In principe is de groepsverzekering onderworpen aan

advertisement
Departement Handelswetenschappen en Bedrijfskunde
Bachelor Bedrijfsmanagement
Financie- en verzekeringswezen
PE Persoonsverzekeringen
Groepsverzekeringen deel 3
CAMPUS
Turnhout
Philippe Dilen en Yannick Dom
Academiejaar 2011-2012
1
Inhoudsopgave
Informatieplicht ....................................................................................................................................... 3
Pensioenfiche ...................................................................................................................................... 3
Historisch overzicht ............................................................................................................................. 3
Informatie over de renten ................................................................................................................... 3
Jaarverslag ........................................................................................................................................... 3
Vereffening van de prestatie ............................................................................................................... 4
Uittreding ................................................................................................................................................ 4
Definitie ............................................................................................................................................... 4
Afkoop ................................................................................................................................................. 4
Verworven reserves ................................................................................................................................ 5
Overdracht naar nieuwe werkgever.................................................................................................... 5
Individuele voortzetting ...................................................................................................................... 5
Onthaalstructuur ................................................................................................................................. 5
Geld laten staan................................................................................................................................... 6
Sociale pensioeninstelling ................................................................................................................... 6
Samengevat ......................................................................................................................................... 6
Procedure ................................................................................................................................................ 6
Principe ................................................................................................................................................ 6
Te laat .................................................................................................................................................. 7
Fiscaliteit en successierechten ................................................................................................................ 7
Toepassingen ......................................................................................................................................... 16
Bronnenlijst ........................................................................................................................................... 18
2
Informatieplicht
De Wet op de Aanvullende Pensioenen (WAP) voorziet een aanzienlijk aantal verplichte inlichtingen
die aan de aangeslotenen of aan de inrichters moeten worden gegeven (Art. 24, 26 en 42 WAP). Om
even te verduidelijken:
-
Pensioeninstellingen zijn verzekeraars;
Inrichters zijn werkgevers;
Aangeslotenen zijn werknemers.
Pensioenfiche
De verzekeraar (pensioeninstelling) dient ten minste één maal per jaar een pensioenfiche mee aan
de aangeslotenen (met uitzondering van de rentegenieters) waarop ten minste de volgende
gegevens worden vermeld1:
-
-
Het bedrag van de verworven reserves met vermelding van het gewaarborgde bedrag;
Het bedrag van de verworven prestaties op de pensioenleeftijd voorzien door het reglement;
De veranderlijke elementen waar rekening mee gehouden wordt voor de berekening van de
bedragen bij punten 1° en 2° (leeftijd, geslacht, bezoldiging, loopbaan, …), waardoor de
betrokkene kan nagaan of de elementen correct zijn;
Het bedrag van de verworven reserves van het jaar voordien.
Historisch overzicht
Op eenvoudig verzoek van de aangeslotene, moet de pensioeninstelling hem een historisch overzicht
van de verworven reserves en prestaties geven. Dat overzicht kan worden beperkt tot de
aansluitingsperiode bij de verzekeraar en de periode na 1 januari 1996 (de datum waarop de Wet
Colla van kracht is gegaan).
Informatie over de renten
De verzekeraar moet minstens om de vijf jaar het bedrag van de te verwachte rente bij pensionering
(zonder aftrek van belastingen) meedelen aan alle aangeslotenen die de leeftijd van 45 jaar hebben
bereikt.
Jaarverslag
De verzekeraar of de persoon die in de collectieve arbeidsovereenkomst of het pensioenreglement
aangeduid is, is verplicht om elk jaar een verslag op te stellen over het beheer van de
pensioentoezegging. Dit verslag wordt dan overgemaakt aan de inrichter (werkgever), die het daarna
op eenvoudig verzoek meedeelt aan de aangeslotenen.
Het jaarverslag moet informatie bevatten over de volgende elementen2:
1
2
De financieringswijze en haar structurele wijzigingen;
De beleggingsstrategie op lange en op korte termijn (met de mate waarin daarbij rekening
wordt gehouden met sociale, ethische en leefmilieuaspecten);
Het rendement van de beleggingen;
De kostenstructuur;
http://eb.vivium.be/EBWeb/memento_nl
http://eb.vivium.be/EBWeb/memento_nl
3
-
In voorkomend geval de winstdeling.
