Departement Handelswetenschappen en Bedrijfskunde Bachelor Bedrijfsmanagement Financie- en verzekeringswezen PE Persoonsverzekeringen Groepsverzekeringen deel 3 CAMPUS Turnhout Philippe Dilen en Yannick Dom Academiejaar 2011-2012 1 Inhoudsopgave Informatieplicht ....................................................................................................................................... 3 Pensioenfiche ...................................................................................................................................... 3 Historisch overzicht ............................................................................................................................. 3 Informatie over de renten ................................................................................................................... 3 Jaarverslag ........................................................................................................................................... 3 Vereffening van de prestatie ............................................................................................................... 4 Uittreding ................................................................................................................................................ 4 Definitie ............................................................................................................................................... 4 Afkoop ................................................................................................................................................. 4 Verworven reserves ................................................................................................................................ 5 Overdracht naar nieuwe werkgever.................................................................................................... 5 Individuele voortzetting ...................................................................................................................... 5 Onthaalstructuur ................................................................................................................................. 5 Geld laten staan................................................................................................................................... 6 Sociale pensioeninstelling ................................................................................................................... 6 Samengevat ......................................................................................................................................... 6 Procedure ................................................................................................................................................ 6 Principe ................................................................................................................................................ 6 Te laat .................................................................................................................................................. 7 Fiscaliteit en successierechten ................................................................................................................ 7 Toepassingen ......................................................................................................................................... 16 Bronnenlijst ........................................................................................................................................... 