Analyse Derde Groep Onderzoek

advertisement
Analyse Derde Groep Onderzoek
Schoolnaam
Groep 3b
Schooljaar 2014-2015
1
Inleiding
DGO en HGW
Het analyseren van het Derde Groep Onderzoek vormt een goede basis om de onderwijsbehoeften van
groep 3 in kaart te brengen en leerlingen te clusteren met vergelijkbare onderwijsbehoeften. Bij het
analyseren van de DGO-resultaten wordt de nieuwe HGW-cyclus van Noëlle Pameijer gevolgd
(2014/2015). In deze cyclus ligt de nadruk op het signaleren en analyseren op groepsniveau. Als de
onderwijsbehoeften op groepsniveau in kaart zijn gebracht, kan vervolgens aandacht besteed worden
aan individuele leerlingen die andere of extra ondersteuning nodig hebben. De onderwijsbehoeften
van deze specifieke leerlingen worden gevormd en kunnen eventueel geclusterd worden. Mede op
basis van deze onderwijsbehoeften kan het groepsplan opgesteld worden.
Opbrengst en opbouw van de bespreking:
Er hebben 30 leerlingen uit groep 3b deelgenomen aan het DGO. De bespreking van de DGO
resultaten zal zich met name richten op stap 1 tot en met 4 van de HGW-cyclus. De resultaten worden
per onderdeel op groepsniveau bekeken, waarbij de opvallende punten en de onderwijsbehoeften van
de groep naar voren komen. Vervolgens is er de ruimte om individuele leerlingen te bespreken die
extra ondersteuning nodig hebben. Bij de analyse van de Cito-resultaten kunnen de opgestelde
onderwijsbehoeften een bijdrage leveren aan de gewenste groei. De resultaten kunnen een aanzet
geven voor het opstellen van een groepsplan.
Voordat de resultaten van de groep besproken worden, is het nuttig om na te denken over de
opbrengst en opbouw van de bespreking. Wanneer is de bespreking voor jullie zinvol geweest? Wat wil
je als leerkracht of als intern begeleider zeker uit het DGO halen? Heb je als leerkracht specifieke
vragen over de groep? Welke leerlingen wil je sowieso individueel bespreken?
2
Stap 1: Analyse van de DGO-scores op groepsniveau.
1. Plaatjes Ordenen
Meetpretentie: Het onderdeel Plaatjes Ordenen doet een beroep op het oorzaak-gevolg redeneren met
betrekking tot sociale situaties en plannen. Kinderen die laag scoren op dit onderdeel kunnen moeite
hebben met het overzien van sociale situaties of moeite hebben met plannen of het overzien van de
lesstof en opdrachten. Ook kan het zo zijn dat er zich problemen voordoen met betrekking tot het talig
redeneren (bijvoorbeeld veroorzaakt door een beperkte woordenschat). Onderstaande
handelingsadviezen werken tevens preventief in relatie tot begrijpend lezen.
Plaatjes ordenen: Leggen van oorzaakgevolgverbanden
10
9
8
7
6
5
4
3
2
Groepsdeciel PO
leerling 17
leerling 12
leerling 25
leerling 8
leerling 13
leerling 1
leerling 30
leerling 26
leerling 22
leerling 20
leerling 19
leerling 14
leerling 4
leerling 11
leerling 2
leerling 29
leerling 18
leerling 15
leerling 9
PO
leerling 10
leerling 28
leerling 24
leerling 21
leerling 16
leerling 27
leerling 7
leerling 23
leerling 6
leerling 3
0
leerling 5
1
gemiddelde
Legenda: 1-2: zwak; 3: beneden gemiddeld; 4-7: gemiddeld; 8: bovengemiddeld; 9-10: hoog.
Analyse van de scores:
De groep behaalt een gemiddelde groepsscore. In de verdeling van de scores valt op dat er relatief
veel leerlingen gemiddeld scoren en weinig leerlingen bovengemiddeld of hoog.
