Informatie

advertisement
Vrijheidsbeperkende
middelen en maatregelen
De Wet Bopz
i
Informatie
voor ouders en/of vertegenwoordigers
van locatie de Schans in Halsteren
Inhoud
1.Inleiding
3
2. Indicatiestelling & opname
4
3. Het ondersteunings- en behandelplan
6
4. Middelen en maatregelen
8
5. Drie soorten middelen en maatregelen
9
6. Klachtenregeling, vertrouwenspersonen en 11
2
expertgroep onvrijwillige zorg
1. Inleiding
Deze brochure gaat over de Wet Bijzondere Opnemingen in
Psychiatrische Ziekenhuizen, de Wet Bopz.
De Wet Bopz beschermt de rechten van cliënten die onvrijwillig in een
Bopz-aangemerkte locatie opgenomen zijn/worden. De wet bepaalt
wanneer een instelling een cliënt mag opnemen1 zonder dat hij of zij
hiermee instemt.
Anders dan de naam doet vermoeden, geldt de wet ook voor sommige
instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking. Het gaat dan
om cliënten die wonen binnen een Bopz-aangemerkte locatie. Locatie
de Schans in Halsteren is binnen SDW een Bopz-aangemerkte locatie.
Deze brochure is bedoeld vertegenwoordigers en/of ouders van cliënten
die verblijven op locatie de Schans.
Deze brochure beschrijft globaal wat de wet inhoudt en welke
consequenties hij heeft voor een cliënt en voor familieleden.
Eerst komt de fase voor de opname aan bod: de indicatiestelling. Dan de
opname. Het ondersteunings- en behandelplan staat bij de toepassing
van de Wet Bopz centraal. Daarin moeten de zogenaamde middelen
en maatregelen opgenomen zijn. Als de cliënt zich hiertegen verzet is
soms vanwege de veiligheid van cliënt en anderen dwangbehandeling
noodzakelijk. Het laatste
Iedere cliënt in de gezondheidszorg
hoofdstuk behandelt de
heeft
recht op:
klachtenregeling in relatie
•
eerbiediging
van zijn persoonlijke
tot de Wet Bopz en de
levenssfeer (privacy en bescherming
vertrouwenspersonen.
van persoonsgegevens);
• zelfbeschikking;
• bescherming tegen willekeurige
vrijheidsbeneming;
• verantwoorde zorg.
1
In deze brochure wordt regelmatig gesproken over ‘opname’ en ‘opnemen’.
Hoewel SDW over het algemeen andere termen hanteert, hebben we ze in deze
brochure gebruikt, omdat ze in de Wet Bopz een belangrijk begrip zijn.
3
2. Indicatiestelling & opname
Voor de zorg in een instelling stelt het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ)
een indicatie vast.
Het CIZ toetst, voorafgaand aan de opname, of de cliënt instemt met
opname. Eén van de drie onderstaande situaties kan aan de orde zijn:
• De cliënt stemt in met de opname.
• De cliënt toont geen bereidheid tot de opname, maar uit ook geen
bezwaar (artikel 60).
• De cliënt stemt niet in met de opname, maar verzet zich hiertegen
(rechterlijke machtiging of inbewaringstelling).
• Kinderen (toestemming ouders voor opname).
Deze vier situaties lichten we hieronder toe.
Instemming met opname
Als de cliënt instemt met opname, hebben we te maken met een
vrijwillige opname.
Geen bereidheid, geen bezwaar
Er zijn situaties waarin de cliënt met een verstandelijke handicap de
situatie niet kan overzien of waarin hij de vragen van de indicatieadviseur over een opname niet goed begrijpt. Dan kan het voorkomen
dat hij niet kan aangeven dat hij akkoord gaat met een opname, maar
ook niet dat hij daartegen bezwaar heeft. We spreken dan over ‘geen
bereidheid, geen bezwaar’. Als opname volgens de medewerker van
het CIZ noodzakelijk is, kan de cliënt opgenomen worden op grond van
artikel 60 van de Wet Bopz. Dit is een onvrijwillige opname. De Wet Bopz is
dus van toepassing.
Verzet tegen opname
Een cliënt kan door uitspraken of gedrag aan de medewerker van het
CIZ kenbaar maken dat hij zich verzet tegen opname. In dit geval is
opname in principe niet mogelijk. Als een familielid of de huisarts van
mening is dat opname in een instelling toch noodzakelijk is, kan opname
plaatsvinden.
4
Dit gebeurt dan met een Rechterlijke Machtiging (RM) of een
Inbewaringstelling (IBS):
• De huisarts kan een Rechterlijke Machtiging bij de rechter
aanvragen.
• Als er acuut gevaar dreigt voor de gezondheid of veiligheid van
de cliënt of anderen, kan de burgemeester een Inbewaringstelling
gelasten. Met een Inbewaringstelling moet de cliënt binnen 24 uur
opgenomen worden.
