Economie, een Inleiding Hoofdstuk 2: Mensen, Instituties en Markten ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 1 Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel 1. 2. 3. 4. Het individuele gedragsmodel Individuele beslissingen en sociale interacties Arbeidsverdeling en coördinatie Instituties in de reële wereld: markten, overheid, normen ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 2 Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel 1. 2. 3. 4. Het individuele gedragsmodel Individuele beslissingen en sociale interacties Arbeidsverdeling en coördinatie Instituties in de reële wereld: markten, overheid, normen ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 3 1. Het individuele gedragsmodel Model van rationele keuze: Ieder probeert binnen zijn eigen beperkingen de voor hem of haar beste resultaten te bereiken Rationele economische agent Homo economicus Formeel wiskundig: Rationeel keuzegedrag: Optimaliseren van doelstellingsfunctie Onder beperkende voorwaarden ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 4 1. Het individuele gedragsmodel Rationele keuzetheorie maakt echter geen specifieke veronderstellingen over inhoud van voorkeuren Meest eenvoudige model neemt aan dat mensen enkel gericht zijn op hun materiële eigenbelang; mensen perfect geïnformeerd zijn; mensen geen beslissingsfouten maken; beslissingen van groepen kunnen worden geanalyseerd als beslissingen van individuen Traditioneel: individuele beslissingen staan centraal Echter: sociale interactie en coördinatieproblemen ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 5 1. Het individuele gedragsmodel Bovenstaande (onrealistische) vereenvoudigingen zijn niet essentieel voor economische benadering Recente ontwikkelingen in economische theorie: Beperkende veronderstellingen afzwakken Verschillen overbruggen tussen sociale wetenschappen Economie Sociologie Psychologie ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 6 1. Het individuele gedragsmodel Evenwicht: Rationele agent vindt ‘rust’ als zijn/haar gedrag beste resultaat oplevert In dat geval: individueel evenwicht In relevante economische situaties zijn meerdere economische agenten betrokken Evenwicht wordt dan bereikt wanneer geen enkele van die betrokken economische agenten zijn/haar gedrag wil aanpassen Dus: globaal evenwicht ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 7 Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel 1. Het individuele gedragsmodel 2. Individuele beslissingen en sociale interacties 1. Individuele beslissingen 2. Sociale interacties zonder bindende afspraken: speltheorie 3. Bindende afspraken, sociale normen en overheidstussenkomst 3. Arbeidsverdeling en coördinatie 4. Instituties in de reële wereld: markten, overheid, normen ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 8 2.1. Individuele beslissingen Student geeft zakgeld uit in boekhandel Individueel evenwicht: situatie waarin student boeken koopt die hem binnen gegeven budget het grootste nut opleveren ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 9 Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel 1. Het individuele gedragsmodel 2. Individuele beslissingen en sociale interacties 1. Individuele beslissingen 2. Sociale interacties zonder bindende afspraken: speltheorie 3. Bindende afspraken, sociale normen en overheidstussenkomst 3. Arbeidsverdeling en coördinatie 4. Instituties in de reële wereld: markten, overheid, normen ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 10 2.2.1. Spelers, strategieën en resultatenmatrix Spel: situatie waarbij rationele beslissingnemers rekening houden met onderlinge afhankelijkheid van hun beslissingen en resultaten Spelers: beslissingnemers Zuivere strategieën: mogelijke acties Gemengde strategieën: mogelijke acties met waarschijnlijkheden Resultatenmatrix (pay-off matrix): uitkomsten voor elke speler en elke reeks strategieën ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 11 2.2.2. Het gevangenendilemma ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 12 2.2.2. Het gevangenendilemma Bekennen is beste optie voor speler 1 indien speler 2 blijft ontkennen Het vermindert zijn gevangenisstraf namelijk van twee jaar tot één jaar Maar ook als speler 2 bekent, kan speler 1 best bekennen Hij wordt dan bestraft met acht in plaats van tien jaar cel Ongeacht wat speler 2 doet, voor speler 1 is het altijd beter om tot bekentenissen over te gaan. ‘Bekennen’ = dominante strategie ‘Ontkennen’ = gedomineerde strategie ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 13 2.2.2. Het gevangenendilemma Identiek dezelfde redenering voor gevangene 2 We verwachten dat ook gevangene 2 bekent Uiteindelijk bekennen gevangenen allebei Verwachte oplossing is (bekennen, bekennen) Verwachte oplossing = niet-coöperatief Oplossing waarbij beiden ontkennen = coöperatieve oplossing ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 14 2.2.3. Het Nash-evenwicht Dit is een combinatie van strategieën waarbij geen enkele speler zijn strategie wenst te wijzigen, gegeven de verwachte strategie van de andere spelers