De verdeling is als volgt:
•
10 kinderen scoren beneden gemiddeld (waarvan 6 zwak)
•
16 kinderen scoren gemiddeld
•
4 kinderen scoren bovengemiddeld
Mogelijke onderwijsbehoeften groep bij zwakke scores:
Oorzaak-gevolg: Stap-voor-stap uitleggen, hardop denken bij oorzaak-gevolg-relaties, hardop
denken de verschillende stappen voordoen, opdrachten stap voor stap aanbieden.
Behoefte aan structuur: Extra structuur in de onderwijsomgeving, taakaanpak, handelen van
de leerkracht etc.
3
Talige redeneren: een lage score kan ook veroorzaakt worden door moeilijkheden in het talig
redeneren. Indien de CITO scores van Woordenschat ook laag uitkomen, bespreken hoe de
woordenschat vergroot kan worden. Vergroting van de woordenschat lijkt dan noodzakelijk:
hier dagelijks en intensief mee bezig zijn. Mogelijk is om in het jaarprogramma op te nemen
welke doelwoorden er wekelijks zijn (bv passend bij de thema’s van de reken/taalmethode).
Deze woorden dagelijks aan bod laten komen, in de klas zichtbaar ophangen.
Mogelijke onderwijsbehoeften groep bij hoge scores:
Groepen die hoog scoren op dit onderdeel hebben behoefte aan verkorte instructie en mogelijk
ook uitdagende leerstof.
Mogelijke onderwijsbehoeften op het gebied van sociaal gedrag:
Gewenst sociaal gedrag voordoen
Uitleggen wat voorafgaat aan conflictsituaties
Kinderen inzicht bieden in het standpunt van de ander.
4
2. Geheugen
Meetpretentie: Dit onderdeel doet een beroep op het auditieve korte termijn geheugen. De leerling
luistert naar een aantal woorden. Vervolgens ziet hij/zij plaatjes en geeft aan of het woord wel of niet
gehoord is. De leerlingen omcirkelen de plaatjes die hij/zij gehoord heeft.
Wanneer een leerling zwak scoort op dit onderdeel, kan dit duiden op moeilijkheden met het opslaan
van gesproken informatie in het geheugen. Het concentratievermogen, onzekerheid of een beperkte
woordenschat kunnen van invloed zijn op de score bij dit onderdeel.
Geheugen: Auditief korte-termijn geheugen
10
9
8
7
6
5
4
3
2
GH
Groepsdeciel GH
leerling 29
leerling 5
leerling 15
leerling 2
leerling 26
leerling 18
leerling 11
leerling 10
leerling 22
leerling 16
leerling 7
leerling 12
leerling 1
leerling 30
leerling 25
leerling 24
leerling 23
leerling 19
leerling 28
leerling 27
leerling 21
leerling 14
leerling 13
leerling 9
leerling 20
leerling 8
leerling 6
leerling 4
leerling 17
0
leerling 3
1
gemiddelde
Legenda: 1-2: zwak; 3: beneden gemiddeld; 4-7: gemiddeld; 8: bovengemiddeld; 9-10: hoog.
Analyse van de scores:
De groep behaalt een gemiddelde groepsscore. In de verdeling van de scores valt op dat de
meerderheid van de leerlingen beneden gemiddeld scoort.
De verdeling is als volgt:
•
12 kinderen scoren beneden gemiddeld (waarvan 7 zwak)
•
10 kinderen scoren gemiddeld
•
8 kinderen scoren bovengemiddeld
Mogelijke onderwijsbehoeften groep bij zwakke scores:
Visuele en herhaalde instructie: Herhaal de auditief aangeboden instructie. Naast het auditief
aanbieden van de lesstof en opdrachten, ook een visuele ondersteuning erbij gebruiken. Bij
het opgeven van het zelfstandig werk, dit ook op het bord noteren, zodat kinderen met een
zwakker auditief korte termijngeheugen nog even kunnen terugkijken wat gezegd is.
