paasles 1 jezus komt als koning jeruzalem binnen kern van de les

advertisement
PAASLES 1  JEZUS KOMT ALS KONIN G JERUZALEM BINNEN
MATTEÜS 21-23; ZACHARIA 9:9
KERN VAN DE LES
Kinderen zullen erkennen dat Jezus de beloofde Messias was.
DOELSTELLINGEN VAN DE LES
Kinderen zullen in staat zijn om:




Te beschrijven hoe de menigte Jezus behandelde in Matt.21:1-17.
Te verklaren hoe Jezus de Oud-Testamentische beloften vervulde.
De reactie van de menigte en de Farizeeën in de tempel te verklaren.
Jezus’ handelingen in de tempel te beschrijven.
Matt.28:6
Hij is hier niet, want hij is door God opgewekt zoals hij gezegd had. Kom maar kijken naar de
plaats waar hij heeft gelegen.
TOEPASSINGEN



Wees trouw om Jezus als Koning te gehoorzamen.
Aanbid Hem als Heer in oprechtheid.
Vertel anderen over de Messias.
JUDAS VERRAADT JEZUS
Lees Matteüs 26:1-19; 36-50
PAASLES 1  JEZUS KOMT ALS KONING JERUZALEM BINNEN
VOLGENDE WEEK
1
©2013 Kinder- en jeugdwerk Ebenhout. Met toestemming vertaald en aangepast uit Generations of Grace, © 2011 Grace Community Church. Alle rechten voorbehouden.
MEMORIEVERS
ACHTERGROND
Matteüs schreef zijn evangelie om te laten zien dat Jezus Christus Israëls lang verwachte Koning en Messias
was. Matteüs, ook wel bekend als Levi, was een van de 12 apostelen. Hij was een Joodse tollenaar voordat hij
geroepen werd om Christus te volgen. Doorheen het evangelie, haalde Matteüs meer dan 60 keer OudTestamentische profetieën aan. Zijn doel was om aan zijn lezers te laten zien dat Jezus Christus deze
messiaanse profetieën heeft vervuld. Hij vermeldde ook de onderwijzingen en wonderen van Jezus als duidelijk
bewijs van Zijn godheid.
De confrontatie met de Messias
In Matt. 21:23 kwam Jezus terug naar de tempel, nadat Hij de dag ervoor de geldwisselaars weggejaagd had en
de overpriesters en de oudsten confronteerden Hem. Ze vroegen: “Krachtens welke bevoegdheid doet Gij deze
dingen? En wie heeft U deze bevoegdheid gegeven?” Ze refereerden naar de intocht in Jeruzalem, het
accepteren van de lofprijzing van het volk, het uitdrijven van de geldwisselaars, het genezen van mensen en het
claimen van de autoriteit om Zichzelf de Messias te noemen. In plaats van hun vragen te beantwoorden, stelde
Hij een vraag en vertelde hun drie gelijkenissen. De eerste gelijkenis ging over de twee zonen en de wijngaard.
De tweede was de gelijkenis van de onrechtvaardige pachters en de derde was de gelijkenis van het koninklijk
bruiloftsmaal. Jezus paste deze gelijkenissen toe op de religieuze leiders en het land Israël.
De gelijkenis van de twee zonen leerde dat sommigen zeggen dat ze geloven, maar hun handelingen zijn geen
afspiegeling van hun woorden. De overpriesters en oudsten waren erg beledigd toen Jezus zei dat er tollenaars
en prostituees in het koninkrijk van God zouden zijn, maar de religieuze leiders die geen berouw toonden niet.
De gelijkenis van de onrechtvaardige pachters liet de reactie van het volk op Zijn bediening zien. De religieuze
leiders werden vergeleken met mannen die niet getrouw het recht van de meester op het land erkenden en die
de boodschappers van de landeigenaar (profeten) en zelfs zijn eigen zoon (Jezus) doodden. Het resultaat zou
zijn dat de meester oordeel over hen zou brengen en er nieuwe huurders over de wijngaard gesteld zouden
worden.
