Suggestielijst van toneelstukken en monologen in functie van Happening 2008 Je wil alleen of met je groep in het voorjaar van 2008 op de planken staan, in het kader van Happening 2008? Maar: het zoeken van een geschikte toneeltekst lijkt je een lastige dobber? Geen probleem: hier is een suggestielijst van stukken tussen 15' en 30'. DATA PROVINCIALE HAPPENINGS West-Vlaanderen: zondag 10/02/08, Rumbeke Oost-Vlaanderen: zondag 17/02/08, Schellebelle Antwerpen: vrijdag 14/03/08, Laakdal Vlaams-Brabant/Brussel: zaterdag 15/03/08, Jezus-Eik Limburg: zaterdag 12/04/08, Opglabeek Alle toneelteksten zijn op te vragen in de OPENDOEK-bibliotheek via [email protected] of 03 222 40 95 Indien u stukken wenst te spelen, informeren wij u graag verder - over het verwerven van de teksten - omtrent de toestemming tot opvoering BELANGRIJK: maak gebruik van gratis artistieke begeleiding bij de creatie van je Happening-voorstelling. Max. 9u per facet/per productie, max. 15u in totaal. (bv. 6u tekstbegeleiding, 5u regiebegeleiding, 4u choreografische begeleiding). Voor info en aanvraag: [email protected] of T. 03 222 40 96 (ma., di., woe.) OPENDOEK vzw | Zirkstraat 36 | 2000 Antwerpen | 03/222 40 90 | [email protected] | www.opendoek-vzw.be Samenstelling: Ruben Wullaert, 31/08/2007 OPENDOEK vzw | Zirkstraat 36 | 2000 Antwerpen | 03/222 40 90 | [email protected] | www.opendoek-vzw.be Feestje Peter van Gestel De hoofdpersoon komt als bij toeval op een feestje terecht. Gaandeweg gaat men hem als een indringer zien, hij wekt een agressie op die zich tenslotte tegen alle feestgangers richt. Een toneelstuk(je) waarbij alle theaterregisters kunnen worden opengetrokken en zich leent tot experiment met de theatrale codes. Humor en beklemming voor het publiek, spelplezier voor de acteurs. (kleine aanpassingen van Nederlandse naar Vlaamse context zijn wenselijk) Personages: - Daan (hoofdpersoon, kan ook een vrouwenrol worden) - Kleinere rollen: o Gastheer (of –vrouw) o Lien (kan ook een herenrol worden) o 3 sprekende feestgangers (je kan er 2 van maken ook) o Rustige man (kan door iemand van de feestgangers worden vertolkt) o Bezoeker - figuranten, stemmen De plechtige Kommunikant Karl Valentin Vader trakteert zoon na zijn plechtige communie in een taverne. Vader wordt zat, zoon moet de situatie rechthouden. Een korte clowneske sketch van deze Duitse cabaretier (Munchen, 1882 – 1948) die bevriend was met Brecht. Deze tekst, samen met vele andere van zijn hand, kenmerkt zich door absurde humor, woordspelletjes, communicatie vol misverstanden en clownerie. Een sketch, serieus ‘over the top’, waar je als speler zeer ver in kunt gaan. Personages: - vader - zoon De lamp Herman Heijermans Moeder en dochter zitten in angst in het donker op hun appartement. Ze houden de deur gesloten voor de broer van haar man en een werkmakker, die agressief op de deur komen kloppen. Vader heeft namelijk de algemene fabrieksstaking naast zich neergelegd en is toch gaan werken want Van de wind kan je niet leven! D’r is geen cent in huis, geen dúít!. Heijermans (Nederland, 1864 – 1924) was een zeer sociaal en politiek geëngageerde linkse schrijver, die in dit realistisch stukje toneel de problematiek van het arbeidersgezin op zeer heldere wijze schetst. Thematisch en qua sfeer sluit dit aan bij Boons ‘Pieter Daens’. Personages: - Jacques, arbeider OPENDOEK vzw | Zirkstraat 36 | 2000 Antwerpen | 03/222 40 90 | [email protected] | www.opendoek-vzw.be - Catrien, zijn vrouw - Suze, het dochtertje - Buurvrouw-van-beneden - Eerste stem - Tweede stem In een haven Hugo Claus De personages bevinden zich op het dek van een Kanaalboot die naar Engeland gaat varen, maar stilligt wegens vertraging. De dames spreken als personages die 40 jaar jonger zijn. Achter hen ligt Johannes, zoon van één van de beide dames, op sterven (of hij