Opvoeringsanalyse van een bijgewoond toneelstuk

advertisement
Liesel Cooreman 6ecmtA Nederlands
Opvoeringanalyse van een bijgewoond toneelstuk
To Break, the window of opportunity – Frank & Robbert/ Robbert & Frank
Dramatische teksten
1. Verhaalopbouw
In het toneel dat ik ben gaan bekijken hebben ze non-verbale taal gebruikt. De
dramaschrijver van dit toneelstuk geeft alleen maar aanwijzingen via gevoel,
gezichtsuitdrukkingen (mimiek),gebaren (gestiek) en het decor. De laatste aanwijzing,
namelijk het decor, speelde een belangrijke rol doorheen het verhaal. Het verhaal
gaat over een surrealistische wereld die ze vertellen via handelingen. In het begin van
het verhaal, de expositie, maken we kennis met de 2 hoofdpersonages die
uiteindelijk ook de enige personages in het verhaal zijn. Ze deden dat door gebruik te
maken van 2 houten planken. De betekenis erachter was dat ze elkaar in evenwicht
hielden. Het landschap was grauw, hier en daar een plastiek beker, ze zijn aan het
strand en alles is levenloos tot de hoofdpersonages leven brengen in het decor. Het
motorisch moment is wanneer ze verschillende attributen op het podium brengen en
er een nieuwe wending komt in het verhaal. Hierdoor komen we meer te weten over
hun surrealistische wereld. Ze hebben verschillende hindernissen waar ze overheen
moeten en uiteindelijk vind er een ontknoping plaats. Tijdens de ontknoping weet
iedereen wat ze willen overbrengen naar het publiek. Het gaat over normen en
waarden in het leven. Bv: huisje, tuintje, boompje.
2. Personages
In To Break zijn er maar 2 personages, namelijk Frank en Robbert. Ze vertellen een
verhaal via gebaren en decor. Ze zeggen ook niets in het toneel. Ze maken gebruik
van voorwerpen en muziek.
3. De vierde wand
Er is geen epische verteller die zich tussen de verschillende scènes tot de
toeschouwer richt. Er is ook geen interactie met het publiek.
4. Tijd
Er wordt geen specifieke tijd weergegeven. Het is een vaag tijdsbeeld dat we hebben,
we weten niet precies waar het zich afspeelt maar aangezien er een auto in
voorkomt gaat het hier over het heden.
Liesel Cooreman 6ecmtA Nederlands
5. Ruimte
Het toneelstuk speelt zich op verschillende plaatsen af. In het begin van het verhaal
situeren we ons aan het strand en in de loop van het verhaal zijn we nog op tal van
andere plaatsen. Bij dit soort toneel moet het publiek zeer fantasierijk zijn. Je moet
kunnen begrijpen wat ze willen overbrengen aan het publiek. Het is niet altijd
makkelijk maar naarmate het verhaal verderging kon je wel begrijpen wat ze
bedoelde. De ruimtes zijn niet realistisch aangekleed maar eerder schematisch en
gestructureerd. De achtergrond van het toneel blijft steeds hetzelfde maar de
voorgrond veranderde voortdurend. De ruimte waarin het zich afspeelde had ook
een symbolische functie. Ze maakten gebruik van de ruimte die het leven voorstelde.
6. Spanningsopbouw
In to break maakt de auteur gebruik van een conflictopbouw om de spanning op te
bouwen. twee personages reden met een auto, ze deden dat met een miniatuur auto
en dimde ook het licht zodat de focus op de auto werd gelegd. Zo kon de auteur de
aandacht van het publiek trekken en op die manier begreep ik hoe het verhaal in
elkaar zat.
7. Thema
Het centrale thema van het toneelstuk is ‘nothing is what it seems’. Ze willen dingen
duidelijk maken zonder te praten. Ik vind het persoonlijk een raar toneelstuk.
8. Tekentaal van het theater
Iconische tekens: geven antwoord op de vraag ‘wat neem je waar?’
 Metaal
 Plastieken flesjes
 Dennenbomen van hout (groot en klein)
 Een groot doek met woestijn op de achtergrond
 2 personen (een magere jongen en een geblokte jongen)
 Veel zelfgemaakte dingen zoals een ladder, koe, kist,...
Deiktische tekens: verwijzen naar iets of iemand.


Er was een verwijzing naar huisje, tuintje, boompje. Ik kan dat zien omdat er
effectief een huisje, een tuintje en een boompje op het podium aanwezig
waren en omdat er een gezinnetje leefde (het was niet geacteerd, maar via
poppen en kleine huisjes).
Op het podium stond een werkende man en een beetje verder stond een paal
met een touw aan, een verwijzing naar een burn-out en zo naar een
zelfmoord (ophanging).
Liesel Cooreman 6ecmtA Nederlands

Een jong, hardwerkende man kan het niet meer volhouden en pleegt
zelfmoord. Verwijst naar jonge mensen die oververmoeid geraken en veel te
ambitieus zijn, en die uiteindelijk een zelfdoding doen.
Download