wet bijzondere opnemingen in psychiatrische

advertisement
BOPZ
WET
BIJZONDERE OPNEMINGEN
IN
PSYCHIATRISCHE ZIEKENHUIZEN
BOPZ
Inleiding
In Nederland zijn vrijheid van meningsuiting en vrijheid van levensinvulling grondwettelijk
verankerd. Dit betekent dat niemand tegen zijn of haar zin gedwongen kan worden een
behandeling te ondergaan en dat niemand gedwongen kan worden in een verpleeghuis
te worden opgenomen.
Er ontstaan echter problemen, wanneer bijvoorbeeld iemand dement wordt en dingen
gaat doen die gevaarlijk zijn. In een dergelijke situatie moet die persoon tegen zichzelf
worden beschermd.
De vraag is alleen: hoe moet dat?
In Nederland geldt voor dergelijke situaties de Wet BOPZ. Ook binnen Stichting
Waardeburgh is deze wet van toepassing. Daarover wil deze folder meer duidelijkheid
geven.
Vooraf zij opgemerkt, dat we in Waardeburgh zoveel mogelijk de mening van de cliënt
willen respecteren, dus ook wanneer hij een behandeling weigert.
Opname-indicatie
Een hoogbejaarde vrouw woont alleen en begint dement te worden. De kinderen willen
dat ze wordt opgenomen in een verpleeghuis, maar zelf ziet ze het probleem niet. Mag
deze vrouw toch worden opgenomen?
Het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg) stelt de indicatie tot opname. De medewerker
van het CIZ beoordeelt of de opname noodzakelijk is en of betrokkene bereid is tot
opname. Wanneer de opname noodzakelijk is en de patiënt is daartoe bereid, dan is dit
een vrijwillige opname.
Is de patiënt daarentegen niet bereid, maar hij of zij toont geen verzet, dan is dit een
zogenaamde artikel-60 opname. Dit betekent ‘geen bereidheid, geen bezwaar’. Deze
indicatie wordt bij demente ouderen het meest afgegeven.
RM en IBS (Rechtelijke Machtiging en In BewaringStelling)
Soms is er wel sprake van verzet. De patiënt maakt bezwaar tegen opname, hoewel dit
noodzakelijk is vanwege de gevaarlijke thuissituatie. In dat geval beslist de rechter dat de
patiënt tegen zijn zin mag worden opgenomen. De patiënt krijgt dan een rechtelijke
machtiging.
In sommige gevallen is een acute opname noodzakelijk en kan de RM-procedure niet
worden afgewacht. De crisisdienst zal dan de burgemeester vragen een in bewaringstelling af te geven.
Fixatie
Een demente man woont in het verpleeghuis en is zeer slecht ter been, maar probeert
toch te lopen. En hoewel hij vriendelijk belooft dit niet meer te doen, vergeet hij dit direct
en probeert weer op te staan uit zijn bed of stoel. Het risico dat hij valt en een heup
breekt is onaanvaardbaar groot.
Mag deze patiënt in bed of in de stoel worden gefixeerd, zodat hij niet meer kan gaan
lopen?
Fixatie is één van de vier maatregelen die de Wet BOPZ kent. De andere drie vormen
zijn: - afzondering;
- gedwongen toedienen van voeding/vocht;
- gedwongen toedienen van medicijnen.
Zodra deze BOPZ-maatregelen noodzakelijk zijn, stelt de verpleeghuisarts de volgende
vragen.
1. Is er sprake van gevaar?
Alleen wanneer er sprake is van gevaar mag een cliënt tegen zijn of haar zin worden
behandeld.
2. Is er een zorgplan?
BOPZ-maatregelen dienen onderdeel uit te maken van het zorg- en behandelplan.
Wanneer dit niet het geval is, kan de arts opdracht geven ze wel toe te passen, maar zal
de BOPZ-arts dit melden aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg.
3. Stemt de wettelijke vertegenwoordiger van de cliënt in met het zorg- en behandelplan?
Het toepassen van BOPZ-maatregelen wordt met de wettelijke vertegenwoordiger
besproken. Wanneer deze bezwaar maakt, kan de BOPZ-arts besluiten om de maatregel toch toe te passen, maar zal hij dit melden aan de Inspectie. Tevens zal hij de
wettelijke vertegenwoordiger wijzen op de klachtencommissie.
4. Verzet de patiënt zich tegen de BOPZ-maatregel?
Als de patiënt zich verzet en de maatregel is toch noodzakelijk, is dit een dwangbehandeling. De BOPZ-arts zal dit melden aan de Inspectie.
5. Zijn er alternatieve behandelings-mogelijkheden die geen verzet oproepen?
Verlof
Een demente vrouw woont op een gesloten afdeling van het verpleeghuis en haar
kinderen willen met haar buiten gaan wandelen. Mag dat?
Zodra de kinderen dit willen, moeten zij dit melden aan de verzorging. De verzorging
weet of hierover afspraken zijn gemaakt. De BOPZ-arts moet namelijk toestemming
geven voor dit tijdelijke verlof.
BOPZ-klachtencommissie
Wanneer een cliënt of diens wettelijke vertegenwoordiger het niet eens is met een BOPZmaatregel, kan hij zich wenden tot de BOPZ-klachtencommissie. Datzelfde recht hebben
ook de naaste familieleden van de cliënt of mede cliënten.
Een klacht indienen kan schriftelijk, telefonisch of mondeling.
Het adres van de BOPZ-klachtencommissie is: Regionale Externe Klachtencommissie
V.V.T., Postbus 1494, 3300 BL Dordrecht. Tel. 078 – 617 25 35
Tenslotte
Binnen onze organisatie willen wij de mening van onze cliënten zo lang mogelijk
respecteren, ook wanneer ze dement zijn.
Wanneer er gevaarlijke situaties ontstaan en het toepassen van BOPZ-maatregelen is
noodzakelijk, dan zal dit met de grootste zorgvuldigheid gebeuren.
Sliedrecht,november 2013
Download