Vereffening van de prestatie
Twee maanden voordat de werknemer op pensioen gaat of binnen twee weken volgend op de
vervroegde pensionering, moet de verzekeraar of de werkgever hem informeren over de
mogelijkheden van de vereffening van de prestatie: uitkering van een kapitaal of rente.
Wanneer de prestatie in kapitaal is uitgedrukt, heeft de aangeslotenen, of in geval van overlijden, zijn
rechthebbenden, recht op een omzetting in rente te vragen. De keuze tussen kapitaal en rente blijft
vrij.
Uittreding
Definitie
De WAP (art.3 §1, 11°) definieert ‘uittreding’ als volgt3:
Sectorpensioen: de beëindiging van de arbeidsovereenkomst die niet het gevolg is van overlijden of
pensionering, enkel indien de werknemer geen nieuwe arbeidsovereenkomst heeft gesloten met een
werkgever die valt onder het toepassingsgebied van hetzelfde pensioenstelsel als dat van zijn vorige
werkgever. Hierbij wordt de uittreding van de aangeslotene uit het toepassingsgebied van de
collectieve sectorovereenkomst bedoeld, en niet de verandering van de werkgever binnen dezelfde
sector.
Ondernemingspensioen: de beëindiging van de arbeidsovereenkomst die niet het gevolgd is van
overlijden of pensionering.
Kort samengevat: uittreding is het moment waarop de werknemer zijn werkgever verlaat (dus
wanneer de arbeidsovereenkomst eindigt) voordat hij zijn pensioenleeftijd bereikt of overlijdt.
Afkoop
Tot 31 december 2009 is de oude regeling nog van toepassing. De afkoopmogelijkheid voor de
pensioentoezegging die opgestart zijn vóór 15 november 2003 blijft (voorlopig) bestaan voor enkele
gevallen, namelijk bij:
-
Overlijden van werknemer;
Pensionering (op wettelijke leeftijd of via brugpensioen);
Het bereiken van de contractuele pensioenleeftijd;
Tijdens de 5 jaar voorafgaand aan het normale verstrijken van het contract;
Uittreding.
Sinds 1 januari 2010 bracht de wet op de aanvullende pensioenen enkele veranderingen met zich
mee. Zo is afkoop niet meer mogelijk. Iedereen met een groepsverzekering die de leeftijd van 60 nog
niet heeft bereikt zal nog niet van de kapitalen en intresten van zijn groepsverzekering kunnen
genieten. Zelfs wie voor de leeftijd van 60 jaar verandert van werk of stopt met werken kan het
gespaarde bedrag niet gewoonweg opnemen.
3
Levensverzekering, technische en juridische aspecten (Claude Devoet)
4
Toch bestaat er een uitzondering op de regel. Wanneer de aangeslotene een woning wenst te kopen,
of te (ver)bouwen, kan hij een beroep doen op zijn groepsverzekering. Het pensioenreglement kan
voorzien dat de werknemer bij zijn verzekeraar een voorschot kan opvragen bij het kopen of
(ver)bouwen van een onroerend goed. De voorwaarden zijn wel dat deze mogelijkheden moeten
voorzien zijn in het pensioenreglement van de werknemer en dat het onroerend goed in de Europese
Unie ligt.4
Verworven reserves
Wat gebeurt er met de verworven reserves bij uittreding? Hieronder volgen de verschillende opties.
Overdracht naar nieuwe werkgever
Deze mogelijkheid bestaat enkel als de nieuwe werkgever ook een groepsverzekering aanbiedt aan
zijn werknemers. Indien dat het geval is, gebeurt de overdracht vrij snel (gemiddeld binnen drie
maanden). Door middel van een eenmalige premie wordt het opgebouwde kapitaal van de exwerkgever ingebracht in het nieuwe plan.
Individuele voortzetting
Een vrij nieuwe optie is de individuele voortzetting. De uittredende werknemer kan de werkgever
verplichten om een deel van zijn loon af te houden en door te storten naar de pensioeninstelling van
zijn ex-werkgever. De fiscale voordelen van de twee pijler zijn dan van toepassing. Het maximum
bedrag dat hij daar fiscaal gezien kan aan besteden bedraagt 2.120 euro per jaar (geïndexeerd
bedrag van 2011).