Leerstrategieën: Vaak hebben kinderen met een zwakker auditief korte termijngeheugen
behoefte aan extra oefening bij het automatiseren van letterkennis, +/- tot 20 en (straks) de
rekentafels, zodat de informatie gememoriseerd wordt. Het (intensief) gebruik van
computerspelletjes gericht op het memoriseren wordt geadviseerd.
5
Extra oefening: Oefening op het gebied van het geheugen. Denk hierbij aan tussendoorspelletjes als ‘doorfluistertje’ en ‘Ik ga op reis en ik neem mee…’
Mogelijke onderwijsbehoeften groep bij hoge scores:
Talige instructie: Groepen die hoog scoren op dit onderdeel hebben behoefte aan instructie die
talig wordt aangeboden.
6
3. Matrixen
Meetpretentie: Het onderdeel Matrixen doet een beroep op het logisch redeneren, een belangrijk
kenmerk van de non-verbale cognitieve capaciteiten van een leerling en een voorspeller van
toekomstig schoolsucces. Leerlingen met een lage score op dit onderdeel hebben over het algemeen
een sterke behoefte aan instructie.
Matrixen: Logisch redeneren, non-verbale
cognitieve vaardigheden
10
9
8
7
6
5
4
3
2
MA
Groepsdeciel MA
leerling 25
leerling 9
leerling 20
leerling 30
leerling 2
leerling 17
leerling 26
leerling 22
leerling 13
leerling 12
leerling 19
leerling 15
leerling 14
leerling 10
leerling 6
leerling 18
leerling 1
leerling 24
leerling 4
leerling 3
leerling 27
leerling 21
leerling 8
leerling 16
leerling 11
leerling 7
leerling 5
leerling 29
leerling 23
0
leerling 28
1
gemiddelde
Legenda: 1-2: zwak; 3: beneden gemiddeld; 4-7: gemiddeld; 8: bovengemiddeld; 9-10: hoog.
Analyse van de scores:
De groep behaalt een gemiddelde groepsscore. In de verdeling van de scores valt op dat de
meerderheid van de leerlingen gemiddeld scoort. De groep met bovengemiddelde scores is relatief
kleiner.
De verdeling is als volgt:
•
10 kinderen scoren beneden gemiddeld
•
14 kinderen scoren gemiddeld
•
6 kinderen scoren bovengemiddeld
Mogelijke onderwijsbehoeften groep bij zwakke scores:
Verlengde instructie: behoefte aan verlengde, herhaalde instructie. Tijdens de les kunt u
werken volgens het principe: voordoen - samen doen - nadoen. Wanneer een groot deel van
de groep laag scoort op dit onderdeel, lijkt het noodzakelijk tijdens de groepsinstructie al
volgens dit principe te werken.
o
Meer instructie op het gebied van geldschema’s en redactiesommen.
Materialen: Maak langdurig gebruik van concrete materialen bij het aanleren. Stap niet te snel
over op het abstracte stadium (bv kale sommen).
7
Mogelijke onderwijsbehoeften bij hoge scores:
Verkorte instructie: Groepen die hoog scoren op dit onderdeel hebben behoefte aan verkorte
instructie, compacten van de leerstof, uitbreiding/verdieping van de leerstof en uitdagende
doelen en werkvormen.
4. Aandacht
Meetpretentie: Dit onderdeel richt zich op het kunnen onderscheiden van specifieke visuele informatie
van andere visuele informatie en het kunnen richten van aandacht gedurende een bepaalde periode.
Voor leerlingen die moeite hebben met dit onderdeel, is het van belang dat er niet te veel visuele
informatie op een blad staat. Ook kan het (on)vermogen tot het richten van aandacht een grote rol
spelen op de uitslag van dit onderdeel. Perfectionistische leerlingen en/of onzekere leerlingen kunnen
eveneens een lagere score behalen op dit onderdeel, omdat zij er zeker van willen zijn dat ze geen
fouten maken.
