Aan de leden van de Tweede Kamer t.a.v. Griffie Postbus 20018 2500 EA Den Haag Onderwerp: input ten behoeve van het Algemeen Overleg discriminatie Apeldoorn/Utrecht, 4 maart 2014 Geachte leden, De antidiscriminatievoorzieningen in Nederland hebben afgelopen jaar enkele malen zowel uw Kamer als de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Veiligheid en Justitie en Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangeschreven inzake diverse discriminatie-aangelegenheden. Voor het Algemeen Overleg waarbij de Voortgangsbrief Discriminatie leidend is willen wij u nog enkele aandachtspunten voorleggen. Dit is een korte opsomming uit de brieven die wij reeds stuurden, alsmede enkele nieuwe inzichten die naar aanleiding van de voortgangsbrief volgens de antidiscriminatievoorzieningen extra aandacht behoeven. Onze reacties zijn gebaseerd op: - ECRI rapportage 2013 - Reactie minister SZW brief 62 - voortgangsbrief discriminatie 2013 - SCP-rapport Ervaren discriminatie in Nederland 2014 Mocht u naar aanleiding van deze brief voor verdere informatie contact met een antidiscriminatievoorziening willen opnemen dan kunt u zich wenden tot mw. M. Janssen, directeur Art.1 Midden Nederland. Met vriendelijke groet, Mw. I.M. Warners, coördinator Art.1 Noord Oost Gelderland Namens: ADB Waalwijk Art.1 Noord Oost Gelderland ADV Limburg Bureau Discriminatiezaken Zaanstreek/Waterland Adviespunt Discriminatie Zuid Oost Brabant Ieder1gelijk, Bureau Gelijke Behandeling- Anti Discriminatie Bureau Zeeland Gelderland Zuid Art.1 Gelderland Midden Meldpunt Discriminatie Gooi & Vechtstreek Art.1 Midden Nederland 1 van 2 Kernpunten voor het overleg: 1. Aantal discriminatie-ervaringen neemt toe De SCP constatering dat ruim 4 miljoen burgers discriminatie ervaren, geeft aan dat discriminatie een breed ervaren fenomeen is. Het aantal mensen met een discriminatie-ervaring ligt hoger dan in eerdere onderzoeken. Tegelijkertijd laat het SCP-onderzoek zien dat verschillende groepen uiteenlopende vormen van discriminatie ervaren. De ADV’s merken een toenemende polarisatie en verharding van discriminatie-uitingen, zoals de doodsbedreigingen tijdens de zwarte-pietdiscussie. Wij maken ons daar ernstig zorgen over. De meldingscijfers zijn lager dan de ervaringscijfers die het SCP aantoont in hun onderzoek. De onbekendheid met de antidiscriminatievoorzieningen en wat zij voor de burger kan betekenen heeft daar deels mee te maken. Een bewustwordingscampagne zoals die in 2009 en 2010 met de komst van de WGA is gehouden onder de noemer ‘Moet jij jezelf thuislaten als je naar buiten gaat’ juichen wij dan ook toe. Wij helpen graag bij de ontwikkeling van deze campagne. Hoe meer mensen discriminatie-ervaringen melden des te beter de ADV’s kunnen bijdragen aan het voorkomen en bestrijden van discriminatie en ongelijke behandeling. De toenemende polarisatie en verharding van uitingen, zoals doodsbedreigingen tijdens de Zwarte Piet-discussie, een halt kan worden toegeroepen. 2. Financiën voor discriminatiebestrijding nemen af Hoewel de uitvoering van de Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen (WGA) een lokale en regionale taak is, ontbreekt het de ADV’s aan landelijke ondersteuning ten bate van centrale beleidsadvisering, coördinatie bij regio-overstijgende discriminatiezaken en klachtbehandeling en behoud van kwaliteit en expertise. De ADV’s zouden graag een gezamenlijk budget ontvangen om dit te realiseren. Dit lukt ons niet vanuit de bekostigingssystematiek van gemeenten. De sector wordt geconfronteerd met afname van aanvullende subsidies door gemeenten of provincie. Daarnaast, en dat is eveneens zorgwekkend, korten steeds meer gemeenten op het budget per capita dat door BZK in het gemeentefonds gestort wordt. Gevolg is dat de ADV’s in een aantal regio’s nauwelijks meer de wettelijke basisdienstverlening aan burgers kunnen verstrekken en preventieve activiteiten uitblijven. Wij verzoeken u dan ook om; a. Een klein landelijk coördinatieteam te financieren. b. Gemeenten heldere richtlijnen te verstrekken ten behoeve van de kwaliteit van de wettelijke taken. Wij pleiten er dan ook voor om in de WGA en de AmvB behorende bij de WGA de kwaliteitseisen strakker op te stellen en te monitoren. 2 van 2 3. Aanpak discriminatie arbeidsmarkt Al jaren komen de meeste meldingen van discriminatie-ervaringen van de werkvloer. Niet alleen bij de werving en selectie, maar ook op de werkvloer zelf, bij doorstroom en uitstroom vindt discriminatie en ongelijke behandeling plaats. In de Voortgangsbrief wordt voorbij gegaan aan de mechanismen van vooroordelen. Deze werken voor een grote groep mensen nadelig. Het voorkomen en bestrijden daarvan is, zoals de minister aangeeft, een aangelegenheid tussen werkgever en werknemer. De overheid kan echter wel een rol spelen in het terugdringen van de negatieve vooroordelen. De overheid kan een voorbeeldfunctie vervullen door meer diversiteit in haar eigen medewerkersbestand op lokaal, regionaal en landelijk niveau te laten zien. Wij zouden verheugd zijn indien het kabinet bereid is te investeren in het ‘Diversiteitshandvest’ zoals dit nu door het Landelijk Overleg Minderheden (onder meer in samenwerking met diverse ADV’s) gepromoot wordt bij vakbonden en het bedrijfsleven. In diverse Europese landen wordt het handvest met succes ingezet. Nederland heeft hier tot nu toe geen actie op ondernomen. Graag zouden wij als ADV’s – middels een kleine financiële tegemoetkoming – een van onze leden die daar ervaring mee heeft (Art. 1 Midden Nederland), een webtool willen laten ontwikkelen voor werkgevers en werknemers over de wijze waarop uitsluiting en discriminatie op de werkvloer voorkomen kan worden. De ADV’s zijn benieuwd naar het advies van de SER en wil haar expertise inzetten om dit advies te vervolmaken en te implementeren. De Arbo-wetgeving verplicht werkgevers om zorg te dragen voor een veilige en respectvolle werkomgeving. Voorkomen en bestrijden van discriminatie hoort daarbij. 4. Kwaliteit discriminatiebestrijding De ADV’s hebben vanaf de inrichting van de WGA met veel medewerkers van diverse ministeries overleg gehad. De coördinatie van de WGA, die niet los kan worden gezien van de andere ontwikkelingen bij onder meer het Ministerie van V en J – kijkend naar de rol van het Regionaal Discriminatie Overleg (RDO) –, is de afgelopen jaren te veel heen en weer geschoven. De ADV’s pleiten voor een vaste plek van discriminatiebestrijding bij het Ministerie. De ADV’s ondersteunen het voornemen van het kabinet om een werkgroep in te stellen die zorg draagt voor het opstellen van kwaliteitscriteria en richtlijnen voor de uitvoering van de WGA. Ter voorbereiding wordt momenteel door de antidiscriminatiebureaus een inventarisatie gemaakt van de bestaande kwaliteitscriteria, protocollen en procedures.