+ PREFERENTIËLE OVEREENKOMSTEN : OVERZICHT (tot 15 september 2012 – OZA-Staten) Landen of gebieden met de EG geassocieerd bewijsstuk van preferentiële oorsprong GeldigheidTermijn tot overlegging oorsprongs bewijs (borg) Cumulatie Controle a posteriori (voetnoot 1) Postzendingen- postcolli: over te leggen oorsprongsbewijs (voetnoot 2) tariefpreferenties al dan niet wederkerig No-Drawback (voetnoot 4) ACS MAR (Staten in Afrika, het Caraïbische gebied en de Stille Oceaan) (voetnoot 5) NIET WEDERKERIG (vanaf 1 januari 2008) a. b. EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR c. Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur 10 maand Cumulatie onder bepaalde voorwaarden (voetnoot 6) Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen a. b. c. C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) of EUR 1 of Oorsprongsverklaring op factuur tot 6.000 EUR Vrijstelling van oorsprongscertificaat voor particulieren(voetnoot 2) mits verklaring Persoonlijke bagage van reizigers Kleine zendingen 1.200 EUR 500 EUR update 15/09/2012 Wettelijke basis (voetnoot 3) Economische Partnerschapsovereenkomst “EPO” Verordening (EG) Nr. 1528/2007 van de Raad van 20 december 2007 – inwerkingtreding 1 januari 2008 PB nr. L 348 dd 31/12/2007 1 Cariforum-staten (voetnoot 7) Wederkerig onder bepaalde voorwaarden (zie art.15 + 16 Besluit) a. b. EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR c. Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur 10 maand Stille Oceaanstaten (voetnoot 9) Wederkerig onder bepaalde voorwaarden (zie art. 16 Besluit) a. b. 10 maand EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR c. Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur Cumulatie onder bepaalde voorwaarden( voetnoot 8) Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen Cumulatie onder bepaalde voorwaarden (voetnoot 10) Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen a. b. c. Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen a. b. c. C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) of EUR 1 of Oorsprongsverklaring op factuur tot 6.000 EUR 1.200 EUR 500 EUR Besluit van de Raad van 15 juli 2008 tot ondertekening en voorlopige toepassing van de econische partnerschapsovereenkomst tussen de Cariforum-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (2008/805/EG) – PB nr. L 289 dd 30 oktober 2008 – Protocol I blz. 1805 tot 1956 – Van toepassing vanaf 29 december 2008 C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2) of EUR 1 of Oorsprongsverklaring op factuur tot 6.000 EUR 1.200 EUR 500 EUR Besluit van de Raad van 13 juli 2009 tot ondertekening en voorlopige toepassing van de tussentijdse partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de staten in de Stille Oceaan, anderzijds (2009/729/EG) – P.B. nr. L 272 dd 16 oktober 2009 Voorlopige toepassing 20/12/2009 voor Papoea-Nieuw-Guinea update 15/09/2012 2 Albanië NIET WEDERKERIG(voetnoot 11) (vanaf 1/12/2006 in principe wederkerig ) (No-drawback Besluit 2006/580/EG) Algemeen Preferentieel Systeem (APS)(voetnoot 14) a. b. c. a. b. c. NIET WEDERKERIG EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur 4 maand Form A (voetnoot 15) Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur 10 maand let wel: bij uitvoer uit EG naar APS geen FORM A, eventueel wel EUR 1 of oorsprongsverklaring op factuur (Art. 90 bis, 1 CTW) Cumulatie onder bepaalde voorWaarden (voetnoot 12) Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen Bilateraal Regionaal binnen bepaalde groepen van landen (voetnoot 16) Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen a. b. c. Let wel: Termijn is slechts 8 maanden voor de vervangingscertificaten FORM A uitgereikt door douaneadministrati e van Noorwegen of Zwitserland Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) EUR 1 of Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR a. C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring ( voor particulieren (voetnoot 2) b. Form A c. oorsprongsverklaring op factuur tot 6.000 EUR 1200 EUR 500 EUR Ingevolge Verordening (EG) Nr. 1215/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het stabilisatieen associatieproces van de Europese Unie – P.B. nr. L 328 dd 15 december 2009 - Art. 98 tot en met 122 CTW; (voetnoot 13) Besluit van de Raad en de Commissie van 26 februari 2009 betreffende de sluiting van de Stabilisatieen associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds (2009/332/EG, Euratom) – P.B. nr. L 107 dd 28 april 2009 1200 EUR 500 EUR Verordening (EG) nr. 1602/2000 van de Commissie van 24 juli 2000 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93 PB L 188 dd 26/07/2000, laatst aangepast met Verordening (EG) nr. 881/2003 van de Commissie van 21/05/2003 ( P.B. nr. L 134 dd 29/05/2003) Art. 67 t/m 97 CTW update 15/09/2012 3 APS vanaf 1 januari 2011 (voetnoot 30) NIET WEDERKERIG Nieuwe regeling vanaf 1/01/2017(voetnoot 32) a. Attest van oorsprong b. Form A (voetnoot 15) c. Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR d. Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur Voor b), c), en d) : (zie voetnoot 33) 10 maand CumulaTie (voetnoot 31) Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen Let wel: Termijn is slechts 8 maanden voor de vervangingscertificaten FORM A uitgereikt door douaneadministrati e van Noorwegen , Zwitserland of Turkije a. Attest (zie voetnoot 32 en 33) b. C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring ( voor particulieren (voetnoot 2) c. Form A d. oorsprongsverklaring op factuur tot 6.000 EUR 1200 EUR 500 EUR Verordening nr. 1063/2010 van de Commissie van 18 november 2010 , tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93 (PL nr. L 307 dd 23 november 2010) let wel: bij uitvoer uit EG naar APS geen FORM A, eventueel wel EUR 1 of oorsprongsverklaring op factuur (Art. 97 tervicies CTW) Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen update 15/09/2012 4 Algerije (Maghreb) a. b. WEDERKERIG (voetnoot 17) c. No/ gedeeltelijk drawback EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur 4 maand Is ook een APS-land (FORM A) Andorra: enkel voor hoofdstukken 1 t/m 24 GN (voetnoot 18) WEDERKERIG No- Drawback d. e. f. EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur 4 maand Volledige cumulatie met Marokko en Tunesië en PAN EUR MED CUMUL (zie voetnoot 17 en 29) Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen Bilateraal Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen a. b. c. Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen d. e. f. C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) of EUR 1 of Oorsprongsverklaring op factuur tot / 6.000 EUR 1200 EUR 500 EUR C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) of EUR 1 of Oorsprongsverklaring op factuur tot / 6.000 EUR 1200 EUR 500 EUR update 15/09/2012 Besluit van de Raad van 18 juli 2005 nr. 2005/690/EG betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, van de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Democratische Volksrepubliek Algerije, anderzijds – PB L 265 van 10/102005.