Genetische relatie tussen schisis en tandagenesie? Annelies Kellens j 3e jaar tandarts 2007‐2008 Promotor: Prof C. Carels Genetische relatie tussen schisis en tandagenesie? • • • • Schisis Tandagenesie Tweelingenonderzoek Genetische link schisis‐tandagenesie? Genetische relatie tussen schisis en tandagenesie? • • • • Schisis Tandagenesie Tweelingenonderzoek Genetische link schisis‐tandagenesie? Schisis • Wat is schisis? • Prevalentie P l ti • Etiologie g ‐ Erfelijkheid ‐ omgevingsinvloeden Wat is schisis? Wat is schisis? • • • • • Grieks woord Æ spleet / splijting Stoornis in de ontwikkeling van een embryo g y Syndromaal / niet‐syndromaal Uni / bilateraal Uni‐ / bilateraal Meerdere verschijningsvormen – Lipspleet – Lip‐ p en kaakspleet p – Lip‐ kaak‐ en gehemeltespleet – Gehemeltespleet Gehemeltespleet (Stegenga. 2000, Lidral et al. 2004) Prevalentie • CLP Æ 50 % Æ niet‐syndromaal : 90 à 95% Æ mannen • CP Æ 25% Æ niet‐syndromaal : 85% Æ vrouwen (Van Esch et al. 2008) Etiologie • onvolledige of afwezige fusie van processus ll di f f i f i • 100‐den genen kunnen een rol spelen g p (Devriendt et al. 2008) Etiologie Syndromale • Overerving vaak M d li Mendeliaans • Eén gen Niet‐syndromale Niet syndromale • Niet‐ Mendeliaanse overerving i • Genetische factoren + omgevingsfactoren (multifactorieel) (Mitchell et al. 2002, Lidral et al. 2004) Genetische factoren Genetische factoren • MSX1 – Transcriptiefactor – Mogelijks één van de belangrijkste – Familiale geïsoleerde schisis (Modesto et al. 2006) • TFGA, TFGB3, PVR, IFR6… , , , (Vieira et al. 2005) Exogene factoren Exogene factoren • Zelden zuivere milieu‐effecten • Combinatie met genetische factoren – Risicofactoren : roken, alcohol, .. f k l h l – Prenatale gezondheid van man en vrouw – Voedingsgewoonte van vrouw (Krapels et al. 2006) Genetische relatie tussen schisis en tandagenesie? • • • • Schisis Tandagenesie Tweelingenonderzoek Genetische link schisis‐tandagenesie? Tandagenesie • Definitie • Prevalentie • Etiologie – erfelijkheid j – omgevingsinvloeden Definitie • Congenitale Congenitale afwezigheid van één of meerdere afwezigheid van één of meerdere gebitselementen • Oligodontie : > 6 tanden l d d • Anodontie : totale afwezigheid tanden Anodontie : totale afwezigheid tanden (Adeboye et al. 2006) Prevalentie • Melkgebit – Minder voorkomend : Minder voorkomend : < 1% algemene bevolking 1% algemene bevolking – Incisieven onderkaak • Definitief gebit D fi iti f bit – Meer voorkomend – 3e Molaren : 25% – 2e premolaren, laterale snijtanden : 1.6 % tot 9.6 premolaren laterale snijtanden : 1 6 % tot 9 6 % ( (Adeboye et al. 2006) y ) Etiologie • Erfelijkheid – Potentieel 100‐den genen rol in tandontwikkeling Potentieel 100 den genen rol in tandontwikkeling – Hogere familiale prevalentie ( (Vieira et al. 2003) ) Erfelijkheid • MSX1 – Transcriptiefactor in vroege tandontwikkeling Transcriptiefactor in vroege tandontwikkeling – Mutatie Æ tandagenesie Æ soms associatie met schisis (Van den Boogaard et al. 2000) – Deletie Æ tandagenesie Æ andere craniofaciale afwijkingen (Peeters et al. 1999) – Voorkeur agenesie 2e premolaren (Vastardis et al. 2000) Erfelijkheid • PAX9 – Transcriptiefactor – Mutatie Æ tandagenesie (Swinnen et al. 2008) – Deletie Æ ernstige hypodontie Æ andere craniofaciale afwijkingen (Vieira et al. 2004) ‐ Voorkeur agenesie van molaren V k i l (Rice. 2004) Erfelijkheid • AXIN2 – Transcriptiefactor – Mutatie Æ tandagenesie – Geen voorkeur voor specifieke tanden – Vaak associatie colonkanker (Cobourne. 