15/03/2017 Algemene concepten betreffende de motoriek De motore ontwikkeling en het klinisch neurologisch onderzoek Hoe gaan we klinisch te werk ? Welke hersengebieden screenen we ? Linken naar het klinisch beeld van DCD Linken naar leer-en gedragsprofielen ∗ Motorische ontwikkeling is de evolutie van bewegen in totaalpatronen naar steeds meer onafhankelijke, gedissocieerde bewegingen van hoofd ,romp en ledematen ∗ Het bewegen in totaalpatronen wordt sterk beïnvloed door vroege neonatale reflexen waaronder vnl ATNR-MORO-TLR Dr Ann Oostra Kinderneurologe UZ Gent-RCP COS Gent-RCA Algemene concepten betreffende de motoriek ∗ Een normale neurologische en motorische ontwikkeling geeft aanleiding tot het bereiken van motorische mijlpalen maar ook tot het maken van gevarieerde houdingstransferten en het verwerven van een goed kinesthetisch gevoel ∗ Alles onder invloed van een goede cognitieve sturing ∗ Kinesthetische, visuele, proprioceptieve, auditieve en tactiele prikkels worden centraal verwerkt en geven aanleiding tot de opbouw van een juiste spierspanning, een adequate posturale controle en adequaat evenwicht en coördinatie Het kind met motore problemen ∗ Wanneer we een kind zien met motore problemen ∗ dan zal de diagnostiek altijd geleid worden door ∗ de anamnese ∗ het somatisch onderzoek ∗ het klinisch neurologisch onderzoek ∗ Het geeft ons de leidraad in welke richting we moeten zoeken naar een onderliggende oorzaak ∗ De kennis van de embryologie en het situeren van de problematiek in bepaalde hersensystemen door het klinisch neurologisch onderzoek geeft ons belangrijke handvaten tot oorzakelijke diagnostiek Het kind met motore problemen ∗ Anamnese : ∗ Zwangerschap : hypertensie, pre-eclampsie, zwangerschapsdiabetes, tweelingzwangerschap, premature contracties, ernstige hypotensie ∗ Partus : peripartale asfyxie, nood aan reanimatie … ∗ Motorische ontwikkeling : mijlpalen maar ook houdingstransferten : omrollen, komen tot zit, kruipen, komen tot stand, aanleren van fietsen , zwemmen, aankleden ∗ Spraak-en taalontwikkeling ∗ Sociale ontwikkeling Belang van multidisciplinariteit ! ∗ Cognitieve ontwikkeling ∗ Familiale anamnese Belang van evolutie in de tijd 1 15/03/2017 Anamnese persoonlijk zwangerschap partus mijlpalen motoor spraak-taal cognitief profiel socialisatie stabiel of progressief familiale anamnese contextfactoren Kind Verklarende diagnostiek : Beeldvorming hersenen Genetisch onderzoek Metabool onderzoek EEG context Vraag naar Verklarende diagnostiek Klinisch somatisch onderzoek dysmorfie fysiek : vb pigmentatie stoornissen vb cardiaal, nefrologisch Neurologisch onderzoek pyramidaal extra-pyramidaal cerebellair hypotonie neuromusculair Multidisciplinair ontwikkelingsprofiel Aard van de gedragsproblemen Het kind met motore problemen ∗ Klinisch somatisch onderzoek ∗ Dysmorfieën ∗ Neurocutane aandoeningen Het type van de ontwikkelingsstoornis is gecorreleerd aan het specifieke ogenblik in de tijd waarop de ontwikkeling van de hersenen werd verstoord Prosencephale ontwikkeling Conceptie 6w Primaire neurulatie 20w 40w Corticale neurogenese proliferatie migratie organisatie van corticale neuronen Genetische oorzaak Vb del/dup/karyo 30w Synaps formatie , dendrieten groei , start van myelinisatie exogene oorzaak Vb congenitale CMV Aanlegstoornis van de hersenen 9% Krägeloh-Mann, 2007 Predominant witte stof schade 24-37w 56% Exogeen pre-perinataal Metabool Predominant grijze stof schade 38w 18% Het kind met motore problemen ∗ Klinisch neurologisch onderzoek ∗ Het basis klinisch neurologisch onderzoek omvat : 5 klinische clusters : 1. Evaluatie van tonus 2. Evaluatie van posturale controle en evenwichtsreacties 3. Kwaliteit van willekeurige bewegingen (observatie motore patronen) 1. Dissociatie 2. Coördinatie 3. Variabiliteit 4. Romprotatie 4. Perifere reflexen 5. Primitieve reflexen ∗ Welke neurologische systemen kunnen we ‘screenen’ met het