File - Portfolio Biologie en Natuurwetenschappen Naomi

advertisement
LESONTWERP
ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING
Naam: Naomi Knapen
Campus Heverlee
Hertogstraat 178
3001 Heverlee
Tel. 016 375600
www.khleuven.be
Vakkencombinatie: AA-BIO
Stagebegeleider DLO: Johan Van der Vloet
School: viio Handel en humaniora
Les gegeven door: Naomi Knapen
Onderwijsvorm: ASO
Vak: Biologie
Richting: Wetenschappen
Onderwerp: Micro-organismen in relatie tot de
menselijke gezondheid
Klas: 4WE
Lokaal:
Aantal leerlingen:
Vakmentor: Jurgen Gielen
Datum/Data: 22/04/2014
Lesuur/-uren: 4e
BEGINSITUATIE & DIDACTISCHE VERANTWOORDING
Verantwoord, vanuit de beginsituatie, waarom je de les op
deze manier aanpakt. Je kan onder andere verwijzen naar: algemene didactische principes, vakdidactiek, ontwikkelingspsychologie, situationele
beginsituatie, verwachtingen van mentoren, eigen doelstellingen,…
Er wordt in deze les nogal veel gebruik gemaakt van OLG. De reden hiervoor is de moeilijkheidsgraad van de aan te
brengen leerstof. De leerstofinhoud leent zich niet zo tot zelfstandig werk of dergelijke. Dit kan wel later aan bod
komen. Op het einde van deze week komt een duo-opdracht aan bod omdat dit met behulp van een tekst kan.
Om de les wel wat interessant te starten, begin ik met een filmpje rond het Ebola-virus. Op die manier komen
leerlingen ook meteen in aanraking met actualiteit en met de dagelijkse leefwereld.
EINDTERMEN & LEERPLANDOELEN
Situering in de eindtermen: (Vakoverschrijdend en/of vakgebonden)
Vakgebonden eindtermen Biologie
B8 voorbeelden geven van interacties tussen organismen en hun omgeving en van interacties tussen organismen van
dezelfde soort en van organismen van verschillende soorten
B13 illustreren dat bacteriën en virussen de menselijke gezondheid beïnvloeden.
Wetenschap en samenleving
W5 de natuurwetenschappen als onderdeel van de culturele ontwikkeling duiden en de wisselwerking met de
maatschappij op ecologisch, ethisch en technisch vlak illustreren.
Situering in het leerplan:
Leerplan biologie van het vvkso voor de 2 e graad ASO, D/2012/7841/004
5.2.2.3 Interacties tussen organismen van een verschillende soort
B54 Aantonen dat bacteriën en virussen de menselijke gezondheid beïnvloeden
V54Aantonen dat schimmels, gisten en andere parasitaire organismen de menselijke gezondheid beïnvloeden en
aantonen hoe de mens zichzelf en anderen kan beschermen tegen de schadelijke gevolgen ervan.
Wenken
Volgende aspecten kunnen hierbij aan bod komen:
• de rol van bacteriën, virussen, schimmels, gisten en andere parasitaire organismen bij het ontstaan van ziekten (soa’s) en de
manier waarop de mens zich kan beschermen tegen de schadelijke gevolgen van al deze micro-organismen;
• de rol van nuttige bacteriën;
• het gebruik van antibiotica en het verband met het ontstaan van resistentie bij bacteriën;
• het gebruik van probiotica;
• het gebruik van antimycotica;
• de groei van schimmels;
• het belang van hygiëne.
Een kritische aanpak van dat onderwerp is absoluut noodzakelijk. Dagelijks bedelft de reclamewereld ons met zogenaamde
wetenschappelijke informatie over probiotica.
De verschillen tussen virussen en bacteriën die in B74 behandeld moeten worden, kunnen hier al aan bod komen (bouw, levend of
levenloos, grootte, antibiotica gevoeligheid, wijze van voortplanting en vermenigvuldiging …).