Aandacht: Visuele concentratie en
nauwkeurigheid
10
9
8
7
6
5
4
3
2
AA
Groepsdeciel AA
leerling 7
leerling 18
leerling 20
leerling 8
leerling 22
leerling 19
leerling 15
leerling 13
leerling 12
leerling 6
leerling 2
leerling 30
leerling 27
leerling 26
leerling 9
leerling 5
leerling 3
leerling 14
leerling 24
leerling 21
leerling 11
leerling 10
leerling 28
leerling 23
leerling 17
leerling 1
leerling 16
leerling 4
leerling 25
0
leerling 29
1
gemiddelde
Legenda: 1-2: zwak; 3: beneden gemiddeld; 4-7: gemiddeld; 8: bovengemiddeld; 9-10: hoog.
Analyse van de scores:
De groep behaalt een gemiddelde groepsscore. In de verdeling van de scores valt op dat de groep
met beneden gemiddelde scores relatief klein is. De meeste leerlingen hebben gemiddeld gescoord. Er
zijn geen leerlingen die structureel de verkeerde letter hebben aangestreept. Lage scores duiden
vooral op een langzaam werktempo.
De verdeling is als volgt:
•
4 kinderen scoren beneden gemiddeld
•
15 kinderen scoren gemiddeld
•
11 kinderen scoren bovengemiddeld
8
9
Mogelijke onderwijsbehoeften groep bij zwakke scores:
Kortdurende, enkelvoudige opdrachten: Wanneer de meerderheid van de groep een lage score
behaalt, is er behoefte aan het opdelen van de les in kortdurende, enkelvoudige opdrachten
met beperkte verwerkingstijd. Tussenliggend een korte aanvullende instructie geven om
nogmaals helder te maken wat in de deelopdracht de bedoeling is. Eis hierbij absolute stilte
tijdens de zelfstandige verwerking.
Materialen ter ondersteuning: Werk met een timetimer/kleurenklok (op digibord), zodat helder
is hoeveel tijd beschikbaar is voor de deelopdracht en het kind zich aangespoord voelt om
door te werken.
‘Beertjesmethode’: Werk met de zelfinstructiemethode van Meichenbaum (Berenaanpak - Kaat
Timmermans). Hierdoor leren leerlingen wat ze moeten doen voordat ze starten met een taak,
tijdens de uitvoering en nadat ze klaar zijn. Help als leerkracht de strategie inslijpen, door er
steeds weer aandacht aan te besteden.
Visueel overzicht: Kinderen met een zwakkere aandacht worden vaak gemakkelijk afgeleid
door plaatjes op werkbladen of onoverzichtelijke indeling. Wanneer de leerkracht zelf een
werkblad ontwikkelt, maak dit dan zo overzichtelijk mogelijk.
Mogelijke onderwijsbehoeften groep hoge scores:
Aandacht: Kinderen die hoog scoren op dit onderdeel hebben waarschijnlijk een goede
werkhouding. Deze leerlingen kunnen misschien meer werk aan, indien zij eerder klaar zijn
met hun werk.
Aanbieden van oefenwerk met redactiesommen wanneer er leerlingen klaar zijn met hun
werk.
10
Stap 2: Analyse van de CITO gegevens op groepsniveau.
Cito-toets:
Score:
Rekenen
DMT
Spelling
Woordenschat
I
II
III
IV
V
10%
30%
13.3%
20%
26.7%
23.3%
23.3%
20%
10%
23.3%
20%
16.7%
23.3%
16.7%
23.3%
13.3%
20%
20%
16.7%
30%
Analyse van de scores:
Volgens de landelijke verdeling van de CITO scores behoort in iedere categorie 20% van de leerlingen.