Er zijn wel enkele voorwaarden aan verbonden:
-
De werknemer moet minstens 42 maanden aangesloten geweest zijn bij het pensioenstelsel
dat hij verlaat;
Bij de nieuwe werkgever mag er geen pensioenstelsel bestaan.
Onthaalstructuur
Bij een onthaalstructuur bij uittreding kan de werknemer de verworven reserves overdragen van
andere pensioeninstellingen, indien hij nog aangesloten is bij een pensioeninstelling. Het is dus een
soort fonds waarin werknemers hun eerder opgebouwde reserves kunnen ‘bewaren’ buiten de
nieuwe pensioentoezegging. De reserves van de onthaalstructuur worden apart van de
pensioeninstelling beheerd. De mogelijkheid van onthaalstructuur moet wel in het reglement van de
pensioentoezegging staan.
Bij AG Insurance bijvoorbeeld worden de verworven reserves als volgt beheerd5:
4
5
De pensioenrechten worden als geheel beheerd, en zo zal de aangeslotene op ieder moment
een duidelijk zicht hebben op zijn pensioenrechten;
De aangeslotene kan genieten van de flexibiliteit bij de keuze van de belegging van zijn
reserves of van het niveau van de overlijdenswaarborg;
Ten slotte kan de aangeslotene nog genieten van diensten en raadgevingen van experten.
http://www.assuralia.be/fileadmin/content/documents/publicaties/090526_nl_groep_KMO.pdf
http://www.agemployeebenefits.be/nl/affiliates/employer/3raisons1.asp
5
Geld laten staan
Naast de overdracht naar de nieuwe werkgever, individuele voortzetting en de onthaalstructuur, kan
de aangeslotene ook zijn geld laten staan. De verworven reserves blijven dan bij de
pensioeninstelling van de vorige werkgever staan. Het spaarbedrag blijft dus behouden zonder dat er
nieuwe premies gestort worden. De aangeslotene wordt dan een ‘slaper’ in het pensioenplan, maar
ontvangt jaarlijks nog steeds een pensioenfiche.
Sociale pensioeninstelling
De laatste optie bestaat uit het overbrengen van de reserves naar een sociale pensioeninstelling.
Deze pensioeninstelling verdeelt de winst onder de aangeslotenen in verhouding tot hun reserves.
De kosten worden bovendien beperkt.
Samengevat
Er zijn verschillende mogelijkheden om de verworven reserves te beheren na uittreding, maar ze
kunnen ook heel verwarrend zijn, denk maar een persoon die vaak van job wisselt. Om geen geld mis
te lopen bij de pensionering, kan de aangeslotene best zijn pensioenrechten zelf bijhouden en zijn
pensioeninstellingen op de hoogte houden van eventuele wijzigingen (vb. adreswijziging).
Procedure
Principe
De procedure voor de werkgever geldt enkel indien de werknemer vertrekt voor de einddatum van
de groepsverzekering. Indien de werknemer het bedrijf verlaat op zijn pensioenleeftijd, dan moet de
werkgever niets ondernemen. De verzekeraar zal deze taak op zich nemen.
Binnen de wettelijke termijn van dertig dagen na de uittreding, dient de werkgever (inrichter) aan
zijn verzekeraar schriftelijk te laten weten dat zijn werknemer vertrekt. De verzekeraar moet dan
binnen de dertig dagen de volgende gegevens overmaken aan de werkgever:
-
Het bedrag van de verworven reserves, eventueel verhoogd tot de gewaarborgde bedragen
onder toepassing van artikel 24 van de WAP6;
Het bedrag van de verworven prestaties;
De verschillende keuzemogelijkheden die voorgesteld zijn aan de aangeslotene, met de
melding dat de waarborg overlijden al dan niet behouden blijft.
De werkgever verwittigt dan onmiddellijk de aangeslotene schriftelijk of elektronisch van deze
gegevens.
Binnen de dertig dagen nadat de inrichter de aangeslotene op de hoogte heeft gebracht van deze
gegevens, moet de aangeslotene de pensioeninstelling of de inrichter op de hoogte brengen van zijn
keuze (dit is afhankelijk van het pensioenreglement).
6
http://www.assuropolis.be/secure/documentview.aspx?id=VS201271761
6
Te laat
Indien de aangeslotene zijn bedenktijd van dertig dagen niet respecteert, dan gaat men ervan uit dat
hij voor het behoud van de verworven reserves bij de pensioeninstelling van zijn ex-werkgever heeft
gekozen.
