Thema 2 Ontwikkelingspsychologie en pedagogiek Auteur Aline de Vries Laatst gewijzigd 12 november 2015 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres https://maken.wikiwijs.nl/67609 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt. Inhoudsopgave Gedrag, gedragsaspecten en gedragsdeterminanten Gedrag Menselijk gedrag Gedragsaspecten Gedragsdeterminanten Stromingen in ontwikkelingspsychologie Over dit lesmateriaal Pagina 1 Thema 2 Ontwikkelingspsychologie en pedagogiek Gedrag, gedragsaspecten en gedragsdeterminanten In dit arrangement ga je thema 2 uit het boek `Cliënt en omgeving` ontdekken en maak je opdrachten die aansluiten op de lesstof uit dit thema. Aan de linkerkant van deze pagina zie je verschillende titels staan die je ook terug kan vinden in je boek. Het arrangement is zo opgebouwd dat je de verschillende titels van boven naar beneden maar ook afzonderlijk van elkaar kan maken. Je begint bij de bovenste titel en drukt onder aan de pagina op volgende om door te gaan. Zo werk je door het gehele thema. Het is zeker raadzaam om het boek bij dit arrangement te gebruiken. Het arrangement dient ter ondersteuning van het boek en dus niet ter vervanging. Veel leerplezier toegewenst! Gedrag Wanneer je als SCW`er werkt, heb je te maken met mensen en dus met menselijk gedrag. De omgeving waarin de persoon zich bevindt, zorgt ervoor dat hij bepaald gedrag laat zien. Het is belangrijk om te weten hoe je invloed kan uitoefenen op het menselijk gedrag en welke ontwikkelingen de persoon doormaakt. Waar denk jij aan als je aan het woord `gedrag` denkt? Maak een woordspin met in het midden het woord `gedrag` en hieromheen woorden die in jou opkomen als je hieraan denkt. 1. 2. a. Maak een woordspin op je computer b. of op papier Menselijk gedrag Als we het hebben over gedrag, dan bedoelen we hiermee: - Een optelsom van gevoelens, gedachten, waarnemingen, meningen en bewegingen - Uitdrukking van denken, vinden en voelen Wat hiermee gezegd wordt, is dat alles wat mensen doen of juist niet doen, gedrag is. Pagina 2 Thema 2 Ontwikkelingspsychologie en pedagogiek Als je kijkt naar de afbeelding van Loesje hierboven dan zie je dat de gedachte haar gedrag bepaald. Een uitdrukking van denken dus. Sociale wetenschappen Een stukje kennis over sociale wetenschappen is nodig wanneer je met mensen werkt. Je bent in staat om mensen te begrijpen, motiveren en eventueel gedrag te beïnvloeden. Sociale wetenschappen houden zich bezig met het menselijk gedrag. Je hebt er drie, de psychologie, de sociologie en pedagogiek. Zoek in het boek `Cliënt en omgeving` (hoofdstuk 2) de verschillen op tussen deze 3 wetenschappen en leg daarna in eigen woorden uit wat de verschillen zijn. Je antwoorden mogen in onderstaande vakje ingevuld worden. Gedragsaspecten Gedrag is te onderscheiden in 3 belangrijke aspecten: 1. (KUNNEN) Motorische aspect Kruipen, lopen, springen, uithoudingsvermogen en lenigheid 2. (DENKEN) Cognitief aspect Kennis, inzicht, geheugen, waarneming, concentratie Pagina 3 Thema 2 Ontwikkelingspsychologie en pedagogiek 3. (VOELEN) Sociaal-affectief aspect Ontwikkeling eigen identiteit! Sociale ontwikkeling = omgang met anderen/spelgedrag. Affectief = ontwikkeling emoties/gevoelens. Bij de seksuele ontwikkeling spelen sociaal-affectieve aspecten een grote rol. Het is de ontwikkeling van seksueel gedrag en lichaams- en lustbeleving. Versiertrucs kn.nu/ww.f57b090 (youtu.be) Bekijk de bovenstaande video over versiertrucs Welke verschillende gedragsaspecten kun je benoemen in deze video Dingen die we meemaken roepen verschillende gedachten bij ons op. Deze gedachten leiden tot gevoelens en die leiden weer tot handelingen. Bekijk de volgende video over `een muis in de val. Beantwoord tijdens of na de video de 3 vragen. Een muis in de val kn.nu/ww.3bf90f5 (youtu.be) 1. Wat denk ik? Pagina 4 Thema 2 Ontwikkelingspsychologie en pedagogiek 2. Welk gevoel heb ik tijdens het bekijken van de video? 