18 2 Informatieplicht De Wet op de Aanvullende Pensioenen (WAP) voorziet een aanzienlijk aantal verplichte inlichtingen die aan de aangeslotenen of aan de inrichters moeten worden gegeven (Art. 24, 26 en 42 WAP). Om even te verduidelijken: - Pensioeninstellingen zijn verzekeraars; Inrichters zijn werkgevers; Aangeslotenen zijn werknemers. Pensioenfiche De verzekeraar (pensioeninstelling) dient ten minste één maal per jaar een pensioenfiche mee aan de aangeslotenen (met uitzondering van de rentegenieters) waarop ten minste de volgende gegevens worden vermeld1: - - Het bedrag van de verworven reserves met vermelding van het gewaarborgde bedrag; Het bedrag van de verworven prestaties op de pensioenleeftijd voorzien door het reglement; De veranderlijke elementen waar rekening mee gehouden wordt voor de berekening van de bedragen bij punten 1° en 2° (leeftijd, geslacht, bezoldiging, loopbaan, …), waardoor de betrokkene kan nagaan of de elementen correct zijn; Het bedrag van de verworven reserves van het jaar voordien. Historisch overzicht Op eenvoudig verzoek van de aangeslotene, moet de pensioeninstelling hem een historisch overzicht van de verworven reserves en prestaties geven. Dat overzicht kan worden beperkt tot de aansluitingsperiode bij de verzekeraar en de periode na 1 januari 1996 (de datum waarop de Wet Colla van kracht is gegaan). Informatie over de renten De verzekeraar moet minstens om de vijf jaar het bedrag van de te verwachte rente bij pensionering (zonder aftrek van belastingen) meedelen aan alle aangeslotenen die de leeftijd van 45 jaar hebben bereikt. Jaarverslag De verzekeraar of de persoon die in de collectieve arbeidsovereenkomst of het pensioenreglement aangeduid is, is verplicht om elk jaar een verslag op te stellen over het beheer van de pensioentoezegging. Dit verslag wordt dan overgemaakt aan de inrichter (werkgever), die het daarna op eenvoudig verzoek meedeelt aan de aangeslotenen. Het jaarverslag moet informatie bevatten over de volgende elementen2: 1 2 De financieringswijze en haar structurele wijzigingen; De beleggingsstrategie op lange en op korte termijn (met de mate waarin daarbij rekening wordt gehouden met sociale, ethische en leefmilieuaspecten); Het rendement van de beleggingen; De kostenstructuur; http://eb.vivium.be/EBWeb/memento_nl http://eb.vivium.be/EBWeb/memento_nl 3 - In voorkomend geval de winstdeling. Vereffening van de prestatie Twee maanden voordat de werknemer op pensioen gaat of binnen twee weken volgend op de vervroegde pensionering, moet de verzekeraar of de werkgever hem informeren over de mogelijkheden van de vereffening van de prestatie: uitkering van een kapitaal of rente. Wanneer de prestatie in kapitaal is uitgedrukt, heeft de aangeslotenen, of in geval van overlijden, zijn rechthebbenden, recht op een omzetting in rente te vragen. De keuze tussen kapitaal en rente blijft vrij. Uittreding Definitie De WAP (art.3 §1, 11°) definieert ‘uittreding’ als volgt3: Sectorpensioen: de beëindiging van de arbeidsovereenkomst die niet het gevolg is van overlijden of pensionering, enkel indien de werknemer geen nieuwe arbeidsovereenkomst heeft gesloten met een werkgever die valt onder het toepassingsgebied van hetzelfde pensioenstelsel als dat van zijn vorige werkgever. Hierbij wordt de uittreding van de aangeslotene uit het toepassingsgebied van de collectieve sectorovereenkomst bedoeld, en niet de verandering van de werkgever binnen dezelfde sector. Ondernemingspensioen: de beëindiging van de arbeidsovereenkomst die niet het gevolgd is van overlijden of pensionering. Kort samengevat: uittreding is het moment waarop de werknemer zijn werkgever verlaat (dus wanneer de arbeidsovereenkomst eindigt) voordat hij zijn pensioenleeftijd bereikt of overlijdt. Afkoop Tot 31 december 2009 is de oude regeling nog van toepassing. De afkoopmogelijkheid voor de pensioentoezegging die opgestart zijn vóór 15 november 2003 blijft (voorlopig) bestaan voor enkele gevallen, namelijk