Toch staat de wet (art. 3 KB WAP) toe dat de aangeslotene altijd kan opteren voor overdacht van de
verworven reserves naar zijn nieuwe werkgever, individuele voortzetting, enzovoort (zie verworven
reserves).
Fiscaliteit en successierechten
Taks op de verzekeringscontracten
Basistarief
In principe is de groepsverzekering onderworpen aan jaarlijkse taksen. In groepsverzekering wordt
elke afzonderlijk genomen toezegging anders belast:
 leven en overlijden: 4,40 %
 arbeidsongeschiktheid: 4,40 % in geval van geen discriminatie
 hospitalisatie: 9,25 %
Deze percentages worden geheven op de premies.
Voorwaarden: verzekeraar moet in België gevestigd zijn en verzekeringsnemer moet in België
gedomicilieerd zijn.
Verzekeraars die een risico gelegen hebben in het buitenland moeten deze taks niet betalen.
Als we spreken over taksen op de premie, spreken we over de handelspremie.
Normaal betaalt de in België gelegen verzekeraar deze taksen, maar bij ontbreken hiervan betaalt de
Belgische tussenpersoon en als deze ook ontbreekt, betaalt de verzekeringsnemer.
Meerdere prestaties
Als een groepsverzekering meerdere prestaties omvat zoals bijvoorbeeld leven +
arbeidsongeschiktheid blijft elke prestatie onderworpen aan het tarief hierboven vermeld onder
volgende voorwaarden :



geen discriminatie: alle aangeslotenen worden op dezelfde manier behandeld
geen uitsluiting op medische gronden: indien er meer dan 10 aangeslotenen zijn moeten de
toezeggingen overlijden, arbeidsongeschiktheid en medische kosten zonder uitsluiting
worden kunnen onderschreven op basis van een medisch onderzoek, bijpremies zijn wel
mogelijk.
Gedifferentieerd beheer: men moet op elk moment voor elke aangeslotene de gepaste
premies en fiscaliteit kunnen toepassen
7
Als één van deze voorwaarden niet voldaan zijn wordt elke premie die wordt uitbetaald met
betrekking op de groepsverzekering belast met een tarief van 9,25 %.
Individuele voortzetting
Als een ex-aangeslotene de groepsverzekering individueel wil verder zetten ( max. 1500 euro / jaar
geïndexeerd ) worden de premies belast met een rentevoet van 4,40 %.
Aftrekbaarheid van de premies
Leven en overlijden
 werkgever: aftrekbaar als beroepslasten volgens de 80%-regel*.
Voorwaarden: premies moeten definitief gestort worden, het mag niet uitgaan van een wettelijke
verplichting, aan een in België gevestigde verzekeraar, moeten dienen voor de vorming van een rente
of kapitaal bij dood of leven, regels inzake voorschot en inpandgeving moeten worden nageleefd,
mogen alleen worden afgetrokken als men het echt als kost bewijst.
* Bwp< 80% (T-WP) * N/D
Bwp: boven wettelijk pensioen
T: laatste normale brutoloon
WP: wettelijke pensioen ( geschat )
N: effectieve duur van de beroepsactiviteit
D: 40 ( forfait ) als normale duur van de loopbaan
De werkgever betaalt ook een bijzondere RSZ-bijdrage van 8.86 % op de premies maar is voor hem
wel aftrekbaar als beroepskosten.

werknemer: 30 à 40 % belastingsvermindering
Arbeidsongeschiktheid


werkgever: kunnen worden afgetrokken als beroepslasten als de wettelijke en
bovenwettelijke prestaties in arbeidsongeschiktheid de normale jaarlijkse brutobezoldiging
niet overschrijden (100%-regel)
werknemer: kunnen als beroepslasten worden afgetrokken
Medische kosten


werkgever: geen aftrek van beroepslasten mogelijk
werknemer: geen aftrek van beroepslasten mogelijk
Belasting van de prestaties
Leven en overlijden
De prestatie is altijd belastbaar dus als ze gefinancierd wordt door werkgever- of
werknemersbijdragen.