- In werking vanaf 01/09/2005 – Besluit van de Raad van 19 april 2007 (2007/311/EG) toetreding per 1 mei 2004 – PB nr. L 118 dd 08/05/2007. Besluit Nr. 2/2007 van de Associatieraad EU-Algerije van 16 oktober 2007 tot wijziging van protocol nr. 6 van de Europeesmediterrane overeenkomst – PB nr. L 297 dd 15 november 2007 Besluit nr. 1/99 van het Gemengd Comité EG-Andorra van 6 mei 1999, PB L 191 van 23/07/1999 TABAK Verordening (EG) Nr. 2302/2001 van de Raad van 15 november 2001 (P.B. nr. L 310 dd 28/11/2001) + rectificatie P.B. nr. L 319 dd 23/11/2002 5 BosniëHerzegovina a. b. WEDERKERIG (voetnoot 11) c. EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur 4 maand Cumulatie onder bepaalde voorwaarden (voetnoot 12) Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen a. b. c. C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) EUR1 of Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR 1200 EUR No-drawback Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen update 15/09/2012 500 EUR Ingevolge Verordening (EG) Nr. 1215/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het stabilisatieen associatieproces van de Europese Unie – P.B. nr. L 328 dd 15 december 2009 -Art. 98 tot en met 123 CTW; (voetnoot 13) Verordening (EG) nr. 594/2008 van de Raad van 16 juni 2008 en Besluit van de Raad van 16 juni 2008 inzake de ondertekening en sluiting van een Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en Bosnië en Herzegovina, a,derzijds (2008/474/EG) PB nr. L169 dd 30 juni 2008 6 Ceuta en Melilla a. b. NIET WEDERKERIG c. No-Drawback EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur 4 maand Volledige, diagonale of bilaterale cumulatie afhankelijk van het land waarmee de EU een overeenkomst heeft afgesloten en op voorwaarde dat bij deze overeenkomst een protocol inzake oorsprong is gevoegd dat bijzondere bepalingen voor Ceuta en Melilla bevat Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen a. b. c. C2/CP3 of CN22/23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) of EUR 1 of Oorsprongsverklaring op factuur 6.000 EUR 1200 EUR update 15/09/2012 500 EUR Verordening 82/2001 dd 5/12/2000 PB L 20 dd. 20/01/2001 Tenuitvoerlegging van artikel 3, lid 4 en artikel 4, lid 4, van Verordening (EG) nr. 82/2001 PB. C 108 dd 04/05/2002 7 Chili a. b. WEDERKERIG No-Drawback c. EER a. b. No-Drawback c. Egypte (Machrak) a. b. WEDER-KERIG c. No-/gedeeltelijke Drawback EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur 10 maand EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur 4 maand EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur 4 maand bilateraal Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen a. b. c. Volledige cumulatie en PAN EUR MED CUMUL (zie voetnoot 17 en 29) Bilaterale en PAN EUR MED CUMUL (zie voetnoot 17 en 29) Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen a. b. c. bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) of EUR 1 of Oorsprongsverklaring op factuur tot 6.000 EUR 1200 EUR 500 EUR C2/CP3 of CN22/23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) of EUR 1 of Oorsprongsverklaring op factuur tot 6.000 EUR 1200 EUR 500 EUR 1200 EUR 500 EUR a. C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) of b. EUR 1 of c. Oorsprongsverklaring op factuur tot 6.000 EUR update 15/09/2012 Besluit 2002/979/EG van de Raad van 18 november 2002 betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van enkele bepalingen van de Overeenkomst tot oprichting van een associatie tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en de Republiek Chili, anderzijds, PB L 352 dd 30/12/2002. Vervroegde inwerkingtreding van bepaalde – handelsgerelateerde- artikelen: 1 februari 2003, PB L 26 dd 31/1/2003. Aangepast met Besluit van de Raad van 22 november 2004 (2005/106/EG) toetreding lidstaten – P.B. nr. L 38 dd 10/02/2005 en Besluit van de Raad van 23 juli 2007 Tweede Aanvullend Protocol (2007/611/EG) – PB nr. L 251 dd 26/09/2007. EER: Besluit 71/96 van het gemengd Comité van 22/11/1996, PB L 21 dd 23/1/1997 Besluit van het Gemengd Comité EER 38/2003 van 14/3/2003, PB L 137 dd 5/6/2003 tot 30/10/2005. Besluit van het Gemengd Comité EER 136/2005 dd 21 oktober 2005, P.B. nr. L 321 dd 08/12/2005 (in werking van 01/11/2005 Vanaf 01/03/2006 Besluit Nr. 1/2006 van de associatieraad EUEgypte van 17/02/2006 tot wijziging van Protocol nr. 4 (2006/185/EG) P.B. nr. L 73 dd 13/03/2006. 8 Faeröer Eilanden a. b. EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur 4 maand EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR c. Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur 4 maand a. b. 4 maand WEDERKERIG c. No-Drawback IJsland (EER en EVA)(voetnoot 19) WEDERKERIG No-Drawback Israël a. b. WEDERKERIG No-Drawback c. EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur Bilateraal en PAN EUR MED CUMUL (zie voetnoot 17 en 29) Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen PAN EUR MED CUMUL (zie voetnoot 17 en 29) Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen Bilaterale cumulatie en PAN EUR MED CUMUL (zie voetnoot 17 en 29) Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen a. b. c. a. b. c. Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen a. b. c. C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) of EUR 1 of Oorsprongsverklaring op factuur tot 6.000 EUR 1200 EUR 500 EUR C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) of EUR 1 of Oorsprongsverklaring op factuur tot 6.000 EUR 1200 EUR 500 EUR C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) of EUR 1 of Oorsprongsverklaring op factuur tot 6.000 EUR 1200 EUR 500 EUR update 15/09/2012 Overeenkomst tussen de EG en de Regering van Denemarken en de Landsregering van de Faeröer, PB L 053 dd 22/02/1997- tot 30/11/2005 Vanaf 01/12/2005 Besluit nr. 1/2005 van het Gemengd Comité EG/Denemarken – Faeröer dd 10/11/2005 (2006/287/EG) – P.B. nr. L 110 dd 24/04/2006 Besluit 1/96 Gemengd Comité d 20/12/1996, PB L195 dd 23/7/1997 tot 31/12/2005 Vanaf 01/01/2006 Besluit 2/2005 van het Gemengd Comité EGIJsland van 22/12/2005 (P.B. nr. L 131 dd 18/05/2006) Euro-Mediterane Overeenkomst tussen EG en Israël, Besluit 2000/384 van de Raad en de Commissie van 19/04/2000, PB L 147 dd 21/6/2000, aangepast met Besluit van de Raad van 31 januari 2005 (2006/376/EG) (P.B. nr. L 149 dd 02/06/2006) - tot 31/12/2005 Vanaf 01/01/2006 Besluit nr. 2/2005 van de Associatieraad EU-Israel van 22/12/2005 tot wijziging Protocol nr. 4 (P.B. nr. L 20 dd 24/01/2006) 9 Moldavië NIET WEDERKERIG Interim Overeenkomst MONTENEGRO: No/Drawback ( voetnoot 11 en 20) a. EUR.1 b. Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR c. Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur 4 maand a. b. 4 maand EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR c. Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur Bilateraal Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen a. b. c. Cumulatie onder bepaalde voorwaarden (voetnoot 12) Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen a. b. c. C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) EUR1 of Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR 1200 EUR 500 EUR Verordening (EG) Nr. 55/2008 van de Raad van 21 januari 2008 tot invoering van autonome handelspreferenties voor de Republiek Moldavië en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 980/2005 en Besluit 2005/924/EG van de Commissie PB L 20 van 24 januari 2008 – van toepassing vanaf 1 maart 2008 , artikel 2, punt 1 a) verwijst naar Art. 98 tot en met 123 CTW; Verordening (EG) 1602/2000 van de Commissie van 24 juli 2000 PB L 188 van 26/07/2000, aangepast met Verordening (EG) nr. 881/2003 van de Commissie van 21/05/2003 P.B. nr. L 134 dd 29/05/2003 C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) EUR1 of Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR 1200 EUR 500 EUR Ingevolge Verordening (EG) Nr. 1215/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het stabilisatieen associatieproces van de Europese Unie – P.B. nr. L 328 dd 15 december 2009 - Art. 98 tot en met 122 CTW; (voetnoot 13) WEDERKERIG Besluit van de Raad en de Commissie van 29 maart 2010 betreffende de sluiting van de Stabilisatieen associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Montenegro, anderzijds (2010/224/EU, Euratom) – P.B. nr. L 108 dd 29 april 2010 – in werking vanaf 29 maart 2010 Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen update 15/09/2012 10 Kosovo (voetnoot 20) NIET WEDERKERIG Servië (voetnoot 11 en 20) No-Drawback a. b. EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR c. Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur 4 maand a. b. 4 maand EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR c. Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur Bilateraal Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen a. b. c. CumulaTie onder bepaalde voorWaarden (voetnoot 12) Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen a. b. c. C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) EUR1 of Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR 1200 EUR 500 EUR Art. 98 tot en met 123 CTW; Verordening (EG) 1602/2000 van de Commissie van 24 juli 2000 PB L 188 van 26/07/2000, aangepast met Verordening (EG) nr. 881/2003 van de Commissie van 21/05/2003 P.B. nr. L 134 dd 29/05/2003 C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) EUR1 of Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR 1200 EUR 500 EUR Ingevolge Verordening (EG) Nr. 1215/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het stabilisatieen associatieproces van de Europese Unie – P.B. nr. L 328 dd 15 december 2009 - Art. 98 tot en met 122 CTW; (voetnoot 13) Besluit van de Raad van 29 april 2008 inzake de ondertekening en sluiting van de Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Servië, anderzijds (2010/36/EG) – P.B. nr. L 28 van 30 januari 2010 –in werking getreden op 1 februari 2010 update 15/09/2012 11 Jordanië (Machrak) WEDERKERIG No/gedeeltelijkDrawback a. b. EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR c. Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur 4 maand Bilateraal en PAN EUR MED CUMUL (zie voetnoot 17 en 29) Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen a. C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) of b. EUR 1 of c. Oorsprongsverklaring op factuur tot 6.000 EUR 1200 EUR 500 EUR Cumulatie Onder bepaalde voorwaarden (voetnoot 12) Bilateraal Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen a. 1200 EUR 500 EUR is ook een APS-land (FORM A) Kroatië (voetnoot 11 en 19) a. b. WEDERKERIG c. No-Drawback EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen b. c. C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2) EUR1 of Oorsprongsverklaring op factuur 6000 EUR update 15/09/2012 Besluit 2002/357/EG, EGKS van de Raad en de Commissie betreffende de Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds, PB L 129 dd 15/05/2002 , aangepast met Besluit van de Raad van 20 september 2005 (2005/735/EG) – P.B. nr. L 283 dd 26/10/2005 tot 30/06/2006 Vanaf 01/07/2006 Besluit Nr. 1/2006 van de Associatieraad EUJordanië dd 15/06/2006 (2006/508/EG) PB nr.L 209 dd 31/07/2006. Ingevolge Verordening (EG) Nr. 1215/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het stabilisatieen associatieproces van de Europese Unie – P.B. nr. L 328 dd 15 december 2009 - Art. 98 tot en met 122 CTW; (voetnoot 13) Besluit van de Raad van 8 juli 2008 betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van een Protocol bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en hun lidstaten, enezijds, en de Republiek Kroatië, anderzijds,om rekening te houden met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie – (2008/800/EG) – PB nr. L 286 dd 29 oktober 2008 12 Landen en gebieden Overzee (LGO) (voetnoot 21) a. b. c. NIET WEDERKERIG Libanon (Machrak) EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur EU-ACSLGO Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen a. b. c. C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) of EUR 1 of Oorsprongsverklaring op factuur tot 6.000 EUR 1200 EUR 500 EUR Besluit 2001/822/EG van de Raad van 27/11/2001 betreffende de associatie van de LGO met de EG (LGO-Besluit), PB L 314 dd 30/11/2001 (in werking getreden op 2/12/2001 tot en met 31/12/2011). De interimovereenkomst tussen de EG en de Libanese Republiek, Besluit 2002/761/EG inzake handelsgerelateerde aspecten, PB EG L 262 dd 30/9/2002, trad in werking op 1 maart 2003 en was in werking tot 31/03/2006. Vanaf 01/04/2006 Besluit van de Raad van 14 februari 2006 (2006/356/EG) betreffende de sluiting van de Europeesmediterrane overeenkomst P.B. nr. L 143 dd 30/05/2006 Besluit van het Gemengd Comité EER 136/2005 dd 21 oktober 2005, P.B. nr. L 321 dd 08/12/2005 (in werking van 01/11/2005 Besluit nr. 3/2005 van het Gemengd Comité EG-Zwitserland van 15/12/2005 (2005/81/EG) P.B. nr. L 45 dd 15/02/2006 EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR c. Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur is ook een APS-land (FORM A) 4 maand Bilateraal en PAN EUR MED CUMUL (zie voetnoot 17 en 29) Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen a. C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) of b. EUR 1 of c. Oorsprongsverklaring op factuur tot 6.000 EUR 1200 EUR 500 EUR Liechtenstein (EER en EVA) (voetnoot 22) a. b. 4 maand Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen a. 1200 EUR 500 EUR WEDERKERIG c. Volledige cumulatie en PAN EUR MED CUMUL (zie voetnoot 17 en 29) WEDERKERIG No/gedeeltelijke Drawback No-Drawback a. b. 10 maand (blijft!) EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen b. c. C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) of EUR 1 of Oorsprongsverklaring op factuur tot 6.000 EUR update 15/09/2012 13 De Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (voetnoot 11) a. b. c. WEDERKERIG No-Drawback Marokko (Maghreb) a. b. WEDERKERIG c. No/gedeeltelijke Drawback EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur 4 maand EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur 4 maand is ook een APS-land (FORM A) Cumulatie onder bepaalde voorwaarden (voetnoot 12) Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen a. b. Volledige Cumulatie met Algerije en Tunesië en PAN EUR MED CUMUL (zie voetnoot 17 en 29) Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen a. Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen c. b. c. EUR1 of Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) 1200 EUR 500 EUR C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) of EUR 1 of Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR 1200 EUR 500 EUR update 15/09/2012 Ingevolge Verordening (EG) Nr. 1215/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het stabilisatieen associatieproces van de Europese Unie – P.B. nr. L 328 dd 15 december 2009 - Art. 98 tot en met 122 CTW ; (voetnoot 13) Stabilisatieen associatieovereenkomst tussen EG en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië - - Protocol 4 betreffende de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking PB L 084 van 20/03/2004, in werking getreden op 1 april 2004 Aangepast met Besluit van de Raad van 18 februari 2008 (2008/273/EG) PB nr. L 99 dd 10 april 2008 Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds, Besluit van de Raad en de Commissie 2000/204/EG, EGKS van 24/1/2000 - PB L 070 dd 18/03/2000 in werking tot 30/11/2005 Aangepast met Besluit van de Raad nr. 2005/645/EG dd 16 maart 2005 – PB nr. L 242 dd 19/09/2005 Besluit nr. 2/2005 van de Associatieraad EU-Marokko van 18 november 2005 tot wijziging van Protocol nr. 4 – P.B. nr. L 336 dd 21/12/2005 14 Mexico a. b. WEDERKERIG No-Drawback c. EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur 10 maand bilateraal Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen a. door particulieren: C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particuliern (voetnoot 2)) of b. EUR 1 of c. Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR 1.200 EUR 500 EUR Besluit nr. 2/2000 van de Gezamenlijke Raad EG-Mexico van 23/03/2000, Bijlage III, Publicatieblad Nr. L 157 van 30/06/2000 en Bijlagen bij dat Besluit PB L 245 dd 29/9/2000, gewijzigd door Besluit Nr. 5/2002, PB L 44 dd 18/2/2003. Besluit nr. 1/2007 van de Gemengde Commissie EU-MEXICO van 14 juni 2007 (2007/676/EG) – PB nr. L 279 dd 23/10/2007 EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur 4 maand PAN EUR MED CUMUL (zie voetnoot 17 en 29) Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen a. C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) of EUR 1 of Oorsprongsverklaring op factuur tot 6.000 EUR 1200 EUR 500 EUR Besluit 1/96 Gemengd Comité dd 20/12/1996, PB L195 dd 23/7/1997 tot 31/12/2005 Vanaf 01/01/2006 Besluit nr. 1/2005 van het Gemengd Comité EGNoorwegen van 20/12/2005 – P.B. nr. L 117 dd 02/05/2006 EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6.000 EUR: Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten 4 maand Bilateraal en PAN EUR MED CUMUL (zie voetnoot 17 en 29) Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) of EUR 1 of Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR 1200 EUR 500 EUR Euro-mediterrane interimassociatieovereenkomst voor handel en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) ten behoeve van de Palestijnse Autoriteit van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, anderzijds, Besluit van de Raad van 2/6/1997, PB L 187 dd 16/07/1997 Besluit nr. 1/2009 van het Gemengd Comité EG-PLO van 24 juni 2009 tot wijziging van Protocol nr. 3 van de Euro-mediterrane Interimassociatieovereenkomst betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking – P.B. nr. L 298 dd 13 november 2009 is ook een APS-land (FORM A) Noorwegen (EER en EVA) (voetnoot 19) a. b. WEDERKERIG c. No-Drawback Palestijnse BevrijdingsOrganisatie a. b. WEDERKERIG c. No-Drawback b. c. Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen a. b. c. update 15/09/2012 15 San Marino (voetnoot 18) San Marino en de EG hebben een douane-unie voor alle producten, met uitzondering van de producten die onder het verdrag van de EGKS vallen, bijgevolg geen certificaat van oorsprong, wel een bewijs van vrij verkeer: - document T2 tot Livigno (Italië) of T2SM (niet van toepassing in België), geviseerd door de douaneautoriteiten van het douanekantoor van vertrek of - het origineel van het document T2L tot Livigno (Italië) of T2LSM (niet van toepassing in België) of - een gelijkwaardig document Handelsverkeer met San Marino verloopt onder communautair douanevervoer - - - Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen - - - 2002/245/EG: Besluit van de Raad van 28 februari 2002 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tot instelling van een douane-unie en samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek San Marino, alsmede het protocol bij deze overeenkomst inzake de uitbreiding met ingang van 1 januari 1995 PB L 084 dd 28/03/2002; 2002/281/EG: Besluit nr. 1/2002 van het Samenwerkingscomité EGRepubliek San Marino van 22 maart 2002 tot wijziging van Besluit nr. 4/92 van het Samenwerkingscomité EEG-San Marino betreffende bepaalde methoden van administratieve samenwerking ter uitvoering van de interimovereenkomst en de procedure voor het doorzenden van goederen naar de Republiek San Marino PB. L 099 dd 16/04/2002 Besluit van de Raad van 18 januari 2005 nr. 2005/663/EG – PB nr. L 251 dd 27/09/2005 update 15/09/2012 16 Syrië (Machrak) NIET WEDERKERIG a. EUR 1 Geen vereenvoudigingsprocedures (noch oorsprongsverklaring op factuur noch toegelaten exporteur) b. EUR.2 tot 2820 EUR 4 maand is ook een APS-land (FORM A) Tunesië (Maghreb) a. b. WEDERKERIG c. No/ gedeeltelijke drawback EUR1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur is ook een APS-land (FORM A) 4 maand bilaterale cumulatie (voetnoot 24) en PAN EUR MED CUMUL (zie voetnoot 17 en 29), maar voorlopig niet van toepassing Enkel invorderen bij effectieve afwijzing door ondervraagde staat, geen automatische invordering Volledige cumulatie met Marokko en Algerije en PAN EUR MED CUMUL (zie voetnoot 