3. Hoe zou mijn handelen, door het zien van deze video, beïnvloed kunnen worden? Reclamemakers spelen in op de gedachten en gevoelens van mensen om zo gedrag te beïnvloeden. In de video wordt gebruik gemaakt van de muis. Veel mensen vinden muizen `eng` (gedachte). Een emotie hierbij kan zijn `angst`. Dit zou ervoor kunnen zorgen dat sommigen hun handen voor de ogen slaan (handeling) Als mensen de muis in de val zien liggen, denken ze dat deze dood is (gedachte). Emoties hierbij kunnen zijn `verdriet` of `opluchting`. Een handeling die gestuurd wordt door die gedachte en emotie kan zijn dat men een verdrietige 'ooooh' laat horen. Pagina 5 Thema 2 Ontwikkelingspsychologie en pedagogiek Gedragsdeterminanten Gedragsdeterminanten zijn factoren die ons gedrag verklaren tot op zekere hoogte. 100% verklaring of begrijpen van bepaald gedrag is nooit aan de orde. Gedragsdeterminanten kn.nu/qfzav Pagina 6 Thema 2 Ontwikkelingspsychologie en pedagogiek In de oefeningen komen de verschillende gedragsdeterminanten aan bod. Gebruik bij het beantwoorden van de vragen de informatie uit het boek `Cliënt en omgeving`. Psychosociale factoren Bedenk bij 2 van de 4 psychosociale factoren een praktijkvoorbeeld Aanlegfactoren Onder aanlegfactoren vallen de volgende termen a. Milieu, normen en waarden en cultuur b. Erfelijkheid, persoonlijkheid en temperament Aanlegfactoren Welke woorden missen er? Eigenschappen als _______ en _______ zijn erfelijk en hebben familieleden vaak gemeen. Er is veel discussie over de invloed van _______ en _______ op elkaar. In veel gevallen heeft het te maken met een _______. Beschikbare keuzes: uiterlijk, persoonlijkheid, omgeving, wisselwerking, aanleg Pagina 7 Thema 2 Ontwikkelingspsychologie en pedagogiek Organische factoren De organische factoren kun je indelen in 3 groepen. Welke 3 factoren zijn dit? Dit zijn de _______________ , _______________ en _______________ factoren Organische factoren In het boek `Cliënt en omgeving` zijn verschillende voorbeelden te vinden voor de organische factoren. Voorbeelden van lichamelijke factoren zijn: honger/uiterlijk/ziektes/beperkingen. Voorbeelden van biochemische factoren zijn: alcohol en drugs Voorbeeld van hormonale factoren is: de menstruatie bij een vrouw Bedenk nu zelf 2 voorbeelden die onder de organische factoren kunnen vallen. Stromingen in ontwikkelingspsychologie De ontwikkelingspsychologie bestudeert het menselijk gedrag in alle levensfasen. Het gaat hierbij om de normale ontwikkeling. Door verschillende onderzoekers is de ontwikkeling van mens en zijn leergedrag onderzocht. Hierbij zijn verschillende stromingen te benoemen namelijk: - Het behaviorisme - Het cognitivisme - Het constructivisme Lees de informatie over de verschillende stromingen in je boek `Cliënt en omgeving`. Onderstaande video en afbeeldingen kunnen je helpen bij het onderscheiden van de 3 stromingen. Het behaviorisme kn.nu/ww.9bc9c10 (youtu.be) Pagina 8 Thema 2 Ontwikkelingspsychologie en pedagogiek 3 stromingen in de ontwikkelingspsychologie Welke stroming zie je binnen jouw school? Pagina 9 Thema 2 Ontwikkelingspsychologie en pedagogiek Een school is een goed voorbeeld van een plaats waar je een leertheorie zou kunnen gebruiken. Als je aan je eigen school denkt, welke leertheorie zou daar dan het beste bij passen? Onderbouw je antwoord met ten minste 3 argumenten. Pagina 10 Thema 2 Ontwikkelingspsychologie en pedagogiek Antwoorden Wanneer je als SCW`er werkt, heb je te maken met mensen en dus met menselijk gedrag. De omgeving waarin de persoon zich bevindt, zorgt ervoor dat hij bepaald gedrag laat zien. Het is belangrijk om te weten hoe je invloed kan uitoefenen op het menselijk gedrag en welke ontwikkelingen de persoon doormaakt. Waar denk jij aan als je aan het woord `gedrag` denkt? Maak een woordspin met in het midden het woord `gedrag` en hieromheen woorden die in jou opkomen als je hieraan denkt. 