8
Parafiscaliteit ( bijdragen van werknemers en werkgevers aan de sociale zekerheid ):


RIZIV-inhouding ( 3,55 % voor kapitalen en renten )
Solidariteitsbijdrage op de pensioenen ( 1% vanaf 2.500€ tot 25.000€ voor een rustpensioen
of tot 75.000€ voor een overlevingspensioen , 2% voor hogere bedragen)
*Deze inhoudingen zijn van toepassing op de loontrekkenden en zelfstandigen die ten laste worden
genomen van de gepensioneerde of overlevende echtgenoot, op het brutobedrag van het
toegekende pensioen.
Vereffening in kapitaal :
Belasting tegen de afzonderlijke aanslagvoet:


16,5 % voor werkgeversbijdragen
10 % voor werknemersbijdragen
Tegen volgende voorwaarden:



Op 60 jaar ( effectieve oppensioenstelling is niet verplicht – gevolg : een zelfstandige
bedrijfsleider moet zijn mandaat niet neerleggen om aldus belast te worden )
Op de effectieve oppensioenstelling
Bij overlijden
Bij gebreke aan deze voorwaarden wordt voor de werkgeversbijdragen een progressieve
aanslagvoet7 toegepast en voor de werknemersbijdragen 33%.
Winstdeelname wordt niet belast. Bijvoorbeeld als de verzekeraar het beter doet dan verwacht,
kunnen ze een extra rendement uitkeren. Deze worden niet belast als het in de vorm van een
kapitaal is.
Men moet ook rekening houden met het solidariteitspact tussen de generaties. De Wet
inkomstenbelasting van 1992 voorziet een belastingvermindering op de kapitalen gefinancierd met
werkgeversbijdragen als de aangeslotene effectief tewerkgesteld 8werd tot de wettige
pensioenleeftijd. 16,5 % wordt dan 10 %.
Vereffening in rente
De prestatie in rente wordt belast tegen de progressieve rentevoet. ( belastingvermindering van
pensioenen is hier van toepassing ).
Als de prestatie in kapitaal is uitgedrukt kan de verzekerde een betaling in rente vragen. Men moet
dan wel beroep doen op de techniek van het prijsgegeven kapitaal. Dit is een speciaal stelsel waarbij
een belasting wordt betaald van het opgebouwde kapitaal ( regels zoals hierboven vermeld) en een
7
Hoe hoger het inkomen, hoe hoger de belastingsvoet
- Gewerkt hebben als loontrekkende of zelfstandige, voltijds of deeltijds, gedurende de laatste drie jaar voor
de wettelijke pensioenleeftijd – Werkloos zijn gedurende de laatste drie jaar voor de wettelijke
pensioenleeftijd – Arbeidsongeschikt zijn gedurende de laatste drie jaar voor de wettelijke pensioenleeftijd
8
9
belasting van de roerende opbrengst van de rente van 15 % + gemeentetaks maar maximum tot 3 %
van het prijsgegeven kapitaal.
Interessant overzicht gemeentekas van enkele gemeentes:
-
Arendonk: 7,5 %
Diest: 7,9 %
Antwerpen: 8 %
- Kapellen : 5 %
- Zwijndrecht: 1 %
Bron: http://fiscus.fgov.be/interfaoifnl/ipptc/tcantwerpen.htm
Winstdeelnames blijven ook hier onbelast.
Speciaal belastingstelsel bij voorschot of inpandgeving9
Het principe is dat er een omzetting gedaan wordt in een fictieve rente. Deze wordt berekend op een
eerste kapitaalschijf van € 50.000 aangepast volgens een coëfficiënt ( van 1 tot 5% ). Deze fictieve
rente moet gedurende 10 tot 13 jaar aangegeven worden ( naargelang de begunstigde 65 jaar is of
niet ). Dit saldo wordt dan tegen 16,5 % of 10 % belast ( kijk hoger, werknemersbijdrage of
werkgeversbijdrage ).