klinisch neurologisch onderzoek ? ∗ Terminologie 3 centraal motore systemen kunnen we screenen met het neurologisch onderzoek : 1. Het pyramidaal systeem : De motorische schors en banen van schors naar ruggenmerg ~ spiertonus 2. Het extra-pyramidaal systeem : Centrale kernen ~ coördinatie en precisie van beweging - spiertonus 3. De hersenschors (cortex) en subcortex : ∗ Voorste delen ( (pre)-frontaal) : motivatie – sturing – aandachtsfuncties ∗ Achterste delen ( parieto-occipitaal) : binnenkomen van alle signalen ∗ lichaamsgevoel – somatosensorisch ∗ Visueel ∗ Middendeel : ∗ Boven (Parietaal) : motore handelingsplan – dorsale strroom –Waar? -weg ∗ Onder (Temporaal) : spraak en taal – interpretatie van gesproken en geschreven taal, gehoor en geheugen met hippocampus, visuele perceptie (ventrale stroom, wat ?- weg) Anatomie … 4. Het middenplan 1. Corpus callosum en septum pellucidum 2. Limbisch systeem 3. Hypofyse 5. Het cerebellum of kleine hersenen 1. Vermis 2. Cerebellaire hemisferen 2 15/03/2017 Essentiele hersenstructuren : ∗ 1. Het pyramidaal systeem : de motorische schors en corticospinale banen (tractus pyramidalis- corticospinalis ) ~ beweging – spiertonus ∗ 2.Het extra-pyramidale systeem: basale ganglia : thalamus, globus pallidum en putamen ~ coördinatie van beweging – besturing van houding –precisie in beweging - spiertonus Hersenkamers of ventrikels Het pyramidaal systeem T2 gewogen beelden Periventrikulaire zone Witte stof De periventriculaire witte stof Parasagittale zone Pyramidale tekenen ∗ Wijzen op mogelijke problemen in de witte stof of op de corticospinale banen ∗ Pyramidale tekenen: - Verhoogde tonus in de ledematen - Pathologische reflexen : - Hyperreflexie - Extensie Reflectogene zone - Polycinetisme - Teken van Babinski - Positief Rossolimo reflex - Voetzoolreflex in extensie Essentiele hersenstructuren : ∗ 1. Het pyramidaal systeem : de motorische schors en corticospinale banen (tractus pyramidalis- corticospinalis ) ~ beweging – spiertonus ∗ 2.Het extra-pyramidale systeem: basale ganglia : thalamus, globus pallidum en putamen ~ coördinatie van beweging – besturing van houding –precisie in beweging - spiertonus ∗ Vb spastische cerebrale parese, metabole witte stofaantasting (vb adrenoleukodystrofie), prematuriteit met milde witte stof atrofie of gliose, ruggenmerglijden vb spastische paraparese of bij tethered cord 3 15/03/2017 Globus pallidus Nucleus caudatus putamen thalamus Extra-pyramidale kernen Extra-pyramidale tekenen ∗ ongecoördineerde bewegingen dysmetrie onwillekeurige bewegingen wisselende spierspanning bij dystonie chorea ∗ Typische voorbeelden : ∗ Dyskinetische cerebrale parese na asfyxie ∗ Metabole aandoeningen met aantasting van de basale kernen vb ziekte van Hallervorden-Spatz ∗ Genetische aandoeningen met aanlegstoornis van basale kernen : vb semilobaire holoprosencephalie Het neurologisch en neuromotoor onderzoek ∗ Het basis klinisch neurologisch en neuromotoor onderzoek omvat : 5 klinische clusters : Het basis klinisch neurologisch en neuromotoor onderzoek 1. 2. 3. 4. 5. Evaluatie van tonus Evaluatie van posturale controle en evenwichtsreacties Kwaliteit van willekeurige bewegingen (observatie motore patronen) 1. Dissociatie 2. Coördinatie 3. Variabiliteit 4. Adaptatie aan omgeving 5. Romprotatie Perifere reflexen Primitieve reflexen Zowel mineure als majeure neuromotore problematieken kan je op die manier vroegtijdig ontdekken ! 