De derde gelijkenis (22:1-14) ging over een huwelijksfeest. De uitgenodigde gasten weigerden om naar het
bruiloftsfeest te komen. De dienaars gingen erop uit en moedigde de gasten persoonlijk aan om te komen.
Sommigen van de dienaars werden mishandeld of zelfs gedood door degenen die uitgenodigd waren. De
oorspronkelijke genodigden weigerden de uitnodiging, dus werd de uitnodiging geopend voor een bredere
PAASLES 1  JEZUS KOMT ALS KONING JERUZALEM BINNEN
De Messias wordt voorgesteld
Matteüs beschreef de presentatie van de Messias in 21:1-22. Dit gedeelte begint met de vraag van Jezus aan de
discipelen om een ezelin en haar veulen te halen. Dat Jezus op een veulen zou rijden zou een vervulling van de
profetie zijn in Zacharia 9:9, die zegt: “Jubel luide, gij dochter van Sion; juich, gij dochter van Jeruzalem! Zie, uw
koning komt tot u, hij is rechtvaardig en zegevierend, nederig, en rijdende op een ezel, op een ezelshengst, een
ezelinnejong.” Dit vers sprak over de koning van het land rijdende op een ezel, een hengstveulen. Rijden op een
hengstveulen was een teken van vrede. Hier werd Jezus officieel aan de mensen voorgesteld als de Messias.
Velen onder de menigte waren waarschijnlijk bezoekers uit Galilea op weg naar Jeruzalem om het Pascha te
vieren. Velen wisten van de vele wonderen die Jezus daar gedaan had. De mensen riepen Psalm 118:26:
“Gezegend hij, die komt in de naam des HEREN,” en, “Hosanna de Zoon van David,” betekenende: “Redt ons
nu, bidden wij, Zoon van David.” De mensen erkenden het messiaanse recht dat Jezus toekwam. Degenen die
niet wisten wie Jezus was, vroegen: “Wie is dit?” en aan hen werd verteld: “Dit is de profeet, Jezus, van Nazaret
in Galilea” (Matt.21:10-11). Dit gedeelte ‘profeet van Nazaret in Galilea’ verwijst naar degene die beloofd was
door Mozes in Deuteronomium 18:15.
2
©2013 Kinder- en jeugdwerk Ebenhout. Met toestemming vertaald en aangepast uit Generations of Grace, © 2011 Grace Community Church. Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van Matteüs 21-23
Het Pascha zou ongeveer plaatsvinden over een week. Vele mensen (mogelijk meer dan 2 miljoen) uit geheel
Israël en zelfs van buiten het land reisden naar Jeruzalem om dit te vieren. Jezus’ bediening op aarde was bijna
voorbij Zijn tijd om gekruisigd te worden, was erg dichtbij. De laatste week van Zijn leven begon met een
bijzondere tocht in Jeruzalem, de hoofdstad van Israël. Hoofdstuk 21 begint op de zondag van de laatste week
van Jezus’ bediening. Hij reed Jeruzalem binnen op een ezel en was uitgeroepen tot de Messias. Op maandag
reinigde Jezus de tempel van de geldwisselaars. Dinsdag ging Hij terug naar de tempel en predikte over het
Koninkrijk van God. Hij werd op vrijdag gekruisigd en rees op uit de dood op zondag.
groep bestaande uit goede en slechte mensen. Ieder uitgenodigd persoon werd geacht om bruiloftskleding te
dragen wat een illustratie was van de individuele voorbereiding van elke gast.
Dit gedeelte sluit af met Jezus’ ondervraging van de Farizeeën. Aangezien er geen vragen meer aan Hem
gesteld werden, keerde Hij de situatie om en stelde hun een vraag: “Wat dunkt u van de Christus? Wiens zoon
is Hij? Zij zeiden tot Hem: Davids Zoon” (Matt.22:42). Jezus citeert uit Psalm 110:1, waarin David refereert naar
de Messias als “HEER”, een naam die alleen gebruikt werd met betrekking tot God. De Messias was meer dan
alleen de Zoon van David; Hij was ook de godheid. De Farizeeën waren sprakeloos. Als ze antwoordden op de
vraag van Jezus, moesten ze erkennen dat Jezus God was.