Leeftijd van de begunstigde op het ogenblik Omzettingscoëfficient
van de uitkering van het kapitaal
40 jaar en minder
1
41 tot 45 jaar
1,5
46 tot 50 jaar
2
51 tot 55 jaar
2,5
56 tot 58 jaar
3
59 en 60 jaar
3,5
61 en 62 jaar
4
63 en 64 jaar
4,5
65 jaar en meer
5
http://eb.vivium.be/EBWeb/memento_nl
Overzicht aanpassing volgens de coëfficiënt
Voorwaarden:



Vereffening op de normale einddatum van het contract
In de loop van de 5 jaar voorafgaand op de einddatum
Bij overlijden van de verzekerde
9
Een werknemer mag zijn groepsverzekering in pand geven als hij een hypothecaire lening aangaat bij een
bank. De bank wordt dan de begunstigde van de groepsverzekering.
10
EN het voorschot op de inpandgeving moet betrekking hebben op een hypothecaire lening:



Om een onroerend goed te bouwen, te verwerven, te herstellen ( enige woning van de
aangeslotene )
In de Europese Economische Ruimte
Uitsluitend bestemd voor persoonlijk gebruik
Successierechten
Vlaams Gewest:
TABEL I
Tarief in rechte lijn, tussen echtgenoten en tussen samenwonenden
A
Tarief, toepasselijk op
Totale bedrag van de
het overeenstemmende
belasting over de
gedeelte zoals
voorgaande gedeelten
voorkomend in kolom A
Van/tot
0,01 EUR - 50.000 EUR
3%
50.000 EUR - 250.000 EUR
9%
1.500 EUR
27 %
19.500 EUR
boven de 250.000 EUR
TABEL II
Tarief tussen andere personen dan in rechte lijn, echtgenoten en samenwonenden
A
Tarief, toepasselijk op het
Totale bedrag van de belasting
overeenstemmende gedeelte
over de voorgaande gedeelten
zoals voorkomend in kolom A
Van/tot
tussen broers
en zusters
tussen anderen
tussen broers en
zusters
tussen anderen
0,01 EUR - 75.000 EUR
30 %
45 %
75.000 EUR - 125.000 EUR
55 %
55 %
22.500 EUR
33.750 EUR
boven de 125.000 EUR
65 %
65 %
50.000 EUR
61.250 EUR
Onder samenwonende wordt hier verstaan: de wettelijke samenwonende of de persoon die
onafgebroken één jaar samenwoonde met de overledene en die bijdroeg tot de lasten van het
gemeenschappelijk leven.
Voor elke samenwonende die niet aan deze criteria voldoen gaan naar het systeem van 45 tot 65 % (
zie hierboven )
11
Waals gewest:
Rechte lijn Gedeelte van het netto-aandeel
tussen echtgenoten
tussen wettelijke samenwonenden
Van
tot inbegrepen
a
b
EUR
EUR
t.h.
EUR
0,01
12.500,00
3
12.500,01
25.000,00
4
375,00
25.000,01
50.000,00
5
875,00
50.000,01
100.000,00
7
2.125,00
100.000,01
150.000,00
10
5.625,00
150.000,01
200.000,00
14
10.625,00
200.000,01
250.000,00
18
17.625,00
250.000,01
500.000,00
24
26.625,00
30
86.625,00
Boven de 500.000,00
TABEL II
Gedeelte van
Tussen
Tussen ooms of tantes
Tussen
het netto-aandeel
broeders en zusters
en neven of nichten
alle andere personen
Van
tot
inbegrepen
a
B
a
b
a
b
EUR
t.h.
EUR
t.h.
EUR
EUR
EUR
t.h.
0,01
12.500,00
20
12.500,01
25.000,00
25
2.500,00
30
3.125,00
35
3.750,00
25.000,01
75.000,00
35
5.625,00
40
6.875,00
60
8.125,00
75.000,01
175.000,00
50
23.125,00
55
26.875,00
80
38.125,00
65
73.125,00
70
81.875,00
90 (*)
118.125,00
boven de 175.000,00
25
30
Hierin wordt vermeld :
onder a : het percentage dat toepasselijk is op het overeenstemmend gedeelte;
onder b : het totale bedrag van de belasting over de voorgaande gedeelten, de vrijstellingen
bepaald in artikel 54 buiten beschouwing gelaten.
12
In het Waalse gewest zal enkel de wettelijke samenwonende kunnen profiteren van de 1ste tabel als
hij bij de overledene gedomicilieerd was en dat de verklaring in het Burgerlijk Wetboek minstens een
jaar voor het overlijden gebeurde.
