Verstoord lichaamsbeeld Landelijke richtlijn, Versie: 1.1 Laatst gewijzigd: 19-12-2006 Methodiek: Consensus based Verantwoording: Vereniging van Oncologie Verpleegkundigen (VvOV) Inhoudsopgave Algemeen.......................................................................................................................................................1 Inleiding..............................................................................................................................................1 Aard van het patroon..........................................................................................................................1 Achterliggende mechanismen............................................................................................................2 Diagnostische doelgroep....................................................................................................................2 Diagnose........................................................................................................................................................3 Prognose en beoogde resultaten................................................................................................................4 Interventies....................................................................................................................................................5 Evaluatie.........................................................................................................................................................8 Standaard verpleegplan..............................................................................................................................10 Referenties...................................................................................................................................................11 Disclaimer....................................................................................................................................................14 i Algemeen De richtlijn is geschreven in 2001. De taakgroep vak en vakgebied van de V&VN Oncologie heeft in 2006 deze richtlijn beoordeeld en voldoende bevonden. De richtlijnen verpleegkundige zorg worden in een multidisciplinair traject herzien, ook deze richtlijn zal op termijn vervangen worden door een multidisciplinaire versie. Inleiding De mens kenmerkt zich door zelfbewustzijn: het 'ik'. Elke patiënt heeft ideeën over zichzelf, zijn lichaam, zijn 'sociale ik', zijn bekwaamheden en zijn gevoelens. Een negatief zelfoordeel kan de oorzaak zijn van persoonlijke problemen en tevens andere functionele patronen beïnvloeden. Het gedrag van een individu wordt zowel beïnvloed door de persoonlijke geschiedenis en ervaringen als door de interactie met de omgeving.13 Kanker wordt ervaren als een ziekte die diep ingrijpt in het totale functioneren van de mens.7 Kanker blijft niet beperkt tot 'het lichaam'. De ziekte heeft ook grote gevolgen voor het persoonlijk functioneren. Toch ontwikkelen volgens Smith & Lesko 36 kankerpatiënten na hun ziekte niet meer grote psychiatrische ziektebeelden dan andere mensen. Wel komen meer emotionele problemen voor. Dit beïnvloedt het dagelijks functioneren. Het feit kanker te hebben kan gevoelens van neerslachtigheid en angst veroorzaken, zoals angst voor de behandeling en eventuele bijwerkingen hiervan; angst om dood te gaan; angst om de partner of vrienden achter te moeten laten. Tevens kunnen gevoelens van hopeloosheid (heeft het allemaal nog wel zin) of machteloosheid (het gevoel overspoeld te worden door ziekte en behandeling) ontstaan. Dit beïnvloedt de kwaliteit van leven en heeft wellicht gevolgen voor de effectiviteit van de behandeling.8 Aanhoudende machteloosheid kan gepaard gaan met angst, depressie en hopeloosheid. Er zijn aanwijzingen dat een positieve instelling fysieke achteruitgang en dood vertragen.15 31 Het vermogen om controle te houden over de (steeds veranderende) situatie kan verdwijnen, doordat er tekorten ontstaan in machtsbronnen. Machtsbronnen zijn:31 - fysieke kracht en reserve - psychologische weerstand en sociale ondersteuning - positief zelfbeeld en waardering - energie - kennis - motivatie - waarden en geloofssysteem. Hoe de patiënt zichzelf en zijn eigen lichaam ziet wordt direct beïnvloed door de plaats van de tumor en door eventuele verminkingen door de tumor of de behandeling. Het verlies van functies of vaardigheden door bijvoorbeeld een colostoma of een tracheostoma is zeer ingrijpend. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld belemmeringen, beperkingen, ongemak of pijn ontstaan. Maar ook zich onzeker voelen en minder zelfvertrouwen hebben kunnen ervoor zorgen dat de patiënt moeite heeft of niet in staat is om na de behandeling de draad van het leven weer op te pakken. Dit heeft grote gevolgen voor relaties met partner, familie en vrienden, voor de zelfredzaamheid en voor het werk.33 Aard van het patroon Het patroon Zelfbeleving betreft de wijze waarop iemand zichzelf ziet. Het gaat om de ideeën over de eigen persoon, de beleving van de eigen vaardigheden (cognitief, affectief en lichamelijk), het zelfbeeld, de identiteit, het gevoel van eigenwaarde en het algehele patroon van emoties. Ook de lichaamshouding, motoriek, oogcontact, stem en spraak maken deel uit van dit patroon.21 Het doel van de anamnese is een beschrijving te geven van de algemene opvattingen, gevoelens en oordelen van de patiënt over zichzelf, gebaseerd op wat de patiënt over zichzelf zegt en op de bevindingen 07/18/17 Verstoord lichaamsbeeld (1.1) 1 Richtlijn: Verstoord lichaamsbeeld (1.1) van de verpleegkundige. De beoordeling van het patroon Zelfbeleving kan alleen nauwkeurig en grondig gebeuren, als de patiënt vertrouwen stelt in de verpleegkundige. Gegevens over zijn algemene gevoel van eigenwaarde en zijn identiteitsbesef en zijn algemene stemming dienen te worden verzameld. De non-verbale uitingen van de patiënt tijdens het anamnese gesprek kunnen aanwijzingen bevatten die kenmerkend zijn voor zijn zelfbeeld en zelfbeleving. Let op de lichaamshouding, motoriek, oogcontact, stem- en spraakgebruik en wees alert op aanwijzingen van verwardheid, verstoord lichaamsbeeld, geringe zelfachting en gevoelens van machteloosheid, neerslachtigheid en angst. De volgende onderwerpen kunnen aan bod komen:21 a. hoe omschrijft de patiënt zichzelf (tevreden/ontevreden) b. veranderingen met betrekking tot lichaam en vaardigheden; waardering patiënt c. veranderingen in hoe patiënt zichzelf ziet d. aanwezigheid van gevoelens van kwaadheid, angst, ergernis, neerslachtig, hopeloosheid, machteloosheid, wat doet de patiënt hieraan, met welk resultaat e. levenshouding, karakter (locus of control) f. oogcontact, stem en wijze van uiten, lichaamshouding, zenuwachtig-ontspannen, assertief-passief. Achterliggende mechanismen De wijze waarop iemand naar zichzelf kijkt en zichzelf beleeft hangt samen met houding, gedachten en persoonlijke waarden.33 Lichaamsbeeld is datgene wat wij denken over ons lichaam, onze fysieke verschijning. Dit wordt beïnvloed door maatschappelijke opvattingen, interacties en relaties met anderen. Zelfwaardering speelt daarbij een grote rol. Zelfwaardering heeft te maken met hoe je jezelf of datgene wat je kunt en doet beoordeelt. Bij verlies van een lichaamsdeel of -functie, ontstaat verstoring van dit lichaamsbeeld. Hierbij kunnen negatieve gevoelens ten opzichte van het eigen lichaam ontstaan 2 of kan een persoon zichzelf anders gaan waarderen. De wijze waarop anderen naar de patiënt kijken en hem benaderen is van invloed op de wijze waarop de patiënt naar zichzelf kijkt en zichzelf waardeert. De relatie en beïnvloeding van de patronen Zelfbeleving en Rollen en relaties is wederzijds. Een patiënt met een geringe zelfwaardering is onzeker in contacten met anderen en zal veelal deze contacten (proberen te) vermijden. Uiterlijke verminkingen, ontstaan door de kanker of de behandeling hiervan, kunnen resulteren in negatieve veranderingen in het lichaamsbeeld en de zelfwaardering. Gevoelens van waardeloos zijn of verminderde seksuele uitstraling hebben, kunnen ontstaan.14 25 36 Daarnaast kan het gevoel ontstaan geen controle meer te hebben. Het geen controle hebben over 'iets' is onmacht: 'niet bij machte zijn' 17 of 'niet om kunnen gaan met de situatie'.3 Machteloosheid kan zich uiten in gevoelens en