17 en 29) Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen a) CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 25)) EUR 1 factuurverklaring 565 EUR 200 EUR Samenwerkingsovereenkomst tussen EG en Syrië, Verordening (EEG) 2216/78 van de Raad van 26/9/1978, PB L 269 dd 27/9/1978 C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) of EUR 1 of Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR 1200 EUR 500 EUR Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, Besluit van de Raad en de Commissie 98/238/EG, EGKS van 26/1/1998, PB L 97 dd 30/3/1998 Besluit nr. 1/2006 van de Associatieraad EU-Tunesië van 28 juli 2006 tot wijziging van Protocol nr. 4 van de Euro-mediterrane overeenkomst, PB nr. L 260 dd 21/09/2006. Datum van inwerkingtreding is 1/8/2006 – PB nr. L 270 dd 29/09/2006 b) c) a. b. c. update 15/09/2012 17 Turkije: EGKSproducten a. b. EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur 4 maand Bilateraal en PAN EUR MED CUMUL (zie voetnoot 17 en 29) Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen Geen regeling voorzien Geen regeling voorzien Geen regeling voorzien Besluit 96/528/EGKS van de Commissie dd 29/2/96 overeenkomst tussen EGKS en Turkije PB L 227/1 dd 7/9/96 Aangepast met Besluit van 13 juni 2005 nr. 2005/672/EG – PB nr. L 254 dd 30/09/2005 Besluit Nr. 1/2009 van het Gemengd Comité tussen de EGKS en de Republiek Turkije van 24/02/2009 (2009/403/EG) – PB nr. L 143 dd 6/06/2009 EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur 4 maand Bilateraal en PAN EUR MED CUMUL (zie voetnoot 17 en 29) Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen a. C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) of EUR 1 of Oorsprongsverklaring op factuur tot 6.000 EUR 1.200 EUR 500 EUR Besluit 1/98 van de Associatieraad EG-Turkije van 25/2/1998 betreffende de handelsregeling voor landbouw-producten, PB L86 dd 20/3/98 Aangepast met Besluit van 13 juni 2005 nr. 2005/672/EG – PB nr. L 254 dd 30/09/2005 A.TR-certificaat Let op = Bewijs van vrij verkeer, is geen oorsprongsbewijs! In de Paneuropese oorsprongszone wordt het oorsprongsbewijs geleverd aan de hand van een leveranciersverkla-ring vereenvoudigde procedure: voorafgeviseerd A.TRcertificaat 4 maand Bilateraal en PAN EUR MED CUMUL (zie voetnoot 17 en 29) Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen Zonder A.TR mits op de verpakking of begeleidende documenten geen aanduiding is aangebracht dat de zich daarin bevindende goederen niet voldoen aan de voorwaarden van het basisbesluit. Opgelet: Een GEEL ETIKET duidt aan dat de goederen niet in het vrij verkeer zijn Zonder A.TR mits geen twijfel aan herkomst uit het vrije verkeer Geen bijzonder e regeling Besluit 1/95, van de Associatieraad EG-Turkije, PB L 35 dd 13/2/1996 Besluit 1/2001 van het Comité Douanesamenwerking EG-Turkije dd 28/3/2001, 2001/283/EG, PB L 98 dd 7/4/2001; Aangepast met Besluit nr. 1/2003 van het Comité douanesamenwerking EG-Turkije van 30 januari 2003 – PB nr. L 28 dd 4/2/2003 Aangepast met Besluit van 13 juni 2005 nr. 2005/672/EG – PB nr. L 254 dd 30/09/2005 Besluit Nr. 1/2006 van het Comité Douanesamenwerking EG-Turkije van 26 juli 2006 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Besluit nr. 1/95 van de Associatieraad EGTurkije (2006/646/EG) – PB nr. L 265 dd 26/09/2006 met rectificatie in PB nr. L 267/48 dd 27/09/2006 WEDERKERIG c. No-Drawback Turkije landbouwproducten a. b. WEDERKERIG c. No-Drawback Turkije: Industriële producten (voetnoot 25) en verwerkte landbouwproducten DOUANE-UNIE (vrij verkeer) b. c. Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen update 15/09/2012 18 Zuid-Afrika a. b. WEDERKERIG c. Zwitserland (EVA) (voetnoot 19) WEDERKERIG No-Drawback De SADC-EPOstaten (voetnoot 5 + 26) EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur is ook een APS-land (FORM A) a. EUR 1 b. Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR c. Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur a. b. EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR c. Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur 4 maand 4 maand 10 maand Bilaterale cumulatie en cumulatie met ACSlanden, o.a. SACU (voetnoot 28) PAN EUR MED CUMUL (zie voetnoot 17 en 29) Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen Cumulati e onder bepaalde voorwaar den (voetnoot 27) Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen a. b. c. Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen a. b. c. Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen a. b. c. C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) of EUR 1 of Oorsprongsverklaring op factuur tot 6.000 EUR 1.200 EUR 500 EUR Besluit van de Raad 1999/753/EG van 29/7/1999 inzake de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de EG en Zuid-Afrika, PB L 311 dd 4/12/1999 Besluit van de Raad van 28 februari 2005 nr. (2005/206/EG) – P.B. nr. L 68 dd 15/03/2005 C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) of EUR 1 of Oorsprongsverklaring op factuur tot 6.000 EUR 1200 EUR 500 EUR EG-Zwitserland Besluit 1-96 van het Gemengd Comité van 19/12/1996, PB L 195 dd 23/7/1997 tot 31/12/2005 Vanaf 01/01/2006 Besluit nr. 3/2005 van het Gemengd Comité EGZwitserland van 15/12/2005 (2006/81/EG) P.B. nr. L 45 dd 15/02/2006 Besluit nr. 2/2009 van het Gemengd Comité EG-Zwitserland van 13 juli 2009 (2009/707/EG) P.B. nr. L 252 dd 24/09//2009 C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) of EUR 1 of Oorsprongsverklaring op factuur tot 6.000 EUR 1200 EUR 500 EUR Besluit van de Raad van 5 mei 2009 tot ondertekning en voorlopige toepassing van de interimovereenkomst met het oog op een economische partnerschapsovereenkomst tussen de europese gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de SADCEPO-staten, anderzijds (2009/850/EG) – P.B. nr. L 319 dd 4 /12/2009 update 15/09/2012 19 Korea OZA-Staten (voetnoot 5 + 34) (wederkerig – artikel 11 van Hoofdstuk II, Titel II vrij verkeer van goederen, van de Tussentijdse Overeenkomst) a. Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR b. Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur 12 maanden a. b. 10 maanden EUR 1 Oorsprongsverklaring op factuur tot 6000 EUR c. Oorsprongsverklaring op factuur zonder beperking waarde voor toegelaten exporteur Bilateraal Cumulatie onder bepaalde voorwaarden (voetnoot 35) Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen a. Bij gegronde twijfel, geen antwoord binnen 10 maand: invorderen + 4 maanden voor goederen in transit onder voorwaarden (artikel 24) a. b. Verklaring op een douaneaangifteformulier voor de post Oorsprongsverklaring op factuur tot 6.000 EUR C2/CP3 of CN22/CN23 met verklaring (voor particulieren (voetnoot 2)) of b. EUR 1 of c. Oorsprongsverklaring op factuur tot 6.000 EUR 1200 EUR 500 EUR 1200 EUR 500 EUR Besluit van de Raad van 16 september 2010 betreffende de ondertekening namens de Europese Unie en de voorlopige toepassing van de Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds (2011/265/EU) – P.B. nr. L 127 dd 14/05/2011). Besluit van de Raad van 13 juli 2009 tot ondertekening en voorlopige toepassing van de Tussentijdse Overeenkomst tot vaststellin van een kader in oostelijk en zuidelijk Afrika, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (2012/196/EG) – P.B. nr. L 111 dd 24/04/2012. Voorlopige toepassing vanaf 14 mei 2012 voor Madagaskar, Mauritius, de Seychellen en Zimbabwe – P.B. nr. L 125 dd 12/05/2012 1. Bij een controle a posteriori op basis van een steekproef of op basis van een niet geformuleerde gegronde twijfel, moet een negatief antwoord zijn verstrekt door de bevoegde buitenlandse douaneadministratie, vooraleer een invorderingsprocedure kan worden ingesteld. In alle andere gevallen (geen antwoord, onvoldoende antwoord of bevestiging van de oorsprong) moet het preferentiële regime geacht te zijn verworven. Als de controle op grond van gegronde twijfel gebeurt, kan in de gevallen die in deze kolom worden aangeduid, onmiddellijk na het verstrijken van de vastgestelde (bvb vaak een termijn van 10 maanden) worden ingevorderd, ongeacht het uitblijven/onvoldoende antwoord. 2. Producten die in kleine zendingen door particulieren aan particulieren worden verzonden of die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers worden als producten van oorsprong toegelaten zonder dat een bewijs van oorsprong moet worden overgelegd, voor zover deze producten geen handelskarakter hebben en verklaard wordt dat zij aan de voorwaarden voor de toepassing van dit protocol voldoen en er over de juistheid van deze verklaring geen twijfel bestaat. Voor postzendingen kan deze verklaring op het douaneaangifteformulier CN22/CN23 of op een daaraan gehecht blad worden gesteld. België kan in sommige gevallen nog de oude stock gebruiken van de groene C1-etiketten (i.p.v. CN22 – dit zijn echter geen douaneaangifteformulieren !) en C2/CP3 (i.p.v. CN23). Als invoer zonder handelskarakter wordt beschouwd de incidentele invoer van producten uitsluitend bestemd voor het persoonlijke gebruik van de geadresseerde, de reiziger of de leden van hun gezin, voor zover noch de aard noch de hoeveelheid van de producten op commerciële doeleinden wijzen. 3. Enkel de meest relevante basiswetgeving wordt weergegeven in deze kolom. Het is niet de bedoeling van dit overzicht een volledige stand van zaken weer te geven van alle aanpassingen die aan de basiswetgeving werden aangebracht. 4. De No-Drawback-regel legt in principe de betaling van de rechten bij invoer op voor materialen uit ‘derde landen’ (uit andere landen dan die van de oorsprongszone) die verwerkt werden in goederen die de oorsprong verwerven en verbiedt de teruggave van deze rechten bij wederuitvoer. Dit is een Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen update 15/09/2012 20 voorwaarde voor het toekennen van de preferentiële oorsprong. De No-Drawback-regel wordt doorgaans vastgelegd in titel IV (art. 15) van de oorsprongsprotocols "teruggave of vrijstelling van rechten" - verbod op teruggave of vrijstelling van rechten. 5. De handelsregeling voor producten van oorsprong uit de ACS-landen zoals vastgesteld in bijlage V bij de Overeenkomst van Cotonou (ACS-EG) is niet meer van toepassing vanaf 1 januari 2008. Deze handelsregeling wordt vervangen door zes Economische Partnerschapsovereenkomsten (EPO's). Deze werden echter nog niet allemaal afgesloten. Sinds 1 januari 2008 is ter overgang de Market Access Regulation, hierna MAR genoemd, van kracht als een tijdelijk unilateraal schema van preferenties voordat de voormelde Economische Partnerschapsovereenkomsten geleidelijk van kracht worden. Deze MAR werd gepubliceerd als de Raadsverordening (EG) nr. 1528/07 van 20 december 2007. Bijlage 1 van deze verordening vermeldt de ex-ACS-landen (35 staten - 14 Cariforumstaten = 21 staten) die onderhandelingen zijn opgestart die conform de WHO-reglementering zijn. Bijlage II vermeldt de oorsprongregels. De andere staten dan voormelde 35 kunnen enkel nog genieten van het schema van de algemene preferenties op voorwaarde dat ze hiervoor de bevoegde autoriteiten voor de afgifte van certificaten van oorsprong FORM A en specimen van de stempels voor de geldigmaking van deze certificaten hebben medegedeeld. De 21 landen die genieten van de MAR zijn: het Koninkrijk Lesotho, het Koninkrijk Swaziland, de Onafhankelijke Staat Papoea-Nieuw-Guinea, de Republiek Botswana, de Republiek Burundi, de Republiek der Seychellen, de Republiek Fiji-Eilanden, de Republiek Ghana, de Republiek Haïti, de Republiek Ivoorkust, de Republiek Kameroen, de Republiek Kenia, de Republiek Madagaskar, de Republiek Mauritius, de Republiek Mozambique, de Republiek Namibië, de Republiek Oeganda, de Republiek Rwanda, de Republiek Zimbabwe, de Unie Der Comoren en de Verenigde Republiek Tanzania (zie ook voetnoten 9 en 26). 6. Deze cumulatie is erg complex: Art. 6: cumulatie met de LGO en de EG, cumulatie met Zuid-Afrika en cumulatie met de naburige ontwikkelingslanden, onder bepaalde voorwaarden inzake het soort goed, het tijdstip en de uitgevoerde bewerking ! Steeds moet dit artikel worden geraadpleegd, bij elk afzonderlijk geval. 7. De CARIFORUM-staten zijn: Antigua en Barbuda, Het Gemenebest van de Bahamas, Barbados, Belize, Het Gemenebest Dominica, De Dominicaanse Republiek, Grenada, De Republiek Guyana, De Republiek Haïti, Jamaica, Saint Christopher en Nevis, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines, De Republiek Suriname, De Republiek Trinidad en Tobago. 8. Deze cumulatie is erg complex: Art. 6: cumulatie met de LGO en de EG en andere ACS-staten, cumulatie met Zuid-Afrika en cumulatie met de naburige ontwikkelingslanden, onder bepaalde voorwaarden inzake het soort goed, het tijdstip en de uitgevoerde bewerking ! Steeds moet dit artikel worden geraadpleegd, bij elk afzonderlijk geval. Voor bepaalde producten uit Zuid-Afrika is de cumulatie niet van toepassing( zie artikel 4 punt 5 van het Protocol I) 9. De Stille Oceaanstaten zijn de Republiek Fiji – eilanden en de Onafhankelijke Staat Papoea-Nieuw-Guinea. De overeenkomst is reeds gepubliceerd, maar is nog niet van kracht (zie voetnoot 5). 