Brussels Hoofdstedelijk Gewest:
Tabel I
Tarief in rechte lijn, tussen echtgenoten
en tussen samenwonenden
A
belastingschijven
B
C
per schijf toepasselijk
totale bedrag van de belasting over
heffingspercentage
de voorgaande schijven
van tot
0,01 EUR - 50.000 EUR
3%
50.000 EUR - 100.000 EUR
8%
1.500 EUR
100.000 EUR - 175.000 EUR
9%
5.500 EUR
175.000 EUR - 250.000 EUR
18 %
12.250 EUR
250.000 EUR - 500.000 EUR
24 %
25.750 EUR
30 %
85.750 EUR
boven de 500.000 EUR
Tabel II
Tarief tussen broers en zussen
A
belastingschijven
B
C
per schijf toepasselijk
totale bedrag van de belasting over
heffingspercentage
de voorgaande schijven
van tot
0,01 EUR - 12.500 EUR
20 %
12.500 EUR - 25.000 EUR
25 %
2.500 EUR
25.000 EUR - 50.000 EUR
30 %
5.625 EUR
50.000 EUR - 100.000 EUR
40 %
13.125 EUR
100.000 EUR - 175.000 EUR
55 %
33.125 EUR
175.000 EUR - 250.000 EUR
60 %
74.375 EUR
boven de 250.000 EUR
65 %
119.375 EUR
13
Tabel III
Tarief tussen ooms of tantes en neven of nichten
A
belastingschijven
B
C
per schijf toepasselijk
totale bedrag van de belasting over
heffingspercentage
de voorgaande schijven
van tot
0,01 EUR - 50.000 EUR
35 %
50.000 EUR - 100.000 EUR
50 %
17.500 EUR
100.000 EUR - 175.000 EUR
60 %
42.500 EUR
70 %
87.500 EUR
boven de 175.000 EUR
Tabel IV
Tarief tussen alle andere personen
A
belastingschijven
B
C
per schijf toepasselijk
totale bedrag van de belasting over
heffingspercentage
de voorgaande schijven
van tot
0,01 EUR - 50.000 EUR
40 %
50.000 EUR - 75.000 EUR
55 %
20.000 EUR
75.000 EUR - 175.000 EUR
65 %
33.750 EUR
80 %
98.750 EUR
boven de 175.000 EUR
bron tabellen: Wetboek der successierechten
Er is een vrijstelling van successierechten op voorwaarde:



Aangeslotene moet statuut hebben van een loontrekkende werknemer ( geen vrijstelling in
geval van overlijden van de zelfstandige bedrijfsleider )
De overlijdensdekking wordt alleen uitgekeerd aan de echtgenoot of bij ontbreken hiervan
aan de kinderen onder 21 jaar
De regels van het groepsverzekeringsreglement moeten aan de wet voldaan zijn:
 De werknemer kan kiezen tussen twee verplichte systemen
 De toetreding is enkel verplicht voor een deel van het personeel
14
Arbeidsongeschiktheid
Belasting tegen de marginale aanslagvoet10 als vervangingsinkomen of pensioen.
Vergoeding bij blijvende ongeschiktheid onder de vorm van een kapitaal wordt belast onder de vorm
van een fictieve rente ( 1 à 5 % ) van het kapitaal. Dit gedurende 10 tot 13 jaar.
Medische kosten
Deze zijn vrijgesteld van belastingen.
10
Belastingtarief op de hoogste inkomensschijf in uw personenbelasting
15
Toepassingen
1) A, werknemer, overlijdt. Zijn weduwe ontvangt € 25 000, de kinderen elk een rente van € 8 000
per jaar zolang ze gerechtigd zijn op kinderbijslag en max. tot 25 jaar. Fiscaliteit?
Weduwe:
RIZIV: 3,55 % op 25.000 € = 837,5 €
Solidariteitsbijdragen op de pensioenen: 1 % op 25.000 € = 250 €
Kapitaal:
16,5% voor de werkgeversbijdragen
10% voor de werknemersbijdragen
Kinderen:
RIZIV: 3,55 % op 8.000 € = 268 €
Solidariteitsbijdragen op de pensioenen: 1 % op 8.000 € = 80 €
Rentes: tegen progressieve rentevoet
Geen vrijstelling van successierechten omdat weduwe EN kinderen begunstigde zijn. Ze betalen elk 3
% in het Vlaamse Gewest , 375 EUR voor de vrouw en 3 % voor de kinderen in het Waalse Gewest en
3 % voor vrouw en kinderen in het BHG.
