Anesthesie bij dwarslaesie patienten

advertisement
Anesthesie bij
dwarslaesie patiënten
Definitie 1
 De term ‘dwarslaesie’ duidt op een beschadiging van het
ruggenmerg, waardoor er geen impulsen meer van de
hersenen naar de spieren kunnen gaan.
 Het is alsof je de kabel, die een bedieningseenheid
(=hersenen) verbindt met een machine (=lichaam)
doorknipt of beschadigt, zodat de gegevensstroom
gestoord of onderbroken is.
 Afhankelijk van de plaats waar de beschadiging aan het
ruggenmerg voorkomt, treedt paraplegie (verlamming aan
de onderste ledematen en gedeelte van de romp) of
tetraplegie (verlamming aan de vier ledematen en de
romp) op.
 De belangrijkste oorzaken zijn: ongeval (verkeer, werk,
thuis, sport …), tumor, bloeding, …
Definitie 2
 Naast de verlammingsverschijnselen ervaren mensen met
een dwarslaesie nog vele andere problemen: spasticiteit,
verlies van gevoel, verlies van blaas- en darmcontrole,
verlies van erectie en ejaculatie,…
 Omdat het ruggenmerg de boodschappen naar en van de
hersenen door vele zenuwbanen vervoert, hangt het
functieverlies niet alleen af van de hoogte van de laesie,
maar ook van het aantal zenuwbanen dat beschadigd is.
 Als een aantal banen nog intact zijn om boodschappen
naar boven en naar beneden te sturen langs het
ruggenmerg, dan zegt men dat de laesie incompleet of
onvolledig is. Als alle zenuwbanen doorgesneden of
onherroepelijk beschadigd zijn, zegt men dat de laesie
compleet is.
Pre-operatieve screening
Welke gegevens zijn van belang
 Is laesie al gestabiliseerd
 Hoogte van laesie
 Compleet/Incompleet
 Bij incompleet, welke banen zijn nog intact
 Is patiënt in staat nog goed te ademen
 Algemene mobiliteit?
 Continentie
 Decubitus
 Contracturen
Behandeling
Stand v.d. tafel en evt. hulpstukken:
 Drukverlagend matras
 Positionering afh van conditie/contracturen patient
 Houding/ ligging patiënt:
 Extra check ligging patiënt omdat patiënt niets kan
aangeven
 Cave bij verandering positie patiënt is er geen
heamodynamische compensatie
Anesthesietechniek
Korte omschrijving van de techniek:
 Algehele en loco/regionale technieken zijn toegestaan
Materialen en (farmacologische) middelen:
Algeheel:
 Cave crashinductie?!
 Vermijd het gebruik van succinylcholine ivm kans op
ritmestoornissen door een kaliumrelease op een al
bestaande hyperkaliemie. Langere en heftigere werking
door minder receptoren op de spieren
 Ivm mogelijke fantoompijn, hyperreactiviteit van autonome
zenuwstelsel en spasticiteit wel pijnbestrijding geven
Anesthesietechniek 2
Spinaal:
 Minder risico op resp. complicaties
 Cave: door sympaticolyse geen/weinig compensatie t.a.v
heamodynamiek
 Geen controle van het blok mogelijk
 Volgorde van handelen:Contra-indicaties:Complicaties:
Per-operatieve fase
Circulatie:
 Stijging RR tgv vasoconstrictie onder het niveau van de
laesie wordt centraal waargenomen in het normaal
functionerende deel van het lichaam boven de laesie
treedt compensatoire vasodilatatie en bradycardie op
Algeheel:
 Door beademing is veneuse return verminderd door
afwezigheid van compensatie extra kans op
circulatieproblemen.
Spinaal:
 Door afwezigheid compensatie extra kans op
circulatieproblemen.
Per-operatieve fase
Ventilatie:
 Door spierzwakte bestaan er resp afw. Met verhoogde
kans op pneumonie en atelectase vorming
Temperatuur:
 Thermoregulatie is gestoord waardoor hypothermie
 Patient goed warm houden
Per-operatieve fase
Infuusvloeistoffen en vochtbalans:
 Van te voren patiënt verwarmd opvullen
Voortzetting van de anesthesie:
 Ivm mogelijke hyperreactiviteit van autonome zenuwstelsel
en spasticiteit wel pijnbestrijding geven
Post-operatieve fase
Op de operatiekamer
T.a.v. anesthesietechniek:
 Patient moet goed wakker zijn alvorens hij gedetubeerd
kan worden
Op de recovery/verpleegafdeling
T.a.v. anesthesietechniek:
 Blaasretentie/spasme
 Cave Pulmonale complicaties
 Cave heamodynamiek
 Goede pijnbestrijding
BedanktVragen?
voor de aandacht
Download