Leidraad Cliëntenraad ► Wat heeft de cliëntenraad nodig? ► Hoe komt de raad aan onderwerpen? ► Patiënten/bewonersrechten ► Agendapunten voor de cliëntenraad Clifa © 2004 Page 1 24-7-2017 Wat heeft de cliëntenraad nodig? Voor een goed functionerende raad zijn een aantal zaken noodzakelijk. Hieronder worden ze op een rijtje gezet: - “Ervaringsdeskundigheid” In een cliënten (familie) raad is geen andere deskundigheid nodig dan de deskundigheid die ieder familielid bezit, dat regelmatig in het verpleeg (verzorging) huis komt en daarbij ogen, oren en neus open heeft. - Overleg met de directie naast onderling overleg De raad dient zowel met als zonder de directie (locatiemanager) te vergaderen in een werkbare frequentie. Je hebt er niets aan als je alleen maar met elkaar overlegt. De LOC adviseert: er is nodig zowel overleg met de directie (locatiemanager), als overleg “onder elkaar”. Hoe vaak dat moet, daarvoor zijn geen vaste regels te geven. - Contact met de achterban Dit is onder andere van belang voor het vinden van nieuwe leden. Bij contact met de achterban os sprake van tweerichtingsverkeer. De raad moet weten wat er leeft onder de familieleden en tevens verslag doen van de activiteiten van de raad en de behaalde resultaten. - Duidelijke afspraken Deze moeten worden vastgelegd in een huishoudelijk reglement en een samenwerkingsovereenkomst (instellingsbesluit). De samenwerkingsovereenkomst (instellingsbesluit) is een overeenkomst waarin de verhouding en de plaats tussen cliënten (familie) raad en directie (locatiemanager) in de organisatie van het verpleeg (verzorging) huis geregeld wordt. Het reglement regelt de werkwijze van de raad. Dit is een stuk van de raad zelf. Het is wel zo dat de directie (locatiemanager) op de hoogte is van het reglement, maar het behoeft niet de goedkeuring van directie (locatiemanager). Clifa © 2004 Page 2 24-7-2017 Hoe komt de raad aan onderwerpen? Gezien de taak van de cliënten (familie) raad is het van belang de nadruk te leggen op de dagelijkse gang van zaken in het verpleeg (verzorging) huis (woon – en leefklimaat). Stel u zelf de volgende vragen: - Bent u tevreden over het woon – en leefklimaat in het? verpleeg (verzorging) huis - Wat is er goed aan en wat is er niet goed aan? Hierbij kan gedacht worden aan verzorging, bejegening, huisregels, activiteiten, voeding, dagindeling, middelen en maatregelen, hygiëne, vrijwilligerswerk. Maak als cliënten (familie) raad een jaarprogramma met een beperkt aantal onderwerpen. Het is beter om in een jaar drie onderwerpen goed af te handelen en te weten dat een groot aantal zaken blijft liggen, dan teveel te willen en niets te bereiken. De volgende punten kunnen van belang zijn om in de cliënten (familie) raad te bespreken: - kwaliteitsbeleid Op welke manier wordt er binnen het verpleeg (verzorging) huis gewerkt aan bewaking en verbetering van de kwaliteit? Welke rol heeft de cliënten (familie) raad in dit verband? Is er een MIP- commissie (MIP betekent Meldingen Incidenten Patiëntenzorg) en krijgt de raad daar periodiek een rapportage van? - zorgplan Is er voor iedere bewoner een individueel zorgplan? Is dit opgesteld en wordt dit regelmatig bijgesteld in overleg met de bewoner of familie als belangenbehartiger van de bewoner? - klachtenregeling Is er een klachtenregeling, waarover de raad tevreden is? Krijgt de raad periodiek een overzicht van de aantallen en de aard van de klachten? De raad is geen klachtencommissie maar heeft wel degelijk te maken met klachten. De raad kan zorgen dat er een goede klachtenregeling komt, kan mensen met klachten naar die regeling verwijzen en kan signaleren als bepaalde klachten vaak voorkomen. Dan zijn het zogenaamde structurele klachten, die op de agenda van het overleg met de directie gezet kunnen worden. - informatie Is de informatie aan bewoners en familie optimaal? Wordt de raad over allerlei