4 15/03/2017 Klinisch neurologisch onderzoek 5 basiselementen : Het neurologisch en neuromotoor onderzoek ∗ 1.Tonusonderzoek : ∗ Axiale tonus ∗ Perifere tonus:heupabductie-popliteahoek-voetdorsiflexie ∗ Hypertoon ∗ Hypotoon ∗ Dystoon ∗ 2.primitieve reflexen ∗ ATNR ∗ 3.oprichtingsreacties – posturale tonus ∗ 4.kwaliteit van de willekeurige bewegingen ∗ Dissociatie ∗ Romprotaties ∗ 5.perifere reflexen 4.Perifere reflexen : Kniepeesreflexen Achillespeesreflexen Voetzoolreflexen Rossolimo Voetclonus Teken van Babinski Biceps-en tricepspeesreflexen Tonusonderzoek en reflexen Evaluatie 5 clusters leidt tot diagnose : Klinische beelden ∗ Normaal bewegingspatroon ∗ Varianten van het normale ∗ Immatuur –typisch prematuriteitsgebondenbewegingspatroon ∗ Benigne hypotonie ∗ DCD beeld ∗ Cerebrale parese ∗ Spierlijden – perifeer zenuwstelsel 5 15/03/2017 Het type van de ontwikkelingsstoornis is gecorreleerd aan het specifieke ogenblik in de tijd waarop de ontwikkeling van de hersenen werd verstoord Prosencephale ontwikkeling Conceptie 6w Primaire neurulatie 20w 40w Klinisch onderzoek dysmorfie fysiek neurologisch pyramidaal extra-pyramidaal cerebellair hypotonie neuromusculair Corticale neurogenese proliferatie migratie organisatie van corticale neuronen Genetische oorzaak Vb del/dup/karyo 30w Het kind met motore problemen Anamnese persoonlijk zwangerschap partus mijlpalen motoor spraak-taal cognitief profiel socialisatie familiaal stabiel of progressief Synaps formatie , dendrieten groei , start van myelinisatie exogene oorzaak Vb congenitale CMV Aanlegstoornis van de hersenen 9% Krägeloh-Mann, 2007 Predominant witte stof schade 24-37w 56% Niet afwijkend Specifieke uitval Ter bevestiging Exogeen pre-perinataal Metabool Predominant grijze stof schade 38w 18% Het kind met motore problemen Beeldvorming hersenen Micro-array Geen afwijking Metabool onderzoek Ter bevestiging Diagnose Diagnose ? University Hospital Ghent Study NICU graduates children with Cerebral Palsy in 3 gestational age groups ∗ Zwangerschap : gecompliceerd door: ∗ Prematuriteit ∗ Pre-eclampsie ∗ Tweelingzwangerschap ∗ Diabetes ∗ Klinisch neurologisch onderzoek : ∗ Stroeve hamstrings – stroeve voetdorsiflexie ∗ Milde pyramidale tekenen: vinnige KPR met wat ERZ en PC ∗ Motoor : gaande van Cerebrale Parese tot klinisch DCD beeld ∗ Cognitief profiel : VIQ > PIQ - wiskundeproblemen ∗ Milde taalpragmatische problemen Groep van periventriculaire ∗ Blanco familiale anamnese witte stof gliose of milde atrofie met diffuse witte stof atrofie tekort aan (sub)corticale complexiteit en organisatie Type voorbeeld : de prematuur Resultaten opvolging NICU graduates < 1250g en/of < 30w ZS UZ Gent Beeldvorming hersenen Gericht genetisch onderzoek NICU graduates: ° 1995-°2006 GA 22w-41w ( N = 1086) n= 165 children with cerebral palsy Predominant White matter injury Predominant grey matter injury ∗ Vergelijking met recente cijfers uit de USA ∗ Jaarlijks 63000 kinderen met GG < 1500gr. ∗ Matige en ernstige motore beperking : 5-10% ∗ ‘Mineure’ problemen : ∗ < 1500gr : 25-50% ∗ < 28 w ZS : > 50% ∗ ∗ ∗ ∗ ∗ DCD specifiek cognitief profiel :VIQ>PIQ gedragsproblemen meer moeizame aandacht en concentratie kenmerken autismespectrumstoornis 6 15/03/2017 ∗ In de Epibel Study ( ZSduur < 26w, ° 2000 ) had 25% van de kinderen op 3j Cerebrale Parese maar 70 % had mineur motore problemen! ∗ Mineur motore problemen in het eerste levensjaar zijn een belangrijk klinisch signaal voor opvolging van ∗ cognitief profiel ∗ aandacht en concentratie ∗ sociaal-communicatieve ontwikkeling Cerebrale leuko-encephalopathie van de prematuur ∗ 2 componenten: ∗ 1. Periventriculaire leukomalacie ∗ vaak gekend van in de neonatale periode door echografie of NMR hersenen ∗ Regiospecifiek letsel : ischemie in vasculaire eind- en border zones ( overgangszones tussen grote hersenarteriën) ∗ Gevolg : spasticiteit ∗ Oorzaak ? ∗ Leukoencephalopathie van de prematuur ∗ 2. Diffuse component van leuko-encephalopathie ( zeer afhankelijk van ZS duur, < 26w!) ∗ vrijwel nooit gedetecteerd in de neonatale periode ∗ Cel specifiek letsel Hoge vulnerabiliteit van de pre-oligodendrocyten Hypoxisch-ischemische witte stof aantasting is een continuum Cerebrale leuko-encephalopathie van de prematuur ∗ 2 componenten: ∗ 1. Periventriculaire leukomalacie ∗ vaak gekend van in de neonatale periode door echografie of NMR hersenen ∗ Regiospecifiek