bij: - Overlijden van werknemer; Pensionering (op wettelijke leeftijd of via brugpensioen); Het bereiken van de contractuele pensioenleeftijd; Tijdens de 5 jaar voorafgaand aan het normale verstrijken van het contract; Uittreding. Sinds 1 januari 2010 bracht de wet op de aanvullende pensioenen enkele veranderingen met zich mee. Zo is afkoop niet meer mogelijk. Iedereen met een groepsverzekering die de leeftijd van 60 nog niet heeft bereikt zal nog niet van de kapitalen en intresten van zijn groepsverzekering kunnen genieten. Zelfs wie voor de leeftijd van 60 jaar verandert van werk of stopt met werken kan het gespaarde bedrag niet gewoonweg opnemen. 3 Levensverzekering, technische en juridische aspecten (Claude Devoet) 4 Toch bestaat er een uitzondering op de regel. Wanneer de aangeslotene een woning wenst te kopen, of te (ver)bouwen, kan hij een beroep doen op zijn groepsverzekering. Het pensioenreglement kan voorzien dat de werknemer bij zijn verzekeraar een voorschot kan opvragen bij het kopen of (ver)bouwen van een onroerend goed. De voorwaarden zijn wel dat deze mogelijkheden moeten voorzien zijn in het pensioenreglement van de werknemer en dat het onroerend goed in de Europese Unie ligt.4 Verworven reserves Wat gebeurt er met de verworven reserves bij uittreding? Hieronder volgen de verschillende opties. Overdracht naar nieuwe werkgever Deze mogelijkheid bestaat enkel als de nieuwe werkgever ook een groepsverzekering aanbiedt aan zijn werknemers. Indien dat het geval is, gebeurt de overdracht vrij snel (gemiddeld binnen drie maanden). Door middel van een eenmalige premie wordt het opgebouwde kapitaal van de exwerkgever ingebracht in het nieuwe plan. Individuele voortzetting Een vrij nieuwe optie is de individuele voortzetting. De uittredende werknemer kan de werkgever verplichten om een deel van zijn loon af te houden en door te storten naar de pensioeninstelling van zijn ex-werkgever. De fiscale voordelen van de twee pijler zijn dan van toepassing. Het maximum bedrag dat hij daar fiscaal gezien kan aan besteden bedraagt 2.120 euro per jaar (geïndexeerd bedrag van 2011). Er zijn wel enkele voorwaarden aan verbonden: - De werknemer moet minstens 42 maanden aangesloten geweest zijn bij het pensioenstelsel dat hij verlaat; Bij de nieuwe werkgever mag er geen pensioenstelsel bestaan. Onthaalstructuur Bij een onthaalstructuur bij uittreding kan de werknemer de verworven reserves overdragen van andere pensioeninstellingen, indien hij nog aangesloten is bij een pensioeninstelling. Het is dus een soort fonds waarin werknemers hun eerder opgebouwde reserves kunnen ‘bewaren’ buiten de nieuwe pensioentoezegging. De reserves van de onthaalstructuur worden apart van de pensioeninstelling beheerd. De mogelijkheid van onthaalstructuur moet wel in het reglement van de pensioentoezegging staan. Bij AG Insurance bijvoorbeeld worden de verworven reserves als volgt beheerd5: 4 5 De pensioenrechten worden als geheel beheerd, en zo zal de aangeslotene op ieder moment een duidelijk zicht hebben op zijn pensioenrechten; De aangeslotene kan genieten van de flexibiliteit bij de keuze van de belegging van zijn reserves of van het niveau van de overlijdenswaarborg; Ten slotte kan de aangeslotene nog genieten van diensten en raadgevingen van experten. http://www.assuralia.be/fileadmin/content/documents/publicaties/090526_nl_groep_KMO.pdf http://www.agemployeebenefits.be/nl/affiliates/employer/3raisons1.asp 5 Geld laten staan Naast de overdracht naar de nieuwe werkgever, individuele voortzetting en de onthaalstructuur, kan de aangeslotene ook zijn geld laten staan. De verworven reserves blijven dan bij de pensioeninstelling van de vorige werkgever staan. Het spaarbedrag blijft dus behouden zonder dat er nieuwe premies gestort