speelt pathetisch alsóf). De vrouwen reageren er zeer gelaten op, als is hij een kind dat een spelletje speelt. Als een oudkoloniaal, een kolonel, langskomt, sloven de dames zich uit om hem het hof te maken. Een minder bekend werk uit de vroege periode van Claus (1954). De ondertitel luidt Burleske in één zeer kort bedrijf. De context van het Belgische kolonialisme is aanwezig in dit stuk en schept meteen een tijdskader van een voorbije tijd. Personages: - Angele (hoogbejaarde dame) - Mimi (haar hoogbejaarde vriendin) - Johannes (zoon Verwarringen Alan Ayckbourn Alan Ayckbourn (°1939), “na Shakespeare de meest gespeelde theaterauteur van GrootBrittannië”, brengt met Verwarringen (Confusions—Five Interlinked One-Act Plays, 1974; vertaling Jaak Van Assche) een magistrale zedenkomedie gesitueerd in de middenklasse, waarbij vooral huwelijksperikelen en het gebrek aan een open en heldere communicatie tussen mensen, inzonderheid dus tussen partners, gehekeld worden in een opeenvolging van vijf korte eenakters. Deze eenakters zijn op een zeer subtiele wijze — thematisch en toneel-technisch (via de figuren en de locaties bijvoorbeeld) — aan elkaar gekoppeld en worden — op één uitzonderingetje na — gedragen door een bevrijdende en deugddoende humor, gaande van een milde ironie tot en met hilarische, burleske situaties. (bron: www.epidauros.be) De 5 eenakters vormen dus samen één geheel, maar kunnen ook op zichzelf worden gebracht, los van de andere 4. Hieronder volgt een beschrijving van de stukjes, zoals te lezen op www.epidauros.be I. Moederfiguur Lucy en haar man Paul zijn uit elkaar gegroeid wegens veelvuldige afwezigheid van meneer. Paul (meneer Koopmans) krijgen we pas echt te zien in het tweede deel, ‘Drinkebroers’ maar hij is wel degelijk de aanleiding van het eerste deel en hij is dus aanwezig in het gesprek tussen Lucy Koopmans, buurvrouw Rosemarie en buurman Mark. De bazige Mark wordt door Lucy behandeld zoals zij haar kinderen behandelt (“Je moet het zelf weten, maar op die manier ga jij OPENDOEK vzw | Zirkstraat 36 | 2000 Antwerpen | 03/222 40 90 | [email protected] | www.opendoek-vzw.be nooit groot en sterk worden”). Haar aanpak heeft succes. Naar het einde toe wordt Mark een lammetje en gaat hij hand in hand met zijn Rosemie naar huis. Personages: - Lucy Rosemarie Mark II. Drinkebroers Deze eenakter vertelt het verhaal van Paul Koopmans, een zeer opmerkelijke maar tegelijk erg herkenbare figuur. Paul is een getrouwde man die nood heeft aan een beetje actie in zijn leven. Op zakenreis beslist hij om ervoor te gaan. In de bar van hotel De Kroon ziet hij een jonge vrouw die hij al eerder die week had ontmoet: een zekere Carine die parfum verkoopt in een warenhuis nabij het hotel. Na enkele whisky-soda's ziet Paul zijn kans schoon en begint hij Carine te trakteren. Wat hij over het hoofd ziet is dat hij bij een meisje als Carine niet meer dan medelijden kan opwekken. Naarmate de avond vordert en er steeds meer gedronken wordt begint Paul zijn eigen zielige leventje volledig bloot te geven. Hij denkt zo ‘troost’ te kunnen vinden bij Carine. In de mening dat zijn plannetje geslaagd is, biedt hij Carine een drankje in zijn kamer aan. Zoals verwacht kan worden, gaat Carine hier niet op in. Tijdens één van de talrijke gênante momenten daagt plots ook Martine op, vriendin en collega van Carine. Paul ziet in haar zijn kans: Carine is tot dan toe niet op zijn voorstellen ingegaan maar waarom zou Martine hetzelfde doen? Hij besluit opnieuw zijn kans te wagen. Maar dat was niet op Martines furieus karakter gerekend. Zodra Martine het gezelschap ziet, stapt ze woedend op hen af; ze had namelijk een half uur staan wachten op Carine in de hal van het hotel. Paul doet onmiddellijk een poging om een ruzie te vermijden en bestelt nog drie extra drankjes. Carine heeft nog steeds