Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der

advertisement
+
PREFERENTIËLE OVEREENKOMSTEN : OVERZICHT (tot 15 september 2012 – OZA-Staten)
Landen of
gebieden met de
EG
geassocieerd
bewijsstuk van
preferentiële oorsprong
GeldigheidTermijn tot
overlegging
oorsprongs
bewijs
(borg)
Cumulatie
Controle a
posteriori
(voetnoot 1)
Postzendingen- postcolli:
over te leggen
oorsprongsbewijs
(voetnoot 2)
tariefpreferenties
al dan niet
wederkerig
No-Drawback
(voetnoot 4)
ACS MAR
(Staten in Afrika,
het Caraïbische
gebied en de
Stille Oceaan)
(voetnoot 5)
NIET WEDERKERIG (vanaf 1
januari 2008)
a.
b.
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
c. Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
10 maand
Cumulatie onder
bepaalde
voorwaarden
(voetnoot
6)
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen
a.
b.
c.
C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2)) of
EUR 1 of
Oorsprongsverklaring op
factuur tot 6.000 EUR
Vrijstelling van
oorsprongscertificaat
voor
particulieren(voetnoot
2) mits verklaring
Persoonlijke
bagage
van
reizigers
Kleine
zendingen
1.200 EUR
500 EUR
update 15/09/2012
Wettelijke basis (voetnoot 3)
Economische
Partnerschapsovereenkomst
“EPO” Verordening (EG) Nr.
1528/2007 van de Raad van 20
december 2007 –
inwerkingtreding 1 januari 2008
PB nr. L 348 dd 31/12/2007
1
Cariforum-staten
(voetnoot 7)
Wederkerig onder
bepaalde
voorwaarden (zie
art.15 + 16
Besluit)
a.
b.
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
c. Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
10 maand
Stille
Oceaanstaten
(voetnoot 9)
Wederkerig onder
bepaalde
voorwaarden (zie
art. 16 Besluit)
a.
b.
10 maand
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
c. Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
Cumulatie onder
bepaalde
voorwaarden(
voetnoot
8)
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
Cumulatie onder
bepaalde
voorwaarden
(voetnoot
10)
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
a.
b.
c.
Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen
a.
b.
c.
C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2)) of
EUR 1 of
Oorsprongsverklaring
op factuur tot 6.000
EUR
1.200 EUR
500 EUR
Besluit van de Raad van 15 juli
2008 tot ondertekening en
voorlopige toepassing van de
econische
partnerschapsovereenkomst
tussen de Cariforum-staten,
enerzijds, en de Europese
Gemeenschap en haar lidstaten,
anderzijds (2008/805/EG) – PB
nr. L 289 dd 30 oktober 2008 –
Protocol I blz. 1805 tot 1956 –
Van toepassing vanaf 29
december 2008
C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2) of
EUR 1 of
Oorsprongsverklaring
op factuur tot 6.000
EUR
1.200 EUR
500 EUR
Besluit van de Raad van 13 juli
2009 tot ondertekening en
voorlopige toepassing van de
tussentijdse
partnerschapsovereenkomst
tussen
de
Europese
Gemeenschap, enerzijds, en de
staten in de Stille Oceaan,
anderzijds (2009/729/EG) – P.B.
nr. L 272 dd 16 oktober 2009
Voorlopige toepassing 20/12/2009
voor Papoea-Nieuw-Guinea
update 15/09/2012
2
Albanië
NIET WEDERKERIG(voetnoot
11) (vanaf
1/12/2006 in
principe
wederkerig )
(No-drawback
Besluit
2006/580/EG)
Algemeen
Preferentieel
Systeem
(APS)(voetnoot
14)
a.
b.
c.
a.
b.
c.
NIET WEDERKERIG
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
4 maand
Form A (voetnoot
15)
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
10 maand
let wel: bij uitvoer uit EG
naar APS geen FORM A,
eventueel wel EUR 1 of
oorsprongsverklaring op
factuur
(Art. 90 bis, 1 CTW)
Cumulatie onder
bepaalde
voorWaarden
(voetnoot
12)
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
Bilateraal
Regionaal
binnen
bepaalde
groepen
van
landen
(voetnoot
16)
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
a.
b.
c.
Let wel:
Termijn is slechts 8
maanden voor de
vervangingscertificaten FORM A
uitgereikt door
douaneadministrati
e van Noorwegen
of Zwitserland
Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen
C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2))
EUR 1 of
Oorsprongsverklaring op
factuur tot 6000 EUR
a. C2/CP3 of CN22/CN23
met
verklaring ( voor
particulieren (voetnoot 2)
b. Form A
c. oorsprongsverklaring op
factuur tot 6.000 EUR
1200 EUR
500 EUR
Ingevolge Verordening (EG) Nr.
1215/2009 van de Raad van 30
november 2009 tot vaststelling van
uitzonderlijke handelsmaatregelen
ten behoeve van de landen en
gebieden die deelnemen aan of
verbonden zijn met het stabilisatieen
associatieproces
van
de
Europese Unie – P.B. nr. L 328 dd
15 december 2009 - Art. 98 tot en
met 122 CTW; (voetnoot 13)
Besluit van de Raad en de
Commissie van 26 februari 2009
betreffende de sluiting van de
Stabilisatieen
associatieovereenkomst tussen de
Europese Gemeenschappen en hun
lidstaten enerzijds, en de Republiek
Albanië, anderzijds (2009/332/EG,
Euratom) – P.B. nr. L 107 dd 28
april 2009
1200 EUR
500 EUR
Verordening (EG) nr. 1602/2000
van de Commissie van 24 juli 2000
tot wijziging van Verordening (EEG)
nr. 2454/93 PB L 188 dd
26/07/2000, laatst aangepast met
Verordening (EG) nr. 881/2003 van
de Commissie van 21/05/2003 (
P.B. nr. L 134 dd 29/05/2003)
Art. 67 t/m 97 CTW
update 15/09/2012
3
APS vanaf
1 januari 2011
(voetnoot 30)
NIET WEDERKERIG
Nieuwe regeling vanaf
1/01/2017(voetnoot 32)
a. Attest van oorsprong
b. Form A (voetnoot 15)
c. Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
d. Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
Voor b), c), en d) : (zie
voetnoot 33)
10 maand
CumulaTie (voetnoot 31)
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
Let wel:
Termijn is slechts 8
maanden voor de
vervangingscertificaten FORM A
uitgereikt door
douaneadministrati
e van Noorwegen ,
Zwitserland of
Turkije
a. Attest (zie voetnoot 32 en
33)
b. C2/CP3 of CN22/CN23
met
verklaring ( voor
particulieren (voetnoot 2)
c. Form A
d. oorsprongsverklaring op
factuur tot 6.000 EUR
1200 EUR
500 EUR
Verordening nr. 1063/2010 van de
Commissie van 18 november 2010 ,
tot wijziging van Verordening (EEG)
nr. 2454/93 (PL nr. L 307 dd 23
november 2010)
let wel: bij uitvoer uit EG
naar APS geen FORM A,
eventueel wel EUR 1 of
oorsprongsverklaring op
factuur
(Art. 97 tervicies CTW)
Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen
update 15/09/2012
4
Algerije
(Maghreb)
a.
b.
WEDERKERIG
(voetnoot 17)
c.
No/ gedeeltelijk
drawback
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
4 maand
Is ook een APS-land
(FORM A)
Andorra: enkel
voor
hoofdstukken 1
t/m 24 GN
(voetnoot 18)
WEDERKERIG
No- Drawback
d.
e.
f.
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
4 maand
Volledige
cumulatie
met
Marokko
en
Tunesië
en PAN
EUR
MED
CUMUL
(zie
voetnoot
17 en 29)
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
Bilateraal
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
a.
b.
c.
Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen
d.
e.
f.
