Weten wat anderen denken Rineke Verbrugge Kunstmatige Intelligentie Rijksuniversiteit Groningen Nationale Wiskunde Dagen 2002 01-02-2002 1 Redeneren over kennis is belangrijk We gebruiken kennislogica om dit redeneren te modelleren Toepassingen van kennislogica 2 Redeneren over kennis Weet de buurman dat p? Weet de buurman dat zijn buren weten dat p? Wist Zorreguieta (in 1979) dat q? Weet Alexander of Zorreguieta wist dat q? Weet Beatrix of Alexander weet of Zorreguieta wist dat q? 3 Redeneren over kennis In groepen: coördinatie “iedereen weet” gemeenschappelijke kennis gedistribueerde kennis 4 Redeneren over kennis De wijze mensen puzzel Personages: Abélard (A), Héloïse (H), de Koning Gemeenschappelijke kennis: - Er zijn drie hoeden, twee rode en één witte. - De Koning zet A en H elk een hoed op. - A en H kunnen hun eigen hoed niet zien, die van de ander wel. - De Koning vraagt A of hij de kleur van zijn eigen hoed weet. Antwoord: Nee - Daarna vraagt de Koning H of zij de kleur van haar hoed weet. Antwoord: Ja Vraag: Welke kleur hoed heeft Héloïse op? 5 Kennislogica Taal: Atomen: { p, q, r, rA ,...} Personen: { A, B, C ,..., } Voegwoorden Kennisoperatoren: niet en of als .. dan … A A weet dat … Iedereen weet C Gemeenschappelijke kennis 6 Kennislogica Voorbeelden: Ap : A weet dat p A p Ap : A weet of p H A p : H weet dat A niet weet dat p C ( p q) : Het is gemeenschappelijke kennis dat p en q 7 Kennislogica Semantiek: Kripke modellen • Bij gegeven en • Verzameling mogelijke werelden W • Toegankelijkheidsrelaties RA W W • Een valuatie V W {0,1} 8 Kennislogica Waarheidsdefinitie • Vv ( ) 1 Vv ( ) 1 en Vv ( ) 1 • Vv ( ) 1 Vv ( ) 0 • Vv ( A ) 1 voor alle u met (v, u ) RA geldt Vu ( ) 1 Vu ( p) 1 , Vv ( p) 0 Nu geldt Vv ( A p) 0 en Vv ( Ap) 0 9 RA , RH rA , rH RA u RH wA , rH rA , wH w RA , RH v RA , RH 10 Kennislogica Terug naar de wijze mensen puzzel - Twee rode hoeden, één witte 4 propositionele atomen: rA : Abélard heeft een rode hoed rH : Héloïse heeft een rode hoed wA : Abélard heeft een witte hoed wH : Héloïse heeft een witte hoed RA , RH - Kripke model vóór vragen rA , rH Vv ( A rA ) 1 RA Vw ( A wA ) 0 Vu ( H wH ) 0 u RH wA , rH RA , RH rA , wH w v RA , RH 11 Kennislogica De wijze mensen puzzel, vervolg -De Koning vraagt A of hij de kleur van zijn eigen hoed weet. Antwoord: Nee RA , RH rA , rH u wA , rH RA , RH w Vw ( H rH ) 1 Vu ( H rH ) 1 Minder pijlen betekent meer kennis - De Koning vraagt H of zij de kleur van haar eigen hoed weet. Antwoord: Ja (nml. rood) 12 Kennislogica Axioma’s • alle propositie logische tautologi eën (bv. i p i p) • ( i ( ) i ( )) i ( ) (distribut ie) • i (waarheid) • i i i (positieve introspect ie) • i i i (negatieve introspect ie) 13 Kennislogica Het Som & Productraadsel I • • • • l,b N met 2 b l 99 S en P kunnen perfect rekenen en redeneren S krijgt de som van l,b te horen P krijgt het product De volgende dialoog ontvouwt zich: 1. P: Ik weet niet wat de getallen zijn 2. S: Ik wist al dat je dat niet wist 3. P: Nu weet ik de getallen 4. S: Nu weet ik ze ook Wat zijn de getallen? 14 Kennislogica Som & Product, II Het Kripke model vóór de dialoog begint 15 Kennislogica Som & Product, III 1. P: Ik weet niet wat de getallen zijn Het Kripke model na 1: alle productgeïsoleerde werelden vallen weg 16 Kennislogica Som & Product, IV 1. P: Ik weet niet wat de getallen zijn 2. S: Ik wist al dat je dat niet wist Het Kripke model na 2: alle werelden die Rs-verbonden zijn met een productgeïsoleerde wereld, vallen weg 17 Kennislogica Som & Product, V 1. P: Ik weet niet wat de getallen zijn 2. S: Ik wist al dat je dat niet wist 3. P: Nu weet ik de getallen Het Kripke model na 3: werelden die in vorige model productgeïsoleerd zijn, blijven over 18 Kennislogica Som & Product, VI 1. P: Ik weet niet wat de getallen zijn 2. S: Ik wist al dat je dat niet wist 3. P: Nu weet ik de getallen 4. S: Nu weet ik ze ook Het Kripke model na 4: werelden die in het vorige model somgeïsoleerd zijn, blijven over 19 Toepassingen van kennislogica Specificeren & verifiëren van communicatieprotocollen Multi-agentsystemen Toevoegen andere operatoren Bv. i : " i gelooft " i is geen axioma Axioma’s: [i ( ) i ( )] i ( ) i i ( ) i ( ) i i ( ) Verband tussen weten en geloven i ( ) (i ( ) ) geldt niet 20 Toepassingen van kennislogica Speltheorie • Toevoegen dynamiek • Analyse van kaartspelen: Kwartetten, Cluedo, Mastermind, Zeeslag Onderhandelingstheorie 21