Degene die Jezus als Koning accepteert, gehoorzaamt niet alleen regeltjes, maar heeft een relatie met Hem.
Matteüs stelde Jezus voor als de beloofde Messias die de Sadduceeërs en de Farizeeërs met hun zonden
confronteerde. Jezus wil een gehoorzame relatie, niet een uitwendige religie. Nadat iemand Zijn heiligheid,
liefde en wonderen gezien heeft, is een persoon gedwongen om Hem als Koning en Verlosser te accepteren of
Hem af te wijzen. Wij moeten ons de vraag stellen: “Is mijn verlossing gebaseerd op wat ik doe of is het
gebaseerd op mijn relatie met Christus? Ben ik zoals de Farizeeën, die geweldig leken aan de buitenkant maar
geestelijk dood waren aan de binnenkant?”
Autoriteit
Bevoegdheid
Claimen
Climax
Confronteren
Godheid
Hypocriet
Illustratie
Gezag, wettige macht; gezag waarmee men iets geldend kan maken.
Recht tot het uitoefenen van bepaalde handelingen.
Aanspraak, eis, vordering.
Hoogtepunt.
Getuigen onderling of met de beschuldigde tegenover elkaar stellen; tegenover de
harde feiten komen te staan.
Goddelijk, goddelijke natuur: de godheid van Jezus erkennen, loochenen; de Godheid,
het Opperwezen, God.
Huichelaar, schijnheilige.
Toelichting, verduidelijking.
PAASLES 1  JEZUS KOMT ALS KONING JERUZALEM BINNEN
MOEILIJKE WOORDEN
3
©2013 Kinder- en jeugdwerk Ebenhout. Met toestemming vertaald en aangepast uit Generations of Grace, © 2011 Grace Community Church. Alle rechten voorbehouden.
De afwijzing van de Messias (Matt.23)
Dit hoofdstuk is waar alles tot een climax komt. Jezus wond er geen doekjes om. Hij noemde de farizeeën
hypocrieten en veroordeelde hen voor de verkeerde boodschap die ze leerden en voorleefden. Hij
veroordeelde hen voor hun tradities en rituelen, die de mensen alleen maar verwarden en veroorzaakte dat ze
dwaalden van de waarheid. Hij noemde hen “gewitte graven, die van buiten wel schoon schijnen, maar van
binnen vol zijn van doodsbeenderen en allerlei onreinheid” (Matt.23:27). Dit liet duidelijk de condities van de
farizeeën hun harten zien. Jezus citeerde de Farizeeën door te zeggen: “Indien wij geleefd hadden in de dagen
onzer vaderen, zouden wij met hen geen gemene zaak gemaakt hebben ten opzichte van het bloed der
profeten” (Matt.23:30). Jezus wist dat ze zelfs op dit moment Zijn dood al aan het beramen waren. Jezus
onthulde duidelijk hun motieven en de harten van de religieuze leiders van Israël. Hun geheim was openbaar
en hun autoriteit was uitgedaagd. De leiders van Israël hadden de Messias afgewezen. Hij was niet de Koning
die ze verwachtten. Ze waren niet gewillig om zich tot God te wenden.
BIJBELLES
INLEIDING
Het Pascha zou ongeveer plaatsvinden over een week. Vele mensen (misschien wel meer dan 2 miljoen) uit
heel Israël en ook van buiten het land waren naar Jeruzalem gereisd om dit te vieren. Jezus’ bediening op aarde
was bijna voorbij en de tijd dat Hij gekruisigd zou worden, naderde. De laatste week van Zijn leven begon met
een speciale tocht in Jeruzalem, de hoofdstad van Israël. Zoals Jezus eerder gedaan had, vervulde Hij weer OudTestamentische profetieën over de Messias.
4
©2013 Kinder- en jeugdwerk Ebenhout. Met toestemming vertaald en aangepast uit Generations of Grace, © 2011 Grace Community Church. Alle rechten voorbehouden.
