Voor meer informatie of advies RADAR is het bureau voor gelijke behandeling en tegen discriminatie in de regio’s Midden-en West Brabant, Rotterdam-Rijnmond en ZuidHolland-Zuid. De meest voorkomende vormen zijn discriminatie op grond van huidkleur/ afkomst, geslacht, seksuele gerichtheid, geloofs-/levensovertuiging, leeftijd en handicap. RADAR adviseert en ondersteunt bij klachten en meldingen van discriminatie. Individuele klachtindieners kunnen hun klacht melden op 0900 – 2354 354. Ook kan men bij RADAR informatie krijgen over bijvoorbeeld regelgeving, het opstellen van een gedragscode en bemiddeling bij discriminatie. 0 Rotterdam-Rijnmond Grotekerkplein 5 Postbus 1812 3000 BV ROTTERDAM tel. 010 – 411 3911 fax 010 412 8433 [email protected] 0 Zuid-Holland –Zuid Wijnstraat 237 Postbus 1136 3300 BC DORDRECHT tel. 078 - 639 0429 [email protected] 0 Midden- en West Brabant Delpratsingel 1 Postbus 3614 4800 DP BREDA tel. 076 - 430 9137 fax 076 - 530 9139 [email protected] Seksediscriminatie In de vorige eeuw is veel gedaan aan de rechten van vrouwen, van de toekenning van vrouwenkiesrecht aan het begin de eeuw tot de tweede feministische golf in de jaren 60 en 70. Daarna kwam wetgeving om gelijke behandeling van mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt te bewerkstellingen, waarbij de Commissie Gelijke behandeling werd ingesteld om deze te handhaven. Achterstelling van vrouwen komt anno 2007 echter nog steeds voor. Mannen en vrouwen hebben verschillende rechten, blijken bepaalde maatregelen ongunstig uit te werken voor vrouwen of hebben vrouwen gewoon een achtergestelde positie. Naamrecht Bij het toekennen van een achternaam aan een kind heeft de vader een vetorecht. Een gehuwde vrouw kan zonder toestemming van de echtgenoot hun kind niet haar achternaam geven. Dit onderscheid is in strijd met het VN-Vrouwenverdrag. Arbeid/sociale zekerheid / pensioenen In het emancipatiebeleid worden mensen als economisch zelfstandig beschouwd wanneer zij 70% van het nettominimumloon verdienen (uit arbeid of onderneming). In 2006 is slechts 38% van de Nederlandse vrouwen economisch zelfstandig. De arbeidsdeelname van vrouwen is gestegen tot 55%, bij de mannen bedraagt dit percentage 85 %. Van deze vrouwen werkt 72 % in deeltijd tegenover 21 % van de mannen. Vrouwen werken in meerderheid in de sectoren gezondheidszorg, sociale diensten, onderwijs, overheid en detailhandel, terwijl een onevenredig groot aantal mannen in technische beroepen, als financiële specialisten en in managementsfuncties werkzaam is. Mannen zijn tweemaal zo vaak in managementsfuncties vertegenwoordigd dan vrouwen en bekleden driemaal zo vaak leidinggevende topposities. Omdat de meeste huishoudelijke en gezinstaken voor rekening van vrouwen komen beperkt dat hun kansen op werk dat vergelijkbaar is met het gemiddeldesoort werk van mannen. Beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen zijn deels toe te schrijven verschillen in achtergrond, opleiding en sector. Wanneer deze achtergrondkenmerken worden gecorrigeerd bleek dan in 1997 vrouwen 7 % minder verdienden dan hun mannelijke collega’s. Besluitvorming In de politiek schommelt het percentage vrouwen in 2006 tussen de 26% in gemeenteraden en 40 % in de Tweede Kamer. Bij het openbaar bestuur komt het aandeel vrouwen vaak niet boven de 10%. Directe en indirecte discriminatie Voorbeelden uit het dagelijks leven zijn het feit dat vrouwen hun naam niet eerst op gezamenlijke rekeningen mogen vermelden, vrouwen moeten in tegenstelling tot mannen met dezelfde kredietwaardigheid regelmatig iemand tot borg stellen bij het afsluiten van een lening, seksuele intimidatie door huisbazen, zwangere vrouwen krijgen geen hypotheek. Commissie Gelijke Behandeling In 2005/2006 behandelde de Commissie Gelijke Behandeling 114 zaken over discriminatie naar geslacht. Zaken die hierbij aan de orde kwamen waren: gelijk loon, verschil in salarisgroei, inschaling, lagere functie ivm zwangerschap, het maken van vrouwonvriendelijke opmerkingen tijdens een sollicitatie en verschillen bij pensioenopbouw. VN Vrouwenverdrag In 1980 ondertekende Nederland het VN Vrouwenverdrag, maar werd pas in 1991 geratificeerd. Reden voor de VN om een dergelijk Verdrag op te stellen was de hardnekkigheid van de maatschappelijke ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Heersende opvattingen over de positie van mannen en vrouwen houden dit in stand. Nu zijn mannen en vrouwen verschillend, maar deze verschillen mogen er niet toe leiden dat vrouwen achtergesteld worden. Deze achterstelling staat de ontwikkeling en deelname aan het politieke, sociale, economische en culturele leven in de weg. Wanneer de samenleving onvoldoende gebruik maakt van de bijdrage die vrouwen kunnen leveren, wordt de ontwikkeling van de hele samenleving belemmerd. Naast discriminatie, worden geweld tegen vrouwen en seksuele intimidatie genoemd, omdat ook dit gedragingen zijn die vrouwen beperken in de rechten die ze hebben. Actie ondernemen Zowel op basis van de Wet gelijke behandeling als het VN Vrouwenbedrag kan actie ondernomen worden tegen discriminatie. De strafrechtartikelen 137d, 137f en 429quater verbieden aanzetten tot discriminatie, geldelijke steun aan organisaties die aanzetten tot haat en onderscheid in bedrijf en beroep ten opzichte van vrouwen. BRON: E-Quality, expertiseburo in gender en etniciteit Clara Wichmanninstituut Met recht een vrouw, het VN Vrouwenverdrag toegelicht