worden. De aangeslotene wordt dan een ‘slaper’ in het pensioenplan, maar ontvangt jaarlijks nog steeds een pensioenfiche. Sociale pensioeninstelling De laatste optie bestaat uit het overbrengen van de reserves naar een sociale pensioeninstelling. Deze pensioeninstelling verdeelt de winst onder de aangeslotenen in verhouding tot hun reserves. De kosten worden bovendien beperkt. Samengevat Er zijn verschillende mogelijkheden om de verworven reserves te beheren na uittreding, maar ze kunnen ook heel verwarrend zijn, denk maar een persoon die vaak van job wisselt. Om geen geld mis te lopen bij de pensionering, kan de aangeslotene best zijn pensioenrechten zelf bijhouden en zijn pensioeninstellingen op de hoogte houden van eventuele wijzigingen (vb. adreswijziging). Procedure Principe De procedure voor de werkgever geldt enkel indien de werknemer vertrekt voor de einddatum van de groepsverzekering. Indien de werknemer het bedrijf verlaat op zijn pensioenleeftijd, dan moet de werkgever niets ondernemen. De verzekeraar zal deze taak op zich nemen. Binnen de wettelijke termijn van dertig dagen na de uittreding, dient de werkgever (inrichter) aan zijn verzekeraar schriftelijk te laten weten dat zijn werknemer vertrekt. De verzekeraar moet dan binnen de dertig dagen de volgende gegevens overmaken aan de werkgever: - Het bedrag van de verworven reserves, eventueel verhoogd tot de gewaarborgde bedragen onder toepassing van artikel 24 van de WAP6; Het bedrag van de verworven prestaties; De verschillende keuzemogelijkheden die voorgesteld zijn aan de aangeslotene, met de melding dat de waarborg overlijden al dan niet behouden blijft. De werkgever verwittigt dan onmiddellijk de aangeslotene schriftelijk of elektronisch van deze gegevens. Binnen de dertig dagen nadat de inrichter de aangeslotene op de hoogte heeft gebracht van deze gegevens, moet de aangeslotene de pensioeninstelling of de inrichter op de hoogte brengen van zijn keuze (dit is afhankelijk van het pensioenreglement). 6 http://www.assuropolis.be/secure/documentview.aspx?id=VS201271761 6 Te laat Indien de aangeslotene zijn bedenktijd van dertig dagen niet respecteert, dan gaat men ervan uit dat hij voor het behoud van de verworven reserves bij de pensioeninstelling van zijn ex-werkgever heeft gekozen. Toch staat de wet (art. 3 KB WAP) toe dat de aangeslotene altijd kan opteren voor overdacht van de verworven reserves naar zijn nieuwe werkgever, individuele voortzetting, enzovoort (zie verworven reserves). Fiscaliteit en successierechten Taks op de verzekeringscontracten Basistarief In principe is de groepsverzekering onderworpen aan jaarlijkse taksen. In groepsverzekering wordt elke afzonderlijk genomen toezegging anders belast: leven en overlijden: 4,40 % arbeidsongeschiktheid: 4,40 % in geval van geen discriminatie hospitalisatie: 9,25 % Deze percentages worden geheven op de premies. Voorwaarden: verzekeraar moet in België gevestigd zijn en verzekeringsnemer moet in België gedomicilieerd zijn. Verzekeraars die een risico gelegen hebben in het buitenland moeten deze taks niet betalen. Als we spreken over taksen op de premie, spreken we over de handelspremie. Normaal betaalt de in België gelegen verzekeraar deze taksen, maar bij ontbreken hiervan betaalt de Belgische tussenpersoon en als deze ook ontbreekt, betaalt de verzekeringsnemer. Meerdere prestaties Als een groepsverzekering meerdere prestaties omvat zoals bijvoorbeeld leven + arbeidsongeschiktheid blijft elke prestatie onderworpen aan het tarief hierboven vermeld onder volgende voorwaarden : geen discriminatie: alle aangeslotenen worden op dezelfde manier behandeld geen uitsluiting op medische gronden: indien er meer dan 10 aangeslotenen zijn moeten de toezeggingen overlijden, arbeidsongeschiktheid