Gender Charter BOS+ Millenniumdoelstelling 3 / Sustainable Development Goal 5: Bevorderen van gelijke kansen voor mannen en vrouwen en ‘empowerment’ van vrouwen 1. Inleiding Gendergelijkheid, empowerment en capaciteitsversterking van vrouwen zijn belangrijke hoekstenen voor de bestrijding van armoede en ongelijkheid, voor een duurzame en eerlijke ontwikkeling. Door de gelijkheid van mannen en vrouwen te bevorderen, verhoogt de doeltreffendheid van interventies en is er een duurzame impact op de levensomstandigheden van mannen, vrouwen en kinderen 1. Omgekeerd staat ongelijkheid dus duurzame ontwikkeling in de weg. Bossen voorzien wereldwijd in het levensonderhoud, de bestaansmiddelen en het inkomen van 1,6 miljard mensen in armoede. Hoewel mannen en vrouwen verschillende kennis over, gebruik van en toegang tot bossen hebben, zijn vrouwen de primaire gebruikers van het woud. Hun recht op bos- en natuurlijke rijkdommen moet erkend worden. De rollen die ze opnemen als leiders, participanten en begunstigden van projecten inzake duurzaam bosbeheer moeten zorgvuldig in overweging genomen worden en weerspiegeld zijn in elk stadium van de beleids- en programma-ontwikkeling, van ontwerp tot implementatie en evaluatie2. Gender mainstreaming is een strategie om gender systematisch te integreren in het ontwikkelingsbeleid en doorheen alle fases van een projectcyclus. Volgens de Group of Specialists on Mainstreaming (EG-S-MS) van de Raad van Europa bestaat gender mainstreaming uit: "het (re)organiseren, verbeteren, ontwikkelen en evalueren van beleidsprocessen op zo'n manier dat het perspectief van gendergelijkheid wordt geïntegreerd in alle beleidsdomeinen en op alle beleidsniveaus door de actoren die normaal dat beleid maken. 3" 1 Bron: DGD, voorstellingsschema Bron: UN-REDD, The Business Case for Mainstreaming Gender in REDD+, http://gendercc.net/fileadmin/inhalte/dokumente/UNFCCC/Topics/REDD/UNDP_REDD_gender_mainstreaming.pdf 3 Bron: http://igvm-iefh.belgium.be/nl/actiedomeinen/gender_mainstreaming 2 1 2. Definities Gender: De biologische verschillen tussen mannen en vrouwen veranderen niet. De sociale rollen zijn echter verworven en niet aangeboren. Ze evolueren in de tijd en verschillen van maatschappij tot maatschappij. De term “gender” verwijst naar de economische, sociale, politieke en culturele kenmerken en mogelijkheden die samenhangen met het man of vrouw zijn4. Gelijkheid tussen mannen en vrouwen: dit betekent niet dat mannen en vrouwen identiek gelijk moeten zijn, wel dat ze dezelfde mogelijkheden en rechten moeten hebben in hun leven. Om tot gelijkheid te komen tussen mannen en vrouwen, moeten de institutionele praktijken en de sociale verhoudingen die deze ongelijkheden versterken of instandhouden, gewijzigd worden 5. 3. Operationele gendergelijkheid BOS+ streeft ernaar dat de lokale bevolkingsgroepen hun ontwikkeling in eigen handen nemen en wil daarom bij voorkeur werken vanuit initiatieven die bij de lokale bevolking leven en die geïntegreerd zijn in de lokale sociale en culturele context. Dit principe is immers een belangrijke garantie voor duurzaamheid. Daarom pleit BOS+ voor participatie van de lokale gemeenschappen van bij de start, wanneer een project geconcipieerd wordt, de problemen geïdentificeerd en de verschillende strategieën geformuleerd en met elkaar vergeleken; en daarna tijdens de planning, de uitvoering en de uiteindelijke evaluatie. Bij elk project wordt ook de nodige aandacht besteed aan de genderproblematiek enerzijds en de problematiek van de rechten van inheemse volkeren anderzijds. De specifieke rollen, rechten en verantwoordelijkheden van mannen en vrouwen, en hun specifieke gebruikspatronen en kennis van bossen, vormen hun ervaringen op een andere manier. Gender-differentiatie in verband met behoeften, gebruik en kennis over het bos, is dus evident. Hoewel de rollen verschillen naargelang de plaats en cultuur, is er vaak een gelijkaardige genderverdeling op vlak van arbeid. In