Verwachte oplossing die bestaat uit dominante strategieën, is altijd Nash-evenwicht Nash-evenwicht hoeft daarentegen niet in te houden dat er dominante strategieën zijn Nash-evenwicht is algemener en meer fundamenteel dan evenwicht in dominante strategieën Het is ook mogelijk dat er meerdere Nash-evenwichten bestaan. Of dat er geen Nash-evenwicht is ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 15 2.2.4. Het belang van coördinatie Het blijft vaak een uitdaging om het gedrag van verschillende spelers op elkaar af te stemmen Zie bijvoorbeeld volgend coördinatiespel: the battle of the sexes ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 16 2.2.4. Het belang van coördinatie Belang van gecoördineerde strategieën: Alleen indien beide partijen eenzelfde keuze maken, zijn pay-offs voor beide partijen positief en wordt een Nashevenwicht bereikt Er zijn twee Nash-evenwichten, en geen dominante strategieën. Het is onduidelijk welk Nash-evenwicht geselecteerd zal worden Hierin schuilt belangrijke rol voor sociale normen ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 17 2.2.4. Het belang van coördinatie Simultaan versus sequentieel spel Simultaan: imperfecte informatie Sequentieel: volger heeft informatie over beslissing van leider (leider kiest eerst) Stackelberg-evenwicht beschrijft verwachte uitkomst in dergelijk, vaak voorkomend, leider-volgermodel Sociale normen kunnen bepalen wie leidt en wie volgt ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 18 2.2.4. Het belang van coördinatie Volgend coördinatiespel is makkelijker op te lossen: ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 19 2.2.4. Het belang van coördinatie Coördinatie in onderstaand spel is verre van evident, zonder voorafgaande afspraken. Afspraken zijn echter makkelijk te maken: ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 20 2.2.5. Er is niet altijd een Nash-evenwicht in zuivere strategieën Er zijn ook spelsituaties waarin er geen Nash-evenwicht in zuivere strategieën bestaat Een bekend voorbeeld is het matching pennies-spel: ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 21 2.2.5. Er is niet altijd een Nash-evenwicht in zuivere strategieën Er bestaat in dit geval geen Nash-evenwicht in zuivere strategieën Er bestaat echter wel evenwicht in gemengde strategieën Wanneer beide spelers met 50% kans kruis kiezen, en met 50% kans munt, dan staan ze beiden onverschillig tegenover wat ander doet en hebben ze er geen van beiden belang bij om van strategie te veranderen. ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 22 Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel 1. Het individuele gedragsmodel 2. Individuele beslissingen en sociale interacties 1. Individuele beslissingen 2. Sociale interacties zonder bindende afspraken: speltheorie 3. Bindende afspraken, sociale normen en overheidstussenkomst 3. Arbeidsverdeling en coördinatie 4. Instituties in de reële wereld: markten, overheid, normen ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 23 2.3. Bindende afspraken, sociale normen en overheidstussenkomst Gevangenendilemma: Verwachte uitkomst is niet altijd beste uitkomst Battle of the sexes: Coördinatie niet altijd evident Oplossing: afspraken? Vaak niet nageleefd, want in strijd met prikkels Afspraken maken wordt makkelijker naarmate spel vaker herhaald wordt Tit for Tat: niet-coöperatie van tegenspeler wordt gestraft met niet-coöperatie in volgende spel Langetermijnafspraken (en sociale normen) bieden in veel gevallen langetermijnwinsten ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 24 2.3. Bindende afspraken, sociale normen en overheidstussenkomst Veelal zullen sociale normen niet ontstaan, of kunnen ze moeilijk worden afgedwongen, bijvoorbeeld Wanneer respecteren van normen een gedomineerde strategie is Of meer algemeen: wanneer normgebonden gedrag niet leidt tot Nash-evenwicht Wanneer er weinig controle (mogelijk) is Indien sociale normen niet spontaan ontstaan of niet worden nageleefd, kan overheidstussenkomst soelaas bieden ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 25 2.3. Bindende afspraken, sociale normen en overheidstussenkomst Overheid als economische agent met dwangmacht die economische agenten tot bepaalde vormen van gedrag kan verplichten die door dwang resultatenmatrix (vb. via straf) kan veranderen Informele sociale instituties (normen en afspraken) en formele politieke instituties (de overheid) kunnen ertoe bijdragen efficiëntere sociale uitkomsten te bereiken ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 26 Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel 1. Het individuele gedragsmodel 2. Individuele beslissingen en sociale interacties 3. Arbeidsverdeling en coördinatie 1. Traditionele systemen 2. Bevelsystemen 3. Marktsystemen 4. Instituties in de reële wereld: markten, overheid, normen ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 27 3.1. Traditionele systemen Tot voor enkele eeuwen domineerde traditie meeste economische activiteiten Van vader op zoon… Sociale normen Maar wat met veranderingen? Dualisme tussen traditionele rurale en