BEGELEIDENDE VRAGEN
 Waarom was er een grote menigte mensen in Jeruzalem?
Vele mensen waren voor het feest in Jeruzalem en hadden gehoord dat Jezus in de stad kwam.
 Wat deed de menigte?
Vers 8 vertelt ons dat de menigte voor Jezus uitging en takken neerlegde die ze van de bomen hadden
gesneden en ze spreidden hun mantels uit over de weg waar Jezus langskwam. Ze begonnen te roepen:
“Gezegend hij, die komt in de naam des HEREN.” Vele van deze woorden komen uit Psalm 118.
 Wat zeiden de mensen wie Jezus was?
Ze zeiden dat Jezus de beloofde Koning van Israël was. De mensen in Israël verwachtten de Messias.
Ook al begrepen vele mensen niet wat de Bijbel zei over de Messias, ze verklaarden en hoopten, dat
Jezus de Messias was, die hun Koning zou zijn.
 Wat zegt Matt.21:1-3 over de ezel waar Jezus op reed en waarop Hij Jeruzalem binnenging?
Jezus stuurde twee discipelen naar een nabijgelegen dorp om een ezelin en haar veulen te halen. Het
was een hengstveulen waarop Jezus Jeruzalem binnenging.

Welke Oud-Testamentische profetie ging er in vervulling toen Jezus op het veulen reed?
Matt.21:5 is het Oud-Testamentische gedeelte dat werd vervuld. Het zegt: “Juich, inwoners van
Jeruzalem, schreeuw het uit van vreugde, stad op de Sion. Kijk! Daar komt je koning, hij komt naar je
toe. Hij is rechtvaardig en brengt bevrijding. Hij is eenvoudig, hij rijdt op een ezel, op een veulen, het
jong van een ezelin.” Dit Bijbelgedeelte vinden we in Zacharia 9:9.
 Wat zei de menigte over Jezus in Matt.21:10-11?
Ze zeiden dat Hij de profeet uit Galilea was. Ze behandelden Hem als de Messias en een groot profeet.
 Wat deed Jezus toen Hij in Jeruzalem was?
Matt.21:12 zegt dat Hij de tempel binnenging en de geldwisselaars wegjoeg. Geldwisselaars waren
mensen die hoge prijzen vroegen voor verkoop van de lammeren en de duiven die geofferd werden. Ze
lieten mensen ook hun alledaags geld wisselen voor speciaal ‘tempelgeld’. Ze vroegen hier van de
mensen extra geld voor.
 Wat zei Jezus tegen de kopers, verkopers en de geldwisselaars?
In Matt. 21:13 berispte Jezus hen dat ze Gods tempel tot een rovershol hadden gemaakt in plaats van
het een huis van gebed te laten zijn.
 Wat was de reactie van de opperpriesters toen zij zagen wat er gebeurde?
Matt.21:15: “De opperpriesters en de schriftgeleerden zagen de wonderen die hij deed, en hoorden de
kinderen op het tempelplein roepen: ‘Hosanna voor de Zoon van David.’ Ze maakten zich er kwaad
over.” De opperpriesters en schriftgeleerden waren de vijanden van Jezus. Ze wilden Hem zelfs doden.
Tijdens de bediening van Jezus probeerden ze het volk over te halen en hen te bedreigen om niets met
Hem van doen te hebben. De opperpriesters waren gefrustreerd en kwaad, omdat Jezus zo populair bij
het volk was.
PAASLES 1  JEZUS KOMT ALS KONING JERUZALEM BINNEN
LEZEN VAN HET BIJBELGEDEELTE
Lees Psalm 118:26; Zacharia 9:9; en gedeelten uit Matteüs 21-23.