medelijden met Paul, die steeds meer dronken wordt, maar voor Martine is de maat vol — vooral wanneer Paul handtastelijk wordt en zijn laatste troef op tafel gooit, de sleutel van zijn kamer. De meisjes kunnen uiteindelijk wegglippen en die arme Paul blijft alleen achter. De ober van de bar, die het ganse spektakel heeft kunnen bewonderen, ruimt ten slotte de laatste lege glazen op en verwacht zich de volgende dag aan hetzelfde ritueel. Personages: - Paul Koopmans - Carine - Martine - Ober III. Gezellig tafelen Een echtpaar van middelbare leeftijd zet zich in een restaurant aan tafel. Hij heeft zonet een ‘vermoeiende’ zakenreis achter de rug tijdens welke hij danig rondgestoeid heeft met zijn secretaresse; zij weet het niet zeker maar koestert zeer sterke vermoedens in die richting, zodat er dan ook van bij het begin gitzwarte onweerswolken boven hun tafel hangen. Tot een jong paartje OPENDOEK vzw | Zirkstraat 36 | 2000 Antwerpen | 03/222 40 90 | [email protected] | www.opendoek-vzw.be aan een tafeltje naast het hunne neerstrijkt, uitgerekend natuurlijk die secretaresse en haar man; volgt een vuurwerk van dialogen waarbij de sfeer aan de respectieve tafels steeds grimmiger wordt. Schitterende technische vondst van Ayckbourn is de figuur van de ober die permanent van de ene naar de andere tafel pendelt en daarbij de volumeknop van de twee paren telkens aan- en afzet... tot de spetterende finale toe, als de twee tafels elkaar uiteindelijk ‘toevallig’ ontmoeten en de spanning op een vrij fysieke wijze tot ontlading komt. Personages: - Ober - Peters - Mevr. Peters - Peggy - Bert IV Grote Folklorekermis Er was een tijd dat in elke parochie een Vlaamse kermis gehouden werd. De opbrengst ervan ging meestal naar een missionaris of missiezuster in wat toen nog “onze” Congo heette. Tussen de kraampjes nam de bodega — opvang- en ontvangstplaats van de notabelen — een centrale plaats in. Tot wanhoop van duivel-doet-al Gustaaf De Dekker loopt alles in het honderd; zijn mooie plannen worden gedwarsboomd door een niet opdagende fanfare, een lekkende koffiemachine en een hevig onweer. Mevrouw de schepen Peters wordt door een horde welpen — die groengemutste jongste padvindertjes — een modderpoel. De onderpastoor — een mens van veel goede wil — kan alleen maar schietgebedjes prevelen. Alsof de ellende nog niet groot genoeg is, komt de eenmaal scout–altijd scout Peter Papen de pret nog meer bederven. Nadat Ludgard Vanderkinderen, verantwoordelijk voor de bodega, hem verteld heeft dat zij hem met De Dekker bedrogen heeft, drinkt hij zich in een minimum van tijd te pletter. Door een kortsluiting ontploft de geluidsinstallatie en wordt mevrouw Peters tijdens haar toespraak haast geëlektrocuteerd.En als de fanfare eindelijk komt opdagen, zakt De Dekker door Ayckbourn blijft ook hier zichzelf trouw: hij houdt ons op een grappig-grimmige wijze een spiegel voor. En lachen om de miskleunen en de pech van een ander, het is van alle tijden. Personages: - Lutgard Vanderkinderen - Mevrouw Nora Peters - Gustaaf De Dekker - Onderpastoor - Peter Papen OPENDOEK vzw | Zirkstraat 36 | 2000 Antwerpen | 03/222 40 90 | [email protected] | www.opendoek-vzw.be Opm.: Deze eenakter is de langste in de rij, en overschrijdt misschien de limiet van 30’, de maximumduur van een stuk op de Happening. V Een praatje in het park Confusions eindigt in complete verwarring. In een weliswaar doorzichtig rollenspel — en dat moet hier letterlijk begrepen worden — zoeken vier personages hopeloos naar communicatie, terwijl ze zelf elk menselijk contact onmogelijk maken; ze verplaatsen zich naar de andere zonder zich in hem te verplaatsen. De suggestie van een perpetuum mobile blijft over. De mens hoort, maar luistert niet. Hoewel... door zijn milde mededogen met zijn uit het leven weggeplukte eenlingen, blijft onderaan in