de meeste regio’s gebruiken mannen vaker natuurlijke rijkdommen voor commercieel gebruik dan vrouwen, met name in landbouw, houtkap en visvangst. In het zuiden richten mannen zich vaak op cash crop productie, terwijl vrouwen werken met subsistentielandbouw, kleinvee en moestuinen. Uiteraard zijn deze rolpatronen niet statisch en variëren ze naargelang cultuur, leeftijd, etnie,… Vrouwen zijn vaak verantwoordelijk voor het levensonderhoud van hun gezin (voedsel, brandstof, water) en zijn daardoor sterk afhankelijk van natuurlijke hulpbronnen. De degradatie van de leefomgeving heeft onder meer tot gevolg dat vrouwen meer tijd moeten spenderen aan huishoudelijke taken. Hoewel zowel vrouwen als mannen een kritieke rol spelen in het beheer van natuurlijke rijkdommen, hebben het gebruik, het behoud en de kennis van rijkdommen door vrouwen een cruciale rol in het vormgeven van lokale biodiversiteit. Ook de degradatie van 4 5 Bron: Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking, Strategienota Gelijke Rechten en Kansen voor Vrouwen en Mannen Ibid. 2 natuurlijke rijkdommen kan genderverantwoordelijkheden en –relaties in huishoudens en gemeenschappen veranderen6. BOS+ is zich bewust van deze rolpatronen en wil er in haar interventies actief op inspelen. Gender mainstreaming kan immers: De efficiëntie van interventies verhogen De effectiviteit van interventies verhogen De duurzaamheid van interventies verhogen In hun streven naar gelijkheid tussen mannen en vrouwen mogen de interventies zich niet beperken tot het lenigen van de praktische, onmiddellijke behoeften van vrouwen. Ze moeten van bij het begin investeren in hun strategische belangen, bijvoorbeeld: het vermogen en de vrijheid om beslissingen te nemen over de toewijzing van middelen binnen het gezin, politieke beslissingsmacht en gelijke rechten. Praktische behoeften en strategische belangen zijn complementair. Programma’s die tegemoetkomen aan de praktische behoeften kunnen alleen duurzaam zijn als ze ook rekening houden met strategische belangen 7. De genderproblematiek vraagt daarom een simultane aanpak op verschillende domeinen. 3.1. Menselijke capaciteiten Streven naar gelijkheid tussen mannen en vrouwen vereist dat er ruim aandacht wordt besteed aan de menselijke dimensie van ontwikkeling. BOS+ zet acties op vanuit een integrale visie op duurzaamheid die rekening houdt met het behoud of herstel van natuurlijke rijkdommen, het respect voor lokale gemeenschappen en culturen en economische leefbaarheid. De menselijke capaciteiten hebben voornamelijk betrekking op onderwijs en gezondheidszorg. Voor BOS+ is vooral de gelijke toegang vanwege de verschillende segmenten van de bevolking tot onderwijs en vorming van toepassing. 6 7 Bron: Wereldbank, Gender in Agriculture Sourcebook Ibid. 3 3.2. Economische capaciteiten Recht op land In de meeste samenlevingen hebben vrouwen traditioneel minder eigendomsrechten dan mannen. Er is een spanningsveld tussen het de facto landgebruik en het juridisch recht erop. Onzekerheid over landeigendom verlaagt de incentives om landbouwpraktijken te verduurzamen, investeringen te doen voor het duurzaam beheer van natuurlijke rijkdommen of aan langetermijnplanning te doen. IJveren voor landrechten van inheemse gemeenschappen en daarbij de positie van vrouwen niet miskennen maakt deel uit van de integrale visie van BOS+. Praktijkvoorbeeld: Wao-chocolade uit de Ecuadoraanse Amazone Sinds 2012 ondersteunt BOS+ in Ecuador de Vereniging van Waorani-vrouwen (AMWAE). De Waorani wonen op één van de meest biodiverse plaatsen ter wereld: de bufferzone van het Yasuníreservaat. De vraag naar olie en hout bedreigt het reservaat, maar de vrouwenvereniging kwam met een alternatief om natuurlijke rijkdommen en economische ontwikkeling hand in hand te laten gaan. De vrouwen kweken “fino de aroma”, een verfijnde inheemse cacaosoort. Vandaag is hun eigen WAO-chocolade op de markt. Verenigingen van producenten BOS+ werkt vanuit een