2007) • FGF8, BMP4, TGFA, DLX, …. ( (Vieira et al. 2004) ) Etiologie • Exogene factoren – Occasioneel – Trauma – Chemo‐ of radiotherapie –… (Vieira et al. 2004) Genetische relatie tussen schisis en tandagenesie? • • • • Schisis Tandagenesie Tweelingenonderzoek Genetische link schisis‐tandagenesie? Tweelingenonderzoek • • • • Voordelen? V d l ? Soorten tweelingenonderzoek g Resultaten ivm schisis R l Resultaten ivm agenesie i i Waarom? • Goede studiepopulatie – Monozygote tweelingen – Dizygote tweelingen yg g • In combinatie met herhalingsrisico (Christensen et al. 1993) Monozygote tweelingen Monozygote tweelingen • Genetisch identiek • Grote concordantie ( groter fenotype Grote concordantie ( groter fenotype gelijkheid) MAAR • Discordant voor geïsoleerde afwijking – Vroeger : invloed van omgeving – Nu : postzygotische splitsing mutaties, p yg p g , epigenetische invloeden, .. (Eufinger et al. 1993) Tweelingenonderzoek • Klassiek – Genetica‐ ÅÆ omgevingsfactoren – Concordantie MZ – DZ tweelingen vergelijken tweelingen vergelijken • Recent – Genetica – Epigenetica E i ti – Aandacht voor oorzaken discordantie MZ discordantie MZ tweelingen (Kato et al. 2005) Epigenetica • Verschil Verschil in genexpressie zonder veranderingen in genexpressie zonder veranderingen in DNA‐sequentie • Gekloonde dieren kl d d Æ Discordantie MZ tweelingen? Discordantie MZ tweelingen? • Vb : X chromosoom inactivatie, DNA methylatie, … (Kato et al. 2005) Schisis • G Grote concordantie bij MZ en DZ Æ t d ti bij MZ DZ Æ genetische invloed van schisis • Discordantie tussen MZ‐paren (40%)Æ epigenetische / omgevingsinvloeden epigenetische / omgevingsinvloeden (Christensen et al. 1993) Tandagenesie • C Concordantie bij MZ en DZ Æ d ti bij MZ DZ Æ genetische ti h invloed op tandagenesie • Discordantie bij MZ‐paren (8%)Æ epigenetische / omgevingsinvloeden epigenetische / omgevingsinvloeden (Townsend et al. 2005) Genetische relatie tussen schisis en tandagenesie? • • • • Schisis Tandagenesie Tweelingenonderzoek Genetische link schisis‐tandagenesie? Genetische link schisis‐ tandagenesie • Niet‐syndromale vormen Ni t d l – Studies met muizen – Familieonderzoek • Syndromale vormen Syndromale vormen Niet‐syndromale Niet syndromale vormen vormen • Studies met muizen – MSX1 • Ontwikkeling Ontwikkeling craniofaciale bot en odontogenese craniofaciale bot en odontogenese • “Knock‐out” muizen Æ schisis in combinatie met tandagenesie g – PAX9 • Deficiëntie Deficiëntie Æ Æ sterven kort na geboorte sterven kort na geboorte Æ schisis in combinatie met tandagenesie (Peeters et al. 1998) Niet‐syndromale Niet syndromale vormen vormen • Familieonderzoek – Schisisgroep en verwantengroep hogere Schisisgroep en verwantengroep hogere frequentie agenesie dan controlegroep – Schisisgroep significant meer agenesie dan h f d controlegroep – Agenesie 2e premolaren en laterale snijtanden buiten spleetregio – Grootste frequentie hypodontie bij CL/P – Significante correlatie tussen grootte spleet en Significante correlatie tussen grootte spleet en agenesie (Eerens et al. 2001) Niet‐syndromale Niet syndromale vormen vormen • Familieonderzoek – MSX1 • Heterozygote mutatie • Niet bij niet aangetaste familieleden • Agenesie : 2e premolaren bilateraal symmetrisch (Van den Boogaard et al 2000) (Van den Boogaard et al. 2000) • Variant vaker bij schisis in combinatie met agenesie • Interactie met PAX9 (De Muynck et al. 2004) ! Verschillende mutaties van MSX1 ! Verschillende mutaties van MSX1 Syndromale vorm Syndromale vorm • Van der Woude syndroom – IRF6 – Autosomaal dominant Autosomaal dominant – Orofaciale afwijkingen : schisis en tandagenesie ( 10 à 81 %) (Conners. 2007) Genetische relatie tussen schisis en tandagenesie? • Tweelingenonderzoek – Genetische invloed Genetische invloed – Discordantie MZ : epigenetica ‐ omgeving • Familieonderzoek / muizenstudies – Link tussen schisis en tandagenesie Link tussen schisis en tandagenesie – MSX1 Æ Verder onderzoek op niveau van het genoom