Ook een cliënt die al verblijft in een instelling kan zich tegen zijn verblijf
verzetten. Afhankelijk van de situatie wordt dan de procedure tot
Rechterlijke Machtiging of Inbewaringstelling gestart. Voorwaarden
hiervoor zijn dat:
• de veiligheid of gezondheid van de cliënt of anderen gevaar loopt;
• het gevaar niet buiten een instelling kan worden afgewend.
De rechter geeft alleen een Rechterlijke Machtiging af als hij van mening
is dat aan deze
twee voorwaarden is
voldaan.
Kinderen
Bij kinderen onder de
leeftijd van 12 jaar
is instemming van
beide ouders nodig
voor de opname. Bij
onenigheden zal de
rechter een besluit
moeten nemen.
5
3. Het ondersteunings- en behandelplan
Het ondersteuningsplan/behandelplan staat centraal bij de toepassing
van de Wet Bopz. SDW stelt dit plan na de opname op. De zorg
die de cliënt ontvangt staat erin beschreven. Activiteiten die in het
ondersteuningsplan staan, moeten gericht zijn op een benadering van
de cliënt, waardoor eventueel gevaar voor de cliënt zelf of voor anderen
wordt opgeheven.
Als we hierbij middelen en maatregelen (zie hoofdstuk 4) toepassen,
moeten die opgenomen zijn in het ondersteuningsplan.
Bij bepaalde onderdelen van het
ondersteunings- en behandelplan is het
mogelijk dat de cliënt niet in staat is om
aan te geven wat hij wil of wat hij nodig
heeft. Dit noemen we gedeeltelijke of
gehele wilsonbekwaamheid. De cliënt
kan dan de gevolgen van zijn handelen
niet overzien.
Een voorbeeld: een cliënt kan wel
overleggen over de activiteit die hij wil
volgen, maar van de noodzaak van
medicatie begrijpt hij niets. De cliënt is
dan gedeeltelijk wilsonbekwaam.
Bij gedeeltelijke of gehele
wilsonbekwaamheid zal de
persoonlijk begeleider ook met u
als de vertegenwoordiger van de
cliënt overleggen over de inhoud van het ondersteuningsplan en de
toepassing van middelen en maatregelen. U treedt dan op namens
de cliënt. U kunt dan bijvoorbeeld wel of niet instemmen met het
ondersteuningsplan.
6
Maar hoe zit het nu wanneer een cliënt wilsonbekwaam is en het niet
eens is met bepaalde voorstellen? Of wanneer een wilsonbekwame
cliënt zich verzet tegen iets, ondanks de toestemming van de wettelijke
vertegenwoordiger? Of, nog een mogelijkheid, wanneer de wettelijke
vertegenwoordiger geen toestemming verleent?
In dit soort situaties zal de arts die voor de uitvoering van de Wet
Bopz verantwoordelijk is, moeten beslissen of dit onderdeel van
het ondersteuningsplan, bijvoorbeeld afzondering of fixatie, toch
noodzakelijk is. Dit heet dwangbehandeling. We bespreken dit in
hoofdstuk 5 uitvoeriger.
7
4. Middelen en maatregelen
Opname en verblijf bij SDW zijn er altijd op gericht zo goed mogelijk
aan de wensen en behoeften van de cliënt tegemoet te komen.
De medewerkers (behandelaars en begeleiders) dragen zorg en
verantwoording voor het welzijn, de veiligheid en de gezondheid van de
cliënt.
Het gedrag van een cliënt kan met zich meebrengen dat daarvoor soms
vrijheidsbeperkende maatregelen noodzakelijk zijn. In overleg met de
cliënt of de wettelijke vertegenwoordiger moeten we dan een afweging
maken tussen de veiligheid en de vrijheid van de cliënt.
Bijvoorbeeld: Als een cliënt gevaar loopt uit bed te vallen en een heup
te breken, kan de arts besluiten dit te voorkomen door bedhekken te
plaatsen.
Veiligheidsmaatregelen die de vrijheid
beperken noemt de Wet Bopz ‘middelen
en maatregelen’. Soms worden middelen
en maatregelen in het ondersteuningsplan
opgenomen, soms moeten we ze
toepassen in onverwachte situaties. In
ieder geval moeten we het gebruik van
deze middelen zo veel mogelijk beperken,
alternatieven overwegen en waar
mogelijk middelen opheffen of afbouwen.
Daarnaast zoeken we naar het minst
ingrijpende middel.
8
5. Drie soorten middelen en maatregelen
De wet Bopz onderscheidt drie soorten middelen en maatregelen:
• Middelen & maatregelen akkoord;
• Middelen & maatregelen dwang;
• Middelen & maatregelen nood.
Hieronder lichten we de drie soorten middelen en maatregelen toe.
Middelen & maatregelen akkoord
In omstandigheden die te
voorzien zijn, nemen we de
veiligheidsmaatregel(en) op in het
ondersteunings- en behandelplan,
met toestemming van de cliënt of
van u als de vertegenwoordiger.
Middelen & maatregelen dwang
Als de cliënt zich verzet tegen
een maatregel die in het
ondersteuningsplan is opgenomen,
krijgen we te maken met
dwangbehandeling.