Rekenen:
De verdeling van de scores bij rekenen is niet zoals volgens de landelijke verdeling wordt verwacht:
46% scoort beneden gemiddeld. De groep met gemiddelde scores is relatief klein. De
bovengemiddelde scores komen wel overeen met het landelijk gemiddelde.
DMT:
De verdeling van de scores bij de DMT komt grofweg overeen met de landelijke verdeling. De IV groep
is wel relatief klein. De bovengemiddelde groep is relatief groter dan de beneden gemiddelde groep.
Spelling:
De verdeling bij de scores is grofweg zoals volgens de landelijke verdeling wordt verwacht. De
gemiddelde groep is relatief wel groter. De V groep is ook relatief groter.
Woordenschat:
De verdeling is niet zoals volgens de landelijke verdeling wordt verwacht. De V groep is relatief groter
en de I groep is relatief klein.
Bespreekpunten:
-
Wat valt er op als je naar deze verdeling kijkt?
-
Voldoen de resultaten aan hetgeen je wilt bereiken?
-
Waar heb je de laatste tijd op ingezet?
-
Waar wil je de komende tijd op inzetten?
-
Wat is daarin jouw rol als leerkracht?
-
Wat heb je als leerkracht nodig en van wie?
Mogelijke onderwijsbehoeften groep:
Veel aandacht besteden aan het vergroten van de woordenschat:
Leerkrachtgedrag: Veel hardop denken om de woordenschat te vergroten.
Activiteiten; Voorlezen, talige spelletjes (bv Ik ga op reis en neem mee… (in allerlei
varianten: dierentuin, supermarkt, ziekenhuis, camping, strand…), Ik zie ik zie wat jij
niet ziet, Raadspelletje: Leerkracht neemt iets in zijn hoofd, lln stellen vragen waarop
lkr alleen ja/nee kan antwoorden).
Van plaatjes naar woordjes: spelvormen, TV-programma’s (ZAPP), visueel
ondersteunen (bv les beginnen met kort filmpje over onderwerp dat behandeld wordt).
Woordleesniveau blijft nog ver achter bij veel leerlingen. Achterhalen wat in het onderwijs
verbeterd moet worden: meer tijd, meer oefening, klank-tekenkoppeling, flitsen, thuis
oefenen (leeslogboekje).
11
o
Connect lezen en duo lezen gaat de komende periode intensief worden ingezet.
Veel aandacht besteden aan de rekenvaardigheden:
Leerkrachtgedrag: hardop voor doen welke stappen er worden genomen bij het
uitrekenen van een som.
Activiteiten: Rekenspelletjes, oefeningen op de computer, spelletjes om thuis te
oefenen met rekenen (met dobbelstenen).
Spellingniveau blijft achter in de groep. Achterhalen welke categorieën nog niet worden
beheerst. Hoe wordt het nu aangeboden in de klas. Kan er meer geoefend worden op de
computer, visueel maken in de klas of met werkbladen.
Stap 3: Analyse van de groep m.b.t de sociaal-emotionele onderdelen
5. Sociaal-emotionele vragenlijst
De vragenlijst geeft informatie over de manier waarop de leerling tegen dingen aankijkt. De
onderwijsbehoeften die op basis hiervan geformuleerd kunnen worden zijn afhankelijk van de uitkomst
van het gesprek en kunnen zeer uiteen lopen. In het algemeen hebben leerlingen waarbij
bijzonderheden gesignaleerd zijn behoefte aan een veilige en voorspelbare onderwijs- en
thuisomgeving.
De interpretatie van deze gegevens moet met voorzichtigheid worden gedaan. We hebben gemerkt
dat de vragenlijst wordt ingevuld op basis van ervaringen van die dag/week.