SAMENVATTING
Een grote mensenmassa was naar Jeruzalem gekomen om het Pascha te vieren en ze hadden gehoord dat Jezus
in de stad zou komen. Ze gingen erop uit om Hem te ontmoeten en Hem te vieren als die ene die ze
verwachtten en die hun Koning zou zijn. Jezus vervulde een Oud-Testamentische profetie door op een
hengstveulen te rijden als de triomferende Koning. Ook al begrepen de discipelen op dat moment niet wat Hij
deed, later zouden ze begrijpen hoe Hij de Schrift in vervulling had gebracht. De religieuze leiders werden
gefrustreerd bij het zien van zoveel mensen die erop uitgingen om Jezus te zien. Ondanks al hun inspanningen
en dreigementen gingen de mensen voort om Jezus te ontmoeten.
5
©2013 Kinder- en jeugdwerk Ebenhout. Met toestemming vertaald en aangepast uit Generations of Grace, © 2011 Grace Community Church. Alle rechten voorbehouden.
PAASLES 1  JEZUS KOMT ALS KONING JERUZALEM BINNEN
De les van vandaag ging over een speciale reis die Jezus in Jeruzalem deed komen. Jezus vervulde wat het Oude
Testament over de Messias, de Koning van Israël, zei en wat Hij zou doen. Hij is niet alleen de Koning van Israël,
maar ook de Koning van elke christen. Op een dag zal Jezus terugkeren en Koning zijn over heel de wereld. Hij
zal de grootste Koning zijn die er ooit geweest is en zal zijn. Met niemand zal Hij te vergelijken zijn. Zelfs nu, als
je een christen bent, zou je Jezus als Koning in je leven moeten erkennen. Je zou Hem beter moeten
behandelen dan een aardse koning. Je zou Hem moeten gehoorzamen, Hem moeten prijzen en bereidwillig
moeten zijn om iedereen over Hem te vertellen.
CRÈCHELES
Het was op een zondag. De Here Jezus liep langs de weg, dicht bij de grote stad Jeruzalem. Zijn discipelen
waren bij Hem. En ook nog heel veel andere mensen. Ze keken allemaal eerbiedig naar de Here Jezus. Ze
zeiden: “Zou Hij nu naar Jeruzalem gaan, om daar koning te worden?” Dat wilden ze zo graag, dat de Here
Jezus hun koning wilde worden! Want er waren vijanden in het land. Die heetten de Romeinen en plaagden de
mensen soms erg. Maar als de Here Jezus koning was, zou Hij tegen ze vechten en ze allemaal weg kunnen
jagen. De Here Jezus was immers zo machtig! Die kon alles!
Ze liepen blij naar het dorp. En het gebeurde allemaal zoals de Here Jezus gezegd had. Bij een van de eerste
huizen zagen ze een ezel, die vastgebonden stond bij een deur. Ze maakten het dier los en namen het mee.
Een paar mannen die daar stonden vroegen: “Wat moet je met die ezel?” Maar de discipelen zeiden: “De Here
heeft hem nodig.” En toen vonden de mannen het goed.
Wat waren de mensen blij, toen ze de ezel zagen aankomen! Want nu begrepen ze allemaal wat de Here Jezus
wilde! Ze trokken hun mantels uit en legden die op de rug van de ezel. Toen hielpen ze de Here Jezus erop.
Daar reed de Here Jezus. De discipelen liepen erbij. En de mensen liepen ook mee. Opeens begonnen ze te
roepen: “Hoera, daar rijdt onze koning! Hosanna, onze koning!”
Ze plukten lange palmbladeren van de bomen en zwaaiden ermee. Dat waren net grote vlaggen. Ze trokken
hun mantels uit en spreidden die op de weg. Daar mocht de ezel overheen lopen. Dan hoefde hun koning niet
over de harde grond te rijden. Ze juichten en ze zongen! En ze dachten: “Nu zal de Here Jezus onze koning
worden, onze vechtkoning en alle vijanden wegjagen! En dan zal Hij wonen in een mooi paleis, net als vroeger
koning David. Hij zal ons rijk en gelukkig maken!” Hoe dichter ze bij de stad kwamen, hoe harder ze zongen.
“Hosanna! Hosanna!”