letsel : ischemie in vasculaire eind- en border zones ( overgangszones tussen grote hersenarteriën) ∗ Gevolg : spasticiteit – CVI ∗ ∗ 2. Diffuse component van leuko-encephalopathie ( zeer afhankelijk van ZS duur, < 26w!) ∗ vrijwel nooit gedetecteerd in de neonatale periode ∗ Cel specifiek letsel Hoge vulnerabiliteit van de pre-oligodendrocyten ∗ Rol van de pre-oligodendrocyt Progenitor cel in Subventriculaire zone ( SVZ) Ischemie Infectie/ inflammatie • • Pre-oligodendrocyt ( op 28w ZS 90% van de OL) Arteriële border / end zone Regulatie cerebrale blood flow bij prematuur Rijpe myeline producerende oligodendrocyt (a terme leeftijd) microglia Reactive Oxygen Species and Reactive Nitrogen Species = vrije radicalen Reactieve astrocyten Cytokines vb interferon en tumor necrose factor Glutamaat Celdood en uitloper verlies van pre-oligodendrocyt 7 15/03/2017 ∗ Celdood en uitloper verlies van pre-oligodendrocyt ∗ Gevolg : ∗ Deficiet van mature oligodendrocyten stoornis in de myelinisatie Diffuse PVL AXON NMR : ∗ Ventriculomegalie ∗ diffuse signaalafwijkingen Pre-OL SubPlateNeuronen SVZ GZ Focale necrose (microscopisch) Focale necrose (macroscopisch) ∗ Pre-OLs schade leidt tot : 40% NV 60% gliose 60% AxonV ∗ axonale rijpingsproblemen ∗ functieverlies van de axonen 15%NV 60% gliose ∗ Samenspel van • • • Primair destructieve processen in de witte stof Primaire en secundaire verstoring van de ontwikkeling van neuronale en axonale structuren De gevolgen van deze diffuse schade zijn in frequentie veel belangrijker dan de gevolgen van de focale schade Cortex : PO/SM Temp/hippo 20-30% NV 20-30% gliose Naar JJ Volpe Late Neuronale migratie tot na 27w Diffuse PVL Focale necrose (microscopisch) Focale necrose SVZ GZ (macroscopisch) ∗ Invloed op : ∗ Motoriek : coördinatie, tempo, evenwicht automatisatie van schrijfproces DCD : developmental coördination disorder ∗ Cognitief profiel met een discrepantie tussen verbale en performale vaardigheden ∗ VIQ > PIQ ∗ Visueel-ruimtelijke leerstoornis: rekenen ∗ Planningsproblemen ∗ Aandacht- concentratie- impulscontrole ∗ Taalpragmatische vaardigheden ∗ Emotieregulatie Naar JJ Volpe ∗ Gedrag : rigiditeit – autismespectrumstoornis ( mogelijk tot 70% bij < 26w) GABA-erg neuronen : ver 4 voudiging van opperste cortex Schors : synapsvorming met afferente dendrieten Wereldprematurendag Encephalopathie van de prematuur ∗ Stijn • Primair destructieve processen in de witte stof • Primaire en secundaire verstoring van de ontwikkeling van neuronale en axonale structuren • De gevolgen van deze diffuse schade zijn in frekwentie veel belangrijker dan de gevolgen van de focale schade ∗ 4 jaar - extreem prematuur,25 weken,720gr ∗ Langdurige en nasale zuurstof thuis in eerste levensjaar ∗ Als baby zeer veel hyperextensiegedrag, voedingsproblemen,huilbaby ∗ Normale intelligentie ∗ Zwakke grof- en fijnmotore vaardigheden- Motorplanningsproblemen ∗ Klinisch – neurologisch:geen duidelijke pyramidale of extra-pyramidale tekenen, ∗ Zwakke aandacht ∗ Taalpragmatische problemen ∗ Diagnose : ∗ DCD ∗ kenmerken autismespectrumstoornis ∗ Beeldvorming: diffuse milde witte stof aantasting Wereldprematurendag 8 15/03/2017 NMR op 7 jaar: ∗ Jasper Mild verbrede laterale ventrikels ∗ 8 jaar oud ∗ Tweelingzwangerschap – a term – normale partus ∗ Wat verlate motore mijlpalen ∗ Op 7 jaar : aanmelding omwille van gedragsproblemen ∗ ∗ ∗ ∗ Normale intelligentie Movement ABC Pc < 1 NEPSY : zeer zwakke motorplanning Klinisch neurologisch onderzoek : mild pyramidaal in OL distaal re > li ∗ Functionele diagnoses: ∗ DCD (Neurologisch: milde vorm van cerebrale parese) ∗ ADHD ∗ Beeldvorming: periventriculaire leukomalacie ∗ Echter heel wat andere oorzaken van minder goede myelinisatie of connectiviteit geven dezelfde functionele diagnoses zoals ADHD, Autisme, DCD … Genetische oorzaken ∗ Jasper ∗ Milde periventriculaire leukomalacie ∗ Mild vertraagde myelinisatie