C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2)) of
EUR 1 of
Oorsprongsverklaring op
factuur tot / 6.000 EUR
1200 EUR
500 EUR
C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2)) of
EUR 1 of
Oorsprongsverklaring op
factuur tot / 6.000 EUR
1200 EUR
500 EUR
update 15/09/2012
Besluit van de Raad van 18 juli
2005 nr. 2005/690/EG betreffende
de ondertekening, namens de
Europese Gemeenschap, van de
Europees-mediterrane
overeenkomst
waarbij
een
associatie tot stand wordt gebracht
tussen de Europese Gemeenschap
en haar lidstaten, enerzijds, en de
Democratische
Volksrepubliek
Algerije, anderzijds – PB L 265 van
10/102005.- In werking vanaf
01/09/2005 – Besluit van de Raad
van 19 april 2007 (2007/311/EG)
toetreding per 1 mei 2004 – PB nr. L
118 dd 08/05/2007.
Besluit Nr. 2/2007 van de
Associatieraad EU-Algerije van 16
oktober 2007 tot wijziging van
protocol nr. 6 van de Europeesmediterrane overeenkomst – PB nr.
L 297 dd 15 november 2007
Besluit nr. 1/99 van het Gemengd
Comité EG-Andorra van 6 mei
1999,
PB L 191 van 23/07/1999
TABAK
Verordening (EG) Nr. 2302/2001
van de Raad van 15 november
2001 (P.B. nr. L 310 dd 28/11/2001)
+ rectificatie P.B. nr. L 319 dd
23/11/2002
5
BosniëHerzegovina
a.
b.
WEDERKERIG
(voetnoot 11)
c.
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
4 maand
Cumulatie onder
bepaalde
voorwaarden
(voetnoot
12)
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
a.
b.
c.
C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2))
EUR1 of
Oorsprongsverklaring op
factuur tot 6000 EUR
1200 EUR
No-drawback
Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen
update 15/09/2012
500 EUR
Ingevolge Verordening (EG) Nr.
1215/2009 van de Raad van 30
november 2009 tot vaststelling van
uitzonderlijke handelsmaatregelen
ten behoeve van de landen en
gebieden die deelnemen aan of
verbonden zijn met het stabilisatieen
associatieproces
van
de
Europese Unie – P.B. nr. L 328 dd
15 december 2009 -Art. 98 tot en
met 123 CTW; (voetnoot 13)
Verordening (EG) nr. 594/2008 van
de Raad van 16 juni 2008 en Besluit
van de Raad van 16 juni 2008
inzake de ondertekening en sluiting
van
een
Interimovereenkomst
betreffende
de
handel
en
aanverwante zaken tussen de
Europese Gemeenschap, enerzijds,
en
Bosnië
en
Herzegovina,
a,derzijds (2008/474/EG) PB nr.
L169 dd 30 juni 2008
6
Ceuta en Melilla
a.
b.
NIET WEDERKERIG
c.
No-Drawback
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
4 maand
Volledige, diagonale of
bilaterale
cumulatie
afhankelijk van
het land
waarmee
de EU
een
overeenkomst
heeft afgesloten
en op
voorwaarde dat bij
deze
overeenkomst
een
protocol
inzake
oorsprong is
gevoegd
dat bijzondere
bepalingen voor
Ceuta en
Melilla
bevat
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen
a.
b.
c.
C2/CP3 of CN22/23 met
verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2)) of
EUR 1 of
Oorsprongsverklaring op
factuur 6.000 EUR
1200 EUR
update 15/09/2012
500 EUR
Verordening 82/2001 dd 5/12/2000
PB L 20 dd. 20/01/2001
Tenuitvoerlegging van artikel 3, lid 4
en artikel 4, lid 4, van Verordening
(EG) nr. 82/2001
PB. C 108 dd 04/05/2002
7
Chili
a.
b.
WEDERKERIG
No-Drawback
c.
EER
a.
b.
No-Drawback
c.
Egypte
(Machrak)
a.
b.
WEDER-KERIG
c.
No-/gedeeltelijke
Drawback
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
10 maand
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
4 maand
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
4 maand
bilateraal
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
a.
b.
c.
Volledige
cumulatie en
PAN
EUR
MED
CUMUL
(zie
voetnoot
17 en 29)
Bilaterale en
PAN
EUR
MED
CUMUL
(zie
voetnoot
17 en 29)
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
a.
b.
c.
bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen
C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2)) of
EUR 1 of
Oorsprongsverklaring op
factuur tot 6.000 EUR
1200 EUR
500 EUR
C2/CP3 of CN22/23 met
verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2)) of
EUR 1 of
Oorsprongsverklaring op
factuur tot 6.000 EUR
1200 EUR
500 EUR
1200 EUR
500 EUR
a. C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot 2)) of
b. EUR 1 of
c. Oorsprongsverklaring op
factuur tot 6.000 EUR
update 15/09/2012
Besluit 2002/979/EG van de Raad
van 18 november 2002 betreffende
de ondertekening en de voorlopige
toepassing van enkele bepalingen
van de Overeenkomst tot oprichting
van een associatie tussen de
Europese Gemeenschap en haar
lidstaten enerzijds en de Republiek
Chili, anderzijds, PB L 352 dd
30/12/2002.
Vervroegde
inwerkingtreding van bepaalde –
handelsgerelateerde- artikelen: 1
februari 2003, PB L 26 dd
31/1/2003.
Aangepast met Besluit van de Raad
van
22
november
2004
(2005/106/EG) toetreding lidstaten –
P.B. nr. L 38 dd 10/02/2005 en
Besluit van de Raad van 23 juli
2007 Tweede Aanvullend Protocol
(2007/611/EG) – PB nr. L 251 dd
26/09/2007.
EER: Besluit 71/96 van het
gemengd Comité van 22/11/1996,
PB L 21 dd 23/1/1997
Besluit van het Gemengd Comité
EER 38/2003 van 14/3/2003, PB L
137 dd 5/6/2003 tot 30/10/2005.
Besluit van het Gemengd Comité
EER 136/2005 dd 21 oktober 2005,
P.B. nr. L 321 dd 08/12/2005 (in
werking van 01/11/2005
Vanaf 01/03/2006 Besluit Nr.
1/2006 van de associatieraad EUEgypte van 17/02/2006 tot wijziging
van Protocol nr. 4 (2006/185/EG)
P.B. nr. L 73 dd 13/03/2006.
8
Faeröer
Eilanden
a.
b.
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
4 maand
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
c. Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
4 maand
a.
b.
4 maand
WEDERKERIG
c.
No-Drawback
IJsland (EER en
EVA)(voetnoot
19)
WEDERKERIG
No-Drawback
Israël
a.
b.
WEDERKERIG
No-Drawback
c.
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
Bilateraal en
PAN
EUR
MED
CUMUL
(zie
voetnoot
17 en 29)
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
PAN
EUR
MED
CUMUL
(zie
voetnoot
17 en 29)
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
Bilaterale
cumulatie en
PAN
EUR
MED
CUMUL
(zie
voetnoot
17 en 29)
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
a.
b.
c.
a.
b.
c.
Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen
a.
b.
c.
C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2)) of
EUR 1 of
Oorsprongsverklaring op
factuur tot 6.000 EUR
1200 EUR
500 EUR
C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2)) of
EUR 1 of
Oorsprongsverklaring
op factuur tot 6.000
EUR
1200 EUR
500 EUR
C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2)) of
EUR 1 of
Oorsprongsverklaring op
factuur tot 6.000 EUR
1200 EUR
500 EUR
update 15/09/2012
Overeenkomst tussen de EG en de
Regering van Denemarken en de
Landsregering van de Faeröer,
PB L 053 dd 22/02/1997- tot
30/11/2005
Vanaf 01/12/2005 Besluit nr. 1/2005
van
het
Gemengd
Comité
EG/Denemarken – Faeröer dd
10/11/2005 (2006/287/EG) – P.B.
nr. L 110 dd 24/04/2006
Besluit 1/96 Gemengd Comité
d 20/12/1996, PB L195 dd
23/7/1997 tot 31/12/2005
Vanaf 01/01/2006 Besluit 2/2005
van het Gemengd Comité EGIJsland van 22/12/2005 (P.B. nr. L
131 dd 18/05/2006)
Euro-Mediterane
Overeenkomst
tussen EG en Israël, Besluit
2000/384 van de Raad en de
Commissie van 19/04/2000, PB L
147 dd 21/6/2000, aangepast met
Besluit van de Raad van 31 januari
2005 (2006/376/EG) (P.B. nr. L 149
dd 02/06/2006) - tot 31/12/2005
Vanaf 01/01/2006 Besluit nr. 2/2005
van de Associatieraad EU-Israel
van
22/12/2005
tot
wijziging
Protocol nr. 4 (P.B. nr. L 20 dd
24/01/2006)
9
Moldavië
NIET WEDERKERIG
Interim
Overeenkomst
MONTENEGRO:
No/Drawback
( voetnoot 11 en
20)
a. EUR.1
b. Oorsprongsverklaring
op factuur tot 6000
EUR
c. Oorsprongsverklaring
op factuur zonder
beperking waarde
voor toegelaten
exporteur
4 maand
a.
b.