10. Deze cumulatie is erg complex: Art. 6: cumulatie met de LGO en de EG en de andere ACS-staten en cumulatie met de naburige ontwikkelingslanden, onder bepaalde voorwaarden inzake het soort goed, het tijdstip en de uitgevoerde bewerking ! Steeds moet dit artikel worden geraadpleegd, bij elk afzonderlijk geval. Voor bepaalde producten uit Zuid-Afrika is de cumulatie niet van toepassing( zie artikel 4 punt 8 van het Protocol II) 11. De EG sluit met de landen uit de Balkan Stabilisatie- en Associatieovereenkomsten (afgekort ASA) teneinde op termijn een wederzijdse asymmetrische afbouw van invoerrechten te bekomen. Aanvullende informatie kan bekomen worden op volgende website van de Europese Commissie: http://ec.europa.eu/taxation_customs/customs/customs_duties/rules_origin/preferential/article_784_en.htm. 12. De volgende landen behoren tot de Balkan-cumulatie: De EU, Albanië, Bosnië-Herzegovina, Kroatië, Macedonië, Montenegro, Servië en Turkije. De matrix evolueert regelmatig en kan opgevolgd worden in de C-serie van het Publikatieblad. De werking van deze cumulatie is identiek aan de werking van de PanEurMed-cumulatie maar met gewone certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 zonder extra vermeldingen op de certificaten. Voor de EU, Albanië, Bosnië-Herzegovina, Macedonië, Montenegro, Servië en Turkije geldt deze cumulatie niet voor de in Bijlage V vermelde goederen nl. 1704 90 99, 1806 10 Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen update 15/09/2012 21 30, 1806 10 90, 1806 20 95, 1901 90 99, 2101 12 98, 2101 20 98, 2106 90 59, 2106 90 98 en 3302 10 29. Voor Kroatië geldt deze beperking van de cumulatie niet. 13. In bepaalde gevallen kan voor producten, vermeld in artikel 1 van de Verordening (EG) Nr. 1215/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie, toepassing gemaakt worden van een preferentiële regeling waarbij de bepalingen betreffende de oorsprong voorzien in deel I, titel IV, hoofdstuk 2, afdeling 1, onderafdeling 1 van de Verordening (EEG) Nr. 2454/93 moeten in acht zijn genomen. In dit geval is de no drawback regel niet van toepassing. 14. De lijst van de landen die deel uitmaken van het APS (GSP – General System of Preferences) is ook terug te vinden op volgende website: : http://ec.europa.eu/taxation_customs/customs/customs_duties/rules_origin/preferential/article_779_en.htm. 15. In vak 8 van de FORM A dient “P” of de letter “W” te worden vermeld. Indien de letter “W” wordt vermeld, dan dient dit te worden gevolgd door de eerste vier cijfers van de GN-code. Indien er een afwijking wordt vastgesteld met de GN-code op de invoeraangifte, moet er gekeken worden naar de lijstregel, indien de lijstregels voor de beide GN-codes dezelfde zijn, dan is het OK. Zoniet dient de FORM A geweigerd te worden of kan er eventueel een controle à posteriori aangevraagd worden op basis van gegronde twijfel mits borgstelling. De letter “P” (=produced) in vak 8 van de FORM A dient niet gevolgd te worden door enige vermelding (reglementering UNCTAD). 16. Zie artikel 67 punt 2 en 72 punt 3 Communautair Toepassingswetboek. 17. Tijdens de “Verklaring van Barcelona” in 1995 hebben de EU en 12 Zuidoostelijke mediterrane landen –Malta en Cyprus behoren inmiddels tot de EU zodat er nog 10 partners van de EU in het mediterrane gebied overblijven- het voornemen geformuleerd om tegen 2010 een grote (asymmetrische) wederkerige vrijhandelsassociatie voor industriële goederen in te stellen. Behoren tot de Euro-mediterrane zone, naast de uitgebreide EU : Algerije, Egypte, Israël, Jordanië, Libanon, Marokko, Palestijnse gebieden, Syrië, Turkije en Tunesië. Libië heeft sedert 1999 de status van waarnemer. Behalve met Turkije waarmee de EU in 1996 een douaneunie heeft afgesloten, worden met de 9 resterende landen zogeheten “Euro-mediterrane Associatie-Overeenkomsten” of eenvoudiger afgekort “Meda-akkoorden” gesloten. Deze “MEDA”akoorden vervangen bij hun integrale inwerkingtreding de oude “samenwerkingsovereenkomsten” die slechts in een eenzijdige tariefvermindering voorzagen.. Tot de volledige inwerkingtreding van het Meda-akkoord, blijft voor de delen waarop de eventuele interimovereenkomst geen toepassing vindt, het oude samenwerkingsakkoord nog van toepassing. Het oude samenwerkingsakkoord EG-Syrië is derhalve nog van toepassing. Op volgende website kan dit proces worden gevolgd: http://ec.europa.eu/taxation_customs/customs/customs_duties/rules_origin/preferential/article_779_en.htm. De matrix evolueert regelmatig en kan opgevolgd worden in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie. 18. Hoofdstukken 25 t/m 97 vallen onder de douane-unie tussen Andorra en de EG. Besluit 90/680/EEG (PB L 374 dd 31/12/1990, aangepast door Besluit nr 1/96 PB L 184 dd 24/7/1996. Het bewijs van vrij verkeer is het document T2 of een T2L of een gelijkwaardig document In plaats van een T2L kan ook een factuur of transportbescheid worden gebruikt, voor zover die factuur/dat bescheid betrekking heeft op communautaire goederen. (Besluit nr 1 1/96 van het Gemengd Comité EG/Andorra dd 1/7/1996 (96/447/EG, PB L 184 dd 24/7/1996 en CTW art. 314 quater e.v.). Dit zijn dan echter geen oorsprongsbewijzen, wel bewijzen van vrij verkeer ! Bij de overeenkomsten voor de landen van de Paneuropese Cumulatiezone zijn voor Andorra en San Marino gemeenschappelijke verklaringen opgenomen waardoor producten van oorsprong Andorra (25-97) en San Marino (alle producten) door de landen van de zone behandeld worden als producten van oorsprong uit de EG. Protocol 4 is van toepassing voor het bepalen van de oorsprong. Bijgevolg zijn de oorsprongsbewijzen het EUR1, een oorsprongsverklaring op factuur tot 6.000 EUR of onbeperkt in waarde voor toegelaten exporteurs. 19. De EVA-oorsprong wordt enkel toegepast als ze interessanter zou zijn dan het EER-akkoord. 20. Sinds 01/01/2006 is de officiële naam van ex-Joegoslavië gewijzigd in Montenegro, Servië of Kosovo en dienen ze als aparte overeenkomsten te worden beschouwd (Verordening (EG) Nr. 1946/2005 van de Raad van 14/11/2005 (P.B. nr. L 312 dd 29/11/2005). Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen update 15/09/2012 22 21. De LGO-staten zijn de “landen en gebieden overzee”, die bedoeld zijn in het vierde deel van het Verdrag tot oprichting van de Europese Unie (onverminderd het statuut van deze landen en gebieden of de ontwikkeling van dat statuut): 1. Land dat speciale banden heeft met het Koninkrijk Denemarken ; Groenland 2. Overzeese gebieden van de Franse Republiek ; Nieuw-Caledonië en onderhorigheden, Frans-Polynesië, Franse Zuidelijke en Zuidpoolgebieden, Wallis en Futuna. 3. Teritoriale gemeenschappen van de Franse Republiek: Mayotte - Saintpierre en Miquelon. 4. Overzeese landen die onder het Koninkrijk der Nederlanden vallen: Aruba, Nederlandse Antillen (Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten) 5. Britse overzeese landen en gebieden: (Anguilla, Caymaneilanden, Falklandeilanden, Zuid-Georgië en de Zuid-Sandwicheilanden, Montserrat, Pitcairn,-Sint Helena, Ascension en Tristan da Cunha -, Brits Antarctica, Brits gebied in de Indische Oceaan, Turks- en Caicoseilanden, en de Britse Maagdeneilanden. 