De mensen mochten van de Here Jezus dit roepen, want het was waar: de Here Jezus was een Koning. Alleen
maar, een andere koning dan de mensen dachten. Geen gewone koning. Geen vechtkoning, maar een
Vredekoning. De mensen begrepen dat niet. Die dachten dat Hij al dadelijk koning zou worden. Daarom
waren ze zo blij! Maar de Here Jezus wist, dat er eerst nog veel moest gebeuren dat heel vreselijk en verdrietig
was.
PAASLES 1  JEZUS KOMT ALS KONING JERUZALEM BINNEN
Hoe langer hoe meer mensen liepen er mee. Het werd een grote optocht. En al die mensen riepen en zongen:
“Onze koning komt eraan! Gezegend is Hij, die komt in de naam van God! Hosanna onze koning!”
6
©2013 Kinder- en jeugdwerk Ebenhout. Met toestemming vertaald en aangepast uit Generations of Grace, © 2011 Grace Community Church. Alle rechten voorbehouden.
Opeens stond de Here Jezus stil. Hij riep twee van Zijn discipelen en zei: “Zie je die huizen daar wel? Dat is een
dorpje. Daar moet je heengaan. Vooraan in dat dorpje staat een jonge ezel. Die is daar vastgebonden aan een
touw. Die moet je losmaken en bij Mij brengen. En als iemand vraagt: “Wat moet je met die ezel?” – dan moet
je zeggen: De Here heeft hem nodig.” De twee discipelen dachten: “Wat wil de Here Jezus toch met die ezel?”
Maar opeens begrepen ze het! Hij wilde op een ezel de stad binnen rijden. Dan wilde Hij toch zeker koning
worden!
MEMORIEVERS
Matt.28:6
Hij is hier niet, want hij is door God opgewekt zoals hij gezegd had. Kom maar kijken naar
de plaats waar hij heeft gelegen.
Print het vers uit en plak het eventueel op stevig papier (ter grootte van 13x15). Lees het vers voor en leg aan
de kinderen de betekenis van het vers uit. Geef elk kind het uitgeprinte vers om in hun versmapje (klein
fotomapje) te steken. Kleur eventueel kernwoorden in een bepaalde kleur. Dat dient als herkenning en om het
aanleren gemakkelijker te maken.
Variatie: geef elk kind een verknipt vers. Dit kan per woord of gedeelten van het vers. Laat hen proberen het
vers in de juiste volgorde te leggen. Geef hier een paar minuten voor en laat de kinderen dan hun vers
voorlezen. Geef aan of het correct is of niet, zo niet laat de kinderen het nog eens proberen. Geef elk kind nu
een stevig papier (ter grootte van 13x15) en laat hen het vers hier in de juiste volgorde opplakken.
Gebruik voor jongere kinderen het flanelbord of een afbeelding van het lege graf met de engel en de vrouwen
om het vers visueel te maken.
Goede koning, slechte koning
De Joden hadden een verkeerd beeld van de koning die God beloofd had dat Hij zou sturen. Vraag de kinderen
wat zij denken wat een goede koning maakt en wat een slechte koning typeert. Wanneer hun ideeën goed zijn,
gebruik ze dan om de kwaliteiten van Jezus te versterken. Wanneer ze incorrecte aannames hebben, leg dan
uit dat het Joodse volk ook niet begreep wat nu een koning een goede koning zou maken. Voorbeelden:
Goede Koning
Heeft God lief
Dient het volk
Rechtvaardig
Nederig
Vriendelijk
Regeert met liefde en voorbeeld
Slechte koning
Heeft zichzelf lief
Eist dat het volk hem dient
Onrechtvaardig
Trots
Wreed
Regeert met dwang
Hoe behandelen we de koning
Kies een kind uit om ‘koning’ te zijn (zet het kind eventueel een kroon op). Vraag de andere kinderen hoe zij
denken dat deze koning het land zal regeren. Hoe zouden we hem behandelen? In de les vandaag leren we hoe
Jezus Zichzelf voorstelde als de Messias en Koning. We leren ook hoe de mensen reageerden op Jezus.
PAASLES 1  JEZUS KOMT ALS KONING JERUZALEM BINNEN
IJSBREKERTJES
7
©2013 Kinder- en jeugdwerk Ebenhout. Met toestemming vertaald en aangepast uit Generations of Grace, © 2011 Grace Community Church. Alle rechten voorbehouden.
