Letale of maligne katatonie

advertisement
Katatonie en
electroconvulsieve
therapie
Katatonie
In 1583: beschrijving van patient met katatonie
In 1874: Duitse psychiater Kahlbaum schrijft een belangrijke
verhandeling over katatonie als hem een hersenziekte met
verschillende oorzaken
Vervolgens Kraeplin: katatonie bij dementia praecox als vorm
van mentale blokkade
Bleuer incorporeert katatonie in het schizofrenie concept
Dit blijft zo in de DSM tot de DSM IV.
In DSM IV: katatonie bij 3 ziekte beelden beschreven
•als gevolg van een somatisch ziektebeeld;
•als subtype van schizofrenie;
•als specificatie van affectieve stoornissen
Katatonie: verschijnselen
ontregeling van het motorische systeem
Te verdelen in symptomen gerelateerd aan:
(1) Motorische verschijnselen: stupor/onbeweeglijkheid,
katalepsie, rigiditeit en flexibilitas cerea
(2) Terugtrekgedrag: mutisme, staren, negativisme en
weigeren van eten en drinken
(3) Opwinding: hyperactiviteit, impulsiviteit, ongericht
potentieel gevaarlijke agressie, autonome instabiliteit
(4) bizar, zich herhalend gedrag: grimasseren, echolalie en
echopraxie, stereotypie, maniërismen, perseveratie,
bevelsautomatisme, motorische coöperatie
motorische oppositie (Gegenhalten), ambitendentie
Voorkomen van katatonie
•
•
•
Prevalentie op opname afd van psychiatrie: 7-15 %
Pten met een depressieve stoornis: prevalentie van 20 %
Pten met een manische episode: prevalentie 31 %
Pathofysiologie en etiologie
•
•
•
•
Niet goed bekend
Veranderde activiteit van dopaminerge functie
Disfunctie in de dorsolaterale prefrontale parietale cortex
Genetisch
Katatonie typen
•
•
•
•
Stuporeuze katatonie: bewegingsloos, mutistisch en
reageert niet op externe stimuli
Katatonie met opwindingstoestand:
overmatige beweeglijkheid, verwardheid, incoherente
spraak en desoriëntatie.
Het beeld kan erg lijken op een delier of op een manische
episode bij een bipolaire stoornis.
Letale of maligne katatonie: ontstaat acuut en gaat
gepaard met koorts en autonome instabiliteit.
Vaak wordt een verhoogde CK, leucocytose en verlaagd
ijzer
Periodieke katatonie: cyclisch terugkerende episoden van
katatonie, die geassocieerd zijn met afwijkingen in de
thyroxinespiegel en de stikstofbalans.
Kort film fragment katatone patient
Oorzaken katatonie
•
•
•
•
•
•
Psychiatrische stoornissen: Affectieve stoornis, Schizofrenie
Conversies/dissociatie/hypnose
Neurologische stoornissen
Metabole stoornissen
Toxinen
Medicijnen
Overig: malaria
DD katatonie
•
•
•
•
Maligne neurolepticum syndroom en stuporeuze katatonie:
overeenkomsten: rigiditeit en bewegingloosheid.
verschil: bij MNS: koorts en patienten imponeren
lichamelijk zeer ziek
EPS en stuporeuze katatonie:
Overeenkomsten: bradykinesie, maskergelaat, rigiditeit,
dystonie met abnormale houdingen
Verschil: EPS ontstaat bij antipsychotica gebruik
Manie en katatonie met opwindingstoestand:
Verschil: bij katatonie is opwindingstoestand vaak
onverwacht en kortdurend.
Delier en letale katatonie:
Verschil: symptomen zoals flexibilitas cerea, mutisme en
negativisme ontbreken meestal bij delier.
Vervolg DD katatonie
•
•
Serotonine syndroom en letale katatonie
Serotonine syndroom ontstaat door medicijnen of drugs.