4 maand
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
c. Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
Bilateraal
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
a.
b.
c.
Cumulatie onder
bepaalde
voorwaarden
(voetnoot
12)
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
a.
b.
c.
C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2))
EUR1 of
Oorsprongsverklaring
op factuur tot 6000
EUR
1200 EUR
500 EUR
Verordening (EG) Nr. 55/2008 van
de Raad van 21 januari 2008 tot
invoering
van
autonome
handelspreferenties
voor
de
Republiek Moldavië en tot wijziging
van Verordening (EG) nr. 980/2005
en Besluit 2005/924/EG van de
Commissie PB L 20 van 24 januari
2008 – van toepassing vanaf 1
maart 2008 , artikel 2, punt 1 a)
verwijst naar Art. 98 tot en met 123
CTW; Verordening (EG) 1602/2000
van de Commissie van 24 juli 2000
PB L 188 van 26/07/2000,
aangepast met Verordening (EG)
nr. 881/2003 van de Commissie van
21/05/2003 P.B. nr. L 134 dd
29/05/2003
C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2))
EUR1 of
Oorsprongsverklaring
op factuur tot 6000
EUR
1200 EUR
500 EUR
Ingevolge Verordening (EG) Nr.
1215/2009 van de Raad van 30
november 2009 tot vaststelling van
uitzonderlijke handelsmaatregelen
ten behoeve van de landen en
gebieden die deelnemen aan of
verbonden zijn met het stabilisatieen
associatieproces
van
de
Europese Unie – P.B. nr. L 328 dd
15 december 2009 - Art. 98 tot en
met 122 CTW; (voetnoot 13)
WEDERKERIG
Besluit van de Raad en de
Commissie van 29 maart 2010
betreffende de sluiting van de
Stabilisatieen
associatieovereenkomst tussen de
Europese Gemeenschappen en hun
lidstaten, enerzijds, en de Republiek
Montenegro,
anderzijds
(2010/224/EU, Euratom) – P.B. nr. L
108 dd 29 april 2010 – in werking
vanaf 29 maart 2010
Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen
update 15/09/2012
10
Kosovo
(voetnoot 20)
NIET WEDERKERIG
Servië (voetnoot
11 en 20)
No-Drawback
a.
b.
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
c. Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
4 maand
a.
b.
4 maand
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
c. Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
Bilateraal
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
a.
b.
c.
CumulaTie onder
bepaalde
voorWaarden
(voetnoot
12)
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen
a.
b.
c.
C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2))
EUR1 of
Oorsprongsverklaring
op factuur tot 6000
EUR
1200 EUR
500 EUR
Art. 98 tot en met 123 CTW;
Verordening (EG) 1602/2000 van de
Commissie van 24 juli 2000 PB L
188 van 26/07/2000, aangepast met
Verordening (EG) nr. 881/2003 van
de Commissie van 21/05/2003 P.B.
nr. L 134 dd 29/05/2003
C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2))
EUR1 of
Oorsprongsverklaring
op factuur tot 6000
EUR
1200 EUR
500 EUR
Ingevolge Verordening (EG) Nr.
1215/2009 van de Raad van 30
november 2009 tot vaststelling van
uitzonderlijke handelsmaatregelen
ten behoeve van de landen en
gebieden die deelnemen aan of
verbonden zijn met het stabilisatieen
associatieproces
van
de
Europese Unie – P.B. nr. L 328 dd
15 december 2009 - Art. 98 tot en
met 122 CTW; (voetnoot 13)
Besluit van de Raad van 29 april
2008 inzake de ondertekening en
sluiting van de Interimovereenkomst
betreffende
de
handel
en
aanverwante zaken tussen de
Europese Gemeenschap, enerzijds,
en de Republiek Servië, anderzijds
(2010/36/EG) – P.B. nr. L 28 van 30
januari 2010 –in werking getreden
op 1 februari 2010
update 15/09/2012
11
Jordanië
(Machrak)
WEDERKERIG
No/gedeeltelijkDrawback
a.
b.
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
c. Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
4 maand
Bilateraal en
PAN
EUR
MED
CUMUL
(zie
voetnoot
17 en 29)
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
a.
C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2)) of
b. EUR 1 of
c. Oorsprongsverklaring op
factuur tot 6.000 EUR
1200 EUR
500 EUR
Cumulatie
Onder bepaalde
voorwaarden
(voetnoot
12)
Bilateraal
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
a.
1200 EUR
500 EUR
is ook een APS-land
(FORM A)
Kroatië (voetnoot
11 en 19)
a.
b.
WEDERKERIG
c.
No-Drawback
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen
b.
c.
C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2)
EUR1 of
Oorsprongsverklaring op
factuur 6000 EUR
update 15/09/2012
Besluit 2002/357/EG, EGKS van de
Raad en de Commissie betreffende
de
Europees-mediterrane
Overeenkomst
waarbij
een
associatie tot stand wordt gebracht
tussen
de
Europese
Gemeenschappen en hun lidstaten,
enerzijds, en het Hasjemitisch
Koninkrijk Jordanië, anderzijds, PB
L 129 dd 15/05/2002 , aangepast
met Besluit van de Raad van 20
september 2005 (2005/735/EG) –
P.B. nr. L 283 dd 26/10/2005 tot
30/06/2006
Vanaf 01/07/2006 Besluit Nr.
1/2006 van de Associatieraad EUJordanië
dd
15/06/2006
(2006/508/EG) PB nr.L 209 dd
31/07/2006.
Ingevolge Verordening (EG) Nr.
1215/2009 van de Raad van 30
november 2009 tot vaststelling van
uitzonderlijke handelsmaatregelen
ten behoeve van de landen en
gebieden die deelnemen aan of
verbonden zijn met het stabilisatieen
associatieproces
van
de
Europese Unie – P.B. nr. L 328 dd
15 december 2009 - Art. 98 tot en
met 122 CTW; (voetnoot 13)
Besluit van de Raad van 8 juli 2008
betreffende de ondertekening en de
voorlopige toepassing van een
Protocol bij de Stabilisatie- en
associatieovereenkomst tussen de
Europese Gemeenschap en hun
lidstaten, enezijds, en de Republiek
Kroatië, anderzijds,om rekening te
houden met de toetreding van de
Republiek Bulgarije en Roemenië
tot
de
Europese
Unie
–
(2008/800/EG) – PB nr. L 286 dd 29
oktober 2008
12
Landen en
gebieden
Overzee (LGO)
(voetnoot 21)
a.
b.
c.
NIET WEDERKERIG
Libanon
(Machrak)
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
EU-ACSLGO
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
a.
b.
c.
C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2)) of
EUR 1 of
Oorsprongsverklaring op
factuur tot 6.000 EUR
1200 EUR
500 EUR
Besluit 2001/822/EG van de Raad
van 27/11/2001 betreffende de
associatie van de LGO met de EG
(LGO-Besluit), PB L 314 dd
30/11/2001 (in werking getreden op
2/12/2001 tot en met 31/12/2011).
De interimovereenkomst tussen de
EG en de Libanese Republiek,
Besluit
2002/761/EG
inzake
handelsgerelateerde aspecten, PB
EG L 262 dd 30/9/2002, trad in
werking op 1 maart 2003 en was in
werking tot 31/03/2006.
Vanaf 01/04/2006 Besluit van de
Raad van 14 februari 2006
(2006/356/EG)
betreffende
de
sluiting
van
de
Europeesmediterrane overeenkomst P.B. nr.