Suggesties voor uitbreiding
• Invloed van penseelschimmel op bacteriën.
• De invloed van antibiotica op de groei van bacteriën.
ALGEMEEN LESDOEL
Aantonen hoe micro-organismen de gezondheid van de mens kan beïnvloeden
SCHOOLAGENDA
(Van de leerlingen. Verwijs naar het werkblad en/of de pagina’s in het werk- en/of handboek.)
Parasitaire micro-organismen + bacteriële infecties
BRONNEN (Noteer alle gebruikte bronnen, volgens BIN.)




DE SMET, E., Fysiologie s4, KHLeuven, Leuven, 2013
SMITS, G., Bio voor jou 4, Van In, Wommelgem, 2010
D’HAENINCK, L., CAUWENBERGHS, P., VAN WERDE, K., Biogenie 4.2 - Leerboek, De Boeck, Berchem, 304p.
D’HAENINCK, L., CAUWENBERGHS, P., VAN WERDE, K., DEKEERSMAKER, L., Biogenie 4.2 - Werkboek, De Boeck,
Berchem, 161p.
LEERMIDDELEN & MEDIA
Werkboek
Handboek
PWP
filmpje
Didactisch lesontwerp
KRACHTIGE LEEROMGEVING
Leerdoelen
Lesfasen
& timing
Onderwijs- en leeractiviteiten
Media
Leerinhoud
Week 1: Les 1
Omschrijven wat
micro-organismen
zijn.
Instapfase
5 min.
Motiveren
MOTIVATIE: Ebola-virus (Filmpje)
- Waarover gaat het filmpje?
- Wat weten jullie erover?
Lesfase 1:
10 min
OLG: Wat zijn micro-organismen?
Analyse +
vastzetten
De begrippen
parasitisme,
commensalisme
en mutualisme
omschrijven.
-
Handboek,
werkboek, PWP
Welke micro-organismen kennen jullie?
Waarom zijn dat micro-organismen?
Waarvoor staat ‘micro’?
Welke afbeelding hoort hier eigenlijk niet thuis?
Waar leven micro-organismen?
Is dit goed of slecht?
Waarom zijn niet alle micro-organismen goed of
slecht?
Op welke manieren kan er een symbiose
plaatsvinden?
Wat betekent parasitisme?
Klassikaal maken van opdracht 1 en 2
Wat zijn micro-organismen?
Micro-organismen zijn organismen die te
klein zijn om met het blote oog te zien. Je
kan ze slechts waarnemen met een
lichtmicroscoop of een
elektronenmicroscoop.
Tot deze levensvormen horen alle
eencelligen, zoals bacteriën, protozoa,
eencellige algen en schimmels (bv. gisten).
Alle meercellige organismen worden door
micro-organismen gebruikt als habitat. Op
en in ons lichaam komen er tal van soorten
micro-organismen voor, die met ons in
symbiose leven.
Parasitisme: micro-organisme + en mens –
Commensalisme: micro-organisme + en
mens 0
Mutualisme: beiden +
De begrippen
besmetting,
infectie en
ontsteking
omschrijven
Het verband
tussen
besmetting,
infectie en
Lesfase 2:
25 min.
Analyse +
vastzetten
OLG: Parasitaire micro-organismen als oorzaak Handboek,
van infecties
werkboek, PWP
- Heeft een parasitair micro-organisme voordeel
of nadeel voor de gastheer?
- Wat betekent dit?
- Hoe noemt men de gebeurtenis dat een bepaald
micro-organisme het lichaam binnendringt?
- Welk verschil is er tussen een besmetting en
een infectie?
- Wanneer je een infectie op bv. een wonde hebt,
Parasitaire micro-organismen als
oorzaak van infecties
Wanneer een ziekteverwekker in contact komt met je
lichaam of er binnendringt, noemen we dat besmetting.
We zeggen van een ziekte dat ze besmettelijk is
wanneer de ziekte door micro-organismen kan worden
overgebracht.