Clonus, hyperreflexie en roodheid bij katatonie niet
aanwezig
Complexe partiele epilepsie en non convulsieve status
epilepticus
EEG
Behandeling stuporeuze katatonie:
•
•
•
•
•
•
•
Algemeen:
Bescherming: voeding, vocht, tegen gaan contracturen,
zelfzorg, voorkomen decubitus
Lorazepam: 2 tot 4 mg per dag. Bij uitblijven effect
verhogen naar 8 tot 16 mg per dag.
Bij uitblijven effect na een paar dagen: ECT
Bij uitblijven resultaat: combinatie van lorazepam en ECT
Iv geven van Barbituraat: amobarbital
Bij ernstige katatonie verhoogde kans op trombose en
longembolieen, dus fraxiparine
Klassieke antipsychotica zijn relatief gecontraindiceerd.
Risico: verergeren van verschijnselen, overgaan naar
lethale katatonie, MNS induceren.
Behandeling katatonie met
opwindingstoestand
•
•
•
Hogere doseringen lorazepam
ECT
Geen antipsychotica vanwege risico op verergering beeld.
Behandeling letale katatonie
•
•
Symptomen van autonome dysregulatie bestrijden
Spoed ECT met lorazepam.
Prognose
•
Hangt mn af van de duur van de katatonie
•
Dus snelle herkenning en behandeling is nodig
ECT
Geschiedenis
•
•
•
•
•
•
Eerste ECT 1930 door de Italiaanse neurologen Ugo
Cerletti en Lucio Bini als behandeling voor
psychiatrische ziekten.
In 1939 eerste ECT in Nederland door J.A.J.
Barnhoorn (geneesheer-directeur van de
psychiatrische inrichting Sint Willibrord te Heiloo)
voor psychotische depressies
Aantal behandelingen nam snel toe.
Indicaties: psychotische stoornissen en biologische
depressies
Vanaf 1948: spierverslapping
Eind jaren 60: afname aantal ECT’s ivm gebruik
psychofarmaca en ontstaan antipsychiatrie.
(oa NASA: nationale anti shock actie)
Vervolg geschiedenis
• 1977: nog maar enkele centra die ECT doen
• 1983: cie vd gezondheidsraad: ECT moet in
behandelarsenaal van psychiater blijven.
Zeer strikte regels (enkele ziekenhuizen en
alleen bij zeer ernstig vitaal depressieve
patienten)
• 1985 Richtlijn van de geneeskundige
inspectie
• 1992: Consensus rapport van de NVvP over
ECT
• 2000: Richtlijn van de NVvP
• 2010: Tweede, herziene versie Richtlijn ECT
Aantal ECT behandelingen in
Nederland
• 1996: 200 pten
• 1998: 328 pten
• 2008: 13.500 ECT’s uitgevoerd.
In Nederland is een werkgroep opgericht:
WEN (werkgroep ECT Nederland). Visitatie
systeem wordt opgezet
Indicaties
Depressies
• Medicatie resistente depressies: respons percentage
is 50 %
Eerste keus behandeling:
• Indien een snelle respons gewenst is
(bij levensbedreigende depressies: niet eten en
drinken, suicidaliteit)
• Indien psychotische kenmerken: effectiever gebleken
dan medicatie
• Indien katatone verschijnselen
• Indien eerder therapie resistent en goed reagerend op
ECT.
• Bij ouderen eerder overwegen, gezien de risico’s van
farmacotherapie.