zaken tijdig en volledig geïnformeerd? - middelen en maatregelen Is de raad op de hoogte van het beleid met betrekking tot middelen en maatregelen? Clifa © 2004 Page 3 24-7-2017 Patiënten/bewonersrechten Lees voor patiënt >> cliënt Wet - en regelgeving Waarom is allerlei wet- en regelgeving nodig? Uiteindelijk gaat het om een respectvolle menselijke omgang. Dat is niet moeilijk als het om twee gelijkwaardige partijen gaat, die elkaar voldoende tegenspel kunnen bieden. Verpleeghuisbewoners verkeren echter in een afhankelijke positie. Afhankelijk van het personeel, afhankelijk van de organisatie. Uiteindelijk is alle wet – en regelgeving een neerslag van algemeen geaccepteerde normen. De regels hoe men met elkaar om zou moeten gaan worden daarin vastgelegd. Patiëntenrechten staan sinds een aantal jaren flink in de belangstelling en zijn volop in ontwikkeling. Sommige van die rechten zijn in een (wet)svoorstel vastgelegd, andere in regelgeving, bijv. in de richtlijnen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg of de modelregeling zorgverleningsovereenkomst verpleeghuis-bewoner. Hoewel niet afdwingbaar, zijn dit algemeen geaccepteerde normen en geven deze regels een aantal zorgvuldigheidsvereisten weer. Een hulpverlener of instelling kan hierop aangesproken worden. De patiëntenrechten worden steeds meer bij wet geregeld. Patiëntenwetgeving die voor de psychogeriatrie van belang is: - Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO, 1 april 1995) - Wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ, 17 januari 1994) - Wet Mentorschap voor meerjarige onbekwamen (1 januari 1995) Regelgeving - Modelregeling zorgverleningsovereenkomst verpleeghuis-bewoner (Nederlandse Verenging voor Verpleeghuiszorg, maart 1994) Patiëntenrechten De patiëntenrechten zijn afgeleid van het zelfbeschikkingsrecht. Ze zijn vastgelegd in de Wet op de Geneeskundige Behandelings Overeenkomst (WGBO). Iedereen heeft het recht om met eigen lijf en leven te doen wat hij wil, zijn leven naar eigen inzicht in te richten en eigen keuzes te maken. In de hulpverleningsrelatie is de patiënt de zwakkere, afhankelijke partij. De WGBO wil de positie van de patiënt versterken en zodoende een gelijkwaardige relatie tussen hulpverlener en patiënt bevorderen. Clifa © 2004 Page 4 24-7-2017 De wet geeft inhoud aan de zorgverleningsovereenkomst door de rechten en verplichtingen van patiënt en hulpverlener vast te leggen. De wet legt voor de patiënt vooral rechten en voor de hulpverlener vooral plichten vast. De wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ) geeft regels voor opname en verblijf in psychiatrische ziekenhuizen, zwakzinnigeninrichtingen en psychogeriatrische (afdelingen van) verpleeghuizen. Het bijzondere aan deze opnemingen is dat ze vaak niet vrijwillig geschieden; patiënten worden tegen hun wil opgenomen en soms gedwongen behandeld. De BOPZ moet extra zorgvuldigheid bij dergelijke vrijheidsberoving – en beperking bewerkstelligen. Belangrijk voor de cliënten (familie) raad zijn de regels die de BOPZ geeft voor het zorgplan en de regels die de BOPZ geeft bij het toepassen van middelen en maatregelen. De WGBO geeft de algemene regels inzake patiëntenrechten, de BOPZ bijzondere voor de in de wet omschreven niet vrijwillige opnemingen. De modelregeling zorgverleningsovereenkomst verpleeghuis-bewoner is gebaseerd op deze twee wetten. In de modelregeling zijn de wetten vertaald voor de praktijk van de verpleeghuizen. De regeling legt de rechten en plichten vast die verpleeghuis en bewoner ten opzichte van elkaar hebben. Het gaat om de volgende zaken: - vertegenwoordiging; - algemene informatie over de gang van zaken in het verpleeghuis; - informatie en overleg over en instemming met het zorgplan; - gebruik van middelen en maatregelen; - privacy. * Vertegenwoordiging De patiëntenrechten zijn allemaal persoonlijke