de toneeldoos de hoop over. Personages: - Bea - Karel - Dora - Ernest - Frans Luigi Pirandello Feest van Onze Heer van het Schip In Feest van Onze Heer van het Schip zijn we in een dorp waar het ieder jaar feest is. Jaren geleden verging er een schip, maar de bemanning wist het vege lijf te redden door zich aan het ronddobberende kruisbeeld van het schip vast te grijpen. Het leek bijna vanzelf tussen hen in te komen drijven. Opgelucht en vol dank brachten de zeemannen het kruisbeeld vervolgens naar de kerk. Sindsdien wordt er jaarlijks feest gevierd. En dan wordt er ook altijd een varken geslacht... De rode draad in het werk van auteur, filosoof en Nobelprijswinnaar Luigi Pirandello (18671936) is de betrekkelijkheid van onze waarneming. Als notoire twijfelaar zette hij grote vraagtekens bij de waarde van wetenschappelijk onderzoek. Dé waarheid bestaat niet, is persoonlijk en subjectief. Zijn fascinatie betrof vooral het probleem van de identiteit. Wij bestaan pas in de ogen van de ander. En daarin treffen we verschillende versies van ons zelf. Realisme vinden we in zijn werk dan ook niet terug. Veeleer vormen zijn stukken de uiting van een filosofisch idee. Personages: [1 acteur/actrice kan meerdere rollen spelen] - restauranthouder - ober - slachter - figuranten: tamboers; stemmen van verkopers van ijs; meloenen,…; vrouwen; zeelui - prostituee - 2 arbeiders - Jonge pedagoog - Meesterarts - Klerk Egon L. Tobiáš Het wordt tijd dat het verandert OPENDOEK vzw | Zirkstraat 36 | 2000 Antwerpen | 03/222 40 90 | [email protected] | www.opendoek-vzw.be Het wordt tijd dat het verandert is een uitstekend voorbeeld van een postmoderne eenakter. Het verhaal is eenvoudig en universeel. Een mens, een man in dit geval, zoekt naar liefde en affectie in een eenzame wereld. Het is makkelijker om je zacht te laten doodknuffelen door een boa constrictor dan dat je iemand liefhebt. Egon L. Tobiáš baseerde deze eenakter op het boek GrosCâlin van Romain Gary en wist daarbij de eclectische stijl goed te bewaren. De hoofdpersoon brengt ons op de hoogte van alles wat hij denkt en springt daarbij van de ene gedachte op de andere; soms grappig, soms absurd, soms cynisch, soms gewoon beschrijvend, maar altijd oprecht. Egon L. Tobiáš (1971) studeerde theatervormgeving op de toneelacademie in Praag. Hij debuteerde in 1992 met Vojcev en schreef zo’n 26 stukken die veelal in de theaters van Praag en Brno uitgevoerd worden. Veel van zijn stukken zijn bovendien uitgegeven. Ook als tekenaar/illustrator en decorontwerper laat Tobiáš zich niet onbetuigd en won daarmee onder meer de Radok Prijs. In Tobiáš’ teksten bevinden we ons in een fictieve en gefantaseerde wereld. De speelse en veranderlijke identiteit van zijn personages is ontsproten aan zijn hoogst persoonlijke absurde logica. Personages: - Commissaris - Polívka Luigi Pirandello Bij de uitgang Een typisch Pirandello verhaal: mooi, origineel en met veel humor. Bij de uitgang dateert uit 1916 en werd door Pirandello zelf een profaan mysterie genoemd. En mysterieus is het. Bij de uitgang van het leven klampt een gestorven man zich vast aan zijn herinneringen. Eigenlijk heeft hij nog het een en ander op te lossen met zijn overspelige vrouw, maar de raad die hij vraagt aan een gestorven filosoof brengt hem helaas niet veel verder. Als dan uiteindelijk zijn vrouw hysterisch aan de hemelpoort verschijnt, wordt de ware toedracht duidelijk. De rode draad in het werk van auteur, filosoof en Nobelprijswinnaar Luigi Pirandello (18671936) is de betrekkelijkheid van onze waarneming. Als notoire twijfelaar zette hij grote vraagtekens bij de waarde van wetenschappelijk onderzoek. Dé waarheid bestaat niet, is persoonlijk en subjectief. Zijn fascinatie betrof vooral het probleem van de identiteit. Wij bestaan pas in de ogen van de ander. En daarin treffen we