L 143 dd 30/05/2006
Besluit van het Gemengd Comité
EER 136/2005 dd 21 oktober 2005,
P.B. nr. L 321 dd 08/12/2005 (in
werking van 01/11/2005
Besluit nr. 3/2005 van het Gemengd
Comité
EG-Zwitserland
van
15/12/2005 (2005/81/EG) P.B. nr. L
45 dd 15/02/2006
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
c. Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
is ook een APS-land
(FORM A)
4 maand
Bilateraal
en PAN
EUR
MED
CUMUL
(zie
voetnoot
17 en 29)
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
a.
C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2)) of
b. EUR 1 of
c. Oorsprongsverklaring op
factuur tot 6.000 EUR
1200 EUR
500 EUR
Liechtenstein
(EER en EVA)
(voetnoot 22)
a.
b.
4 maand
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
a.
1200 EUR
500 EUR
WEDERKERIG
c.
Volledige
cumulatie
en PAN
EUR
MED
CUMUL
(zie
voetnoot
17 en 29)
WEDERKERIG
No/gedeeltelijke
Drawback
No-Drawback
a.
b.
10 maand
(blijft!)
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen
b.
c.
C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2)) of
EUR 1 of
Oorsprongsverklaring op
factuur tot 6.000 EUR
update 15/09/2012
13
De Voormalige
Joegoslavische
Republiek
Macedonië
(voetnoot 11)
a.
b.
c.
WEDERKERIG
No-Drawback
Marokko
(Maghreb)
a.
b.
WEDERKERIG
c.
No/gedeeltelijke
Drawback
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
4 maand
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur
tot 6000 EUR
Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten
exporteur
4 maand
is ook een APS-land
(FORM A)
Cumulatie onder
bepaalde
voorwaarden
(voetnoot
12)
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
a.
b.
Volledige
Cumulatie
met
Algerije
en
Tunesië
en
PAN
EUR
MED
CUMUL
(zie
voetnoot
17 en 29)
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
a.
Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen
c.
b.
c.
EUR1 of
Oorsprongsverklaring op
factuur tot 6000 EUR
C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2))
1200 EUR
500 EUR
C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2)) of
EUR 1 of
Oorsprongsverklaring op
factuur tot 6000 EUR
1200 EUR
500 EUR
update 15/09/2012
Ingevolge Verordening (EG) Nr.
1215/2009 van de Raad van 30
november 2009 tot vaststelling van
uitzonderlijke handelsmaatregelen
ten behoeve van de landen en
gebieden die deelnemen aan of
verbonden zijn met het stabilisatieen
associatieproces
van
de
Europese Unie – P.B. nr. L 328 dd
15 december 2009 - Art. 98 tot en
met 122 CTW ; (voetnoot 13)
Stabilisatieen
associatieovereenkomst tussen EG
en de Voormalige Joegoslavische
Republiek Macedonië - - Protocol 4
betreffende de definitie van het
begrip "producten van oorsprong"
en methoden van administratieve
samenwerking PB L 084 van
20/03/2004, in werking getreden op
1 april 2004
Aangepast met Besluit van de Raad
van 18 februari 2008 (2008/273/EG)
PB nr. L 99 dd 10 april 2008
Euro-mediterrane
overeenkomst
waarbij een associatie tot stand
wordt gebracht tussen de Europese
Gemeenschappen en hun lidstaten,
enerzijds,
en
het
Koninkrijk
Marokko, anderzijds, Besluit van de
Raad
en
de
Commissie
2000/204/EG, EGKS van 24/1/2000
- PB L 070 dd 18/03/2000 in
werking tot 30/11/2005
Aangepast met Besluit van de Raad
nr. 2005/645/EG dd 16 maart 2005
– PB nr. L 242 dd 19/09/2005
Besluit
nr.
2/2005
van
de
Associatieraad EU-Marokko van 18
november 2005 tot wijziging van
Protocol nr. 4 – P.B. nr. L 336 dd
21/12/2005
14
Mexico
a.
b.
WEDERKERIG
No-Drawback
c.
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
10 maand
bilateraal
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
a. door particulieren: C2/CP3
of CN22/CN23 met
verklaring (voor particuliern
(voetnoot 2)) of
b. EUR 1 of
c. Oorsprongsverklaring op
factuur tot 6000 EUR
1.200 EUR
500 EUR
Besluit
nr.
2/2000
van
de
Gezamenlijke Raad EG-Mexico van
23/03/2000,
Bijlage
III,
Publicatieblad Nr. L 157 van
30/06/2000
en Bijlagen bij dat
Besluit PB L 245 dd 29/9/2000,
gewijzigd door Besluit Nr. 5/2002,
PB L 44 dd 18/2/2003.
Besluit
nr.
1/2007
van
de
Gemengde Commissie EU-MEXICO
van 14 juni 2007 (2007/676/EG) –
PB nr. L 279 dd 23/10/2007
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
4 maand
PAN
EUR
MED
CUMUL
(zie
voetnoot
17 en 29)
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
a.
C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2)) of
EUR 1 of
Oorsprongsverklaring op
factuur tot 6.000 EUR
1200 EUR
500 EUR
Besluit 1/96 Gemengd Comité
dd 20/12/1996, PB L195 dd
23/7/1997 tot 31/12/2005
Vanaf 01/01/2006 Besluit nr. 1/2005
van het Gemengd Comité EGNoorwegen van 20/12/2005 – P.B.
nr. L 117 dd 02/05/2006
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6.000 EUR:
Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten
4 maand
Bilateraal
en PAN
EUR
MED
CUMUL
(zie
voetnoot
17 en 29)
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2)) of
EUR 1 of
Oorsprongsverklaring op
factuur tot 6000 EUR
1200 EUR
500 EUR
Euro-mediterrane
interimassociatieovereenkomst
voor
handel en samenwerking tussen de
Europese Gemeenschap, enerzijds,
en
de
Palestijnse
Bevrijdingsorganisatie (PLO) ten
behoeve
van
de
Palestijnse
Autoriteit
van
de
Westelijke
Jordaanoever en de Gazastrook,
anderzijds, Besluit van de Raad van
2/6/1997, PB L 187 dd 16/07/1997
Besluit nr. 1/2009 van het Gemengd
Comité EG-PLO van 24 juni 2009
tot wijziging van Protocol nr. 3 van
de
Euro-mediterrane
Interimassociatieovereenkomst betreffende
de definitie van het begrip
“producten van oorsprong” en
methoden
van
administratieve
samenwerking – P.B. nr. L 298 dd
13 november 2009
is ook een APS-land
(FORM A)
Noorwegen
(EER en EVA)
(voetnoot 19)
a.
b.
WEDERKERIG
c.
No-Drawback
Palestijnse
BevrijdingsOrganisatie
a.
b.
WEDERKERIG
c.
No-Drawback
b.
c.
Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen
a.
b.
c.
update 15/09/2012
15
San Marino
(voetnoot 18)
San Marino en de EG
hebben een douane-unie
voor alle producten, met
uitzondering van de
producten die onder het
verdrag van de EGKS
vallen, bijgevolg geen
certificaat van oorsprong,
wel een bewijs van vrij
verkeer:
- document T2 tot Livigno
(Italië) of T2SM (niet van
toepassing in België),
geviseerd door de
douaneautoriteiten van
het douanekantoor van
vertrek of
- het origineel van het
document T2L tot Livigno
(Italië) of T2LSM (niet
van toepassing in België)
of
- een gelijkwaardig
document
Handelsverkeer met San
Marino verloopt onder
communautair
douanevervoer
-
-
-
Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen
-
-
-
2002/245/EG: Besluit van de Raad
van 28 februari 2002 betreffende de
sluiting van de Overeenkomst tot
instelling van een douane-unie en
samenwerking tussen de Europese
Economische Gemeenschap en de
Republiek San Marino, alsmede het
protocol bij deze overeenkomst
inzake de uitbreiding met ingang
van
1
januari
1995
PB L 084 dd 28/03/2002;
2002/281/EG: Besluit nr. 1/2002 van
het Samenwerkingscomité EGRepubliek San Marino van 22 maart
2002 tot wijziging van Besluit nr.