NICU graduates ∗ Evaluatie op postterme leeftijd van 4 maanden ∗ Klinische karakteristieken van ‘mineure motore problemen’ ∗ 2.Posturale controle : ∗ Insufficiënte posturale controle en vertraagde ontwikkeling van evenwicht ∗ Minder romprotaties! – immobiel posturaal gedrag ! ∗ Hyperextensiegedrag ∗ 3. kwaliteit van het reiken: ∗ Vertraagde middenlijn organisatie ∗ Weinig gecoördineerd reiken ∗ Bewegingspatroon in de onderste ledematen : NICU graduates ∗ Kwaliteit van de trappelbeweging : ∗ Dissociatie en coördinatie van beenbewegingen ∗ Variabiliteit ∗ Adaptatie aan veranderende omgevingsfactoren ∗ Yeng et al. Vond bij pretermen op 2 en 4 maanden (PTA) ∗ Een hogere trappelfrekwentie ∗ Een kortere flexiefase ∗ Een hogere knie-heup correlatie ∗ Een lagere variabiliteit van het coördinatie patroon tussen de onderste ledematen onderling ∗ Terme zuigelingen passen hun trappelen aan aan de gevraagde taak ∗ Pretermen tonen geen adaptatie , dit suggereert een gebrek aan doelgerichte controle over de beenbewegingen ∗ Pretermen passen hun bewegingen minder aan aan veranderende omgevingsfactoten 9 15/03/2017 ∗ Deze mineure motore problemen hebben een belangrijke predictieve waarde ! ∗ Zelfs op deze zeer jonge leeftijd zien we ‘coordinatie’ problemen op verschillende hiërarchische niveaus in de hersenen ∗ We zien een belangrijke correlatie met latere Developmental Coördination Disorder ∗ De ‘international consensus group’ koos voor de term DCD omdat : ∗ de primaire kenmerken van de stoornis hiermee het best getypeerd worden met name het aspect coördinatiestoornis ∗ De term coördinatie houdt de notie in van: intentionaliteit Planning organisatie van de actie in ruimte en tijd Het feit dat een motore actie een opeenvolging betekent van bewegingselementen de motore actie aangepast moet zijn aan omgevingsfactoren Aandacht;motivatie ∗ De motorische activiteit vereist een proces van bewegingscontrole op verschillende hiërarchische niveaus NICU graduates ∗ Deze ‘ mineure ’ motore problemen voorspellen echter niet alleen latere problemen in grofmotore en fijnmotore vaardigheden! ∗ Een grondige multidisciplinaire follow-up is belangrijk met : ∗ motorplanning taken– visuomotore integratie taken ∗ performale intelligentie < verbale intelligentie ∗ Pragmatische vaardigheden – Sociaal - communicatieve vaardigheden - symbolisch spel en verbeelding ∗ Gedrag – concentratie ∗ Vanaf de leeftijd van 4j6m zijn de testen meer accuraat om de verschillende ontwikkelingsgebieden te evalueren met het oog op latere leerproblemen Zeg niet te vlug : het is DCD ! 10 15/03/2017 ∗ Victor, °2008 Victor, °2008 ∗ ∗ ∗ ∗ Normale zwangerschap en partus Normale motore mijlpalen Op kleuterleeftijd wat onhandig – normale intelligentie 2de kleuter: onhandig en zeer rigied gedrag- taalpragmatische problemen- loopt sociaal moeilijk op school ∗ Kinepraktijk: diagnose DCD: kine wordt gestart ∗ Kinderarts vermoedt ASS : verwijzing naar kinderpsychiater Beeldvorming : Neuronale migratiestoornis Hamartoma bodem derde ventrikel Zoeken nog naar oorzakelijk gen ∗ Kinesitherapeute met veel ervaring : ∗ Dyskinetische kenmerken rechter lichaamshelft ∗ Doorverwijzing kinderneurologie 2016: normale begaafdheid Ernstige leerstoornis Autismespectrumstoornis Milde hemiplegie rechts Ernstige gelastische epilepsie ∗ Klinisch neurologisch : milde dystone hemiplegie rechts ∗ Vermoeden corticaal infarct ∗ Beeldvorming Beeldvorming : het type van de ontwikkelingsstoornis is gecorreleerd aan het specifieke ogenblik in de tijd waarop de ontwikkeling van de hersenen werd verstoord Prosencephale ontwikkeling Conceptie 6w Primaire neurulatie 20w 30w 40w Andere pyramidale beelden Corticale neurogenese proliferatie migratie organisatie van corticale neuronen Genetische oorzaak Synaps formatie , dendrieten groei , start van myelinisatie exogene oorzaak Predominant witte stof schade Aanlegstoornis van de hersenen Predominant