We spreken van infectie om aan te duiden dat er
vermenigvuldiging van ziekteverwekkers plaatsgrijpt in
een weefsel, en daarbij het weefsel schade toebrengt.
Een infectie heeft vaak een ontsteking tot gevolg als
reactie van het lichaam op de weefselbeschadiging.
ontsteking
uitleggen.
Het verschil
tussen een
epidemie en
pandemie
omschrijven.
-
welke reactie geeft je lichaam dan meestal?
Waarom heb je vaak niet meteen door dat je
ziek bent?
Vind de infectie voor of na de symptomen
plaats?
Welk gevaar is er wanneer je niet weet dat je
besmet bent met een bepaalde infectieziekte?
Verschillende
besmettingswegen
omschrijven.
Besmettingswegen
- Hoe kan een epidemie of pandemie ontstaan?
- Op welke manieren kan je besmet geraken?
Voorbeelden
geven van de
verschillende
besmettingswegen
Voeding en drinkwater:
- Hoe kan je door voeding een infectie oplopen?
- Wat is het verschil tussen voedselinfectie en
voedselvergiftiging?
- Welke voorbeelden ken je van beide?
Incubatietijd
Meestal word je na een besmetting niet onmiddellijk
ziek. Er verstrijkt doorgaans een tijd tussen de
besmetting en de eerste merkbare ziekteverschijnselen
of symptomen. Deze periode, kan uiteenlopen van een
aantal dagen tot vele jaren.
De incubatietijd is meestal het gevolg van het feit dat
er nog niet genoeg ziekteverwekkers aanwezig zijn om
je grondig ziek te maken of omdat het even duurt voor
de indringer geactiveerd wordt.
Epidemie <> pandemie
Besmettingswegen
Door inname van voedsel of drinkwater:
Voedselinfectie: ziekteverwekker is in het voedsel
terecht gekomen. Een bacterie kan gedood
worden door het voedsel te koken.
- Voedselvergiftiging: in het voedsel bevind zich
een ziekmaken stof (gifstoffen of toxines).
Toxines kunnen worden geneutraliseerd door 3 à
4 minuten te koken, maar wordt niet vernietigd.
Ingeademde lucht:
- Hoe kan de lucht een belangrijke rol spelen in
besmettingswegen?
Via ingeademde lucht
- Aerosol (kleine waterdruppeltjes in lucht waarin
micro-organismen voorkomen)
Scheurtjes in slijmvliezen:
- Waarom is het belangrijk om
voorbehoedsmiddelen te gebruiken?
Via scheurtjes in slijmvliezen tijdens seksueel contact
Door contact met bloed, sperma of vaginale afscheiding
Via naalden:
- Op welke manier kan je via naalden besmet
geraken?
Besmetting via huidwonden
Besmetting via naalden
Besmetting via bijt- en steekwonden
Huidwonden en beten:
- Wat moet je doen wanneer je in een roestige
nagel trapt?
- Waarom moet een teek zo snel mogelijk
verwijderd worden?
Leerlingen vullen het werkboek per twee m.b.v.
het handboek in. We verbeteren klassikaal.
Omschrijven op
welke 3
verschillende
bacteriën ons ziek
kunnen maken.
Lesfase 3:
10 min.
OLG: Bacteriële infecties
Leerlingen lezen tekst 3.1 in het handboek.
Analyse +
vastzetten
-
Op welke drie manieren kunnen bacteriën ons
Werkboek,
handboek, PWP
Bacteriële infecties
Hoe maken bacteriën ons ziek?
-
Bacteriële afbraakenzymen: tasten
gastheerweefsel aan (bv. tbc-bacterie tast
longweefsel aan.)
-
ziek maken?
Hoe geraken er zoveel bacteriën in ons
lichaam?
Hoe vindt de vermenigvuldiging plaats?