emoties, zoals bijvoorbeeld zich verdrietig, beklemd, stuurloos, nietig, weerloos, onverschillig, gekrenkt, afhankelijk voelen en apatisch of bang zijn.3 17 Mensen verschillen in de mate waarin zij het gevoel hebben invloed uit te kunnen oefenen op wat hen overkomt (locus of control). Hierbij kunnen drie groepen worden onderscheiden. Mensen die geloven in het noodlot of in een hogere macht dat hun leven dicteert (externe locus of control); mensen die belangrijke anderen (artsen, vriend) zien als degenen die invloed kunnen uitoefenen op wat hen overkomt (externe locus of control) en mensen die geloven dat zijzelf de belangrijkste factor hierin zijn (interne locus of control). Een persoon met een hoge externe locus of control kan machteloosheid en hulpeloosheid als levenshouding hebben. Zij geloven niet in zichzelf. Mensen die geloven in hun eigen kracht en zelf controle willen uitoefenen en die geloven dat alle acties die ondernomen worden het resultaat is van het eigen gedrag, kunnen machteloos worden nadat alles is geprobeerd om bijvoorbeeld de kanker te stoppen of de pijn te verlichten, maar de ziekte het toch wint of de pijn blijft.31 Diagnostische doelgroep In het patroon Zelfbeleving is zowel de patiënt, als zijn/haar familie/significante anderen te zien als doelgroep. 07/18/17 Verstoord lichaamsbeeld (1.1) 2 Diagnose Een verstoord lichaamsbeeld kan omschreven worden als het hebben van "negatieve gevoelens over of beleving van eigenschappen, functies of beperkingen van eigen lichaam of lichaamsdelen".21 Kenmerken Kritische kenmerken: - verbale of non-verbale negatieve reactie op huidige of dreigende verandering in het uiterlijk en/of functie van het lichaam of delen van het lichaam (zoals: gevoelens van schaamte, gêne, schuld of afkeer). Mogelijke kenmerken: - vermijden van kijken naar en/of aanraken van betreffende lichaamsdeel - vermijden van intiem lichamelijk en/of seksueel contact - verstoppen of overmatig tonen van het lichaamsdeel - verandering in sociale betrokkenheid of sociale relaties - verwoorde gevoelens van hulpeloosheid, moedeloosheid, minderwaardigheid en/of machteloosheid met betrekking tot het eigen lichaam - overmatig bezig zijn met lichamelijke veranderingen of verlies van lichaamsdeel - weigering om veronderstellingen over lichamelijke verandering aan werkelijkheid te toetsen - depersonificatie van (ontbrekend) lichaamsdeel (wordt met een onbepaald voornaamwoord aangeduid, b.v. "het" is weggehaald) - zelfvernietigend gedrag: automutilatie, suïcide poging, te veel/te weinig eten. Gerelateerde factoren veranderingen in het uiterlijk voorkomend bij: - verlies van een deel van het lichaam (b.v. haaruitval, mammae) - verlies van een lichaamsfunctie (b.v. kortademigheid, immobiliteit) - ernstig letsel (b.v. ulcererende mamma). onrealistische waarneming van het uiterlijk voorkomend bij: - psychoses. Anamnese Afhankelijk van de situatie kunnen over de volgende aspecten gegevens worden verzameld door het bevragen of observeren van de patiënt en/of naaste, door het consulteren van andere disciplines of door het raadplegen van het (medisch) dossier: - beschrijving van verandering door en betekenis hiervan voor patiënt - mate van begrip over en acceptatie van verandering door patiënt - moment waarop negatieve gevoelens zijn ontstaan - oorzaken en factoren die meespelen bij ontstaan en/of verergering van deze gevoelens, volgens patiënt - acties die patiënt heeft ondernomen en effectiviteit hiervan - de ervaren reactie van anderen op de verandering - de ervaren gevolgen - vergelijkbare situaties/veranderingen in het verleden en omgaan hiermee - observatie van ontwijken (niet kijken naar, aanraken van, niet benoemen van) van aangedaan lichaamsdeel. Complicaties Het is niet ondenkbaar dat de patiënt in geestelijke nood of waardenconflict raakt. 