKUILEN BIJ HET OORDELEN
OVER ANDEREN
6. Louis lijkt altijd weg te lopen van zijn
problemen. Ik denk dat hij vroeger iets ergs
heeft meegemaakt!
INHOUDSOPGAVE
Sociale perceptie
1. De informatie die de persoon zelf verschaft
2. De cognitieve schema’s van de waarnemer
3. De invloed van de context
1. De rol van het geheel
2. Gedrag binnen een positieve of negatieve context
3. Het effect van de volgorde van de verkregen informatie
4. Het halo-effect
5. Het horneffect
4. De interactie tussen waarnemer en waargenomen persoon
1. Self-fulfilling prophecy – de zichzelf-waarmakende
voorspelling
SELF-FULFILLING PROPHECY
Persoon X vormt zich een beeld over persoon Y
 Gedrag van X wordt beïnvloed door dit
beeld
 Vergroot kans dat het beeld
uitkomt