verschillende versies van ons zelf. Realisme vinden we in zijn werk dan ook niet terug. Veeleer vormen zijn stukken de uiting van een filosofisch idee. Personages: - de Dikke man - de Filosoof - de Vermoorde vrouw - het jongetje met de granaatappel - een Boer - een Boerin - een Oude ezel beladen met een grote hooibaal - een Klein meisje OPENDOEK vzw | Zirkstraat 36 | 2000 Antwerpen | 03/222 40 90 | [email protected] | www.opendoek-vzw.be Oscar van Woensel Agamemnon in dubio Hij weet het niet. Agamemnon, de leider van de wereld weet het niet. Hij zit in zijn tent en drinkt. Hij moet zijn kind offeren voor wind, voor oorlog. Hij wil het niet, hij weet het niet, hij doet niets. Hij drinkt. Maar ondertussen speelt het drama zich des te sneller af. Het stormt zijn tent in en maakt alles kapot, maar hij doet niets. Hij weet het niet. Agamemnon in dubio is een bewerking van de tragedie Iphigeneia in Aulis van Euripides. Oscar van Woensel is acteur/schrijver bij het theatergezelschap Dood Paard. Een van de meest talentvolle toneelschrijvers die Nederland kent, daarbij ook nog het meest vertaald. Vilein, scherp en humoristisch tot op het bot. De oude Grieken zijn bij hem in goede handen, zoals we lazen in zijn Ilias en Atreus enThyestes. Personages: - Agamemnon Menelaos Odysseus Klytaimnestra Iphigeneia Achillis Elena Penga Wanneer de go-go dansers dansen Na het uiteenvallen van Joegoslavië en de emigratie van ex-Joegoslaven naar de grote steden in buurlanden, ontmoeten twee oud-geliefden elkaar weer. In de ban van een ontluikende erotische aantrekkingskracht, praten ze met elkaar over verlangens, geheimen en herinneringen. Als de gogo dansers dansen (2002) is een stuk over een ontmoeting tussen een jonge vrouw en een jonge man die hun leven de revue laten passeren en op zoek gaan naar een gedeeld verleden dat voor altijd verloren is. De jonge Griekse toneelschrijfster Elena Penga (1964) studeerde filosofie en theaterwetenschappen in Connecticut en scenario- en toneelschrijven in Californië, USA. Veel van haar stukken zijn met groot succes op de kleinere podia van New York, Los Angeles, Athene, Frankfurt en Lissabon opgevoerd. De centrale thematiek in haar werk betreft onderwerpen als angst en verschrikking. Toch is haar werk verre van somber. Of zoals ze het zelf zegt: “Onveiligheid is het elixer van het leven” Personages: - Man - Vrouw - (twee go-go dansers, een jongen en een meisje) Jean-Claude Grumberg De Nazit OPENDOEK vzw | Zirkstraat 36 | 2000 Antwerpen | 03/222 40 90 | [email protected] | www.opendoek-vzw.be In De Nazit (2000) voert Grumberg ons naar de vestibule van een eerbiedwaardig Parijs’ theater. Een aantal kennissen bespreekt het toneelstuk dat ze zojuist hebben gezien en dat kennelijk over de holocaust ging. Het is het soort mensen dat naar toneel gaat omdat het hoort. Hun gesprek lijkt onschuldig; over de stoelen, het weer, het restaurant waar ze straks zullen gaan eten. Maar wie goed luistert ontwaart achter deze kakofonie van goed fatsoen veel minder onschuldige onderwerpen, variërend van kritiek op de Comédie Française tot minachting voor de joodse schrijver, die maar niet los schijnt te komen van zijn oorlogsverleden. Jean-Claude Grumberg (1939) schreef een twintigtal toneelstukken en een aantal scenario’s voor films, onder meer samen met François Truffaut (La Dernier Metro, 1980) en Constantin CostaGravas (La Petite Apocalypse, 1993), waarvoor hij verschillende prestigieuze prijzen ontving, zoals de theaterprijs van de Académie Française. Eén van zijn thema's is de holocaust. In zekere zin ironiseert Grumberg in Sortie de théâtre zowel zichzelf als zijn publiek: het toneelstuk waarover de personages in Sortie de théâtre spreken betreft één van zijn eigen stukken: Maman revient, pauvre orphelin (1997). Personages: Kan worden gespeeld met vijf of zes