en medische kosten zonder uitsluiting worden kunnen onderschreven op basis van een medisch onderzoek, bijpremies zijn wel mogelijk. Gedifferentieerd beheer: men moet op elk moment voor elke aangeslotene de gepaste premies en fiscaliteit kunnen toepassen 7 Als één van deze voorwaarden niet voldaan zijn wordt elke premie die wordt uitbetaald met betrekking op de groepsverzekering belast met een tarief van 9,25 %. Individuele voortzetting Als een ex-aangeslotene de groepsverzekering individueel wil verder zetten ( max. 1500 euro / jaar geïndexeerd ) worden de premies belast met een rentevoet van 4,40 %. Aftrekbaarheid van de premies Leven en overlijden werkgever: aftrekbaar als beroepslasten volgens de 80%-regel*. Voorwaarden: premies moeten definitief gestort worden, het mag niet uitgaan van een wettelijke verplichting, aan een in België gevestigde verzekeraar, moeten dienen voor de vorming van een rente of kapitaal bij dood of leven, regels inzake voorschot en inpandgeving moeten worden nageleefd, mogen alleen worden afgetrokken als men het echt als kost bewijst. * Bwp< 80% (T-WP) * N/D Bwp: boven wettelijk pensioen T: laatste normale brutoloon WP: wettelijke pensioen ( geschat ) N: effectieve duur van de beroepsactiviteit D: 40 ( forfait ) als normale duur van de loopbaan De werkgever betaalt ook een bijzondere RSZ-bijdrage van 8.86 % op de premies maar is voor hem wel aftrekbaar als beroepskosten. werknemer: 30 à 40 % belastingsvermindering Arbeidsongeschiktheid werkgever: kunnen worden afgetrokken als beroepslasten als de wettelijke en bovenwettelijke prestaties in arbeidsongeschiktheid de normale jaarlijkse brutobezoldiging niet overschrijden (100%-regel) werknemer: kunnen als beroepslasten worden afgetrokken Medische kosten werkgever: geen aftrek van beroepslasten mogelijk werknemer: geen aftrek van beroepslasten mogelijk Belasting van de prestaties Leven en overlijden De prestatie is altijd belastbaar dus als ze gefinancierd wordt door werkgever- of werknemersbijdragen. 8 Parafiscaliteit ( bijdragen van werknemers en werkgevers aan de sociale zekerheid ): RIZIV-inhouding ( 3,55 % voor kapitalen en renten ) Solidariteitsbijdrage op de pensioenen ( 1% vanaf 2.500€ tot 25.000€ voor een rustpensioen of tot 75.000€ voor een overlevingspensioen , 2% voor hogere bedragen) *Deze inhoudingen zijn van toepassing op de loontrekkenden en zelfstandigen die ten laste worden genomen van de gepensioneerde of overlevende echtgenoot, op het brutobedrag van het toegekende pensioen. Vereffening in kapitaal : Belasting tegen de afzonderlijke aanslagvoet: 16,5 % voor werkgeversbijdragen 10 % voor werknemersbijdragen Tegen volgende voorwaarden: Op 60 jaar ( effectieve oppensioenstelling is niet verplicht – gevolg : een zelfstandige bedrijfsleider moet zijn mandaat niet neerleggen om aldus belast te worden ) Op de effectieve oppensioenstelling Bij overlijden Bij gebreke aan deze voorwaarden wordt voor de werkgeversbijdragen een progressieve aanslagvoet7 toegepast en voor de werknemersbijdragen 33%. Winstdeelname wordt niet belast. Bijvoorbeeld als de verzekeraar het beter doet dan verwacht, kunnen ze een extra rendement uitkeren. Deze worden niet belast als het in de vorm van een kapitaal is. Men moet ook rekening houden met het solidariteitspact tussen de generaties. De Wet inkomstenbelasting van 1992 voorziet een belastingvermindering op de kapitalen gefinancierd met werkgeversbijdragen als de aangeslotene effectief tewerkgesteld 8werd tot de wettige pensioenleeftijd. 