4/92 van het Samenwerkingscomité
EEG-San
Marino
betreffende
bepaalde
methoden
van
administratieve samenwerking ter
uitvoering
van
de
interimovereenkomst
en
de
procedure voor het doorzenden van
goederen naar de Republiek San
Marino
PB. L 099 dd 16/04/2002
Besluit van de Raad van 18 januari
2005 nr. 2005/663/EG – PB nr. L
251 dd 27/09/2005
update 15/09/2012
16
Syrië
(Machrak)
NIET WEDERKERIG
a. EUR 1
Geen vereenvoudigingsprocedures (noch
oorsprongsverklaring op
factuur noch toegelaten
exporteur)
b. EUR.2 tot 2820 EUR
4 maand
is ook een APS-land
(FORM A)
Tunesië
(Maghreb)
a.
b.
WEDERKERIG
c.
No/ gedeeltelijke
drawback
EUR1
Oorsprongsverklaring op factuur
tot 6000 EUR
Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
is ook een APS-land
(FORM A)
4 maand
bilaterale
cumulatie
(voetnoot
24) en
PAN
EUR
MED
CUMUL
(zie
voetnoot
17 en
29), maar
voorlopig
niet van
toepassing
Enkel invorderen bij
effectieve afwijzing
door ondervraagde
staat, geen
automatische
invordering
Volledige
cumulatie
met
Marokko
en
Algerije
en PAN
EUR
MED
CUMUL
(zie
voetnoot
17 en 29)
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen
a)
CN22/CN23 met
verklaring (voor
particulieren
(voetnoot 25))
EUR 1
factuurverklaring
565 EUR
200 EUR
Samenwerkingsovereenkomst
tussen EG en Syrië, Verordening
(EEG) 2216/78 van de Raad van
26/9/1978, PB L 269 dd 27/9/1978
C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2)) of
EUR 1 of
Oorsprongsverklaring op
factuur tot 6000 EUR
1200 EUR
500 EUR
Euro-mediterrane
overeenkomst
waarbij een associatie tot stand
wordt gebracht tussen de Europese
Gemeenschap en haar lidstaten,
enerzijds, en de Republiek Tunesië,
anderzijds, Besluit van de Raad en
de Commissie 98/238/EG, EGKS
van 26/1/1998, PB L 97 dd
30/3/1998
Besluit
nr.
1/2006
van
de
Associatieraad EU-Tunesië van 28
juli 2006 tot wijziging van Protocol
nr. 4 van de Euro-mediterrane
overeenkomst, PB nr. L 260 dd
21/09/2006.
Datum
van
inwerkingtreding is 1/8/2006 – PB
nr. L 270 dd 29/09/2006
b)
c)
a.
b.
c.
update 15/09/2012
17
Turkije: EGKSproducten
a.
b.
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
4 maand
Bilateraal
en PAN
EUR
MED
CUMUL
(zie
voetnoot
17 en 29)
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
Geen regeling voorzien
Geen
regeling
voorzien
Geen
regeling
voorzien
Besluit 96/528/EGKS van de
Commissie
dd
29/2/96
overeenkomst tussen EGKS en
Turkije PB L 227/1 dd 7/9/96
Aangepast met Besluit van 13 juni
2005 nr. 2005/672/EG – PB nr. L
254 dd 30/09/2005
Besluit Nr. 1/2009 van het
Gemengd Comité tussen de EGKS
en de Republiek Turkije van
24/02/2009 (2009/403/EG) – PB nr.
L 143 dd 6/06/2009
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
4 maand
Bilateraal
en PAN
EUR
MED
CUMUL
(zie
voetnoot
17 en 29)
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
a.
C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2)) of
EUR 1 of
Oorsprongsverklaring op
factuur tot 6.000 EUR
1.200 EUR
500 EUR
Besluit 1/98 van de Associatieraad
EG-Turkije
van
25/2/1998
betreffende de handelsregeling voor
landbouw-producten, PB L86 dd
20/3/98
Aangepast met Besluit van 13 juni
2005 nr. 2005/672/EG – PB nr. L
254 dd 30/09/2005
A.TR-certificaat Let op =
Bewijs van vrij verkeer, is
geen oorsprongsbewijs!
In de Paneuropese
oorsprongszone wordt
het oorsprongsbewijs
geleverd aan de hand
van een
leveranciersverkla-ring vereenvoudigde
procedure:
voorafgeviseerd A.TRcertificaat
4 maand
Bilateraal
en PAN
EUR
MED
CUMUL
(zie
voetnoot
17 en 29)
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
Zonder A.TR mits op de
verpakking of begeleidende
documenten geen
aanduiding is aangebracht
dat de zich daarin
bevindende goederen niet
voldoen aan de voorwaarden
van het basisbesluit.
Opgelet: Een GEEL ETIKET
duidt aan dat de goederen
niet in het vrij verkeer zijn
Zonder
A.TR mits
geen twijfel
aan
herkomst
uit het vrije
verkeer
Geen
bijzonder
e
regeling
Besluit 1/95, van de Associatieraad
EG-Turkije, PB L 35 dd 13/2/1996
Besluit 1/2001 van het Comité
Douanesamenwerking EG-Turkije
dd 28/3/2001, 2001/283/EG, PB L
98 dd 7/4/2001;
Aangepast met Besluit nr. 1/2003
van
het
Comité
douanesamenwerking
EG-Turkije
van 30 januari 2003 – PB nr. L 28
dd 4/2/2003
Aangepast met Besluit van 13 juni
2005 nr. 2005/672/EG – PB nr. L
254 dd 30/09/2005
Besluit Nr. 1/2006 van het Comité
Douanesamenwerking EG-Turkije
van 26 juli 2006 tot vaststelling van
toepassingsbepalingen van Besluit
nr. 1/95 van de Associatieraad EGTurkije (2006/646/EG) – PB nr. L
265 dd 26/09/2006 met rectificatie in
PB nr. L 267/48 dd 27/09/2006
WEDERKERIG
c.
No-Drawback
Turkije
landbouwproducten
a.
b.
WEDERKERIG
c.
No-Drawback
Turkije:
Industriële
producten
(voetnoot 25) en
verwerkte
landbouwproducten
DOUANE-UNIE
(vrij verkeer)
b.
c.
Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen
update 15/09/2012
18
Zuid-Afrika
a.
b.
WEDERKERIG
c.
Zwitserland
(EVA) (voetnoot
19)
WEDERKERIG
No-Drawback
De SADC-EPOstaten (voetnoot
5 + 26)
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
is ook een APS-land
(FORM A)
a. EUR 1
b. Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
c. Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
a.
b.
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
c. Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
4 maand
4 maand
10 maand
Bilaterale
cumulatie en
cumulatie met
ACSlanden,
o.a.
SACU
(voetnoot
28)
PAN
EUR
MED
CUMUL
(zie
voetnoot
17 en 29)
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
Cumulati
e onder
bepaalde
voorwaar
den
(voetnoot
27)
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
a.
b.
c.
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
a.
b.
c.
Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen
a.
b.
c.
C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2)) of
EUR 1 of
Oorsprongsverklaring op
factuur tot 6.000 EUR
1.200 EUR
500 EUR
Besluit van de Raad 1999/753/EG
van 29/7/1999 inzake de voorlopige
toepassing van de Overeenkomst
tussen de EG en Zuid-Afrika, PB L
311 dd 4/12/1999
Besluit van de Raad van 28 februari
2005 nr. (2005/206/EG) – P.B. nr. L
68 dd 15/03/2005
C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2)) of
EUR 1 of
Oorsprongsverklaring op
factuur tot 6.000 EUR
1200 EUR
500 EUR
EG-Zwitserland Besluit 1-96 van het
Gemengd Comité van 19/12/1996,
PB L 195 dd 23/7/1997
tot
31/12/2005
Vanaf 01/01/2006 Besluit nr. 3/2005
van het Gemengd Comité EGZwitserland
van
15/12/2005
(2006/81/EG) P.B. nr. L 45 dd
15/02/2006
Besluit nr. 2/2009 van het Gemengd
Comité EG-Zwitserland van 13 juli
2009 (2009/707/EG) P.B. nr. L 252
dd 24/09//2009
C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2)) of
EUR 1 of
Oorsprongsverklaring
op factuur tot 6.000
EUR
1200 EUR
500 EUR
Besluit van de Raad van 5 mei 2009
tot ondertekning en voorlopige
toepassing
van
de
interimovereenkomst met het oog op een
economische
partnerschapsovereenkomst tussen
de europese gemeenschap en haar
lidstaten, enerzijds, en de SADCEPO-staten,
anderzijds
(2009/850/EG) – P.B. nr. L 319 dd
4 /12/2009
update 15/09/2012
19
Korea
OZA-Staten
(voetnoot 5 + 34)
(wederkerig –
artikel 11 van
Hoofdstuk II, Titel
II vrij verkeer van
goederen, van de
Tussentijdse
Overeenkomst)
a.