acteurs, of meer. De regisseur – als er een te vinden is voor dit stuk – zal zelf de replieken eerlijk moeten verdelen, afhankelijk van het aantal spelers waarover hij beschkt en, uiteraard, zo veel mogelijk rekening houdend met het karakter van de individuele spelers. Lucas Svensson Bloedbroeders Bloedbroeders dateert uit 1997 en gaat over twee broers die na de begrafenis van hun ouders aan hun lot worden overgelaten. Een van hen is zwakbegaafd en moet voortdurend de terreur van de ander ondergaan. Hun omgangsvormen zijn grof, schunnig en banaal. Lucas Svensson (1973) studeerde aan het Instituut voor drama in Stockholm. Hij heeft al meer dan twintig toneelstukken op zijn naam staan. Van 1994 tot 1996 had hij een eigen theatergezelschap, Theater Vremja en daarna werkte hij voor diverse theatergezelschappen. Zijn stuk Fallen from the sky werd uitgeroepen tot het beste stuk van het Koninklijk Theater in Stockholm in 2002. Voorts werkte Svensson voor het gerenommeerde gezelschap Unga Klara van het Stockholms Stadsteater en voor Teater Västmanland, waar hij in 2004 Immo + Leo uitbracht. Personages: William, een jongeman, gekleed in slecht zittend donkerbruin pak met witte stropdas. De Achterlijke, de jongere broer van William, draagt een matrozenblouse die onder de wijnvlekken zit en een krijtstreep broek die bij een kostuum hoort. Hij heeft maar één sok aan, een rode. Miguel de Cervantes De poppenkast der wonderen Het thema van De poppenkast der wonderen (1615) is verwant aan dat van De nieuwe kleren van de keizer. Tegelijkertijd speelt Cervantes met de illusie van theater zoals we dat later tegenkomen OPENDOEK vzw | Zirkstraat 36 | 2000 Antwerpen | 03/222 40 90 | [email protected] | www.opendoek-vzw.be bij Luigi Pirandello en Bertolt Brecht. Twee poppenspelers, struinen samen met Tokkeltje de muzikant alle dorpen en steden af met hun ‘Poppenkast der Wonderen’. Hiermee weten zij eenieder om de tuin te leiden en geld uit de zak te kloppen, daarbij op geraffineerde wijze gebruik makend van het eergevoel van hun slachtoffers. Die willen immers niet voor elkaar onder doen. Hij weet als geen ander de eigenaardigheden van het menselijk gedrag bloot te leggen, Miguel de Cervantes (1547). Hij werd beroemd met zijn weergaloze Don Quichote (1605), maar betoonde zich ook binnen het theater een virtuoos. Naast enkele avondvullende stukken liet hij acht entreméses na: korte komische tussenspelen die hun oorsprong vinden in de Middeleeuwen. Vanwege hun kluchtachtig karakter werden deze ‘entre-actes’ lange tijd als tweederangs toneel beschouwd, maar de laatste jaren raakt men steeds meer doordrongen van hun genialiteit. Cervantes gaf zijn entreméses een uitgesproken satirische invulling en maakte er met zijn vlijmscherpe pen en grote psychologisch inzicht ware juweeltjes van. Personages: - Falderappes, poppenspeler - Frauduliesje, poppenspeelster - Tokkeltje, muzikant - Gouverneur - Benedict Koolzoon, burgemeester - Jan Castrado, afgevaardigde van de kroon - Piet Kapoenmans, notaris - Janneke Castrada - Terése Kooldochter - Het neefje van Benedict - Kwrtiermeester - Dorpsbewoners Pascale Platel Belladoc Belladoc (1996) gaat over Fernandel die in een vlaag van onbezonnenheid zijn grote liefde, de koe Marguerite, inruilt voor Mamzel, de mooie dochter van de plaatselijke veehandelaar. Na een week met haar doorgebracht te hebben ziet hij zijn vergissing in en sluipt ’s nachts naar de wei waar zijn Marguerite naast de veel jongere koe Bella gelaten op het slachthuis ligt te wachten. Fernandel beweegt hemel en aarde om haar terug te winnen. Op zijn vraag of ze nog éénmaal haar vertrouwen wil schenken, antwoordt ze: ik heb nog enkel melk te geven. Ze is zowel auteur als regisseur. Ze windt zowel kinderen als volwassenen om haar vinger en doet overal van zich spreken met haar eigenzinnige