07/18/17 Verstoord lichaamsbeeld (1.1) 3 Prognose en beoogde resultaten Het is belangrijk om te realiseren dat verliesverwerking in fasen verloopt. De eerste fase zal vaak gepaard gaan met afwisselende perioden van heftige emoties en/of ontkenning en vermijding. Na enige tijd vindt een bepaalde mate van aanvaarding plaats. Bepaalde emoties en gedragingen die normaal gesproken als afwijkend worden beoordeeld, zijn kort na een ingrijpend verlies functioneel voor het verwerkingsproces. Lang aanhouden van dergelijke reacties is pathologisch. Afhankelijk van de fase waarin de patiënt verkeert zullen de resultaten liggen in één van de volgende gebieden: oplossen van het probleem, vooruitgang of remissie, stabilisatie. Bij het bepalen van beoogde resultaten dient rekening te worden gehouden met: - relatie tussen patiënt en partner (significante anderen): in hoeverre wordt patiënt gesteund - wijze waarop in het verleden omgegaan is met rouwverwerking en/of ernstige problemen - bereidheid om hulpmiddelen te gebruiken - mogelijkheden tot het accepteren van de huidige (toekomstige) gezondheidssituatie - belang dat gehecht wordt aan uiterlijkheden door patiënt en/of partner (significante anderen) - mogelijkheden tot plastische chirurgie en/of toepassen van hulpmiddelen om lichamelijke veranderingen te verbloemen/op te heffen. Mogelijke beoogde resultaten zijn: - de patiënt kan aangeven wat de veranderingen in het lichaamsbeeld voor hem/haar betekenen - de patiënt verwoordt een positieve waarneming van zijn/haar lichaam(sfuncties) - de patiënt kan nieuwe manieren van probleemhantering toepassen - de patiënt verwoordt en toont acceptatie van het uiterlijk (verzorging, kleding, houding, eetpatroon, zelfpresentatie) - de patiënt toont zich bereid en is in staat om voor zichzelf te zorgen en verantwoordelijkheden op te pakken. 07/18/17 Verstoord lichaamsbeeld (1.1) 4 Interventies Gericht op gerelateerde factoren Lichaamsbeeld verbetering Verbeteren van de bewuste en onbewuste percepties en attitudes van de patiënt ten aanzien van zijn lichaam.28 Mogelijke activiteiten: - beoordeel de betekenis van het verlies voor de patiënt, gerelateerd aan zichtbaarheid van het verlies, functie van het verlies en de emotionele betekenis - haal misvattingen en mythen met betrekking tot het verlies of de mogelijkheid om te kunnen functioneren in relatie tot het verlies boven tafel en geef daar uitleg over - accepteer dat de patiënt op het verlies reageert met ontkenning, shock, boosheid en verdriet - geef informatie over fasen van verliesverwerking en dat gevoelens van ontkenning, boosheid en verdriet hierbij horen - maak de patiënt bewust van het effect van de reacties van anderen op het verlies en moedig het delen van gevoelens met belangrijke anderen aan - benoem onzekerheid over verlies van lichaamsdeel - geef gevoelens bestaansrecht door de patiënt toe te staan zijn gevoelens en verdriet te uiten - gebruik een rollenspel om te helpen: bijvoorbeeld als een patiënte zegt: "mijn echtgenoot wil mij niet aanraken na deze borstamputatie", neem de rol van de echtgenoot en bespreek haar borstamputatie, verwissel vervolgens van rol zodat zij haar gevoelens over de reactie van haar partner kan uiten - geef uitleg over realistische alternatieven en bemoedig de patiënt hierin - benadruk eigen kracht en vermogens van de patiënt - wees behulpzaam bij het zo mogelijk herstellen/camoufleren van door chirurgie of andere therapie veroorzaakte lichaamsbeeld verstoring: - vervang het verloren lichaamsdeel zo spoedig als mogelijk door een prothese - moedig het kijken naar en verzorgen van de aangedane plek aan - moedig het aanraken van de aangedane plek aan - moedig activiteiten aan die erop gericht zijn een nieuw lichaamsbeeld te bewerkstelligen, bijvoorbeeld het kopen van nieuwe kleding - geef uitleg over het gezondheidsprobleem en hoe daar mee om te gaan - betrek de patiënt bij het verzorgen van het aangedane lichaamsdeel, de wond, het stoma - laat de patiënt gefaseerd weer eigen verantwoordelijkheid op zich nemen en voor zichzelf zorgen - leer de patiënt eigen vooruitgang te zien - bespreek de mogelijkheid van het verlies van haar, uitblijven van de menstruatie, tijdelijke of blijvende steriliteit, verlaagde oestrogenen niveau, vaginale droogheid, slijmvliesontsteking - leg uit waar het verlies van haar zal spelen (hoofd, wimpers, wenkbrauwen, oksel, schaamstreek of benen); geef instructie om het haarverlies te minimaliseren; leg uit dat na de behandeling het haar bijna altijd weer terugkomt, maar wel een andere kleur of structuur kan