-
-
Toxinen: verstoren de stofwisseling in de
gastheer (bv. toxine van tetanusbacterie
veroorzaakt spierkramp)
De talrijke aanwezigheid van bacteriën:
overdreven reactie bij gastheer
Hoe vermenigvuldigen bacteriën zich?
-
-
Celsplitsing (gunstig)
Endosporen (ongunstig)
cystenvorming
Week 1: Les 2
3 min.
De 6 factoren die
de groei en
vermenigvuldiging
van bacteriën
beïnvloeden
omschrijven.
Lesfase 1:
30 min.
Agenda invullen
Even kort herhalen waar vorige les over ging
OLG: Factoren die groei en vermenigvuldiging
van bacteriën beïnvloeden
- Zal de groei van bacteriën altijd zo snel
gebeuren?
- Van wat kan dit afhankelijk zijn?
- Waarom is vochtigheid een vereiste?
Aan- of afwezigheid van zuurstofgas
- Hebben bacteriën wel of geen zuurstofgas
nodig?
- Waar leven aerobe bacteriën?
- Welke bacterie leeft bv. in de longen?
- Waar leven anaerobe bacteriën?
- Welke verklaring kan je geven voor het drinken
van zuurstofwater bij bv. aften?
Temperatuur
- Waarom bewaren we veel voedsel in de
koelkast of diepvriezer?
- Welke temperaturen zijn optimaal voor
bacteriën?
Bij invriezen beschadigen ijskristallen de
celmembranen van de levensmiddelen, zodat
bij het ontdooien veel celmateriaal vrijkomt.
Dat is een ideale voedingsbodem.
-
Waarom is het beter om voedsel in de koelkast
Handboek,
werkboek, PWP
Factoren die groei en
vermenigvuldiging van bacteriën
beïnvloeden
De groei van bacteriën is afhankelijk van de
gunstigheid van de levensvoorwaarden.
Belangrijke factoren die dit proces beïnvloeden
zijn:
Vochtigheidsgraad
Een vochtig milieu is absoluut noodzakelijk voor
een normale ontwikkeling van bacteriën.
Watertekort leidt tot uitdroging en stopt
vermenigvuldiging.
Aan- of afwezigheid van zuurstofgas
Aerobe bacteriën (zuurstofrijke milieus)
 Bv. tbc-bacterie (diep in de longen)
Anaerobe bacteriën (zuurstofarme milieus
 Bacteriën van darmflora, tetanus
Temperatuur
De meeste bacteriën groeien optimaal tussen
20°C en 40°C. Sommigen kunnen zich toch nog
vermenigvuldigen tussen 5 en 20 °C (probleem
bij opslag in de koelkast!)
Bij vriestemperaturen valt de
vermenigvuldiging stil, maar sommige bacteriën
overleven als endosporen of cysten.
Door sterilisatie boven 120°C sterven alle
bacteriën , endosporen en cysten.
-
te laten ontdooien?
Wat kan wel overleven bij vriestemperaturen?
Waarom verhit/steriliseert men bv. medisch
materiaal i.p.v. te bevriezen?
Zuurtegraad
De optimale zuurtegraad bedraagt pH7. Groei en
vermenigvuldiging vallen stil bij pH-waarden
hoger dan 9 en lager dan 4.
Melkzuurbacteriën produceren zuur in de vagina
waardoor een lage pH ontstaat en ziekmakende
bacteriën nauwelijks een kans maken.
Zuurtegraad
- Waarom worden augurken, uien enz. op zuur
gezet?
- Waarvoor dienen melkzuurbacteriën in de
vagina?
Uv-stralen
Zonlicht heeft een dodelijke inwerking op
bacteriën. Ze zijn immers gevoelig voor
ultraviolette stralen.
Uv-lampen worden gebruikt om ruimtes en water
te ontsmetten of te desinfecteren. Op die manier
kan hygiënisch gewerkt worden en is het
mogelijk de verspreiding van ziektekiemen te
verminderen.
Uv-stralen
- Wat zie je op de afbeelding?
- Waarom gebruikt men uv-stralen?