moderne stedelijke economie Zie huidige ontwikkelingslanden ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 28 Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel 1. Het individuele gedragsmodel 2. Individuele beslissingen en sociale interacties 3. Arbeidsverdeling en coördinatie 1. Traditionele systemen 2. Bevelsystemen 3. Marktsystemen 4. Instituties in de reële wereld: markten, overheid, normen ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 29 3.2. Bevelsystemen Centrale overheid bepaalt wat er geproduceerd moet worden, hoe productie georganiseerd moet worden en wie welke geproduceerde goederen en diensten ontvangt Centrale beslissingnemers Meer aanpassingsvermogen dan traditionele systemen Maar: informatie- en incentiveproblemen Omvang van te verzamelen informatie Kwaliteit van informatie Economische agenten minder gemotiveerd ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 30 Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel 1. Het individuele gedragsmodel 2. Individuele beslissingen en sociale interacties 3. Arbeidsverdeling en coördinatie 1. Traditionele systemen 2. Bevelsystemen 3. Marktsystemen 4. Instituties in de reële wereld: markten, overheid, normen ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 31 3.3. Marktsystemen Productie en verdeling op basis van beslissingen van individuele ondernemingen en gezinnen ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 32 3.3.1. Vrijwillige ruil en respect voor eigendomsrechten Marktsysteem is gebouwd op basisprincipe van vrijwillige ruil Geen incentiveproblemen Geen informatieproblemen Iedereen weet voor zichzelf wat best is Het is echter niet evident dat vrijwillige ruil steeds door alle partijen als beste optie zal gezien worden ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 33 3.3.1. Vrijwillige ruil en respect voor eigendomsrechten Het is echter niet evident dat vrijwillige ruil steeds door alle partijen als beste optie zal gezien worden Beschouw volgend spel: ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 34 3.3.1. Vrijwillige ruil en respect voor eigendomsrechten Merk op: (ruilen, ruilen) is geen Nash-evenwicht Zich bewapenen is dominante strategie Systeem waarin vrije ruil domineert, veronderstelt vertrouwen en respect voor eigendomsrechten In traditionele samenlevingen: Via normen In dynamische omgevingen: Via een behoorlijk werkend rechtssysteem Dit vereist efficiënte overheid ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 35 3.3.2. Het marktsysteem en de prijs als signaal Kracht van marktsysteem: signaalwaarde van prijzen Geen centrale instantie nodig om beslissingen te sturen Vaak prijsnemerschap: verschillende spelers kunnen prijzen als gegeven beschouwen Prijzen verspreiden informatie doorheen systeem creëren incentives die economische agenten ertoe aanzetten om op wijzigingen in de omgeving te reageren Deze processen verlopen gedecentraliseerd ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 36 3.3.3. Evenwicht Prijsnemerschap: Individueel evenwicht kan beschreven worden zonder rekening te moeten houden beslissingen van andere economische agenten Via prijzen komt tevens globaal evenwicht tot stand Prijzen komen slechts tot rust wanneer vraag = aanbod ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 37 3.3.4. Marktimperfecties en informatie Asymmetrische informatie: Ruiltransactie tussen beter en slechter geïnformeerde economische agenten Voorbeeld: Markt voor tweedehandswagens Kwaliteit goed of slecht, enkel gekend door verkoper Verkoper vraagt: 2100 EUR voor slechte wagen, 2700 EUR voor goede wagen Betalingsbereidheid koper: 2400 EUR voor slechte wagen, 3000 EUR voor goede wagen Kopers weten: twee derde van alle wagens slecht Dus: betalingsbereidheid zakt tot verwachte waarde: 2600 EUR (=2/3*2400 EUR + 1/3*3000 EUR) ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 38 3.3.4. Marktimperfecties en informatie Asymmetrische informatie: Voorbeeld: Dus: betalingsbereidheid voor willekeurige wagen zakt tot verwachte waarde: 2600 EUR (=2/3*2400 EUR + 1/3*3000 EUR) Aanbieders vragen echter 2700 EUR voor goede wagens Gevolg: goede wagens verdwijnen van markt Averechtse selectie Missing markets: risico dat markt volledig verdwijnt Oplossing: Vertrouwen via reputatie, controlemechanismen, … ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 39 Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel 1. 2. 3. 4. Het individuele gedragsmodel Individuele beslissingen en sociale interacties Arbeidsverdeling en coördinatie Instituties in de reële wereld: markten, overheid, normen ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 40 4. Instituties in de reële wereld: markten, overheid, normen Geen enkel economisch systeem is zuivere traditionele economie, zuivere beveleconomie, zuiver marktsysteem Verdelingsaspecten: rechtvaardigheid Analyse van overheidsoptreden Politici en ambtenaren – eigenbelang? Juiste incentives? Economisch gedragsmodel: heilzaam scepticisme Instituties zijn niet alleen onvermijdelijk, ze zijn ook wenselijk ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 41