saldo van baten en lasten

advertisement
Hoofdstuk 3 M&O
Kasstelsel versus periodetoerekeningstelsel
3.1
Het kasstelsel
Op een overzicht van ontvangsten en uitgaven(o.o.u) worden alleen financiële transacties
opgenomen die leiden tot een toename of afname van kas en/of bank. Zo’n administratie noemen
we financiële verslaggeving op kasbasis(f.v.k.). Maar er zijn ook financiële transacties, waarbij geen
geld uitgegeven word of binnenkomt, die van belang zijn. Zoals bijvoorbeeld afschrijvingen op vaste
activa. Vaste activa word ieder jaar minder waard. Er is sprake van waardevermindering waar
rekening mee moet worden gehouden. Dit gebeurt niet in een stelsel op kasbasis.
Ook met het financiële feit met betrekking op achterstallige betalingen word geen rekening
gehouden in een f.v.k. Wanneer een rekening wordt betaald word het pas geregistreerd in het f.v.k.
Zolang er niet word betaald wordt er niets vastgelegd.
Het voordeel van een f.v.k. is de eenvoud ervan, het gebruiksgemak en de objectiviteit. Je hoeft geen
rekening te houden met vaste activa etc. Ze staan op de balans, tot ze verdwijnen, voor de
aanschafwaarde. Voor boekhouding kan volstaan worden met een kasboek van alle inkomsten en
uitgaven en een bankboek van alle afschriften.
Verder geeft het een duidelijk antwoord op de belangrijkste vraag die belanghebbenden stellen aan
een organisatie, namelijk: hebben ze de middelen daadwerkelijk uitgegeven aan de afgesproken
doelen. Het nadeel van een f.v.k. is dat het geen goed inzicht geeft in de financiële situatie en
vermogenspositie va een organisatie.
3.2
Baten en lasten
Op een o.o.u. worden transacties opgenomen die leiden tot verandering van bank of kas. Het zijn
transacties die op één bepaald moment plaats vinden. We spreken in dit verband over
tijdstipgrootheden. Baten en lasten zijn financiële feiten die niet op één bepaald tijdstip
plaatsvinden, maar feiten die betrekking hebben op een bepaalde periode. B.v. contributie, huur of
afschrijvingen, dit gaat vaak over een periode van een jaar. In dit verband spreken we van
periodegrootheden.
Ontvangsten en uitgaven:
Baten en lasten:
tijdstipgrootheden
periodegrootheden
In commerciële organisaties spreekt met altijd van; opbrengsten en kosten.
In niet-commerciële organisaties is het gebruikelijk om te spreken van; baten en lasten.
hier zijn baten vergelijkbaar met opbrengsten en lasten met kosten. Wil je weten of je te maken hebt
met ontvangsten/uitgaven of baten/laten hou dan rekening met:
1. Ontvangsten/uitgaven op één bepaald tijdstip en zorgen voor verandering van bank/kas
2. Baten/lasten worden uitgedrukt in bepaald bedrag over bepaalde periode en zorgen voor
verandering van eigen vermogen
3.3
De staat van baten en lasten
De staat van baten en lasten(s.b.l.) is een samenvatting of overzicht van de baten en lasten in een
bepaalde periode, veelal één jaar. Op de s.b.l. staan de baten links en de lasten rechts. Andere
benamingen voor een s.b.l. zijn onder meer ‘resultatenrekening’ of ‘exploitatierekening’.
Baten vergroten het eigenvermogen en lasten verkleinen het eigen vermogen. Zijn de baten in een
bepaalde periode groter dan de lasten dan leidt dit tot toename van het eigen vermogen op de
balans. Omgekeerd zal het eigen vermogen afnemen. Ontvangsten en uitgaven daarentegen
beïnvloeden de liquide middelen (bank en kas) van een organisatie.