waardeketenbenadering. Hout en niet-houtige bosproducten worden op een duurzame manier geproduceerd, producenten verenigen zich en houden het volledige proces, tot en met de verkoop van het eindproduct, in handen. Op deze manier zorgen de gemeenschappen voor een grotere toegevoegde waarde en meer eigen verantwoordelijkheid. Door zich te verenigen, vergroot ook de economische slagkracht. BOS+ en haar partners ondersteunen dit proces door in te zetten op capaciteitsversterking en coaching. Lidmaatschap bij producentenverenigingen leidt tot een betere toegang tot technologie, informatie, innovatie en vorming. Daarom is het belangrijk extra in te zetten op de participatie van vrouwen aan het productieproces en binnen de producentenverenigingen. Praktijkvoorbeeld: Cacaoteelt in Yanesha en zijn bufferzone Het Yanesha-reservaat in de Peruaanse Amazone staat onder zware druk. BOS+ werkt samen met inheemse gemeenschappen die in de bufferzone leven om tot een duurzaam beheer van het bos te komen. Eén van de acties bestaat uit de commercialisering van cacao uit agroforestry-systemen. Indicator 4.5 luidt: ‘Tegen eind van project zal een verenging van Yanesha producenten gevormd en geregistreerd zijn, met minimum 40 leden vanwege de bevolking van de bufferzone van het gemeenschapsreservaat Yanesha, waarvan minimum 30% vrouwen’. 4 Ecosysteemdiensten De kennis van lokale gemeenschappen over bomen en niet-houtige bosproducten is complex, geworteld in traditie en vaak genderspecifiek. Als het gaat over biodiversiteit bijvoorbeeld, kunnen de subsistentieactiviteiten en kennis over het bos van de vrouwen een meerwaarde bieden voor de bosbeheeractiviteiten van de gemeenschap, zoals het monitoren van soorten, bodembeheer en bosherstel, daarbij kunnen ze positief bijdragen tot het duurzaam beheer of verbetering van de koolstofopslag van bossen. Dit is in het bijzonder relevant in de context van niet-houtige bosproducten en voedselzekerheid. BOS+ streeft naar de opwaardering van ecosysteemdiensten. Vrouwen spelen een belangrijke rol voor de valorisatie van productie-, socio-culturele, milieubeschermings- en ecologische functie van bossen. 3.3. Politieke capaciteiten De activiteiten van BOS+ spelen zich vooral af op lokaal niveau. We zien dat gelijke participatie op het niveau van de gemeenschap en/of het lokale beleid, een grote uitdaging blijft. Vrouwen mogen vaak niet deelnemen aan de besluitvorming. Dit kan tot gevolg hebben dat er geen rekening gehouden wordt met de behoeften en rechten van vrouwen, de genomen beslissingen een negatieve impact hebben op vrouwen en er kansen gemist worden voor een betere milieubescherming8. Het is cruciaal om binnen een interventie niet enkel aandacht te hebben voor de participatie van lokale gemeenschappen, maar ook specifiek in te zetten op gendergelijkheid binnen die advies- of beslissingsstructuren. Het vraagt vaak extra aandacht vanwege de projectverantwoordelijke om ook kwetsbare groepen te betrekken bij het participatief proces. De aanwezigheid van vrouwen bij vergaderingen is immers niet voldoende, ze moeten hun opinie ook durven publiek maken en die moet ook ernstig genomen worden door de anderen. Hierbij is het goed om zich bewust te zijn van de lokale elites en hun belangen. 3.4. Adaptieve capaciteiten De veerkracht van bevolkingsgroepen wordt op de proef gesteld in onverwachte omstandigheden. In het zuiden, meer bepaald in rurale gemeenschappen, laat klimaatverandering zich nu al voelen. Extreme weersomstandigheden en natuurrampen komen steeds vaker voor, ze zorgen onder meer voor de degradatie van land en water. Vooral kwetsbare groepen, waaronder vrouwen en de inheemse bevolking, hebben te lijden onder deze veranderingen. Inspanningen met betrekking tot adaptatie en mitigatie moeten dus bijzondere aandacht hebben voor deze groepen. BOS+ denkt dan met name aan herstel van gedegradeerde gronden, de strijd tegen verwoestijning, duurzaam beheer van natuurlijke rijkdommen, bosreservaten en bufferzones, landgebruiksplanning, duurzame waardeketenbenadering van bosproducten, de valorisering van ecosysteemdiensten. 