- Waarom worden sommige elementen
gesteriliseerd en anderen gedesinfecteerd?
- Welk verschil is er tussen deze twee?
Toxische stoffen
De giftige stoffen die bacteriën zijn ook voor de
bacteriën giftig. Hoe talrijker bacteriën worden,
hoe meer afvalstoffen er ontstaan. Die stoffen
worden dan een beperkende factor voor het
verder delen van diezelfde bacteriën (bv.
melkzuurbacteriën)
Ook antibiotica hebben een remmende invloed op
de groei en vermenigvuldiging.
Toxische stoffen
- Wat vormen bacteriën?
- Voor wie zijn deze stoffen giftig?
- Waar zijn bacteriën gevoelig aan?
- Waar dienen antibiotica voor?
De 6
beïnvloedende
factoren toepassen
op voorbeelden uit
het dagelijks
leven.
Leerlingen maken per twee opdracht 8. We
verbeteren klassikaal.
Lesfase 2:
Het begrip
7 min.
antibioticaresistent
ie omschrijven.
Analyse +
Oorzaak van
vastzetten
antibioticaresistent
ie omschrijven.
OLG: antibioticaresistentie
Het begrip
Opdracht 9 -14 worden klassikaal gemaakt.
-
Wat is antibiotica?
Wat is het doel van antibiotica?
Welke antibiotica ken je zoal?
Wat doen antibiotica met de bacteriën?
Hoe weet men welke antibioticum werkt bij
welke bacterie?
Wat betekent resistentie?
Welk probleem brengt dit met zich mee?
Handboek,
werkboek, PWP
(filmpje)
Antibioticaresistentie
Antibiotica zijn alle stoffen die aan mensen
kunnen worden toegediend om bacteriële
infecties te bestrijden.
Antibiotica verstoren de stofwisseling van
bacteriën. Penicilline verhindert de productie van
een belangrijke stof voor de opbouw van de
celwand van bacteriën. Andere antibiotica
vernietigen DNA van de bacterie.
Veelvuldig gebruik van antibiotica heeft de
superbacterie
uitleggen?
-
3 voorbeelden
geven van hoe
men de kans op
resistentie kan
verkleinen.
De leerlingen
kunnen uit
gegeven
informatiebronnen
en -kanalen
kritisch kiezen en
deze raadplegen
met het oog op te
bereiken doelen.
-
Uitleggen hoe
schimmels ons
ziek kunnen
maken.
Factoren die de
vermenigvuldiging
van schimmels
beïnvloeden
omschrijven.
Lesfase 3
10 min.
Analyse +
vastzetten
Wat is een superbacterie?
Waarom is de ziekenhuisbacterie een
superbacterie?
Hoe kan men de kans op resistentie verkleinen?
DUO-opdracht: Schimmelinfecties
Leerlingen maken per twee deel 4. (Handboek p.
253-255 en werkboek p. 142 opdracht 15,16 en 17)
De opdrachten worden thuis afgemaakt en de
volgende klassikaal verbeterd.
resistentie in de hand gewerkt. Door toevallige
mutaties of wijzigingen in DWN kan de bacterie
zich ineens aanpassen aan het antibioticum.
Door het probleem van resistentie moeten er dus
steeds weer nieuwe antbiotica ontdekt worden.
Het begrip superbacterie is een verzamelnaam
voor alle bacteriën die resistent zijn voor vrijwel
alle soorten antibiotica (bv. ziekenhuisbacterie).
Handboek,
werkboek
Schimmelinfecties
Zie handboek p. 253 en 255
Zie werkboek p. 142
Opmerkingen i.v.m. bijlagen:
 Steeds kopie toevoegen van ingevuld werkblad of -boek.
 Indien gebruik gemaakt wordt van transparanten of digitale presentatie: handouts toevoegen (verkleind, zwart/wit).
 Indien de klasopstelling gewijzigd wordt: plan en/of omschrijving toevoegen.
BORDSCHEMA
Download