hebben - attendeer de patiënt op specialisten voor de aanschaf van een pruik, stomaverzorging, borstprotheses - consulteer een schoonheidsspecialist voor tips over uiterlijke verzorging als het uiterlijk verandert - moedig het delen van zorgen aan met betrekking tot angsten en de perceptie van de invloed die deze veranderingen mogelijk heeft op het leven - bespreek de mogelijke problemen die naasten van de patiënt kunnen hebben met het veranderende uiterlijk - vertel de patiënt welke vormen van en instanties met betrekking tot psychosociale ondersteuning beschikbaar zijn als hij daar behoefte aan heeft - bespreek de potentiële gevolgen van de ziekte en/of behandeling voor de seksualiteit. Ratio: De patiënt bewust maken van zijn gevoelens en deze een plaats geven in de totale ziektebeleving. Emotionele ondersteuning De patiënt in tijden van stress geruststellen, accepteren en aanmoedigen.28 Mogelijke activiteiten: - bespreek de emotionele gebeurtenis(sen) met de patiënt - moedig het gebruik van gepaste afweermechanismen aan - help en moedig de patiënt aan gevoelens van angst, boosheid of verdriet te uiten 07/18/17 Verstoord lichaamsbeeld (1.1) 5 Richtlijn: Verstoord lichaamsbeeld (1.1) - bespreek de gevolgen van niet verwerkte schuld- of schaamtegevoelens - help de patiënt na te gaan hoe hij normaal gesproken met zijn angsten omgaat - ondersteun de patiënt tijdens de verschillende fasen van het rouwproces - ga na welk doel boosheid, frustratie en woede voor de patiënt dienen - moedig de patiënt aan te praten of te huilen om zijn emoties af te reageren - blijf bij de patiënt wanneer hij angstig is en maak hem duidelijk dat hij zich lichamelijk en geestelijk veilig kan voelen - beperk de cognitieve belasting wanneer de patiënt zich ziek of vermoeid voelt - verwijs de patiënt zo nodig voor counseling. Ratio: Het uiten van gevoelens en waarnemingen vergroot het zelfbewustzijn van de patiënt. Het ondersteunt de verpleegkundige bij het kiezen van de juiste interventies. Het op waarheid toetsen van de waarnemingen van de patiënt geeft geruststelling en kan angst verminderen.16 Gericht op kenmerken Aanwezig zijn Er voor de patiënt zijn in tijd van nood.28 Mogelijke activiteiten: - moedig de patiënt aan gevoelens uit te spreken, vooral over hoe hij zich voelt, denkt, of naar zichzelf kijkt - bevestig de genoemde gevoelens van afhankelijkheid, verdriet, angst, reik strategieën voor het omgaan met emoties aan - leg de mogelijke gedachten van de patiënt bloot: betekent pijn, lijden en verlies straf? - moedig de patiënt aan om vragen te stellen over de eigen ziekte, behandeling, vooruitgang en vooruitzicht - voorzie de patiënt van betrouwbare informatie en inventariseer ook de al gegeven informatie - ruim misvattingen die de patiënt kan hebben over zichzelf, de zorg die hij ontvangt, of de hulpverleners uit de weg - vermijd negatieve kritiek - zorg voor privacy en een veilige omgeving - geef aandacht als de patiënt dat wil. Ratio: Regelmatig contact met de verpleegkundige (zorgverlener) geeft aan dat de patiënt geaccepteerd wordt en geeft de patiënt vertrouwen. De verpleegkundige moet hierbij het initiatief nemen, omdat de patiënt door een negatief zelfbeeld/lichaamsbeeld kan aarzelen contact te zoeken.16 Actief luisteren Aandachtig luisteren naar en betekenis hechten aan de verbale en non-verbale boodschap van de patiënt.28 Mogelijke activiteiten: - toon interesse voor de patiënt en voor wat hij meedeelt - richt al de aandacht op de interactie door eigen oordelen, vooroordelen en zorgen opzij te zetten, noch op andere wijze te laten afleiden - maak duidelijk dat beseft wordt welke emoties de patiënt ervaart - wees bewust van de non-verbale boodschap die overgebracht wordt met eigen lichaamshouding - luister naar niet-verwoorde boodschappen en gevoelens. Ratio: Uitgaan van de belevingswereld van de patiënt vergroot zijn gevoel van autonomie. Bevorder sociale interactie Bevorderen van het vermogen van de patiënt om met anderen om te gaan.28 Mogelijke activiteiten: - assisteer de patiënt in het accepteren van hulp van anderen - vermijd overprotectie, maar beperk ook de eisen die aan de patiënt gesteld worden - moedig sociale contacten