Baten > Lasten
debet
Ontvangsten > uitgaven
beginbalans
credit
Eigen vermogen
baten
100
staat
lasten
Saldo baten en lasten
debet
beginbalans
Eigen vermogen
debet
beginbalans
Liquide middelen
100
ontvangsten
overzicht
300
credit
400
Saldo ontv./uitg.
debet
beginbalans
Liquide middelen
150
credit
uitgaven
50
credit
EIGEN VERMOGEN NIEUW = EIGEN VERMOGEN OUD +/- SALDO VAN BATEN EN
LASTEN
Het behalen van winst of vergroten van eigen vermogen, speelt een zeer ongeschikte rol bij een
stichting of vereniging. De organisatie is veelal niet gericht op het maken van winst. Dit kan zelfs ten
koste gaan van een bepaald doel van de organisatie.
3.4
Het periodetoerekeningstelsel
Het periodetoerekeningstelsel is een manier van administreren waarbij:
1. strikt onderscheid maakt tussen baten (opbrengsten) en lasten (kosten) enerzijds en
ontvangsten en uitgaven anderzijds
2. baten en lasten toegerekend worden aan de periode waarop ze feitelijk betrekking
hebben, ongeacht of de baten feitelijk zijn ontvangen dan wel de baten daadwerkelijk tot
uitgaven geleid hebben.
Rentebetalingen worden geboekt op overzicht van ontvangsten en uitgaven, en rentelasten op een
overzicht van baten en lasten.
Als je gebruik maakt van een dienst die door een vereniging word aangeboden, betaal je contributie.
Dit word gezien als een baat voor de vereniging. Deze bate word geboekt in de periode dat het lid
van de dienst gebruik heeft gemaakt, niet bij de periode van betaling. De lasten van de vereniging
worden geboekt bij de periode waarvoor de lasten gelden voor de diensten. Dus wanneer de
diensten zijn uitgevoerd, niet in de periode van betaling. Niet relevant is dus bij baten en lasten de
betaling, maar de periode waarin ze zijn uitgevoerd (wanneer van diensten is genoten, en de
diensten zijn aangeboden), in dit verband spreken we van ‘maching-principe’.
3.5
Het periodetoerekeningstelsel en de balans
-
Wanneer er contributie nog niet betaald is maar in een periode door een lid van de
verenging al wel van de diensten genoten heeft, word de contributie onder de post ‘Nog te
vorderen contributie’ geplaatst
-
Zo ook wanneer een lid de contributie van de volgende periode al vooruit betaald heeft,
maar nog niet van de diensten genoten heeft, in dit geval word de vooruitbetaalde
contributie geplaatst onder de post: ‘vooruitbetaalde contributie’
3.6 Van ontvangsten en uitgaven naar baten en lasten
Hoewel ontvangsten en uitgaven een andere dimensie hebben (tijdstip) dan baten en lasten
(periode) is het mogelijk om met behulp van extra informatie een o.o.u. om te zetten naar een s.b.l.
en omgekeerd.
Hierbij is het belangrijk om goed in de gaten te houden of je te maken hebt met baten/lasten of
ontvangsten/uitgaven. Zo is contributie een bate die bij betaling tot ontvangst leidt. Afschrijvingen
zijn daarentegen lasten die niet leiden tot uitgaven, en een aflossing op een lening is een uitgave
maar geen last.
Te vorderen contributie eindbalans = contributiebaten + te vorderen contributies beginbalans –
contributieontvangsten
Contributiebaten=contributieontvangsten – te vorderen contributie beginbalans + te vorderen
contributie eindbalans
Vooruit ontvangen contributies eindbalans = contributieontvangsten – contributiebaten +vooruit
ontvangen contributie beginbalans
Rentelasten = rente-uitgaven – nog te betalen rente(beginbalans)+ nog te betalen rente
(eindbalans)
Huurlasten= huuruitgaven + vooruitbetaalde huur (beginbalans) - vooruitbetaalde huur
(eindbalans)
Download