grijze stof schade Ischemische oorzaken : beeldvorming Progressief pyramidaal ∗ Metabole aandoeningen van de witte stof ∗ Vb leukodystrofieën Intraventrikulaire bloeding A. Cerebri media infarct Periventriculaire leukomalacie Belang van ZS duur ∗ Aanlegstoornis ∗ Vb tethered cord : soms pas opvallend in de groeispurt ∗ Strumpell –Lorraine : spastische paraparese 11 15/03/2017 Het type van de ontwikkelingsstoornis is gecorreleerd aan het specifieke ogenblik in de tijd waarop de ontwikkeling van de hersenen werd verstoord Prosencephale ontwikkeling Conceptie 6w Primaire neurulatie 20w 30w 40w Het kind met motore problemen Anamnese persoonlijk zwangerschap partus mijlpalen motoor spraak-taal cognitief profiel socialisatie familiaal stabiel of progressief Klinisch onderzoek dysmorfie fysiek neurologisch pyramidaal extra-pyramidaal cerebellair hypotonie neuromusculair Corticale neurogenese proliferatie migratie organisatie van corticale neuronen Genetische oorzaak Vb del/dup/karyo Synaps formatie , dendrieten groei , start van myelinisatie exogene oorzaak Vb congenitale CMV Aanlegstoornis van de hersenen Predominant witte stof schade 24-37w Niet afwijkend Specifieke uitval Ter bevestiging Exogeen pre-perinataal Metabool Predominant grijze stof schade > 38w Beeldvorming hersenen Micro-array Beeldvorming hersenen Gericht genetisch onderzoek Geen afwijking Metabool onderzoek Ter bevestiging Diagnose Diagnose ? 1. Een motorisch beeld als gevolg van een ontwikkelingsstoornis is een uiting van : - een niet optimaal ontwikkeld of - een zich niet optimaal ontwikkelend zenuwstelsel door ontwikkelingsproblemen in de hersenen in de embryonale, foetale of perinatale fase Parasagittale schade Taalstoornissen en gedragsstoornissen Verstorende factoren : Exogene factoren : - Prematuriteit - Peripartale problemen - Congenitale infecties - … Endogene factoren: - Genetische factoren - Metabole factoren Differentiatie door : - anamnese - multidisciplinair ontwikkelingsprofiel met gedragsdiagnose - klinisch neurologisch onderzoek - gericht aanvullend onderzoek Kernschade Cave postcooling! Andere extra-pyramidale beelden … Progressief extra-pyramidaal : metabole problemen ∗ Leigh syndroom ∗ Probleem in de ademhalingsketen van de cellen ! ∗ Mitochondriale pathologie 12 15/03/2017 Het type van de ontwikkelingsstoornis is gecorreleerd aan het specifieke ogenblik in de tijd waarop de ontwikkeling van de hersenen werd verstoord Het cerebellum Prosencephale ontwikkeling Conceptie 6w Primaire neurulatie 20w 40w Corticale neurogenese proliferatie migratie organisatie van corticale neuronen Genetische oorzaak Vb del/dup/karyo 30w Synaps formatie , dendrieten groei , start van myelinisatie exogene oorzaak Vb congenitale CMV Aanlegstoornis van de hersenen Exogeen pre-perinataal Predominant witte stof schade 24-37w Metabool normaal Predominant grijze stof schade > 38w Cerebellaire tekenen ∗ verlies van de spiercoördinatie zodat bewegingen uitgevoerd worden met abnormale sterkte, ritme en accuraatheid. ∗ Onstabiliteit ∗ evenwicht- en coördinatieproblemen ∗ tremor ∗ dysmetrie vermisatrofie Victor, °2008 Beeldvorming : Neuronale migratiestoornis Hamartoma bodem derde ventrikel Zoeken nog naar oorzakelijk gen 2016: normale begaafdheid Ernstige leerstoornis Autismespectrumstoornis Milde hemiplegie rechts Ernstige gelastische epilepsie Oorzaken : Vermisatrofie : aanlegstoornis Vermisatrofie : verworven: ischemisch of genetisch Cerebellaire atrofie : autoimmuun vb kinsbourne Metabool vb Carbohydrate deficiency Syndrome CDG Genetisch : Friedreichs ataxie- ataxia telangiectatica Van functionele diagnostiek tot moleculaire verklaring ∗ Isa ° 2008: ∗ Licht mentale retardatie ∗ Spraakstoornis ∗ ASS kenmerken gedragsmatig Beeldvorming leidt hier naar genetische diagnose ∗ Neurologisch onderzoek: ∗ Mild dyskinetische cerebrale parese - extra-pyramidaal beeld ∗ Anamnese van zwangerschap en