22. Het vorstendom Liechtenstein heeft een douane-unie met Zwitserland en is partij bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte. 23. Bij Het vorstendom Liechtenstein heeft een douane-unie met Zwitserland en is partij bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte. de overeenkomsten voor de landen van de Paneuropese Cumulatiezone zijn voor Andorra en San Marino gemeenschappelijke verklaringen opgenomen waardoor producten van oorsprong Andorra (25-97) en SanMarino (alle producten) door de landen van de zone behandeld worden als producten van oorsprong uit de EG. Protocol 4 is van toepassing voor het bepalen van de oorsprong. Bijgevolg zijn de oorsprongsbewijzen het EUR1, een oorsprongsverklaring op factuur tot 6.000 EUR of onbeperkt in waarde voor toegelaten exporteurs. 24. In de samenwerkingsovereenkomst: enkel cumulatie met elk land apart van Machrak (Egypte, Jordanië, Libanon en Syrië) : geen cumulatie van be- of verwerkingen (geen diagonale cumulatie) 25. Let wel, in de Samenwerkingsovereenkomst wordt enkel gesproken over de “verklaring” zoals omschreven in de voetnoot 2 bij dit overzicht. Er wordt niet letterlijk melding gemaakt van de postdocumenten C1/CP3 of CN22/CN23. 26. De SADC-EPO-staten zijn: de Republiek Botswana, het Koninkrijk Lesotho, de Republiek Mozambique, De Republiek Namibië en het Koninkrijk Swaziland. De overeenkomst is reeds gepubliceerd, maar is nog niet van kracht (zie voetnoot 5). 27. Cumulatie met de EU, andere ACS-staten, de LGO’s of andere SADC-EPO-staten. 28. SACU = Douane-unie tussen Botswana, Lesotho, Namibië en Zuid-Afrika. Die cumulatie wordt onder bepaalde voorwaarden gegeven, zie artikel 3 van het Protocol nr. 1 bij Besluit 1999/753/EG. 29. Het pan-Europees cumulatie systeem werd in 1997 gecreëerd op basis van de EER-overeenkomst (1994) tussen de EG, de EVA-landen, de Centraal en Oost Europese landen en de Baltische staten. Het is een systeem van diagonale cumulatie. Later werd dit uitgebreid met Slovenië en de industriële producten van oorsprong uit Turkije (1999). Bijgevolg was na de uitbreiding van de EU de pan-Europese cumulatie van toepassing in de EU, de EVA-landen en Turkije. De EU heeft douane-unies met Andorra en San Marino. Goederen die vallen onder de douane-unie met Andorra en San Marino worden in overeenstemming met de bepalingen van de oorsprongsprotocollen bij de Overeenkomsten behandeld. Deze protocollen bevatten ter zake gemeenschappelijke verklaringen (zie voetnoot 18). Het systeem werd uitgebreid met de Faeröer eilanden en de Mediterrane landen en wordt thans aangeduid en benoemd als de pan-Euro-Mediterrane cumulatie. De in voetnoot 17 vermelde mediterrane landen zijn hiertoe toegetreden of zullen er aan toetreden. 30. Het gaat over een nieuwe benadering betreffende de regels van oorsprong, uitbreiding van de cumulatiemogelijkheden voor de ontwikkelingslanden, de introducering van een certificeringsysteem (“REX” genaamd - pas vanaf 1 januari 2017). Een overzicht: - nieuwe zienswijze rechtstreeks vervoer (artikel 74); Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen update 15/09/2012 23 - geheel en al verkregen producten (artikel 75) – toevoeging producten van de aquacultuur, toevoeging van “producten afkomstig van aldaar geboren en gefokte dieren” en inzake producten van de zeevisserij, vereenvoudiging van de voorwaarden nl. kapitein en officieren die onderdaan moesten zijn vallen weg - toepassing lijstregel (artikel 77) : het gebruik van gemiddelden berekend op basis van voorgaand boekjaar OF bij ontbreken hiervan kortere periode (min 3 maanden) - ontoereikende behandelingen (artikel 78): mengen van suiker (87.1.m), eenvoudig toevoegen van water of verdunnen, drogen en denatureren (78.1.n) en een nieuwe definitie “eenvoudig” d.w.z. geen bijzondere vaardigheid nodig noch speciaal gemaakte of geïnstalleerde machines, apparaten of gereedschappen (artikel 78.2) - tolerantie (artikel 79) :Voor goederen H2 en 4 t/m 24 (met uitzondering van verwerkte visserijproducten van H16) een tolerantie van 15 % op het gewicht. Voor goederen van H50 t/m 63 (indien er in de lijstregel wordt naar verwezen) , een tolerantie van 10 % op gewicht en 8 % op de prijs af fabriek en geldt eveneens voor voeringen en tussenvoeringen. Voor andere goederen een tolerantie van 15 % op de prijs af fabriek. - de nieuwe lijstregels : Zijn minder in aantal, ze zijn vereenvoudigd en versoepeld. Er is een nieuwe aantekening 4 voor producten waarbij enerzijds voor de producten van H 6 t/m 10, 12 en 2401 die aldaar zijn geoogst, de oorsprong van het land verkrijgen ook indien gekweekt uit zaden, bollen, wortels… uit een ander land en anderzijds bij de bepaling van het suikergehalte telt het gewicht van de gebruikte suiker van GS 1701 en 1702. Voor sommige producten is een verschillende lijstregel opgenomen naargelang het betrokken land – Een meer soepele regel voor de minst ontwikkelde landen (MOL). 31. Cumulatie: - Bilaterale cumul EU – APS (artikel 84) - Cumulatie met materialen van oorsprong uit Noorwegen en Zwitserland is uitgebreid met Turkije (artikel 85 – voor Turkije is een mededeling in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen vereist) - Regionale cumulatie, versoepeling van de voorwaarden en een nieuwe groep IV nl. Argentinië, Brazilië, Paraguay en Uruguay (artikel 86) - Uitgebreide cumulatie tussen een begunstigd land en een land waarmee de EU een vrijhandelsakkoord heeft gesloten (artikel 86.7) Deze cumulatie is eenzijdig en geldt niet voor materialen van H 1 t/m 24. 32. Invoering op 1 januari 2017 van een Attest van oorsprong, (voor sommige landen geldt dit pas vanaf 1 januari 2020): vervangt het certificaat van oorsprong Formulier A : - voor zendingen met een totale waarde die niet hoger is dan € 6.000 is geen registratie vereist, - voor zendingen met een totale waarde die hoger is dan € 6.000, enkel door een “geregistreerde exportuer” Registratie door de bevoegde autoriteiten van het betrokken APS-land. Technische specificaties en gebruikerseisen dienen nog te worden vastgesteld. Afgifte a posteriori is mogelijk indien in de lidstaat van aangifte voor het vrije verkeer het attest wordt voorgelegd binnen 2 jaar na de uitvoer.. 33. Blijft mogelijks van toepassing voor sommige landen tot 31 december 2019. 34. De OZA-Staten bestaan uit de volgende landen: De Unie der Comoren, de Republiek Madagaskar, de Republiek Mauritius, de Republiek der Seychellen, de Republiek Zambia en de Republiek Zimbabwe. 35. Deze cumulatie is erg complex: Art. 3, 4 en 5: cumulatie met de LGO en de EG en andere ACS-staten en cumulatie met de naburige ontwikkelingslanden, onder bepaalde voorwaarden inzake het soort goed, het tijdstip en de uitgevoerde bewerking ! Steeds moet dit artikel worden geraadpleegd, bij elk afzonderlijk geval. Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen update 15/09/2012 24