DD-NR 0907-752 Regelingen en voorzieningen CODE 9.3.2.4 verwachte wijzigingen vervallen: het (vrijwel) gelijknamige bericht, datumnr 0808-827 Wetsvoorstel zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten bronnen www.detweedekamer.nl, Kamerstuk 31996, ingediend 30.6.2009 Uit de Memorie van Toelichting Dit wetsvoorstel beoogt een uniforme regeling te introduceren voor het verlenen van zorg aan mensen met een psychogeriatrische aandoening – vaak dementie – of een verstandelijke beperking, ook als zij daar in een voorkomend geval niet mee instemmen en ongeacht de plaats waar zij verblijven 1). In het wetsvoorstel wordt aangegeven welke bevoegdheden een zorgaanbieder heeft en welke rechten de cliënt heeft, en hoe deze bevoegdheden en rechten op een transparante wijze kunnen worden gebruikt. Dat geldt zowel voor het verlenen van zorg tegen de wil van een cliënt, als voor het opnemen in een zorgaccommodatie van een cliënt die als gevolg van zijn psychogeriatrische aandoening of verstandelijke beperking niet (meer) kan instemmen met die opname maar zich daar ook niet tegen verzet. Daarmee komt het onderhavige wetsvoorstel naast de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet bopz) en in de toekomst naast de (nog in te dienen) Wet verplichte geestelijke gezondheidzorg te staan. De bepalingen in de Wet bopz zijn niet langer van toepassing op zorgverlening aan mensen met dementie of een verstandelijke beperking. De meest in het oog springende verschillen met de Wet bopz qua interne rechtspositie: in dit wetsvoorstel wordt een uitgebreide procedure geïntroduceerd die moet worden gevolgd voordat dwang of onvrijwillige zorg kan worden toegepast. In tegenstelling tot de Wet bopz wordt daarbij geen onderscheid gemaakt tussen vrijwillig en niet-vrijwillig opgenomen cliënten; iedereen heeft dezelfde mate van rechtsbescherming. Een volgend verschil is dat sommige vormen van onvrijwillige zorg zo ernstig worden gevonden, dat de procedure ook moet worden gevolgd als de cliënt zich niet of niet zichtbaar verzet. Het begrip onvrijwillige zorg wordt, ten opzichte van dwangbehandeling uit de Wet bopz, nader ingevuld en uitgebreid. Zo behoren inbreuken in het recht het eigen leven in te richten ook tot onvrijwillige zorg. In plaats van het gevaarscriterium wordt «ernstig nadeel» het criterium om onvrijwillige zorg te mogen toepassen. Tot slot wordt een prominente rol toegekend aan het multidisciplinaire overleg, zowel bij het opnemen van onvrijwillige zorg in het zorgplan als bij het evalueren van dat zorgplan. Als het gaat om opneming blijft er voor mensen die niet (meer) willens en wetens kunnen instemmen met opname, maar zich daar ook niet tegen verzetten een extra opnametoets gelden die door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) wordt uitgevoerd. 1) In de wettekst wordt gesproken over «verstandelijke handicap», omdat dit begrip ook voorkomt in de aanspraken op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. In het spraakgebruik is «verstandelijke beperking» echter gebruikelijker, daarom zal dat begrip worden gehanteerd in de toelichting als synoniem voor verstandelijke handicap 1 CODE 9.3.2.4 Regelingen en voorzieningen DD-NR 0907-752 Cliënten die zich wel verzetten tegen opname kunnen uitsluitend via de rechter of – in een crisissituatie – via een inbewaringstelling door de burgemeester worden opgenomen. In die gevallen is het niet langer de officier van justitie, maar het CIZ dat de bevoegdheid heeft om de rechter om een machtiging tot opname en verblijf te verzoeken. Dat sluit bijzonder goed aan op de rol die het CIZ al vervult tijdens de indicatieprocedure, waarin het CIZ niet alleen de zorgvraag in het kader van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) toetst maar op grond van dit wetsvoorstel ook moet beoordelen of de cliënt kan instemmen met opname. 2