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
b. Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
12 maanden
a.
b.
10 maanden
EUR 1
Oorsprongsverklaring op factuur tot
6000 EUR
c. Oorsprongsverklaring op factuur
zonder beperking
waarde voor
toegelaten exporteur
Bilateraal
Cumulatie onder
bepaalde
voorwaarden
(voetnoot
35)
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen
a.
Bij gegronde twijfel,
geen antwoord
binnen 10 maand:
invorderen + 4
maanden voor
goederen in transit
onder voorwaarden
(artikel 24)
a.
b.
Verklaring op een
douaneaangifteformulier voor de post
Oorsprongsverklaring
op factuur tot 6.000
EUR
C2/CP3 of CN22/CN23
met verklaring (voor
particulieren (voetnoot
2)) of
b. EUR 1 of
c. Oorsprongsverklaring
op factuur tot 6.000 EUR
1200 EUR
500 EUR
1200 EUR
500 EUR
Besluit van de Raad van 16
september 2010 betreffende de
ondertekening
namens
de
Europese Unie en de voorlopige
toepassing
van
de
Vrijhandelsovereenkomst tussen de
Europese Unie en haar lidstaten,
enerzijds, en de Republiek Korea,
anderzijds (2011/265/EU) – P.B. nr.
L 127 dd 14/05/2011).
Besluit van de Raad van 13 juli
2009
tot
ondertekening
en
voorlopige toepassing van de
Tussentijdse Overeenkomst tot
vaststellin van een kader in oostelijk
en zuidelijk Afrika, enerzijds, en de
Europese Gemeenschap en haar
lidstaten, anderzijds (2012/196/EG)
– P.B. nr. L 111 dd 24/04/2012.
Voorlopige toepassing vanaf 14 mei
2012 voor Madagaskar, Mauritius,
de Seychellen en Zimbabwe – P.B.
nr. L 125 dd 12/05/2012
1. Bij een controle a posteriori op basis van een steekproef of op basis van een niet geformuleerde gegronde twijfel, moet een negatief antwoord zijn verstrekt
door de bevoegde buitenlandse douaneadministratie, vooraleer een invorderingsprocedure kan worden ingesteld. In alle andere gevallen (geen antwoord,
onvoldoende antwoord of bevestiging van de oorsprong) moet het preferentiële regime geacht te zijn verworven. Als de controle op grond van gegronde
twijfel gebeurt, kan in de gevallen die in deze kolom worden aangeduid, onmiddellijk na het verstrijken van de vastgestelde (bvb vaak een termijn van 10
maanden) worden ingevorderd, ongeacht het uitblijven/onvoldoende antwoord.
2. Producten die in kleine zendingen door particulieren aan particulieren worden verzonden of die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers
worden als producten van oorsprong toegelaten zonder dat een bewijs van oorsprong moet worden overgelegd, voor zover deze producten geen
handelskarakter hebben en verklaard wordt dat zij aan de voorwaarden voor de toepassing van dit protocol voldoen en er over de juistheid van deze
verklaring geen twijfel bestaat. Voor postzendingen kan deze verklaring op het douaneaangifteformulier CN22/CN23 of op een daaraan gehecht blad worden
gesteld. België kan in sommige gevallen nog de oude stock gebruiken van de groene C1-etiketten (i.p.v. CN22 – dit zijn echter geen douaneaangifteformulieren !) en C2/CP3 (i.p.v. CN23). Als invoer zonder handelskarakter wordt beschouwd de incidentele invoer van producten uitsluitend bestemd
voor het persoonlijke gebruik van de geadresseerde, de reiziger of de leden van hun gezin, voor zover noch de aard noch de hoeveelheid van de producten
op commerciële doeleinden wijzen.
3. Enkel de meest relevante basiswetgeving wordt weergegeven in deze kolom. Het is niet de bedoeling van dit overzicht een volledige stand van zaken weer te
geven van alle aanpassingen die aan de basiswetgeving werden aangebracht.
4. De No-Drawback-regel legt in principe de betaling van de rechten bij invoer op voor materialen uit ‘derde landen’ (uit andere landen dan die van de
oorsprongszone) die verwerkt werden in goederen die de oorsprong verwerven en verbiedt de teruggave van deze rechten bij wederuitvoer. Dit is een
Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen
update 15/09/2012
20
voorwaarde voor het toekennen van de preferentiële oorsprong. De No-Drawback-regel wordt doorgaans vastgelegd in titel IV (art. 15) van de
oorsprongsprotocols "teruggave of vrijstelling van rechten" - verbod op teruggave of vrijstelling van rechten.
5. De handelsregeling voor producten van oorsprong uit de ACS-landen zoals vastgesteld in bijlage V bij de Overeenkomst van Cotonou (ACS-EG) is niet meer
van toepassing vanaf 1 januari 2008. Deze handelsregeling wordt vervangen door zes Economische Partnerschapsovereenkomsten (EPO's). Deze werden
echter nog niet allemaal afgesloten. Sinds 1 januari 2008 is ter overgang de Market Access Regulation, hierna MAR genoemd, van kracht als een tijdelijk
unilateraal schema van preferenties voordat de voormelde Economische Partnerschapsovereenkomsten geleidelijk van kracht worden. Deze MAR werd
gepubliceerd als de Raadsverordening (EG) nr. 1528/07 van 20 december 2007. Bijlage 1 van deze verordening vermeldt de ex-ACS-landen (35 staten - 14
Cariforumstaten = 21 staten) die onderhandelingen zijn opgestart die conform de WHO-reglementering zijn. Bijlage II vermeldt de oorsprongregels. De
andere staten dan voormelde 35 kunnen enkel nog genieten van het schema van de algemene preferenties op voorwaarde dat ze hiervoor de bevoegde
autoriteiten voor de afgifte van certificaten van oorsprong FORM A en specimen van de stempels voor de geldigmaking van deze certificaten hebben
medegedeeld.
De 21 landen die genieten van de MAR zijn: het Koninkrijk Lesotho, het Koninkrijk Swaziland, de Onafhankelijke Staat Papoea-Nieuw-Guinea, de Republiek
Botswana, de Republiek Burundi, de Republiek der Seychellen, de Republiek Fiji-Eilanden, de Republiek Ghana, de Republiek Haïti, de Republiek Ivoorkust,
de Republiek Kameroen, de Republiek Kenia, de Republiek Madagaskar, de Republiek Mauritius, de Republiek Mozambique, de Republiek Namibië, de
Republiek Oeganda, de Republiek Rwanda, de Republiek Zimbabwe, de Unie Der Comoren en de Verenigde Republiek Tanzania (zie ook voetnoten 9 en
26).
6. Deze cumulatie is erg complex: Art. 6: cumulatie met de LGO en de EG, cumulatie met Zuid-Afrika en cumulatie met de naburige ontwikkelingslanden, onder
bepaalde voorwaarden inzake het soort goed, het tijdstip en de uitgevoerde bewerking ! Steeds moet dit artikel worden geraadpleegd, bij elk afzonderlijk
geval.
7. De CARIFORUM-staten zijn: Antigua en Barbuda, Het Gemenebest van de Bahamas, Barbados, Belize, Het Gemenebest Dominica, De Dominicaanse
Republiek, Grenada, De Republiek Guyana, De Republiek Haïti, Jamaica, Saint Christopher en Nevis, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines, De
Republiek Suriname, De Republiek Trinidad en Tobago.