voorstellingen: Pascale Platel (1960). Veel van haar producties werden bekroond. In 2002 won ze met haar jeugdvoorstelling Ola Pola Potloodgat de belangrijkste jeugdtheaterprijs: de 1000 watt-prijs. Op haar eigen onnavolgbare wijze behandelt Platel onderwerpen als eenzaamheid, fantasie en je eigen weg gaan. Humor met hier en daar een scherp randje maakt het treurige verteerbaar en het gewone onvoorspelbaar. Personages: - Fernandel - Mamzel - Marguerite (de koe) OPENDOEK vzw | Zirkstraat 36 | 2000 Antwerpen | 03/222 40 90 | [email protected] | www.opendoek-vzw.be - Bella (de koe) Serge Rezvani Kinderen van de nacht Kinderen van de nacht (1993) is gebaseerd op Diderots Brief over de blinden ten nutte van de zienden uit 1749, een essay over de werkelijkheidsbeleving van blinden. Moest Diderot zijn controversiële verhandeling van blindheid met een gevangenisstraf bekopen, Rezvani wierp met zijn Kinderen van de nacht juist hoge ogen. Vier blinden komen aan het woord. Ze vragen zich af wat zienden bedoelen als ze het hebben over zaken als kleur, spiegel, en god. Centraal thema is de betrekkelijkheid van dit soort begrippen. Kinderen van de nacht maakt op navoelbare wijze duidelijk hoe sterk ons wereldbeeld samenhangt met ons waarnemingsvermogen. Bestaat iets eigenlijk wel als het geen geluid maakt? Beeldend kunstenaar, componist, dramaturg, dichter, romancier en toneelschrijver Serge Rezvani (1928) werd geboren in Iran uit een Perzische vader en een Russische moeder maar bracht een groot deel van zijn leven door in de Provence, Venetië en Parijs. Hij schrijft in de Franse taal en verwierf bekendheid met zijn romans L’Enigme (1995), Fous d’échecs (1997), La Cité Potemkine (1998), Un fait divers esthétique (1999) en L’Origine du monde (2000). Belangrijk thema in zijn werk is het spanningsveld tussen het zichtbare en het onzichtbare. Personages: - 1ste blinde - 2de blinde - 3de blinde - 4de blinde De Beer – “farce in één bedrijf” – Anton Tsjechov Na de dood van haar man is Jelena haar huis niet meer uit geweest. De smeekbedes van haar bediende om die pathetische rouw van zich af te leggen en terug onder de mensen te komen, halen niets uit. Tot de brutale Grigori Smirnov zijn achterstallige geld komt opeisen. Hij wil zijn geld meteen, maar zij kan hem op dat moment niet geven. Resultaat: een dolkomisch tweegevecht in woorden waarin het nakende pistolenduel uitmondt in een vurige liefdeskus. Deze hilarische klucht – gespeeld in slechts 1 woonkamer - is een spel van extremen en personages die elkaar uitdagen. De geïsoleerde, gespeeld-depressieve weduwe transformeert o.i.v. de onverwachte bezoeker in een gepassioneerde furie. Tsjechov getuigt met deze toneeltekst van zijn meesterschap, door deze extreme personage-ontwikkeling neer te zetten in een minimaal tijdsbestek en een voortdurende spanning van begin tot einde aan te houden. Lees ook andere eenakter-kluchten van Tsjechov zoals Het Jubileum en Het Aanzoek. Personages: 2 m/ 1 v OPENDOEK vzw | Zirkstraat 36 | 2000 Antwerpen | 03/222 40 90 | [email protected] | www.opendoek-vzw.be MONOLOGEN (eventueel met kleine bijrolletjes) Annie Chanovsky goes solo! – Walter van den Broeck Deze monoloog is door van den Broeck geschreven ter opvoering op televisie, maar leent zich zeker voor toneel. Personages: - Annie (zangeres) - Sonja (haar tweelingszus, zangeres – niet-sprekende bijrol) - De stem van de productieleider (m/v: korte off-screen-sprekende interventies) - De stem van Tom (vriend van Annie, minnaar van Sonja) Inhoud: Annie en Sonja Chanovsky zijn twee zussen die samen met zingen hun brood verdienen. De laatste tijd gaat het echter niet goed met Annie. Ze heeft flink last gehad van hyperventilatie en dat heeft alles te maken met de allures van Sonja. In een klein theater zal ze, voor een uitverkochte zaal, haar rentree maken. Sonja