De woorden “Hij is hier niet” vertellen de vrouwen dat hun zoeken tevergeefs is, ze zouden niet meer in het
graf moeten kijken. De verklaring van deze woorden wordt nog specifieker gemaakt wanneer de engel zegt:
“Want Hij is door God opgewekt”. Het feit van de opstanding van Jezus is ook verbonden met Jezus’ beloften –
“zoals Hij gezegd had.” De vrouwen worden uitgenodigd om de plaats te zien waar Hij gelegen heeft. Ze zagen
geen situatie waarin Jezus een onverwacht noodlot had ondergaan, Hij profeteerde én Zijn dood én Zijn
opstanding. Ze zagen niet alleen een leeg graf, maar ook de linnen doeken en de hoofddoek die netjes opgerold
lag (Joh.20:7). Jezus had zelf de doeken afgedaan en kalm en majestueus alles op zijn plaats gelegd en had het
graf levend verlaten. Het is alsof ze zichzelf moesten overtuigen van het feit dat het graf leeg was. Het
opstandingslichaam van Christus was een lichaam dat volmaakt gemaakt was, niet langer onderworpen aan
zwakheid, veroudering of dood, maar een lichaam dat in staat is om eeuwig te leven.
KNUTSELWERKJES
Jezus’ triomferende intocht
Geef elk kind een kopie van “Jezus’ triomferende intocht”. Laat hen de takken, mantels, ezels en Jezus
uitknippen en op een apart vel papier plakken waar ze een landschap of een stad op kunnen tekenen. Laat hen
het geheel inkleuren. Herhaal het verhaal nog eens met de kinderen.
Jezus is Koning
Maak van stevig papier een kroon voor elk kind. Geef elk kind een kopie van “Jezus is Koning” en laat hen dit
inkleuren. Knip de juwelen uit en plak ze rondom de kroon. Vraag aan de kinderen voorbeelden van hoe Jezus
een profeet, koning en genezer was. Leg aan hen uit hoe Hij liet zien dat Hij heilig en nederig was. Plak of schrijf
het vers uit Matt.21:5 op de kroon.
Puzzel
Verdeel de kinderen in groepjes van twee en laat hen aan een kant van het lokaal staan. Aan de andere kant leg
je voor elke groep op een tafel een puzzel. Voorbeelden van afbeeldingen kunnen zijn: een engel, een ezel, een
kroon, een stad of mensen. Maar de puzzelstukjes liggen door elkaar. Laat de kinderen om de beurt naar de
tafel lopen om een puzzelstukje te halen, wanneer het ene kind loopt, mag het andere kind proberen de puzzel
op te lossen. Welke groep het eerste de puzzel klaar heeft, is gewonnen. Laat iedere groep uitleggen hoe hun
afbeelding past in het verhaal dat ze in de les gehoord hebben. Je kan elke groep dezelfde afbeelding geven of
iedere groep een verschillende. Zorg ervoor dat elke groep evenveel stukjes heeft. Variatie: laat de kinderen
iets doen tijdens het lopen naar de tafel, bijvoorbeeld hinkelen of een balletje op een lepel in de mond
meenemen.
PAASLES 1  JEZUS KOMT ALS KONING JERUZALEM BINNEN
De ezel die Jezus binnenreed in Jeruzalem
Toen Jezus Jeruzalem binnenreed op een ezel, vervulde Hij de profetie uit Zacharia 9:9. Laat de kinderen op
grote stukken (behang)papier bladeren en mantels tekenen. Laat hen die kleuren en uitknippen. De bladeren
en mantels mogen daarna op de vloer gelegd worden. Sommige mantels werden over de ezel gelegd zodat
Jezus erop kon zitten. Laat de kinderen de woorden zeggen die de mensen zeiden terwijl Jezus de stad binnen
ging. Laat een kind of lesgever doen alsof hij een ezel is en leg dan wat mantels hierover.