16,5 % wordt dan 10 %. Vereffening in rente De prestatie in rente wordt belast tegen de progressieve rentevoet. ( belastingvermindering van pensioenen is hier van toepassing ). Als de prestatie in kapitaal is uitgedrukt kan de verzekerde een betaling in rente vragen. Men moet dan wel beroep doen op de techniek van het prijsgegeven kapitaal. Dit is een speciaal stelsel waarbij een belasting wordt betaald van het opgebouwde kapitaal ( regels zoals hierboven vermeld) en een 7 Hoe hoger het inkomen, hoe hoger de belastingsvoet - Gewerkt hebben als loontrekkende of zelfstandige, voltijds of deeltijds, gedurende de laatste drie jaar voor de wettelijke pensioenleeftijd – Werkloos zijn gedurende de laatste drie jaar voor de wettelijke pensioenleeftijd – Arbeidsongeschikt zijn gedurende de laatste drie jaar voor de wettelijke pensioenleeftijd 8 9 belasting van de roerende opbrengst van de rente van 15 % + gemeentetaks maar maximum tot 3 % van het prijsgegeven kapitaal. Interessant overzicht gemeentekas van enkele gemeentes: - Arendonk: 7,5 % Diest: 7,9 % Antwerpen: 8 % - Kapellen : 5 % - Zwijndrecht: 1 % Bron: http://fiscus.fgov.be/interfaoifnl/ipptc/tcantwerpen.htm Winstdeelnames blijven ook hier onbelast. Speciaal belastingstelsel bij voorschot of inpandgeving9 Het principe is dat er een omzetting gedaan wordt in een fictieve rente. Deze wordt berekend op een eerste kapitaalschijf van € 50.000 aangepast volgens een coëfficiënt ( van 1 tot 5% ). Deze fictieve rente moet gedurende 10 tot 13 jaar aangegeven worden ( naargelang de begunstigde 65 jaar is of niet ). Dit saldo wordt dan tegen 16,5 % of 10 % belast ( kijk hoger, werknemersbijdrage of werkgeversbijdrage ). Leeftijd van de begunstigde op het ogenblik Omzettingscoëfficient van de uitkering van het kapitaal 40 jaar en minder 1 41 tot 45 jaar 1,5 46 tot 50 jaar 2 51 tot 55 jaar 2,5 56 tot 58 jaar 3 59 en 60 jaar 3,5 61 en 62 jaar 4 63 en 64 jaar 4,5 65 jaar en meer 5 http://eb.vivium.be/EBWeb/memento_nl Overzicht aanpassing volgens de coëfficiënt Voorwaarden: Vereffening op de normale einddatum van het contract In de loop van de 5 jaar voorafgaand op de einddatum Bij overlijden van de verzekerde 9 Een werknemer mag zijn groepsverzekering in pand geven als hij een hypothecaire lening aangaat bij een bank. De bank wordt dan de begunstigde van de groepsverzekering. 10 EN het voorschot op de inpandgeving moet betrekking hebben op een hypothecaire lening: Om een onroerend goed te bouwen, te verwerven, te herstellen ( enige woning van de aangeslotene ) In de Europese Economische Ruimte Uitsluitend bestemd voor persoonlijk gebruik Successierechten Vlaams Gewest: TABEL I Tarief in rechte lijn, tussen echtgenoten en tussen samenwonenden A Tarief, toepasselijk op Totale bedrag van de het overeenstemmende belasting over de gedeelte zoals voorgaande gedeelten voorkomend in kolom A Van/tot 0,01 EUR - 50.000 EUR 3% 50.000 EUR - 250.000 EUR 9% 1.500 EUR 27 % 19.500 EUR boven de 250.000 EUR TABEL II Tarief tussen andere personen dan in rechte lijn, echtgenoten en samenwonenden A Tarief, toepasselijk op het Totale bedrag van de belasting overeenstemmende gedeelte over de voorgaande gedeelten zoals voorkomend in kolom A Van/tot tussen broers en zusters tussen anderen tussen broers en zusters tussen anderen 0,01 EUR - 75.000 EUR 30 % 45 % 75.000 EUR - 125.000 EUR 55 % 55 % 22.500 EUR 33.750 EUR boven de 125.000 EUR 65 % 65 % 50.000 EUR 61.250 EUR Onder samenwonende wordt hier verstaan: de wettelijke samenwonende of de persoon die onafgebroken één jaar samenwoonde met de overledene en die bijdroeg tot de lasten van het gemeenschappelijk leven. Voor elke samenwonende die niet aan deze criteria voldoen gaan naar het systeem van 45 tot 65 % ( zie hierboven ) 11 Waals gewest: Rechte lijn Gedeelte van het netto-aandeel tussen echtgenoten tussen wettelijke samenwonenden Van tot inbegrepen a b EUR EUR t.h. EUR 0,01 12.500,00 3 12.500,01 25.000,00 4 375,00 25.000,01 50.000,00 5 875,00 50.000,01 100.000,00 7 2.125,00 100.000,01 