heeft echter (opnieuw) last van een virus, waardoor Annie alleen voor de microfoon zal verschijnen. Verrassend einde echter, als blijkt dat Sonja onverwachts wel zal optreden ten koste van Annie, die door haar man en manager Tom opzij wordt geschoven. Eénmaal Annie eindelijk doorheeft dat haar man aanpapt met haar zus, neemt ze het heft in eigen handen. Het schoonste van al – Guido van Meir Grappig, blijvend actueel (grootstedelijke problematiek) en met verrassend einde. Rozeke is een vrouw van rond de zeventig. Ze zit op een Antwerps politiebureau, omdat ze in haar woning is overvallen en beroofd. Straks moet ze de dader identificeren. Rozeke woont in een Antwerpse volksbuurt met veel migranten. Ze gaat er zonder meer van uit dat ze door een Marokkaan is overvallen, hoewel het gezicht van de dader schuilging achter een masker. Bij de ontmaskering op het bureau staan 5 mannen in een rij, gemaskerd zoals bij de overval met een Miss Peggy-kop. Wie blijkt de ware dader te zijn? Frankie, haar kleinzoon waar ze in haar monoloog zo enthousiast en liefdevol over deed. Een Paradijs – Peter van Straaten Emmy is een lesbische veertigster die thee zet in afwachting van de komst van haar partner Annemarie. Ondertussen vertelt ze het verloop van haar lange relatie, gehuwd én een dochter, met haar vorige partner, een man, Joris. Joris bedroog haar voortdurend, maar dat was voor haar niet het ergste. Waar ze niet tegen kon, was wachten. En ondertussen wacht ze verder, op de thuiskomst van Annemarie. Personages: - Emmy, vrouw van midden veertig De rebellen van Bologna – Dario Fo OPENDOEK vzw | Zirkstraat 36 | 2000 Antwerpen | 03/222 40 90 | [email protected] | www.opendoek-vzw.be Deze vertelling ‘in de platte taal van het gemene volk’ slaat terug op een ware gebeurtenis die zich in 1334 afspeelde in de Italiaanse stad Bologna. De paus zetelde op dat moment in Avignon. Om de aandacht af te leiden van armoe en misstanden werd oorlog gevoerd tegen het graafschap Ferrara, een bondgenoot van het vooruitstrevende Venetië. Wanneer het pauselijke leger het onderspit dreigt te delven, maakt de legeraanvoerder zich uit de voeten, zijn Bolognese manschappen achterlatend. In Bologna wacht hem een warm onthaal. Korte verhalen en toneelstukken zijn op een theatergebeuren als Happening altijd op hun plaats. De vertaling is van Filip Vanluchene en bewerkt door Jan Decleir. Juha Lehtola Geestestaal In Geestestaal torent de beroemde Russische kosmonaut Krikaljev en held van het volk hoog boven alle beslommeringen uit. Zijn experimenten zullen hem onschatbaar aanzien brengen. Maar dan gebeurt het onverwachte: Er is in zijn land een coup gepleegd. In de steek gelaten zweeft hij eenzaam door de ruimte. Pas dan neemt hij de tijd om een kijkje door het raam te nemen en de aarde te aanschouwen. Langzaamaan bladdert de verf op zijn pantser van wetenschappelijke precisie en komt een menselijker, emotioneler ruimtevaarder tevoorschijn. Het uitzicht op aarde verandert zijn inzicht in zichzelf. Niet het universum moet verkend worden maar wat nu juist als bekend wordt verondersteld: Sergei’s eigen leven op zijn eigen planeet. Juha Lehtola (1966) is samen met Reko Lundán, Laura Ruohonen en Kristian Smeds een van de meest vooraanstaande jonge Finse theatermakers. Hij studeerde aan de theaterhogeschool in Helsinki. Al snel na zijn afstuderen kreeg hij van de directeur van de hoofdstedelijke Stadsschouwburg de kans om met Lundán en Smeds een eigen productie te maken. Lehtola regisseerde tevens een aantal romanbewerkingen zoals Juha (2000, naar de roman uit 1911 van Juhani Aho) en Bronks (1998, naar de gelijknamige roman van Kari Hotakainen uit 1993). Personages: - Sergei Krikaljov - Stem die berichten leest OPENDOEK vzw | Zirkstraat 36 | 2000 Antwerpen | 03/222 40 90 | [email protected] | www.opendoek-vzw.be