aan 07/18/17 Verstoord lichaamsbeeld (1.1) 6 Richtlijn: Verstoord lichaamsbeeld (1.1) - bereid belangrijke derden voor op lichamelijke en/of emotionele veranderingen bij de patiënt - stimuleer bezoek van belangrijke anderen - stimuleer contact (geschreven of telefonisch) met partner en anderen - stimuleer betrokkenheid bij algemene activiteiten - realiseer de mogelijkheid om met medepatiënten ervaringen uit te wisselen - bespreek het belang dat patiënt hecht aan zijn het ondersteunend systeem - betrek, in overleg met de patiënt, de partner, gezinsleden bij de verzorging en/of gesprekken - attendeer op de mogelijkheid van lotgenoten contact door middel van patiëntenvereniging of gespreksgroepen. Ratio: Sociale interacties kunnen bevestigen dat de patiënt geaccepteerd wordt en dat het gebruikelijke systeem van ondersteuning nog intact is.37 Complicaties Wanneer te snel, te veel sociale contacten aangegaan worden kan dit negatieve gevolgen hebben voor hoe de patiënt zich voelt. Enige innerlijke kracht moet reeds ontwikkeld zijn. 07/18/17 Verstoord lichaamsbeeld (1.1) 7 Evaluatie Een positieve verandering ten aanzien van het lichaamsbeeld zal geleidelijk plaatsvinden; snel resultaat is niet te verwachten, maar dit is mede afhankelijk van de prognostische variabelen. Lichaamsbeeld Mate waarin iemand positief tegenover zijn uiterlijk en lichamelijk functioneren staat.26 Voorbeelden van indicatoren: - interne zelfbeeld - overeenstemming tussen ideaalbeeld, de wijze waarop het lichaam wordt gepresenteerd en de werkelijkheid - beschrijving van het aangedane lichaamsdeel - bereidheid om het aangedane lichaamsdeel aan te raken en te verzorgen - bereidheid om te worden aangeraakt - tevredenheid over het uiterlijk - tevredenheid over het lichamelijk functioneren - aanpassing aan veranderingen in het uiterlijk - aanpassing aan veranderingen in het lichamelijk functioneren - aanpassing aan veranderingen in de gezondheidstoestand - bereidheid strategieën toe te passen om het uiterlijk en het lichamelijk functioneren te verbeteren. Rouwverwerking Aanpassing aan een feitelijk of dreigend verlies.26 Voorbeelden van indicatoren zijn: - uit zijn gevoelens over het verlies - blijkt het verlies onder ogen te zien - blijkt het verlies te accepteren - beschrijft wat het verlies voor hem betekent - geeft aan geen somatische klachten te hebben - geeft aan zich steeds minder met het verlies bezig te houden - houdt de leefomgeving op orde - blijft zich goed verzorgen - geeft aan geen last te hebben van slaapstoornissen - geeft aan goed te eten - geeft aan normaal libido te hebben - geeft aan aangeraakt te willen worden - vraagt om sociale ondersteuning - deelt zijn verdriet met naasten - zegt deel te nemen aan sociale activiteiten - verwoordt positieve toekomstverwachtingen. Aanvaarding: Gezondheidstoestand Mate waarin iemand zich heeft verzoend met zijn gezondheidsproblemen.26 Voorbeelden van indicatoren: - blijk van positief zelfbeeld - uiting van reacties op de gezondheidstoestand - onderkenning van de werkelijke gezondheidstoestand - uitvoering van persoonlijke zorgtaken. Sociale betrokkenheid Frequentie van sociale interacties met personen, groepen of organisaties.26 Voorbeelden van indicatoren: - interactie met goede vrienden en buren - interactie met familieleden - interactie met collega's of groepen op het werk - deelname aan kerkgemeenschap 07/18/17 Verstoord lichaamsbeeld (1.1) 8 Richtlijn: Verstoord lichaamsbeeld (1.1) - deelname aan clubactiviteiten - deelname aan bestuurlijke clubactiviteiten - ontplooiïng van vrijwilligersactiviteiten - deelname aan ontspannende activiteiten. Frequentie Afhankelijk van verpleegdoelen van b.v. 1x daags tot enkele keren per week. Overleg met andere disciplines bij - onvoldoende succes van de toegepaste interventies - aanhoudende psychische problematiek. Denk bij onvoldoende succes aan - anticiperende rouw - disfunctionele rouw - sociaal isolement - moedeloosheid - ineffectieve probleemhantering - mobiliteitstekort - reactieve depressie - kennistekort - ineffectieve ontkenning - angst - reactieve geringe zelfachting 07/18/17 Verstoord lichaamsbeeld (1.1) 9 Standaard verpleegplan Verstoord lichaamsbeeld: Diagnose Verstoord lichaamsbeeld: Doel/ Interventies 07/18/17 Verstoord lichaamsbeeld (1.1) 10 Referenties 1 - Averill Averill, J. (1973). Personal control on aversive stimuli and its relationship to stress. Psychological Bulletin 80: 286. 