module 3 NL - health.belgium.be

advertisement
BESCHRIJVING VAN BLOEDCOMPONENTEN
«
Ook « labiele bloedproducten » (LBP) genoemd
Deze documenten werden ontwikkeld door de werkgroep opleiding en vervolgens gevalideerd
door de stuurgroep van BeQuinT.
Indien u wijzigingen aanbrengt in de presentaties dan is dit op eigen verantwoordelijkheid.
Deze presentaties werden ontwikkeld als basis voor een e-learning programma en niet voor
face-to-face vorming.
DOELSTELLINGEN
3
1.
2.
3.
4.
Beschrijven van de verschillende bloedcomponenten en de
bereidingswijze, de bewaring, de levensduur en de prijs van deze
bloedcomponenten.
Begrijpen van de gegevens op bloedzakjes en het belang en de
praktische toepassing van deze gegevens kunnen uitleggen.
Verklaren om welke reden er varianten zijn van bloedcomponenten
(bestraald enz.) en wat hun indicaties zijn.
Een hulpmiddel aanbieden aan de persoon die de transfusie uitvoert om
a.d.h.v. de bloedzak te controleren of de juiste component zal
toegediend worden aan de juiste patiënt.
INHOUD
4


Erytrocytenconcentraten

Gedeleukocyteerd

Gefenotypeerd

Bestraald

Zuigelingen
Bloedplaatjesconcentraten

Standaard

Een-donor-bloedplaatjesconcentraat

Plasma

Pathogeenreductie

Bewaring van bloedcomponenten

Prijs van bloedcomponenten

Om te onthouden
Verklarende woordenlijst
5
Afkorting
Bloedcomponent
ECL
Gedeleukocyteerd Erytrocytenconcentraat (= concentraat van rode
bloedcellen)
VPVIM
Vers Plasma Virusgeïnactiveerd Methyleenblauw (= plasma dat
werd behandeld met een agentia om virussen te inactiveren)
Er bestaan 2 types plaatjesconcentraten
TS
Standaard bloedplaatjesconcentraat (= mengeling van plaatjes van
verschillende bloeddonaties (= pool)
TC
Een-donor-plaatjesconcentraat (= plaatjesconcentraat afkomstig van
een enkele donor op basis van de trombaferese techniek (afname
van bloedplaatjes d.m.v. een aferesetoestel))
/
Pathogeengereduceerd bloedplaatjesconcentraat
(= een pathogeen-reducerende behandeling ondergaan)
Centrifugatie van vol bloed
6

Men verkrijgt 3 lagen na centrifugatie van een tube vol bloed
(gemengd met anticoagulans):
1. Plasma (arm aan plaatjes)

2. Buffy coat

(bevat bloedplaatjes en leukocyten)
3. Rode bloedcellen (erytrocyten)


Deze techniek wordt gebruikt voor de bereiding van
bloedcomponenten.
Op basis van vol bloed…
7

Op basis van vol bloed kan men het volgende bereiden:

Erytrocytenconcentraat

Bloedplaatjesconcentraat

Plasma
Maar ook:
 Granulocytenconcentraat
 Lymfocyten
 Plasmaderivaten: gamma-globulines, albumine, stollingsfactoren,
Anti-Rh D immunoglobulinen,…
Gegevens op een bloedzak
8
B0320 14 451327
Dit is het uniek donatienummer dat traceerbaarheid
garandeert
Dit is de productcode
EC = E5259V00
De combinatie van deze codes
zorgt voor een eenduidige
identificatie van de bloedzak.
Deze codes worden gebruikt bij
geïnformatiseerde systemen
a.d.h.v. scanning (bvb. voor
controle van compatibiliteit)
ABO RH bloedgroep
En fenotype RH (C,c,E,e) en
Kell (K)
Vervaldatum
Varianten van ECL
9
1.
Alle EC zijn gedeleukocyteerd.
2.
ECL worden gefenotypeerd voor ABO en RH systemen.
Sommigen worden ook gefenotypeerd voor andere bloedgroepantigenen die belangrijk
zijn voor transfusie: Kell, Kidd, Duffy, Lewis, MN, …
3.
ECL moeten bestraald worden voor ernstig immuungedeprimeerde
patiënten, voor (prematuur) pasgeborenen en voor intra-uteriene
transfusie.
4.
Er bestaan zakjes ECL met een kleiner volume voor zuigelingen.
EC wordt gedeleukocyteerd
10
Waarom?