Matt.21:9b: “Hosanna voor de Zoon van David. Gezegend hij die komt in naam van de Heer! Hosanna voor God
in de hemel!”
8
©2013 Kinder- en jeugdwerk Ebenhout. Met toestemming vertaald en aangepast uit Generations of Grace, © 2011 Grace Community Church. Alle rechten voorbehouden.
KNUTSELACTIVITEITJES
9
©2013 Kinder- en jeugdwerk Ebenhout. Met toestemming vertaald en aangepast uit Generations of Grace, © 2011 Grace Community Church. Alle rechten voorbehouden.
PAASLES 1  JEZUS KOMT ALS KONING JERUZALEM BINNEN
JEZUS’ TRIOMFERENDE INTOCHT
©2013 Kinder- en jeugdwerk Ebenhout. Met toestemming vertaald en aangepast uit Generations of Grace, © 2011 Grace Community Church. Alle rechten voorbehouden.
PAASLES 1  JEZUS KOMT ALS KONING JERUZALEM BINNEN
JEZUS’ TRIOMFERENDE INTOCHT
10
©2013 Kinder- en jeugdwerk Ebenhout. Met toestemming vertaald en aangepast uit Generations of Grace, © 2011 Grace Community Church. Alle rechten voorbehouden.
PAASLES 1  JEZUS KOMT ALS KONING JERUZALEM BINNEN
JEZUS IS KONING
11
©2013 Kinder- en jeugdwerk Ebenhout. Met toestemming vertaald en aangepast uit Generations of Grace, © 2011 Grace Community Church. Alle rechten voorbehouden.
PAASLES 1  JEZUS KOMT ALS KONING JERUZALEM BINNEN
JEZUS IS KONING
12
JEZUS KOMT ALS KONING JERUZALEM BINNEN
(HANDREIKING KINDEREN)
MATTEÜS 21
MEMORIEVERS
Matt.28:6
Hij is hier niet, want hij is door God opgewekt zoals hij gezegd had.
Kom maar kijken naar de plaats waar hij heeft gelegen.
Sssst… MIJN EIGEN STILLE TIJD

Jezus kwam Jeruzalem binnen op een
 Omcirkel twee dingen die de menigte deed in Matt.21:8.
 KEKEN TELEVISIE
 GINGEN UIT OM JEZUS TE ONTMOETEN
MAAKTEN EEN ZANDKASTEEL
VERSPREIDEN TAKKEN OP DE WEG
 Waar of niet waar: toen Jezus op een ezel Jeruzalem binnenkwam,
___________________________________________________________
 Kies woorden uit de volgende lijst om de lege plaatsen van Matt.21:9b te
vullen: Hosanna, Heer, gezegend, David.
”HOSANNA VOOR DE ZOON VAN ___________. _______________ HIJ DIE KOMT IN NAAM VAN DE
___________! ___________ VOOR GOD IN DE HEMEL!”
 Nadat Jezus Jeruzalem binnengegaan was, reinigde Hij de
________________________________________________ (Matt.21:12).
(Vraag aan je papa en/of mama of jouw antwoorden juist zijn!)
PAASLES 1  JEZUS KOMT ALS KONING JERUZALEM BINNEN
vervulde Hij een Oud-Testamentische profetie.
©2013 Kinder- en jeugdwerk Ebenhout. Met toestemming vertaald en aangepast uit Generations of Grace, © 2011 Grace Community Church. Alle rechten voorbehouden.
________________________________________________ (Matt.21:1-6).
13
©2013 Kinder- en jeugdwerk Ebenhout. Met toestemming vertaald en aangepast uit Generations of Grace, © 2011 Grace Community Church. Alle rechten voorbehouden.
PAASLES 1  JEZUS KOMT ALS KONING JERUZALEM BINNEN
KLEURPLAAT 1
14
©2013 Kinder- en jeugdwerk Ebenhout. Met toestemming vertaald en aangepast uit Generations of Grace, © 2011 Grace Community Church. Alle rechten voorbehouden.
PAASLES 1  JEZUS KOMT ALS KONING JERUZALEM BINNEN
KLEURPLAAT 2
15
Download