3.5. Sociaal-culturele capaciteiten BOS+ vindt dat de natuurlijke rijkdommen in het Zuiden in eerste instantie toebehoren aan de lokale gemeenschappen die er leven. BOS+ gelooft dan ook in de empowerment van inheemse gemeenschappen en 8 Bron: Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking, Strategienota Gelijke Rechten en Kansen voor Vrouwen en Mannen 5 steunt de VN Verklaring over de Rechten van Inheemse Volken (met o.a. art 21 en 22 over de speciale rechten en behoeften van inheemse vrouwen). Deze gemeenschappen hebben vaak nog sterke tradities, onder meer met betrekking tot genderrollen. BOS+ wil, met respect voor de cultuur, de rol van vrouwen in deze samenleving erkennen en uitbouwen. 4. Gendergelijkheid in de organisatiestructuur BOS+ wil ook binnen de eigen organisatie aandacht besteden aan gelijke kansen voor mannen en vrouwen. Hoewel dit op dit moment nog niet het geval is, streeft BOS+ naar een paritaire samenstelling van de Raad van Bestuur. Het is onze ambitie dat tegen 2018 maximum twee derde van de bestuurders van hetzelfde geslacht is. Het team van BOS+ is overwegend vrouwelijk. BOS+ garandeert bij aanwervingen nooit te zullen discrimineren, noch op basis van geslacht, noch op eender welk ander vlak. BOS+ streeft ook binnen het team naar een paritaire samenstelling. Bovendien zal BOS+ in de toekomst vacatures uitschrijven voor M/V/X. 31 oktober 2015 Bert De Somviele Directeur BOS+ Hilke Evenepoel Coördinator BOS+ tropen vzw 6 Bijlage 1: Checklist bij een interventieproces inzake gender A. ONTWERP Enkele aandachtspunten bij de studie van de interventiecontext: - - Zijn er gedifferentieerde gegevens per geslacht beschikbaar? Wordt er een gedifferentieerde analyse per geslacht gemaakt? o Met betrekking tot de vereiste middelen, het potentieel, de behoeften,… o Met betrekking tot de risico-analyse (welke impliciete genderverschillen kunnen negatief inwerken op de interventie of welke zaken hebben mogelijk een negatieve invloed op de positie van vrouwen) Hebben mannen en vrouwen even sterk geparticipeerd in het proces van analyse van problemen en behoeften? Zo ja, zijn er verschillende behoeften en problemen per geslacht waar rekening mee gehouden moet worden? Gedifferentieerde analyse per geslacht Deze analyse maakt het mogelijk om, in een bepaalde context, de volgende informatie te verkrijgen: - de rollen, praktische behoeften, strategische belangen en uiteenlopende visies van vrouwen en mannen; de relaties tussen vrouwen en mannen als het gaat om toegang tot hulpbronnen, winsten, besluitvormingsprocessen en de controle erop; de verschillen tussen vrouwen en mannen, naargelang hun sociale klasse, ras, kaste en etnische groep; de uiteenlopende repercussies van de interventies op vrouwen en mannen; de sociale en culturele obstakels, de kansen om de ongelijkheden tussen mannen en vrouwen te verminderen en te streven naar meer gelijke verhoudingen; het vermogen van de instellingen om programma’s uit te werken voor gelijkheid tussen mannen en vrouwen. B. IMPLEMENTATIE Enkele richtlijnen tijdens de ontplooiing van de interventie: - Staan er doelgerichte interventies beschreven in het strategisch kader (bijvoorbeeld: spelen de specifieke doelstellingen en de resultaten in op genderongelijkheid)? Wordt de lokale knowhow over genderongelijkheid, hoofdzakelijk via de lokale partner, optimaal benut? Worden er tijdens de uitvoeringsfase speciale inspanningen gedaan om kwetsbare groepen, waaronder vrouwen, te betrekken? Wordt er vrouwelijk personeel ingezet door BOS+ en de lokale partner? 7 C. EVALUATIE Enkele richtlijnen bij het afsluiten van de interventie: - Zijn er gender-sensitieve indicatoren? Wordt er een gedifferentieerde monitoring gedaan per geslacht? Wordt er een analyse gemaakt van de (middel)lange-termijninvloed van de interventie op de gendergelijkheid? 8