CKV Werkweek opdracht Leerling: Hellen Botter Locatie: London Opdracht: Theater Ik ben met de werkweek naar London geweest. We hebben een aantal erg leuke dingen gedaan, maar naar het theater was toch wel echt het hoogtepunt voor mij. In dit verslag ga ik vertellen over de voorstelling die wij hebben bezocht: The Lion King Kijkwijzer 1. Hoe begint het toneelstuk? Voordat het toneelstuk begon hing er bij het podium een bruin doek met daarop een print. Deze print waren vage tekens en iets wat leek op klauwscheuren. 2. Hoe karakteriseer je decor, kostuums en rekwisieten? Decor: Het decor was in sommige aspecten erg realistisch, maar in anderen ook weer niet. Op de achtergrond zag je de Afrikaanse savanne, dit was erg realistisch gemaakt. De eerste scene was het voorstellen van Simba op de berg. Omdat een berg een beetje moeilijk was te maken hebben ze de trap gebruikt die al in het podium zat. Deze was omhoog te draaien zodat hij boven het toneel uit kwam. Kostuums: De kostuums waren niet heel erg realistisch omdat de mensen dieren moesten voorstellen, maar je natuurlijk wel heel duidelijk konden zien dat het mensen waren. Wel was er zo effectief gebruik gemaakt van kleding en make-up dat je wel gelijk zag welke dieren ze voorstelden. De leeuwen hadden bijvoorbeeld manen en de vogels hadden vleugels. Rekwisieten: De rekwisieten waren redelijk realistisch. Er was bijvoorbeeld de scene waarbij Simba mee rent met een groep bizons. Om deze groep te uitbeelden hadden ze poppen van bizons gemonteerd op een ronddraaiend rad. Deze was zo geplaatst dat je alleen de bovenkant van het rad kon zien, hierdoor leek het net alsof de bizons echt aan het rennen waren. 3. Welke rol speelt de belichting? In dit stuk speelde de belichting een erg belangrijke rol. Je zag bijvoorbeeld dat als het S’ Ochtens was er erg veel lichten waren waardoor het hele podium duidelijk te zien was. S’ Avonds was het vaak donker omdat er maar een paar lampen aanstonden, je kon dan zien wat belangrijk was, maar de rest van het toneel was donker. 4. Waar wordt gespeeld? Het theater had op de begane grond een paar zitplaatsen en het podium, daarnaast waren er twee balkons. Er werd het meeste gewoon op het podium gespeelt, maar soms zou een speler als ze van het podium afgingen, door het publiek op de begane grond renden om vervolgens via een deur te verdwijnen. Het gebeurde een enkele keer (na de pauze) dat er een scene was waarbij er overal in de zaal mensen stonden die lange stokken met vliegers van vogels aan het zwaaien waren. Werkwijze 5. Welke speelstijl overheerst? Het toneelstuk was erg naturalistisch, de acteurs bewogen vaak zoals de dieren die ze uitbeelden ook zouden bewegen. De leeuwen maakten soms bijvoorbeeld de beweging van hoe een kat zijn hoofd schoonmaakt, en de vogels waren vaak heel sierlijk en snel. 6. Richten de spelers zich rechtstreeks tot het publiek? De spelers richten zich meestal gewoon tot elkaar zodat het net leek alsof het net leek alsof het publiek er niet was. Het gebeurde een enkele keer dat ze voor het dramatische / komische effect naar het publiek keken. Inhoudelijk 7. Hoe heeft de regisseur bestaande tekst verwerkt? De regisseur heeft zelf alle tekst bedacht voor de gespeelde scenes, maar voor de gezongen scenes werd de muziek uit de film gebruikt. 8. Tot welk genre reken je de voorstelling? Ik zou de voorstelling niet tot een klassiek genre toeschrijven. Ik zou het een avontuurlijk, fantasierijk verhaal noemen met soms misschien een beetje een komische kant. 9. Wat is de betekenis van de voorstelling? Met deze voorstelling willen de acteurs het publiek vermaken. Er zit geen diepe betekenis achter het verhaal, en het roept (in de meeste scenes) ook geen gevoel op. Een uitzondering hiervan is de scene waarin de vader van Simba sterft, hiervan werd ik echt verdrietig.