150.000,00 10 5.625,00 150.000,01 200.000,00 14 10.625,00 200.000,01 250.000,00 18 17.625,00 250.000,01 500.000,00 24 26.625,00 30 86.625,00 Boven de 500.000,00 TABEL II Gedeelte van Tussen Tussen ooms of tantes Tussen het netto-aandeel broeders en zusters en neven of nichten alle andere personen Van tot inbegrepen a B a b a b EUR t.h. EUR t.h. EUR EUR EUR t.h. 0,01 12.500,00 20 12.500,01 25.000,00 25 2.500,00 30 3.125,00 35 3.750,00 25.000,01 75.000,00 35 5.625,00 40 6.875,00 60 8.125,00 75.000,01 175.000,00 50 23.125,00 55 26.875,00 80 38.125,00 65 73.125,00 70 81.875,00 90 (*) 118.125,00 boven de 175.000,00 25 30 Hierin wordt vermeld : onder a : het percentage dat toepasselijk is op het overeenstemmend gedeelte; onder b : het totale bedrag van de belasting over de voorgaande gedeelten, de vrijstellingen bepaald in artikel 54 buiten beschouwing gelaten. 12 In het Waalse gewest zal enkel de wettelijke samenwonende kunnen profiteren van de 1ste tabel als hij bij de overledene gedomicilieerd was en dat de verklaring in het Burgerlijk Wetboek minstens een jaar voor het overlijden gebeurde. Brussels Hoofdstedelijk Gewest: Tabel I Tarief in rechte lijn, tussen echtgenoten en tussen samenwonenden A belastingschijven B C per schijf toepasselijk totale bedrag van de belasting over heffingspercentage de voorgaande schijven van tot 0,01 EUR - 50.000 EUR 3% 50.000 EUR - 100.000 EUR 8% 1.500 EUR 100.000 EUR - 175.000 EUR 9% 5.500 EUR 175.000 EUR - 250.000 EUR 18 % 12.250 EUR 250.000 EUR - 500.000 EUR 24 % 25.750 EUR 30 % 85.750 EUR boven de 500.000 EUR Tabel II Tarief tussen broers en zussen A belastingschijven B C per schijf toepasselijk totale bedrag van de belasting over heffingspercentage de voorgaande schijven van tot 0,01 EUR - 12.500 EUR 20 % 12.500 EUR - 25.000 EUR 25 % 2.500 EUR 25.000 EUR - 50.000 EUR 30 % 5.625 EUR 50.000 EUR - 100.000 EUR 40 % 13.125 EUR 100.000 EUR - 175.000 EUR 55 % 33.125 EUR 175.000 EUR - 250.000 EUR 60 % 74.375 EUR boven de 250.000 EUR 65 % 119.375 EUR 13 Tabel III Tarief tussen ooms of tantes en neven of nichten A belastingschijven B C per schijf toepasselijk totale bedrag van de belasting over heffingspercentage de voorgaande schijven van tot 0,01 EUR - 50.000 EUR 35 % 50.000 EUR - 100.000 EUR 50 % 17.500 EUR 100.000 EUR - 175.000 EUR 60 % 42.500 EUR 70 % 87.500 EUR boven de 175.000 EUR Tabel IV Tarief tussen alle andere personen A belastingschijven B C per schijf toepasselijk totale bedrag van de belasting over heffingspercentage de voorgaande schijven van tot 0,01 EUR - 50.000 EUR 40 % 50.000 EUR - 75.000 EUR 55 % 20.000 EUR 75.000 EUR - 175.000 EUR 65 % 33.750 EUR 80 % 98.750 EUR boven de 175.000 EUR bron tabellen: Wetboek der successierechten Er is een vrijstelling van successierechten op voorwaarde: Aangeslotene moet statuut hebben van een loontrekkende werknemer ( geen vrijstelling in geval van overlijden van de zelfstandige bedrijfsleider ) De overlijdensdekking wordt alleen uitgekeerd aan de echtgenoot of bij ontbreken hiervan aan de kinderen onder 21 jaar De regels van het groepsverzekeringsreglement moeten aan de wet voldaan zijn: De werknemer kan kiezen tussen twee verplichte systemen De toetreding is enkel verplicht voor een deel van het personeel 14 Arbeidsongeschiktheid Belasting tegen de marginale aanslagvoet10 als vervangingsinkomen of pensioen. Vergoeding bij blijvende ongeschiktheid onder de vorm van een kapitaal wordt belast onder de vorm van een fictieve rente ( 1 à 5 % ) van het kapitaal. Dit gedurende 10 tot 13 jaar. Medische kosten Deze zijn vrijgesteld van belastingen. 