2 - Best Best, A. de (1994). Mutilatie: aantasting van het lichaamsbeeld door kanker en/of kankerbehandeling. Oncologica 11 (1): 21-24. 3 - Blockmans Blockmans, I. (1990). Omgaan met onmacht: een literatuurstudie over de hulpeloosheid van professionele hulpverleners bij terminaal lijden. Ongepubliceerde eindverhandeling. Leuven: Centrum voor Ziekenhuiswetenschap. 4 - Buchmann Buchmann, W.F. (1996). Adherence: a matter of self-efficacy and power. Journal of Advanced Nursing 26: 132-137. 5 - Buckman Buckman, R. (1996). "I don't know what to say": how to help and support someone who is dying. London: Macmillan Publishers. 6 - Bulechek Bulechek, G.M., J.C. McCloskey (1999). Nursing Interventions, treatment for nursing diagnosis. Philadelphia: Saunders. 7 - Carlsson Carlsson, M., E. Hamrin (1994). Psychological and psychosocial aspects of breast cancer and breast cancer treatment. Cancer Nursing 5: 418-428 8 - Carnevali Carnevali, D.L., A.C. Reiner (1990). The Cancer Experience. Philadelphia: Lippincott. 9 - Carpenito Carpenito, L.J. (1995). Zakboek Verpleegkundige Diagnosen. Groningen: Wolters Noordhoff. 10 - Carpenito Carpenito, L.J. (1997). Handbook of Nursing Diagnoses. Philadelphia: Lippincott. 11 - Carpenito Carpenito, L.J. (2000). Nursing Diagnosis Application to Clinical Practice. Philadelphia: Lippincott. 12 - Clements Clements, S., S. Cummings (1991). Helplessness and powerlessness: caring for patients in pain. Holistic Nursing Practice 6 (1): 76-85. 13 - Cox Cox, H.C., M.D. Hinz, M.A. Lubno, S.A. Newfield, N.A. Ridenour, M.M. Slater, K.L. Sridaromont (1997). Clinical Applications of Nursing Diagnosis: Adult, Child, Women, Mental Health, Gerontic and Home Health considerations. Philadelphia: F.A.Davis. 14 - Crockford Crockford, E.A., I.M. Holloway, J.M. Walker (1993). Nurses' perceptions of patients' feelings about breast surgery. Journal of Advanced Nursing 18(11): 1710-1718. 15 - Daefller Daefller, R.J., B.M. Petrosino (1990). Manual of Oncology Nursing Practice: Nursing Diagnosis and Care. Rockville, Maryland: Aspen. 07/18/17 Verstoord lichaamsbeeld (1.1) 11 Richtlijn: Verstoord lichaamsbeeld (1.1) 16 - Dudas Dudas, S. (1993). Altered body image and sexuality. In: S. Groenwald, M. Frogge, M. Goodman & C. Yarbo (eds.). Cancer nursing: Principles and practices. Boston: Jones and Bartlett. 17 - Duistermaat Duistermaat, H. (1989). Onmacht in het werk van de huisarts: een empirische verkenning. Proefschrift. Rotterdam: Erasmus Universiteit. 18 - Edwards Edwards, P. (1972). The encyclopedia of philosophy. 5 (424-426). New York: Macmillan Publishing. 19 - Fliedner Fliedner, M., T. van Boxtel (1997). Kwaliteit van leven: 1525 reacties van kankerpatiënten. Oncologica (febr): 59-61. 20 - Frijda Frijda, N.H. (1993). De emoties: een overzicht van onderzoek en praktijk. Amsterdam: Bert Bakker. 21 - Gordon Gordon, M. (1995). Verpleegkundige Diagnostiek: proces en toepassing. Utrecht: Lemma. 22 - Gordon Gordon, M. (1997). Handleiding Verpleegkundige Diagnostiek 1997-1998. Utrecht: Lemma. 23 - Groenwald Groenwald, S.L., M. Hansen Frogge, M. Goodman, C. Henke Yarbro (1997). Cancer Nursing: Principles and practice. Boston: Jones and Bartlett. 24 - Grypdonck Grypdonck, M. (1997). Een zorgconcept voor de palliatieve verpleging. TVZ - Tijdschrift voor Verpleegkundigen. (1/2): 21-26. 25 - Hopwood Hopwood, P., G. Maquire (1988). Body image problems in cancer patients. British Journal of Psychiatry 153: 47-50. 26 - Johnson Johnson, M., M. Maas (1999). Verpleegkundige Zorgresultaten. Maarssen: Elsevier/De Tijdstroom. 27 - Jonge Jonge, M. de (1991). Gedeelde machteloosheid: de visie van de cliënt. Tijdschrift voor Ziekenverpleging (13):440-444. 28 - McCloskey McCloskey, J.C., G.M. Bulechek (1997). Verpleegkundige Interventies. Utrecht: De Tijdstroom. 29 - McFarland McFarland, G.K., E.A. McFarlane (1997). Nursing Diagnosis & Intervention. Planning for Patient Care. St. Louis: Mosby. 