• Bij comorbide M. Parkinson
Indicaties
Bipolaire stoornis
• Bij gebleken therapie resistentie
• Bij therapie resistente manie
• Bij rapid cycling bipolaire stoornis die
onvoldoende reageert op medicatie
Schizofrenie
• Therapie resistente schizofrenie van het
katatone of paranoide type
• Indien naast schizofrenie comorbide
affectieve symptomen of schizo-affectieve
stoornis
Indicaties
Letale katatonie/ maligne neurolpeticum
syndroom:
wanneer behandeling van eerste keus (hoge
dosis lorazepam) niet of onvoldoende snel
werkt
Delier:
Bij ernstige medicatie resistentie of indien
contra indicatie voor medicatie
(Relatieve) contra indicaties
• Cardiovasculair en pulmonaal
Binnen 3 maanden na hartinfarct
Geleidingsstoornissen, hartlijden, maligne
hypertensie, aneurysma, trombose,
feochromocytoom
Bij ernstig COPD
• Glaucoom en netvliesloslating
• Neurologisch:
Verhoogde intracraniele druk, recent CVA,
recent hersentrauma, meningitis en
encephalitis
Geen contra indicatie
• Dementie. Wel meer post ECT verwardheid
• Epilepsie
• Zwangerschap: in 2e en 3e trimester veilige
behandeling.
Effectiviteit bij depressie
Superieur effect van ECT in vergelijking met
medicatie en schijn ECT
Succespercentages in onderzoek: 70-90 %.
Succespercetage bij medicatie resistentie: 50
%
Geen verschil in effect bij unipolaire depressie
en bipolaire depressie
Gunstiger effect bij depressie met psychotische
kenmerken
Gunstiger effect bij patienten met korte index
periode
Gunstiger effect bij patienten die nog niet
adequaat medicamenteus behandeld zijn.
Niet cognitieve bijwerkingen
Vaak tijdens of in directe aansluiting op ECT sessie:
• allergische reactie op anesthesie of spierverslapper,
• aspiratie,
• gebitsbeschadiging,
• verlengde apnoe,
• hoofdpijn, spierpijn,
• misselijkheid,
• blaasruptuur,
• verhoogde oogboldruk,
• hart problemen,
• verlengd insult, verlaat insult,
• tijdelijke afasie, apraxie of agnosie, postictale dyskinesieen,
• manie, delier, psychose,
• intense angst voor de procedure
Cognitieve bijwerkingen
• Na ECT: brede cognitieve achteruitgang
(aandacht, reactietijd, executief
functioneren, IQ, verminderd vermogen om
nieuwe informatie op te nemen), die in
enkele dagen tot weken herstelt.
• Enige weken na ECT: cognitief functioneren
op niveau van voor ECT of beter.
• Retrograde amnesie (oude informatie):
herstelt zich deels in de weken na ECT
• Subjectieve geheugenklachten zijn meer
aanwezig dan objectieve geheugenklachten
Uitvoering ECT
• Op de OK
• in samenwerking met anesthesioloog
• Bewaking hart, bloeddruk, zuurstofgehalte
bloed
• Aangesloten op EEG
• Slaapmiddel en spierverslapper
• Een been geen spierverslapper om
motorische insult te volgen
• Electroden: uni of bilateraal
Vervolg uitvoering
Vervolg uitvoering
• Nadat patient slaapt en verslapt is en extra
zuurstof heeft gehad krijgt gebitsbeschermer
in en wordt de stroom toegediend
• Epileptisch insult. Duur moet langer dan 20
seconden zijn en korter dan 3 minuten.
• Herstart beademing totdat patient het zelf
weer kan.
• Vervolgens verblijf op uitslaapkamer.
• Procedure elke week 2 maal, totdat hij
helemaal hersteld is of stabiel blijft voor 2
weken op depressie schaal
Na de ECT
• Terugval/ recidief percentages zijn hoog !
Na remissie met medicamenteuze
behandeling: 50 % terugval binnen 6
maanden
Met vervolg behandeling 20 % terugval
binnen 6 maanden.
Na remissie na ECT: 33 % terugval binnen
6 maanden
Getallen nemen toe naarmate de tijd
verstrijkt
• depressie met psychotische kenmerken lijkt
terugval percentage lager te liggen
Na de ECT
• Medicatie: afhankelijk van medicatie van
voor ECT en wat patient mag hebben
• Onderhouds ECT
Van te voren met patient en familie bespreken
dat er na behandeling nodig is ivm terugval
risico.
Download