8. Deze cumulatie is erg complex: Art. 6: cumulatie met de LGO en de EG en andere ACS-staten, cumulatie met Zuid-Afrika en cumulatie met de naburige
ontwikkelingslanden, onder bepaalde voorwaarden inzake het soort goed, het tijdstip en de uitgevoerde bewerking ! Steeds moet dit artikel worden
geraadpleegd, bij elk afzonderlijk geval. Voor bepaalde producten uit Zuid-Afrika is de cumulatie niet van toepassing( zie artikel 4 punt 5 van het Protocol I)
9. De Stille Oceaanstaten zijn de Republiek Fiji – eilanden en de Onafhankelijke Staat Papoea-Nieuw-Guinea. De overeenkomst is reeds gepubliceerd, maar is
nog niet van kracht (zie voetnoot 5).
10. Deze cumulatie is erg complex: Art. 6: cumulatie met de LGO en de EG en de andere ACS-staten en cumulatie met de naburige ontwikkelingslanden, onder
bepaalde voorwaarden inzake het soort goed, het tijdstip en de uitgevoerde bewerking ! Steeds moet dit artikel worden geraadpleegd, bij elk afzonderlijk
geval. Voor bepaalde producten uit Zuid-Afrika is de cumulatie niet van toepassing( zie artikel 4 punt 8 van het Protocol II)
11. De EG sluit met de landen uit de Balkan Stabilisatie- en Associatieovereenkomsten (afgekort ASA) teneinde op termijn een wederzijdse asymmetrische
afbouw van invoerrechten te bekomen. Aanvullende informatie kan bekomen worden op volgende website van de Europese Commissie:
http://ec.europa.eu/taxation_customs/customs/customs_duties/rules_origin/preferential/article_784_en.htm.
12. De volgende landen behoren tot de Balkan-cumulatie: De EU, Albanië, Bosnië-Herzegovina, Kroatië, Macedonië, Montenegro, Servië en Turkije. De matrix
evolueert regelmatig en kan opgevolgd worden in de C-serie van het Publikatieblad. De werking van deze cumulatie is identiek aan de werking van de
PanEurMed-cumulatie maar met gewone certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 zonder extra vermeldingen op de certificaten. Voor de EU, Albanië,
Bosnië-Herzegovina, Macedonië, Montenegro, Servië en Turkije geldt deze cumulatie niet voor de in Bijlage V vermelde goederen nl. 1704 90 99, 1806 10
Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen
update 15/09/2012
21
30, 1806 10 90, 1806 20 95, 1901 90 99, 2101 12 98, 2101 20 98, 2106 90 59, 2106 90 98 en 3302 10 29. Voor Kroatië geldt deze beperking van de
cumulatie niet.
13. In bepaalde gevallen kan voor producten, vermeld in artikel 1 van de Verordening (EG) Nr. 1215/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling
van uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het stabilisatie- en
associatieproces van de Europese Unie, toepassing gemaakt worden van een preferentiële regeling waarbij de bepalingen betreffende de oorsprong
voorzien in deel I, titel IV, hoofdstuk 2, afdeling 1, onderafdeling 1 van de Verordening (EEG) Nr. 2454/93 moeten in acht zijn genomen. In dit geval is de no
drawback regel niet van toepassing.
14. De lijst van de landen die deel uitmaken van het APS (GSP – General System of Preferences) is ook terug te vinden op volgende website: :
http://ec.europa.eu/taxation_customs/customs/customs_duties/rules_origin/preferential/article_779_en.htm.
15. In vak 8 van de FORM A dient “P” of de letter “W” te worden vermeld. Indien de letter “W” wordt vermeld, dan dient dit te worden gevolgd door de eerste vier
cijfers van de GN-code. Indien er een afwijking wordt vastgesteld met de GN-code op de invoeraangifte, moet er gekeken worden naar de lijstregel, indien
de lijstregels voor de beide GN-codes dezelfde zijn, dan is het OK. Zoniet dient de FORM A geweigerd te worden of kan er eventueel een controle à
posteriori aangevraagd worden op basis van gegronde twijfel mits borgstelling. De letter “P” (=produced) in vak 8 van de FORM A dient niet gevolgd te
worden door enige vermelding (reglementering UNCTAD).
16. Zie artikel 67 punt 2 en 72 punt 3 Communautair Toepassingswetboek.
17. Tijdens de “Verklaring van Barcelona” in 1995 hebben de EU en 12 Zuidoostelijke mediterrane landen –Malta en Cyprus behoren inmiddels tot de EU zodat
er nog 10 partners van de EU in het mediterrane gebied overblijven- het voornemen geformuleerd om tegen 2010 een grote (asymmetrische) wederkerige
vrijhandelsassociatie voor industriële goederen in te stellen. Behoren tot de Euro-mediterrane zone, naast de uitgebreide EU : Algerije, Egypte, Israël,
Jordanië, Libanon, Marokko, Palestijnse gebieden, Syrië, Turkije en Tunesië. Libië heeft sedert 1999 de status van waarnemer. Behalve met Turkije
waarmee de EU in 1996 een douaneunie heeft afgesloten, worden met de 9 resterende landen zogeheten “Euro-mediterrane Associatie-Overeenkomsten” of
eenvoudiger afgekort “Meda-akkoorden” gesloten. Deze “MEDA”akoorden vervangen bij hun integrale inwerkingtreding de oude
“samenwerkingsovereenkomsten” die slechts in een eenzijdige tariefvermindering voorzagen.. Tot de volledige inwerkingtreding van het Meda-akkoord, blijft
voor de delen waarop de eventuele interimovereenkomst geen toepassing vindt, het oude samenwerkingsakkoord nog van toepassing. Het oude
samenwerkingsakkoord EG-Syrië is derhalve nog van toepassing. Op volgende website kan dit proces worden gevolgd:
http://ec.europa.eu/taxation_customs/customs/customs_duties/rules_origin/preferential/article_779_en.htm. De matrix evolueert regelmatig en kan opgevolgd
worden in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie.
18. Hoofdstukken 25 t/m 97 vallen onder de douane-unie tussen Andorra en de EG. Besluit 90/680/EEG (PB L 374 dd 31/12/1990, aangepast door Besluit nr
1/96 PB L 184 dd 24/7/1996. Het bewijs van vrij verkeer is het document T2 of een T2L of een gelijkwaardig document In plaats van een T2L kan ook een
factuur of transportbescheid worden gebruikt, voor zover die factuur/dat bescheid betrekking heeft op communautaire goederen. (Besluit nr 1 1/96 van het
Gemengd Comité EG/Andorra dd 1/7/1996 (96/447/EG, PB L 184 dd 24/7/1996 en CTW art. 314 quater e.v.). Dit zijn dan echter geen oorsprongsbewijzen,
wel bewijzen van vrij verkeer ! Bij de overeenkomsten voor de landen van de Paneuropese Cumulatiezone zijn voor Andorra en San Marino
gemeenschappelijke verklaringen opgenomen waardoor producten van oorsprong Andorra (25-97) en San Marino (alle producten) door de landen van de
zone behandeld worden als producten van oorsprong uit de EG. Protocol 4 is van toepassing voor het bepalen van de oorsprong. Bijgevolg zijn de
oorsprongsbewijzen het EUR1, een oorsprongsverklaring op factuur tot 6.000 EUR of onbeperkt in waarde voor toegelaten exporteurs.
19. De EVA-oorsprong wordt enkel toegepast als ze interessanter zou zijn dan het EER-akkoord.
20. Sinds 01/01/2006 is de officiële naam van ex-Joegoslavië gewijzigd in Montenegro, Servië of Kosovo en dienen ze als aparte overeenkomsten te worden
beschouwd (Verordening (EG) Nr. 1946/2005 van de Raad van 14/11/2005 (P.B. nr. L 312 dd 29/11/2005).
Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen
update 15/09/2012
22
21. De LGO-staten zijn de “landen en gebieden overzee”, die bedoeld zijn in het vierde deel van het Verdrag tot oprichting van de Europese Unie (onverminderd
het statuut van deze landen en gebieden of de ontwikkeling van dat statuut):
1. Land dat speciale banden heeft met het Koninkrijk Denemarken ; Groenland
2. Overzeese gebieden van de Franse Republiek ; Nieuw-Caledonië en onderhorigheden, Frans-Polynesië, Franse Zuidelijke en Zuidpoolgebieden, Wallis en
Futuna.