30 - McNally McNally, J.C., E.T. Sommerville, C. Miaskowski, M. Rostad (1991). Guidelines for Oncology Nursing Practice. Philadelphia: Saunders. 31 - Miller Miller, J.f. (ed.) (1992). Coping with chronic illness: overcoming powerlessness. Philadelphia: Davis. 32 - NANDA (1999) NANDA (1999). NANDA Verpleegkundige diagnoses. Definities en Classifcaties 1999-2000. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. 07/18/17 Verstoord lichaamsbeeld (1.1) 12 Richtlijn: Verstoord lichaamsbeeld (1.1) 33 - Price Price, B. (1990). Body Image. Nursing concepts and care. Englewood Cliffs: Prentice Hall. 34 - Reijen Reijen, M. van (1995). Filosoferen over emoties. Baarn: Nelissen. 35 - Schepper Schepper, A.M.E. de, A.F. Francke, H. Huijer-Abu Saad (1994). Onmachtgevoelens bij pijn: een kwalitatief onderzoek naar onmachtsgevoelens van wijkverpleegkundigen in de zorg voor kankerpatiënten met pijn. Verpleegkunde 9 (2): 71-82. 36 - Smith Smith, K., L.M. Lesko (1988). Psychosocial problems in cancer survivors. Oncology 2: 33-44. 37 - Stuart Stuart, G., S. Sundeen (1995). Principles and practice of psychiatric nursing. St. Louis: Mosby. 38 - Wagenaar Wagenaar, M., K. Roode (1996). Beperk het gevoel van machteloosheid. Verpleegkunde Nieuws (5): 14-17. 07/18/17 Verstoord lichaamsbeeld (1.1) 13 Disclaimer Disclaimer: De informatie op de website www.oncoline.nl en op afgeleide producten van deze website is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) sluit iedere aansprakelijkheid voor de opmaak en de inhoud van de richtlijnen alsmede voor de gevolgen die de toepassing van de richtlijnen in de patiëntenzorg mocht hebben uit. Het IKNL stelt zich daarentegen wel open voor attendering op (vermeende) fouten in de opmaak of inhoud van de richtlijnen. Men neme daartoe contact op met de IKNL middels e-mail: [email protected] Juridische betekenis van richtlijnen Richtlijnen bevatten aanbevelingen van algemene aard. Het is mogelijk dat deze aanbevelingen in een individueel geval niet van toepassing zijn. Er kunnen zich feiten of omstandigheden voordoen waardoor het wenselijk is dat in het belang van de patiënt van de richtlijn wordt afgeweken. Wanneer van een richtlijn wordt afgeweken, dient dit beargumenteerd gedocumenteerd te worden. De toepasbaarheid en de toepassing van de richtlijnen in de praktijk is de verantwoordelijkheid van de behandelende arts. Houderschap richtlijn De houder van de richtlijn moet kunnen aantonen dat de richtlijn zorgvuldig en met de vereiste deskundigheid tot stand is gekomen. Onder houder wordt verstaan de verenigingen van beroepsbeoefenaren die de richtlijn autoriseren. Het IKNL draagt zorg voor het beheer en de ontsluiting van de richtlijn. Intellectuele eigendomsrechten De intellectuele eigendomsrechten met betrekking tot de site www.oncoline.nl en afgeleide producten van deze website berusten bij het IKNL en houder van de richtlijn. Het is de gebruiker van deze site niet toegestaan de inhoud van richtlijnen (gedeeltelijk) te verveelvoudigen en/of openbaar te maken, zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van het IKNL en houder van de richtlijn. U kunt een verzoek voor toestemming richten aan het IKNL, Postbus 19079, 3501 DB Utrecht. Het IKNL behandelt dit verzoek samen met de relevante houder van de richtlijn. Het is toegestaan een deeplink op te nemen op een andere website naar de website www.oncoline.nl of naar richtlijnen op deze website. Tevens mag de informatie op deze internetsite wel worden afgedrukt en/of gedownload voor persoonlijk gebruik. Externe links De website www.oncoline.nl en afgeleide producten van deze website bevatten links naar websites die door andere partijen dan het IKNL worden aangeboden. Deze links zijn uitsluitend ter informatie. Het IKNL heeft geen zeggenschap over deze websites en is niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor de daarop aangeboden informatie, producten of diensten. Bescherming persoonsgegevens Door gebruikers verstrekte persoonsgegevens ten behoeve van de mailservice of de inlogmogelijkheid van http://www.oncoline.nl/ zullen door het IKNL vertrouwelijk worden behandeld. Gegevens zullen niet worden verstrekt aan derden. 07/18/17 Verstoord lichaamsbeeld (1.1) 14