rechten. Wat nu, als iemand niet meer in staat is zelf te bepalen wat goed voor hem is en een weloverwogen beslissing te nemen? Demente bewoners zijn veelal wilsonbekwaam en kunnen niet zelf gebruikmaken van hun rechten. Zij zijn, zoals dat heet, in niet staat tot een redelijke waardering van hun belangen. Wie zijn wil niet kan bepalen, kan dus ook bijvoorbeeld geen toestemming geven voor een (medische) behandeling. Daarom zijn er diverse regelingen voor de vertegenwoordiging. De in de psychogeriatrische verpleeghuizen gegroeide praktijk van de (familie) contactpersoon heeft hiermee een wettelijke basis gekregen. Voor vertegenwoordiging op het financiële vlak zijn het beschermingsbewind en de curatele bestemd. Voor vertegenwoordiging op het gebied van verzorging en medische behandeling geven de wet Mentorschap, WGBO en de BOPZ regels. Clifa © 2004 Page 5 24-7-2017 De laatste twee wetten wijzen, als de patiënt niet zelf voor zijn belangen op kan komen, een vertegenwoordiger aan. De wetten hanteren hierin een volgorde: curator, mentor, persoonlijk schriftelijk gemachtigde, echtgenoot/levensgezel, ouder/kind/broer/zus. In psychogeriatrische verpleeghuizen zal meestal de echtgenoot/levensgezel of een kind als vertegenwoordiger (contactpersoon) optreden. De contactpersoon heeft recht op informatie en overleg over zaken die de verpleging en verzorging betreffen, zoals medicatie, de toepassing van middelen en maatregelen, overplaatsing en het zorgplan. * Recht op informatie Toestemming kun je alleen maar geven als je weet waarvoor je toestemming geeft, wat de diagnose is, wat de eventuele risico's zijn bij al dan niet behandelen, etc. Geen behandeling zonder toestemming en geen rechtsgeldige toestemming zonder informatie. De patiënt heeft recht op begrijpelijke informatie over verzorging, verpleging en medische behandeling. Ook de vertegenwoordiger heeft recht op die informatie. * Toestemmingsvereiste Uit het zelfbeschikkingsrecht vloeit het toestemmingsvereiste voort. Wie over eigen lijf en leden beschikt en beslist moet voor een medische behandeling of voor verzorging/verpleging dus toestemming geven. In een noodsituatie wordt de toestemming verondersteld. Bijvoorbeeld als iemand een ongeluk heeft gehad, buiten bewustzijn is en er een levensreddende ingreep moet worden verricht. De vertegenwoordiger van de (demente) patiënt heeft een belangrijke stem in beslissingen over behandeling en verzorging. De curator, mentor en de vertegenwoordiger van een niet-vrijwillig opgenomen bewoner (BOPZ) moeten toestemming geven voor behandeling en verzorging. * Recht op inzage en afschrift De patiënt/bewoner heeft dus ook recht op informatie over wat er in zijn dossier staat. En de patiënt moet desgewenst een kopie krijgen van dat dossier. De contactpersoon kan vragen om inzage in het dossier voor zover dat voor de behandeling in het verpleeghuis van belang is. In psychogeriatrische verpleeghuizen heeft de contactpersoon, als vertegenwoordiger van de demente patiënt, recht op inzage en kan om een afschrift vragen. * Recht op geheimhouding en privacybescherming De hulpverlener heeft een zwijgplicht; wat de patiënt met hem bespreekt of wat hij in het kader van de behandeling weet moet hij geheim houden. Hij mag dit natuurlijk wel met medebehandelaars (het zorgteam) bespreken. De patiënt heeft recht op bescherming van privacy-gevoelige gegevens. Ook valt hieronder dat medische en verpleegkundige handelingen buiten gehoor - en gezichtsafstand van anderen plaatsvinden. Clifa © 2004 Page 6 24-7-2017 * Recht op klachtbehandeling De patiënt/bewoner heeft er recht op dat er serieus naar klachten geluisterd wordt en dat er gezocht wordt naar een oplossing. In een goed verpleeghuis zijn veel klachten. Daar heerst een klimaat, waarin de bewoners of hun familieleden zich vrij voelen om een klacht in te dienen. Clifa © 2004 Page 7 24-7-2017