10 Belastingtarief op de hoogste inkomensschijf in uw personenbelasting 15 Toepassingen 1) A, werknemer, overlijdt. Zijn weduwe ontvangt € 25 000, de kinderen elk een rente van € 8 000 per jaar zolang ze gerechtigd zijn op kinderbijslag en max. tot 25 jaar. Fiscaliteit? Weduwe: RIZIV: 3,55 % op 25.000 € = 837,5 € Solidariteitsbijdragen op de pensioenen: 1 % op 25.000 € = 250 € Kapitaal: 16,5% voor de werkgeversbijdragen 10% voor de werknemersbijdragen Kinderen: RIZIV: 3,55 % op 8.000 € = 268 € Solidariteitsbijdragen op de pensioenen: 1 % op 8.000 € = 80 € Rentes: tegen progressieve rentevoet Geen vrijstelling van successierechten omdat weduwe EN kinderen begunstigde zijn. Ze betalen elk 3 % in het Vlaamse Gewest , 375 EUR voor de vrouw en 3 % voor de kinderen in het Waalse Gewest en 3 % voor vrouw en kinderen in het BHG. 2) B gaat op pensioen op 60 jaar en ontvangt € 30 000, daar bovenop ook € 5 000 deelname in de winst. Taxatie? RIZIV :3,55% op €30.000 = €1.065 Solidariteitsbijdragen op de pensioenen: 2% op €30.000 = €600 Kapitaal: 16,5% voor de werkgeversbijdragen 10% voor de werknemersbijdragen Winstdeelname worden niet belast 3) C gaat op pensioen op 65 jaar en ontvangt € 30 000, daar bovenop ook € 5 000 deelname in de winst. Taxatie? RIZIV :3,55% op €30.000 = €1.065 Solidariteitsbijdragen op de pensioenen: 2% op €30.000 = €600 Kapitaal: 10% voor de werkgeversbijdragen ( solidariteitspact ) 10% voor de werknemersbijdragen Winstdeelname worden niet belast 4) D gaat op brugpensioen op 56 jaar en wil zijn pensioenkapitaal. Quid? 16 Zoals elke aangeslotene die uittreedt uit een aanvullend pensioenplan kon D nog de vereffening van zijn verworven reserves opvragen en dit op zijn minst tot 31 december 2009 voor zover zijn pensioenplan vóór de inwerkingtreding van de Wet-Vandenbroucke bestond. Vanaf 1 januari 2010 is deze mogelijkheid verdwenen. Een bruggepensioneerde kan de afkoop van zijn verworven reserves niet langer verkrijgen vooraleer hij de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt.11 5) Groepsverzekering: Stel dat de werknemer op pensioenleeftijd kiest voor een uitkering in de vorm van een lijfrente. Hoe zal het belastingregime er uit zien? RIZIV: 3,55 % Solidariteitsbijdragen op de pensioenen (0-2%) Als de uitkering in rente was : Belastingschijf Tarief 0 – 8 070 euro 25 % 8 070 – 11 480 euro 30 % 11 480 - 19 130 euro 40 % 19 130 – 35 060 euro 45 % ≥ 35 060 euro 50 % http://www.belgium.be/nl/nieuws/2011/news_nieuwe-belastingschijven-2011.jsp Als de uitkering uit een kapitaal bestond: - 11 Regels voor belastingen van kapitaal ( 16.5 % voor werkgevers- en 10 % voor werknemersbijdragen ) 15 % roerende opbrengst van de rente + gemeentetaks http://www.assuropolis.be/secure/documentview.aspx?id=VS201298075 17 Bronnenlijst http://62.72.98.70/alleluia/nl/publication/commande/cahier/wap/ch4_index.asp http://eb.vivium.be/EBWeb/eb-docs/gen_cond/NL-AV6100-4.pdf http://eb.vivium.be/EBWeb/memento_nl http://eb.vivium.be/EBWeb/nl/onthaalstructuur http://eb.vivium.be/EBWeb/nl/uw_werknemer_verlaat_uw_bedrijf http://fiscus.fgov.be/interfaoifnl/ipptc/tcantwerpen.htm http://www.assuropolis.be/secure/documentview.aspx?id=VS201271761 http://www.bankshopper.be/nl/nieuws/nieuwsberichten-telex/nieuwe-uitbetalingsvoorwaardenvoor-groepsverzekeringen.html http://www.deltalloydlife.be/Images/Cgen_capit_coll_nl_2_logo_tcm23-29803.pdf http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?language=nl&la=N&cn=2003042836&table_na me=wet http://www.esofac.be/FlashJan11NL.pdf http://www.ing.be/xpedio/groups/ingbe/@public/@bbl/@publications/documents/other/045129_n l.pdf http://www.jobat.be/nl/artikels/een-andere-job-wat-met-uw-pensioenplan/ http://www.laga.be/publications/downloads/groepsverzekering.pdf http://www.lifeplan.be/lifeplan/dossiers/pensioenen/hoe-verandert-u-van-pensioenplan.html Cahier aanvullende pensioenen na Vandenbroucke wet 2004 Handboek levensverzekeringen 2003, René Van Gompel 18