1. b 2. a Sociale wetenschappen Een stukje kennis over sociale wetenschappen is nodig wanneer je met mensen werkt. Je bent in staat om mensen te begrijpen, motiveren en eventueel gedrag te beïnvloeden. Sociale wetenschappen houden zich bezig met het menselijk gedrag. Je hebt er drie, de psychologie, de sociologie en pedagogiek. Zoek in het boek `Cliënt en omgeving` (hoofdstuk 2) de verschillen op tussen deze 3 wetenschappen en leg daarna in eigen woorden uit wat de verschillen zijn. Je antwoorden mogen in onderstaande vakje ingevuld worden. Komen je eigen antwoorden overeen met de volgende zinnen? Psychologie: Bestuderen menselijk gedrag en onderzoeken hoe gedrag te beïnvloeden. Sociologie: Bestuderen mensen in groepen en wisselwerking van functioneren van mens in die groepen. Pedagogiek: Bestuderen van opvoedingsproces en het sturen ervan. Bekijk de bovenstaande video over versiertrucs Welke verschillende gedragsaspecten kun je benoemen in deze video Welk gedrag heb je kunnen waarnemen? Bij welke van de 3 aspecten hoort dit gedrag dat je hebt gezien? 1. Wat denk ik? Welke gedachte komt in je op bij het zien van de video? Pagina 11 Thema 2 Ontwikkelingspsychologie en pedagogiek 2. Welk gevoel heb ik tijdens het bekijken van de video? Was je misschien blij, verdrietig, angstig, boos etc.? 3. Hoe zou mijn handelen, door het zien van deze video, beïnvloed kunnen worden? Welke zichtbare handelingen heb je misschien al wel gedaan tijdens het kijken van de video? Antwoorden: Gedragsdeterminanten Psychosociale factoren Bedenk bij 2 van de 4 psychosociale factoren een praktijkvoorbeeld Bijvoorbeeld: Welke invloed heeft jouw opvoeding op jouw gedrag? Heb je bepaalde ervaringen/emoties die jouw gedrag beïnvloeden? Aantal punten juist antwoord: 1 Aanlegfactoren Onder aanlegfactoren vallen de volgende termen 1. Milieu, normen en waarden en cultuur 2. Erfelijkheid, persoonlijkheid en temperament Pagina 12 Thema 2 Ontwikkelingspsychologie en pedagogiek Aantal punten juist antwoord: 1 Aanlegfactoren Welke woorden missen er? Eigenschappen als uiterlijk en persoonlijkheid zijn erfelijk en hebben familieleden vaak gemeen. Er is veel discussie over de invloed van aanleg en omgeving op elkaar. In veel gevallen heeft het te maken met een wisselwerking. Aantal punten juist antwoord: 1 Organische factoren De organische factoren kun je indelen in 3 groepen. Welke 3 factoren zijn dit? Dit zijn de _______________ , _______________ en _______________ factoren Juist antwoord: De organische factoren kun je indelen in 3 groepen. Welke 3 factoren zijn dit? Dit zijn de lichamelijke , biochemische en hormonale factoren Aantal punten juist antwoord: 1 Organische factoren In het boek `Cliënt en omgeving` zijn verschillende voorbeelden te vinden voor de organische factoren. Voorbeelden van lichamelijke factoren zijn: honger/uiterlijk/ziektes/beperkingen. Voorbeelden van biochemische factoren zijn: alcohol en drugs Voorbeeld van hormonale factoren is: de menstruatie bij een vrouw Bedenk nu zelf 2 voorbeelden die onder de organische factoren kunnen vallen. Kun je een voorbeeld verzinnen van een lichamelijke factor die jouw gedrag kan beïnvloeden? Kun je een voorbeeld verzinnen van een biochemische factor die jouw gedrag kan beïnvloeden? Kun je een voorbeeld verzinnen van een hormonale factor die jouw gedrag kan beïnvloeden? Pagina 13 Thema 2 Ontwikkelingspsychologie en pedagogiek Aantal punten juist antwoord: 1 Welke stroming zie je binnen jouw school? Een school is een goed voorbeeld van een plaats waar je een leertheorie zou kunnen gebruiken. Als je aan je eigen school denkt, welke leertheorie zou daar dan het beste bij passen? Onderbouw je antwoord met ten minste 3 argumenten. Vragen die jij jezelf zou kunnen stellen: - Hanteert mijn school het straffen en belonen systeem? - Krijg je op jouw school les vanuit eenrichtingsverkeer of in wisselwerking met omgeving? - Mag jij weleens een vrije keuze maken in opdrachten of lesvorm? Pagina 14 Thema 2 Ontwikkelingspsychologie en pedagogiek Over dit lesmateriaal Colofon Auteur Aline de Vries Laatst gewijzigd 12 november 2015 om 14:41 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Trefwoorden saw Bronnen Bron Type Versiertrucs https://youtu.be/au5mBZKpWyU Video Een muis in de val https://youtu.be/x2PIVKm3nvM Video Het behaviorisme https://youtu.be/Hy0C1NG4_B0 Video Pagina 15 Thema 2 Ontwikkelingspsychologie en pedagogiek