partus was normaal ∗ Klinisch neurologisch onderzoek en beeldvorming ∗ leiden tot diagnose Mutations in α- and β-tubulin encoding genes: Implications in brain malformations Romina Romaniello Tubulin-related cortical dysgeneses: microtubule dysfunction underlying neuronal migration defects Xavier H. Jaglin 13 15/03/2017 Neurologische aspecten: de oorzaak van DCD ∗ Isa ° 2008: ∗ ∗ ∗ ∗ Milde tot matige mentale retardatie Spraakstoornis ASS kenmerken gedragsmatig Dyskinetische cerebrale parese - extra-pyramidaal beeld DCD is een uiting van een niet optimaal ontwikkeld of zich niet optimaal ontwikkelend zenuwstelsel door ontwikkelingsproblemen in de hersenen in de embryonale, foetale of perinatale fase of op vroege kinderleeftijd. ∗ Anamnese van zwangerschap en partus was normaal ∗ NMR : neuronale migratiestoornis met dysmorfe basale ganglia, hypoplastische pons en cerebellaire dysplasie ∗ Oorzaak : genetisch onderzoek prof. A. Jansen VUB Genetische factoren : - Genetisch syndromaal - Genetische predispositie ∗ mutatie in het TUBA1A gen ∗ moeder mosaïcisme maar klinisch asymptomatisch ∗ Belang genetische counceling ! Neurology : 2011 Mar 15;76(11):988-92. doi: 10.1212/WNL.0b013e31821043f5. TUBA1A mutations: from isolated lissencephaly to familial polymicrogyria. Jansen AC, Oostra A , et al Exogene factoren : - Prematuriteit - Peripartale problemen - Congenitale infecties - Chemische factoren - … ∗ Etiologisch onderzoek : ∗ JOLIEN ∗ 4 jaar oud verwezen wegens ‘onhandigheid’ en ‘moeizaam aanleren van complexe motore activiteiten’ ∗ Beeldvorming: multifocale subcorticale witte stof letsels ∗ Oorzaak : congenitale CMV ∗ Normale zwangerschap en partus ∗ Algemeen mild hypotone baby ∗ Verlaat bereiken van motore mijlpalen ∗ Normale intelligentie ∗ Movement ABC pc 5: statisch en dynamisch evenwicht,hand-en balvaardigheid : zwak ∗ ∗ NEPSY : zwakke motorplanning Zwakke fijne motoriek ∗ Bij multidisciplinair ontwikkelingsprofiel blijken ook problemen in taalpragmatiek en contextueel denken ∗ Klinisch neurologisch onderzoek : milde hypotonie, overigens geen uitvalsverschijnselen ∗ Functionele diagnoses : DCD en autismespectrumstoornis Neurologische aspecten: de oorzaak van DCD DCD is een uiting van een niet optimaal ontwikkeld of zich niet optimaal ontwikkelend zenuwstelsel door ontwikkelingsproblemen in de hersenen in de embryonale, foetale of perinatale fase of op vroege kinderleeftijd. ∗ Karel ∗ ∗ ∗ DCD beeld klinisch Visueel-ruimtelijke leerproblemen Kenmerken ASS ∗ Familiaal : ∗ Geen bijzonderheden ∗ Klinisch neurologisch : ∗ Hypotoon ∗ Opvallend grote gestalte ∗ Geavanceerde botleeftijd Beeldvorming : ∗ vertraagde myelinisatie parieto-occipitaal ∗ Persisterend cavum septum pellucidum ∗ Genetische factoren : - Genetisch syndromaal - Genetische predispositie Exogene factoren : - Prematuriteit - Peripartale problemen - Congenitale infecties - Chemische factoren ∗ Mutatie NSD1 gen : SOTOS - … 14 15/03/2017 Anamnese persoonlijk zwangerschap partus mijlpalen motoor spraak-taal cognitief profiel socialisatie stabiel of progressief familiaal Michiel Normale zwangerschap en partus Mild verlate motore mijlpalen Moeilijk aanleren van fietsen, zwemmen … Movement ABC Pc 4 NEPSY: motorplanningsproblemen Discrepant IQ profiel tnv performale IQ Klinisch neurologisch onderzoek : Faciale kenmerken - hypernasaliteit Geen pyramidale, extrapyramidale of atactische kenmerken Geen tekenen van neuromusculair lijden Functionele diagnosen : taalstoornis aandachttekort DCD context Vraag naar Verklarende diagnostiek Klinisch somatisch onderzoek dysmorfie fysiek Neurologisch onderzoek pyramidaal extra-pyramidaal cerebellair hypotonie neuromusculair Multidisciplinair ontwikkelingsprofiel Mild verbrede Virchow-Robin ruimten Verklarende diagnostiek : BELANG VAN BLIJVEND OBSERVEREN Beeldvorming hersenen: normaal Genetisch onderzoek Metabool onderzoek EEG Oorzakelijke diagnose : deletie 