Om het aantal transfusiereacties* te verminderen
(*deze zijn vaak te wijten aan anti-leucocyten
antistoffen bij de ontvanger (= de patiënt))

Om het risico op immunisatie tegen witte bloedcellen te
verminderen (anti-HLA antistoffen).

Om het risico op overdracht van CMV en andere intraleucocytaire virussen te verminderen.
ECL worden gefenotypeerd voor ABO en RH systemen
11
Waarom ?


Om de ABO en RH compatibiliteitsregels te kunnen
respecteren
En om de voorraad van bloedcomponenten te kunnen
afstemmen op de bloedgroep van patiënten die
transfusie zullen krijgen.
EC worden gefenotypeerd voor andere systemen
12




Er bestaan meer dan 25 verschillende bloedgroepsystemen en
meer dan 600 verschillende antigenen waartegen een
ontvanger antistoffen kan ontwikkelen (= immuniseren).
Een deel van de ECL worden gefenotypeerd voor andere
systemen die belangrijk zijn voor transfusie.
Het fenotype kan afgelezen worden op de bloedzak.
Voor geïmmuniseerde patiënten moet de bloedbank soms
verschillende zakjes ECL fenotyperen voor meerdere systemen
om (compatibele) zakjes te vinden, namelijk zonder (het)
antigen(en) waartegen de antistoffen van de patiënt gericht
zijn.
Bestraling van ECL
13
Waarom ?


Bestraling verhindert een graft-versus-host reactie
(GVHD). Dit is een post-transfusionele complicatie die in
bijna 100% van de gevallen dodelijk is. Deze reactie
doet zich voor als immuuncompetente lymfocyten worden
toegediend aan een patiënt die niet in staat is om deze te
elimineren wegens immuunsuppressie.
Bestraalde componenten zijn niet radioactief. Er bestaat
dus geen gevaar om deze componenten te hanteren.
Bestraling van ECL: praktisch
14

Bestraling van ECL dient uitgevoerd te worden
binnen de 14 dagen na de afname.

De duur van de bewaring van ECL wordt beperkt tot
28 dagen.

De dosering van bestraling bedraagt 25 à 50 Gy.

Bij transfusie in de neonatale periode mag de
periode tusssen de bestraling en de transfusie
maximum 48 uur bedragen (24 uur bij massieve
transfusie)
Bloedzakjes voor « zuigelingen »
15
Waarom?


Voor pasgeborenen bestaat er ECL dat aangepast is aan
hun laag gewicht. Dit is ECL voor « zuigelingen » (= EZL).
Deze zakjes hebben een beperkt volume van 60 tot 80
mL.
EZL worden bereid op basis van een donatie van
eenzelfde donor (3 - 4 kleine zakjes):


Om het volume van het bloedzakje aan te passen aan
het gewicht van de ontvanger.
Om het aantal verschillende « contacten met een
donor » te beperken.
Types bloedplaatjesconcentraten
16
Types bloedplaatjesconcentraten
1.
2.
TS
Mengeling van meerdere eenheden plaatjes afkomstig van
meerdere eenheden vol bloed (Meerdere buffy coats
worden gepoold. Dit is standaard bloedplaatjesconcentraat)
TC
Eéndonor bloedplaatjesconcentraat is afkomstig van 1
enkele donor en wordt afgenomen d.m.v. een aferese
toestel.
Plaatjesconcentraten zijn ALTIJD gedeleukocyteerd.
Standaard bloedplaatjesconcentraat (TS)
17
GEPOOLD
EC
Vol
bloed
Centrif.
Centrif.
Plasma
Buffy
coat
Mengeling van meerdere eenheden plaatjes
afkomstig van meerdere eenheden vol bloed.
Meerdere buffy coats worden gepoold.
=
Gedeleukocyteerd
bloedplaatjesconcentraat
(gepoold)
Eéndonor bloedplaatjesconcentraat (TC)
18
Afkomstig van 1 enkele donor,
afgenomen d.m.v. een aferese toestel.
Sang
complet
Eéndonor
bloedplaatjesconcentraat
Gegevens op een zak standaard
bloedplaatjesconcentraat (TS)
19
B0370 14 740924
Dit is het unieke donatienummer die
traceerbaarheid
garandeert
Dit is de productcode:
E6637VA0
De combinatie van deze codes
zorgt voor een eenduidige
identificatie van de bloedzak.
ABO RH bloedgroep
Vervaldatum
Aantal plaatjes
Deze codes worden gebruikt bij
geïnformatiseerde systemen
a.d.h.v. scanning (bvb. Voor
controle van compatibiliteit)
Specifieke gegevens op een zak
bloedplaatjesconcentraat
20