Middelen en maatregelen nood
Moet bij een onvoorziene gevaarlijke situatie worden ingegrepen, dan
spreekt de Wet Bopz van toepassing van middelen en maatregelen in
een noodsituatie. Deze mogen we maximaal zeven dagen toepassen.
Uiterlijk na zeven dagen moet de maatregel zijn beëindigd óf
opgenomen zijn in het ondersteuningsplan.
De volgende middelen en maatregelen mogen we volgens de Wet Bopz
tijdelijk zonder toestemming toepassen, als we daarmee gevaar voor de
cliënt of anderen kunnen afwenden:
• afzondering: het tijdelijk verblijf in een afzonderingsruimte;
• fixatie: de bewegingsvrijheid belemmeren;
• gedwongen toediening van medicijnen;
• gedwongen toediening van voeding of vocht.
9
Medewerkers en de arts proberen
hierover altijd met de cliënt
of een vertegenwoordiger tot
overeenstemming te komen, ook bij
onvrijwillig verblijf. Maar soms is er
verzet, terwijl we tóch gevaar moeten
afwenden. Als het strikt noodzakelijk
is voor het welzijn, de veiligheid of de
gezondheid van de cliënt of die van
anderen, kunnen we een maatregel
als bovengenoemd uitvoeren. Ook als
de cliënt of u als vertegenwoordiger
zich daartegen verzet.
Zorgvuldig
Zorgvuldigheid staat altijd voorop.
Zo gebruiken we steeds op een
zorgvuldige wijze en met veilig
materiaal het minst zware middel.
Bovendien moeten we de toegepaste
middelen en maatregelen registreren op speciale formulieren. Bij dwangof noodmatregelen vult de verantwoordelijke arts de formulieren in en
verzendt die aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg.
10
6. Klachtenregeling, vertrouwenspersonen en
expertgroep
Bent u het ergens niet mee eens of heeft u een klacht? Praat er over met
de begeleiding of de unitleider op de locatie.
Bopz-klacht
Voor een klacht die valt onder de Wet Bijzondere opnemingen in
Psychiatrische Ziekenhuizen (Bopz) gelden speciale regels. Een klacht
kan ingediend worden over de volgende beslissingen:
• De behandelaar vindt dat de cliënt niet in staat is zijn wil te bepalen
over de voorgenomen behandeling (en overlegt daarom niet met
de cliënt maar met de familie).
• Tegen de wil van de cliënt wordt het overeengekomen of het
vastgestelde behandelingsplan toch toegepast vanwege gevaar
voor de cliënt of voor anderen.
• Omdat er sprake is van een tijdelijke noodsituatie worden er tegen
de wil van de cliënt middelen of maatregelen toegepast.
• De rechten van de cliënt worden ingeperkt (bijvoorbeeld in geval
van vrijheidsbeperkingen of dwangtoepassing).
• Het overeengekomen behandelingsplan wordt niet toegepast.
Een Bopz-klacht kunt u schriftelijk indienen bij de directeur/bestuurder
van SDW. Een klacht kunt u ook rechtstreeks indienen bij de externe
klachtencommissie, met name wanneer de klacht gaat over het
toepassen van vrijheidsbeperkende maatregelen.
Binnen vier weken na ontvangst van de klacht neemt de externe
klachtencommissie een besluit. De commissie stuurt een afschrift van de
beslissing, inclusief de redenen voor de genomen beslissing, aan:
• de klager
• de betrokken cliënt
• de behandelaar
• de Bopz-arts
• de directeur/bestuurder van SDW
• de inspecteur voor de gezondheidszorg
11
Wanneer de externe klachtencommissie de klager geen gelijk geeft,
of niet op tijd besluit, kan de klager aan de Inspecteur voor de
Gezondheidszorg vragen de klacht voor te leggen aan de rechter. Als de
klager de cliënt is, kan hij ook zelf een verzoek bij de rechter indienen.
Contact Regionale klachtencommissie
De Regionale Klachtencommissie is elke maandag van 10.00 tot 12.00 uur
bereikbaar via telefoon 06-15 53 74 13 en e-mail
[email protected].
Adres: Opaaldijk 4, 4706 LT ROOSENDAAL
Vertrouwenspersonen
Cliënten kunnen een beroep doen op een interne en/of externe
vertrouwenspersoon.
De interne vertrouwenspersoon voor cliënten is Ruud Govers. Hij is te
bereiken via e-mail [email protected] of telefoon 06-10 69 68 12.
De externe vertrouwenspersoon is Mariska Langermans. Zij is te bereiken
via e-mail [email protected] of telefoon 06-16 20 94 30.
Expertgroep onvrijwillige zorg
De expertgroep onvrijwillige zorg van SDW heeft als taak medewerkers
zo goed mogelijk te informeren en adviseren over de Wet Bopz en
de toepassing van onvrijwillige zorg en vrijheidsbeperking. Heeft u
vragen van informatieve aard, dan kunt u zich wenden tot: Expertgroep
Onvrijwillige zorg [email protected]
Startpunt: cliëntinformatie, advies en bemiddeling
Postbus 33
4700 AA Roosendaal
088-259 3010
[email protected]
www.sdw.nl
vs jan-2016
Download