22q11 Velocardiofaciaal syndroom ∗ ∗ ∗ ∗ Kind Stan, °2003 Normale zwangerschap en partus Normale spraak- en taalontwikkeling Goede begaafdheid Stan Vermoeden : tubereuse sclerose NMR scan toont 2 tubera subcorticaal geen andere afwijkingen ∗ Gedragsproblemen ∗ Op leeftijd van 6 jaar: diagnose ASS ∗ Verder oorzakelijk onderzoek begrijpelijk uitgesteld door de ouders ∗ Op leeftijd van 11jaar : ouders nemen contact op wegens ‘huiduitslag’ die toeneemt ∗ Diagnose : angiofibroma Neurologische aspecten: de oorzaak van DCD DCD is een uiting van een niet optimaal ontwikkeld of zich niet optimaal ontwikkelend zenuwstelsel door ontwikkelingsproblemen in de hersenen in de embryonale, foetale of perinatale fase of op vroege kinderleeftijd. Voldoende criteria voor diagnose TS Geen gen diagnose TSC1 noch TSC2 zijn gemuteerd, vermoedelijk mosaïcisme Belangrijke diagnose ivm opvolging ∗ Warre ∗ ∗ ∗ ∗ DCD beeld klinisch Visuele problemen als peuter later CVI Visueel-ruimtelijke leerproblemen Kenmerken ASS ∗ Familiaal : ∗ DCD beeld bij vader ∗ ASS symptomen bij zus Genetische factoren : - Genetisch syndromaal - Genetische predispositie Exogene factoren : - Prematuriteit - Peripartale problemen - Congenitale infecties - Chemische factoren ∗ Klinisch neurologisch : ∗ Vinnige reflexen ∗ Beeldvorming : vertraagde myelinisatie pariëtooccipitaal - … 15 15/03/2017 Beeldvorming : hypomyelinisatie Warre ∗ Genetisch onderzoek : ∗ micro-array onderzoek : ∗ del 2q31.1 : bevat SLC25A12 gen ∗ Genetisch onderzoek : del 2q31.1 : bevat SLC25A12 gen ∗ Het SLC25A12 gen codeert voor een proteine Aralar1 ∗ Aralar1 is een calciumbindend mitochondriaal carrier proteine ∗ Het is een mitochondriale aspartaat/glutamaat carrier ∗ belangrijk in neuronen met hoge metabole activiteit ∗ SLC25A12 is geassocieerd met groei van dendrieten en modifieert ∗ neuronale netwerken in ∗ verschillende subregio’s die geassocieerd worden met autisme en CVI ∗ de dorsolaterale prefrontale cortex en de fusiforme gyrus ∗ Genetisch onderzoek : del 2q31.1 : bevat SLC25A12 gen ∗ SLC25A12 is geassocieerd met groei van dendrieten en modifieert neuronale netwerken in subregio’s die geassocieerd worden met autisme en CVI : dorsolaterale prefrontale Dorsolaterale prefontale Cortex : 8,9,46 cortex en de fusiforme gyrus Werkgeheugen Responsinhibitie CVI Proteine dat een soort van ‘steiger’ vormt en andere membraanproteines koppelt aan het actine cytoskelet en signaal-pathways. Spelen een rol in synapsformatie en dendrietenmaturatie Deze proteines helpen de componenten van een bepaalde pathway om zich in ruimte en tijd te organiseren om zo de signaaltransmissie te versnellen SHANK3 gen del 22q13.3 Diagnostiek van de toekomst ! genetische problemen met invloed op neuronen zelf ( moleculaire pathways) en vaak secundair op de witte stof vb. ∗ Shank3 genen 16 15/03/2017 Klinisch functionele diagnoses BELANG verschillende diagnostische niveaus ! Hechtingsstoornis Spraak-en taalstoornis ODD NLD CD depressie ADHD Autismespectrum stoornis LeesTourette DCD Schrijfrekenstoornis OCD Cerebrale parese Neurologisch probleem epilepsie Fysiopathologische oorzaken: zeer heterogeen ! Besluit ∗ Motoriek is vaak het eerste symptoom van ontwikkelingsproblemen ∗ DCD is een klinische beschrijvende diagnose ∗ Klinische kennis blijft de ingangspoort tot correcte diagnostiek ∗ Functionele diagnostiek geeft belangrijke handvaten tot begeleiding en aanpak ∗ Er is een veelheid aan comorbide functionele diagnoses : DCD, ASS, ADHD, CVI… ∗ Het functioneel profiel moet al deze domeinen in kaart brengen : IQ profiel, taal, motoriek, gedrag en communicatie ∗ Beeldvorming geeft soms maar niet altijd de sleutel tot de oorzakelijke diagnose ∗ Genetisch en moleculair onderzoek proberen de onderliggende fysiopathologische mechanismen te ontrafelen en verklaren de grote comorbiditeit Medische oorzaak : verklaring voor grote comorbiditeit en heterogeniteit 17