2) B gaat op pensioen op 60 jaar en ontvangt € 30 000, daar bovenop ook € 5 000 deelname in de
winst. Taxatie?
RIZIV :3,55% op €30.000 = €1.065
Solidariteitsbijdragen op de pensioenen: 2% op €30.000 = €600
Kapitaal:
16,5% voor de werkgeversbijdragen
10% voor de werknemersbijdragen
Winstdeelname worden niet belast
3) C gaat op pensioen op 65 jaar en ontvangt € 30 000, daar bovenop ook € 5 000 deelname in de
winst. Taxatie?
RIZIV :3,55% op €30.000 = €1.065
Solidariteitsbijdragen op de pensioenen: 2% op €30.000 = €600
Kapitaal:
10% voor de werkgeversbijdragen ( solidariteitspact )
10% voor de werknemersbijdragen
Winstdeelname worden niet belast
4) D gaat op brugpensioen op 56 jaar en wil zijn pensioenkapitaal. Quid?
16
Zoals elke aangeslotene die uittreedt uit een aanvullend pensioenplan kon D nog de vereffening van
zijn verworven reserves opvragen en dit op zijn minst tot 31 december 2009 voor zover zijn
pensioenplan vóór de inwerkingtreding van de Wet-Vandenbroucke bestond.
Vanaf 1 januari 2010 is deze mogelijkheid verdwenen. Een bruggepensioneerde kan de afkoop van
zijn verworven reserves niet langer verkrijgen vooraleer hij de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt.11
5) Groepsverzekering: Stel dat de werknemer op pensioenleeftijd kiest voor een uitkering in de
vorm van een lijfrente. Hoe zal het belastingregime er uit zien?
RIZIV: 3,55 %
Solidariteitsbijdragen op de pensioenen (0-2%)
Als de uitkering in rente was :
Belastingschijf
Tarief
0 – 8 070 euro
25 %
8 070 – 11 480 euro 30 %
11 480 - 19 130 euro 40 %
19 130 – 35 060 euro 45 %
≥ 35 060 euro
50 %
http://www.belgium.be/nl/nieuws/2011/news_nieuwe-belastingschijven-2011.jsp
Als de uitkering uit een kapitaal bestond:
-
11
Regels voor belastingen van kapitaal ( 16.5 % voor werkgevers- en 10 % voor
werknemersbijdragen )
15 % roerende opbrengst van de rente + gemeentetaks
http://www.assuropolis.be/secure/documentview.aspx?id=VS201298075
17
Bronnenlijst
http://62.72.98.70/alleluia/nl/publication/commande/cahier/wap/ch4_index.asp
http://eb.vivium.be/EBWeb/eb-docs/gen_cond/NL-AV6100-4.pdf
http://eb.vivium.be/EBWeb/memento_nl
http://eb.vivium.be/EBWeb/nl/onthaalstructuur
http://eb.vivium.be/EBWeb/nl/uw_werknemer_verlaat_uw_bedrijf
http://fiscus.fgov.be/interfaoifnl/ipptc/tcantwerpen.htm
http://www.assuropolis.be/secure/documentview.aspx?id=VS201271761
http://www.bankshopper.be/nl/nieuws/nieuwsberichten-telex/nieuwe-uitbetalingsvoorwaardenvoor-groepsverzekeringen.html
http://www.deltalloydlife.be/Images/Cgen_capit_coll_nl_2_logo_tcm23-29803.pdf
http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?language=nl&la=N&cn=2003042836&table_na
me=wet
http://www.esofac.be/FlashJan11NL.pdf
http://www.ing.be/xpedio/groups/ingbe/@public/@bbl/@publications/documents/other/045129_n
l.pdf
http://www.jobat.be/nl/artikels/een-andere-job-wat-met-uw-pensioenplan/
http://www.laga.be/publications/downloads/groepsverzekering.pdf
http://www.lifeplan.be/lifeplan/dossiers/pensioenen/hoe-verandert-u-van-pensioenplan.html
Cahier aanvullende pensioenen na Vandenbroucke wet 2004
Handboek levensverzekeringen 2003, René Van Gompel
18
Download