3. Teritoriale gemeenschappen van de Franse Republiek: Mayotte - Saintpierre en Miquelon.
4. Overzeese landen die onder het Koninkrijk der Nederlanden vallen: Aruba, Nederlandse Antillen (Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten)
5. Britse overzeese landen en gebieden: (Anguilla, Caymaneilanden, Falklandeilanden, Zuid-Georgië en de Zuid-Sandwicheilanden, Montserrat, Pitcairn,-Sint
Helena, Ascension en Tristan da Cunha -, Brits Antarctica, Brits gebied in de Indische Oceaan, Turks- en Caicoseilanden, en de Britse Maagdeneilanden.
22. Het vorstendom Liechtenstein heeft een douane-unie met Zwitserland en is partij bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.
23. Bij Het vorstendom Liechtenstein heeft een douane-unie met Zwitserland en is partij bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.
de overeenkomsten voor de landen van de Paneuropese Cumulatiezone zijn voor Andorra en San Marino gemeenschappelijke verklaringen opgenomen
waardoor producten van oorsprong Andorra (25-97) en SanMarino (alle producten) door de landen van de zone behandeld worden als producten van
oorsprong uit de EG. Protocol 4 is van toepassing voor het bepalen van de oorsprong. Bijgevolg zijn de oorsprongsbewijzen het EUR1, een
oorsprongsverklaring op factuur tot 6.000 EUR of onbeperkt in waarde voor toegelaten exporteurs.
24. In de samenwerkingsovereenkomst: enkel cumulatie met elk land apart van Machrak (Egypte, Jordanië, Libanon en Syrië) : geen cumulatie van be- of
verwerkingen (geen diagonale cumulatie)
25. Let wel, in de Samenwerkingsovereenkomst wordt enkel gesproken over de “verklaring” zoals omschreven in de voetnoot 2 bij dit overzicht. Er wordt niet
letterlijk melding gemaakt van de postdocumenten C1/CP3 of CN22/CN23.
26. De SADC-EPO-staten zijn: de Republiek Botswana, het Koninkrijk Lesotho, de Republiek Mozambique, De Republiek Namibië en het Koninkrijk Swaziland.
De overeenkomst is reeds gepubliceerd, maar is nog niet van kracht (zie voetnoot 5).
27. Cumulatie met de EU, andere ACS-staten, de LGO’s of andere SADC-EPO-staten.
28. SACU = Douane-unie tussen Botswana, Lesotho, Namibië en Zuid-Afrika. Die cumulatie wordt onder bepaalde voorwaarden gegeven, zie artikel 3 van het
Protocol nr. 1 bij Besluit 1999/753/EG.
29. Het pan-Europees cumulatie systeem werd in 1997 gecreëerd op basis van de EER-overeenkomst (1994) tussen de EG, de EVA-landen, de Centraal en
Oost Europese landen en de Baltische staten. Het is een systeem van diagonale cumulatie. Later werd dit uitgebreid met Slovenië en de industriële
producten van oorsprong uit Turkije (1999). Bijgevolg was na de uitbreiding van de EU de pan-Europese cumulatie van toepassing in de EU, de EVA-landen
en Turkije. De EU heeft douane-unies met Andorra en San Marino. Goederen die vallen onder de douane-unie met Andorra en San Marino worden in
overeenstemming met de bepalingen van de oorsprongsprotocollen bij de Overeenkomsten behandeld. Deze protocollen bevatten ter zake
gemeenschappelijke verklaringen (zie voetnoot 18). Het systeem werd uitgebreid met de Faeröer eilanden en de Mediterrane landen en wordt thans
aangeduid en benoemd als de pan-Euro-Mediterrane cumulatie. De in voetnoot 17 vermelde mediterrane landen zijn hiertoe toegetreden of zullen er aan
toetreden.
30. Het gaat over een nieuwe benadering betreffende de regels van oorsprong, uitbreiding van de cumulatiemogelijkheden voor de ontwikkelingslanden, de
introducering van een certificeringsysteem (“REX” genaamd - pas vanaf 1 januari 2017).
Een overzicht:
- nieuwe zienswijze rechtstreeks vervoer (artikel 74);
Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen
update 15/09/2012
23
-
geheel en al verkregen producten (artikel 75) – toevoeging producten van de aquacultuur, toevoeging van “producten afkomstig van aldaar geboren en
gefokte dieren” en inzake producten van de zeevisserij, vereenvoudiging van de voorwaarden nl. kapitein en officieren die onderdaan moesten zijn vallen
weg
- toepassing lijstregel (artikel 77) : het gebruik van gemiddelden berekend op basis van voorgaand boekjaar OF bij ontbreken hiervan kortere periode (min
3 maanden)
- ontoereikende behandelingen (artikel 78): mengen van suiker (87.1.m), eenvoudig toevoegen van water of verdunnen, drogen en denatureren (78.1.n) en
een nieuwe definitie “eenvoudig” d.w.z. geen bijzondere vaardigheid nodig noch speciaal gemaakte of geïnstalleerde machines, apparaten of
gereedschappen (artikel 78.2)
- tolerantie (artikel 79) :Voor goederen H2 en 4 t/m 24 (met uitzondering van verwerkte visserijproducten van H16) een tolerantie van 15 % op het gewicht.
Voor goederen van H50 t/m 63 (indien er in de lijstregel wordt naar verwezen) , een tolerantie van 10 % op gewicht en 8 % op de prijs af fabriek en geldt
eveneens voor voeringen en tussenvoeringen. Voor andere goederen een tolerantie van 15 % op de prijs af fabriek.
- de nieuwe lijstregels : Zijn minder in aantal, ze zijn vereenvoudigd en versoepeld. Er is een nieuwe aantekening 4 voor producten waarbij enerzijds voor
de producten van H 6 t/m 10, 12 en 2401 die aldaar zijn geoogst, de oorsprong van het land verkrijgen ook indien gekweekt uit zaden, bollen, wortels…
uit een ander land en anderzijds bij de bepaling van het suikergehalte telt het gewicht van de gebruikte suiker van GS 1701 en 1702. Voor sommige
producten is een verschillende lijstregel opgenomen naargelang het betrokken land – Een meer soepele regel voor de minst ontwikkelde landen (MOL).
31. Cumulatie:
- Bilaterale cumul EU – APS (artikel 84)
- Cumulatie met materialen van oorsprong uit Noorwegen en Zwitserland is uitgebreid met Turkije (artikel 85 – voor Turkije is een mededeling in het
Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen vereist)
- Regionale cumulatie, versoepeling van de voorwaarden en een nieuwe groep IV nl. Argentinië, Brazilië, Paraguay en Uruguay (artikel 86)
- Uitgebreide cumulatie tussen een begunstigd land en een land waarmee de EU een vrijhandelsakkoord heeft gesloten (artikel 86.7) Deze cumulatie is
eenzijdig en geldt niet voor materialen van H 1 t/m 24.
32. Invoering op 1 januari 2017 van een Attest van oorsprong, (voor sommige landen geldt dit pas vanaf 1 januari 2020): vervangt het certificaat van oorsprong
Formulier A :
- voor zendingen met een totale waarde die niet hoger is dan € 6.000 is geen registratie vereist,
- voor zendingen met een totale waarde die hoger is dan € 6.000, enkel door een “geregistreerde exportuer”
Registratie door de bevoegde autoriteiten van het betrokken APS-land. Technische specificaties en gebruikerseisen dienen nog te worden vastgesteld.
Afgifte a posteriori is mogelijk indien in de lidstaat van aangifte voor het vrije verkeer het attest wordt voorgelegd binnen 2 jaar na de uitvoer..
33. Blijft mogelijks van toepassing voor sommige landen tot 31 december 2019.
34. De OZA-Staten bestaan uit de volgende landen: De Unie der Comoren, de Republiek Madagaskar, de Republiek Mauritius, de Republiek der Seychellen, de
Republiek Zambia en de Republiek Zimbabwe.
35. Deze cumulatie is erg complex: Art. 3, 4 en 5: cumulatie met de LGO en de EG en andere ACS-staten en cumulatie met de naburige ontwikkelingslanden,
onder bepaalde voorwaarden inzake het soort goed, het tijdstip en de uitgevoerde bewerking ! Steeds moet dit artikel worden geraadpleegd, bij elk
afzonderlijk geval.
Document opgesteld door FOD Financiën - Administratie der Douane en Accijnzen
update 15/09/2012
24
Download