Pathogeengereduceerd
Dit geeft aan dat de bloedplaatjes een virus-inactiverende
behandeling hebben ondergaan.
HLA / HPA typering
Sommige geïmmuniseerde patiënten en patiënten die refractair zijn
tegenover plaatjestransfusies dienen "HLA compatibele" bloedplaatjes
te ontvangen.
Eendonorplaatjesconcentraat met positieve hemolysines:
EDP met bloedgroep O bevat ook ongeveer 35% plasma en antiA/anti-B antistoffen. Bij een verhoogde titer van deze antistoffen (=
hemolysines) mag dit EDP niet toegediend worden aan een
ontvanger met bloedgroep A, B of AB omdat deze hemolysines
kunnen leiden tot het uiteenbarsten van erytrocyten (= hemolyse).
Pathogeen reductie (PR)
21

Een wettelijke verplichting
Sinds 1 juli 2015 is de PR van
bloedplaatjesconcentraten wettelijk
verplicht. Dit levert een bijkomende
beveiliging van bloedcomponenten door
inactivatie/reductie van
ziekteverwekkers.

Voordelen.


Le traitement est actif sur les
bactéries et les virus
Deze behandeling maakt bestraling
en CMV-screening overbodig

Mechanisme



toevoeging van een foto-actieve
stof*
Belichting
verwijdering van de foto-actieve stof*
*Bij de Intercept methode is dit
amotosalen.
Vers ingevroren plasma
22
Afname van vol bloed of afzonderlijke afname via aferese
EC
Vol
bloed
Plasma
Gegevens op een zak plasma
23
B0310 14 179490
Dit is het uniek donatienummer dat traceerbaarheid
garandeert
Dit is de productcode
Van plasma: E6123V00
ABO bloedgroep
Vervaldatum
Geeft aan dat het plasma een virusinactiverende behandeling heeft ondergaan.
De combinatie van deze codes
zorgt voor een eenduidige
identificatie van de bloedzak.
Deze codes worden gebruikt bij
geïnformatiseerde systemen
a.d.h.v. scanning (bvb. voor
controle van compatibiliteit)
Plasma wordt verpakt in een plastic zak
die niet mag verwijderderd worden
tijdens de ontdooiing (dit dient als een
beschermlaag).
Individuele of gepoolde plasma units
24
Ingevroren en pathogeen geïnactiveerd plasma

MB-plasma of analogen

SD plasma:

Units afkomstig van inidividuele
donaties.

Gepoold plasma van verschillende
donoren (van dezelfde ABO
bloedgroep)

Pathogeen inactivatie door
methodes die methyleenblauw
(MB), amotosalen of riboflavine
gebruiken in combinatie met
zichtbaar of UV licht.

Pathogeen inactivatie door
behandeling met een solventdetergent (SD).

Dit wordt beschouwd als een
bloedcomponent.

Dit wordt geproduceerd door
farmaceutische ondernemingen en
wordt dus beschouwd als een
geneesmiddel (farmaceutisch bloedproduct).
Beide vallen onder de hemovigilantie!
Bewaring van bloedcomponenten
25

Elke bloedcomponent (labiel bloedproduct) moet bewaard
worden tussen strikte temperatuursgrenzen.
Bloedcomponent
Erytrocytenconcentraat
Bloedplaatjesconcentraat*
Vers ingevroren plasma
Bewaringsduur
T°
42 dagen
2°C tot 6°C
5 tot 7 dagen
20°C tot 24°C
3 maanden
-18°C tot -25°C
1 jaar
< -25°C
Opgelet:
• door de hogere bewaringstemperatuur van plaatjes
is er een groter risico op bacteriële besmetting
• bloedplaatjes dienen bewaard te worden onder
constante schudding
Prijs van bloedcomponenten
26
Bloedcomponent
Prijs (2014)
Erytrocytenconcentraat
117.06 €
Plaatjesconcentraat* met pathogeenreductie
535.17 €
Vers ingevroren plasma
90.96 €
 *dit is de prijs voor 1 zakje met 8 EEE.
 Verspilling van bloedcomponenten valt ten koste van het ziekenhuis.
Om te onthouden
27




Bloedcomponenten zijn biologisch actieve bestanddelen die
een beperkte levensduur hebben;
Elk type bloedcomponent moet bewaard worden bij een
specifieke temperatuur;
Elke transformatie van een bloedcomponent (bestraling,…)
beperkt de levensduur van deze bloedcomponent;
Bloedcomponenten zijn kostbaar en verspilling (wegens slechte
bewaring,…) moet ten allen tijde vermeden worden.
Download