Onderdeel
Blij
20%
38%
76%
53%
26%
43%
40%
43%
53%
83%
87%
School
Rekenen
Buitenspelen
Beurt
Lezen
Juf/meester
Taal
Kinderen
Schrijven
Gym
Thuis
Gewoon
66%
40%
13%
46%
50%
43%
43%
40%
36%
13%
3%
Score:
Boos
6%
13%
6%
0%
13%
10%
13%
13%
10%
3%
6%
Verdrietig
6%
6%
3%
0%
10%
3%
3%
3%
0%
0%
3%
Opvallende punten:
•
In het algemeen is zichtbaar dat het grootste gedeelte van de leerlingen met plezier naar
school gaat (20% blij, 66% gewoon).
•
Bij rekenen is zichtbaar dat de meeste kinderen zich blij (38%) of gewoon (40%) voelen.
•
Het grootste gedeelte van de leerlingen voelt zich blij bij het buitenspelen (76%).
•
Alle leerlingen voelen zich blij (53%) of gewoon (47%) bij het krijgen van de beurt.
•
Bij het lezen voelt de helft zich ‘gewoon’ (50%) en een kwart blij (26%).
•
De grootste groep leerlingen voelt zich blij (43%) of gewoon (40%) over de andere leerlingen
in de klas een kleine groep voelt zich boos of verdrietig (16%).
•
De meeste leerlingen zijn tevreden met de leerkracht, enkele leerlingen geven hier
boos/verdrietig aan (13%).
•
Over de thuissituatie de meerderheid positief; een aantal leerlingen geeft aan verdrietig/boos
te zijn(9%).
•
De boze/verdrietige scores zijn afkomstig van 14 leerlingen:
o
Naam leerling: boos bij lezen, boos bij taal (DMT V, Spelling V)en boos thuis.
o
Naam leerling: boos thuis.
12
o
Naam leerling: boos bij school, verdrietig bij rekenen (REK IV), boos bij lezen (DMT
IV).
o
Naam leerling: boos bij buitenspelen, verdrietig bij lezen (DMT III?), boos bij
juf/meester.
o
Naam leerling: boos bij schrijven.
o
Naam leerling: verdrietig bij taal (SP III), boos bij kinderen.
o
Naam leerling: verdrietig bij school, boos bij taal, boos bij schrijven (CITO’s hoog).
o
Naam leerling: boos bij lezen (DMT V).
o
Naam leerling: boos bij lezen (DMT II).
o
Naam leerling: verdrietig bij school, rekenen (REK V) en lezen (DMT II).
o
Naam leerling: boos bij rekenen (REK V), verdrietig bij lezen (DMT II), boos bij
juf/meester en boos bij kinderen.
o
Naam leerling: boos bij juf/meester, boos bij kinderen.
o
Naam leerling: boos bij rekenen (REK III), verdrietig bij buitenspelen), verdrietig bij
juf/meester, boos bij taal, verdrietig bij kinderen en verdrietig bij thuis.
o
Naam leerling: boos bij school, rekenen, buitenspelen, taal, kinderen en gym.
Mogelijke onderwijsbehoeften groep:
Ga in gesprek met de leerlingen waarom zij zich zo voelen als hier boven aangegeven.
Ga na waarom leerlingen verdrietig/boos zijn bij lezen. Welke leerlingen zijn dit? Komen zij juist goed
mee met lezen of hebben ze er moeite mee?
Tekeningen
Opvallende punten:
Over het algemeen is de tekenontwikkeling leeftijdsadequaat. De leerlingen tekenen een mensfiguur
met hoofd (ogen, mond, neus, nek), een lichaam, armen (2D)+ handen/bolletjes (armen steken vaak
nog recht opzij en komen midden uit de romp) en benen (2D)+ voeten/bolletjes. Een groot aantal
kinderen tekent er al iets bij om de totale tekening te verfraaien: bv een huis, bomen, gras of een
zonnetje.
De volgende fase in het tekenproces kan zijn het toevoegen van vingers (2D) aan de handen (doet
een enkeling al), wenkbrauwen, pupillen, twee lippen en oren.
Later kan ook de positie van de armen verschuiven van recht opzij naar beneden en vervolgens de
armen aan de schouders. Ook kunnen dan ellebogen en knieën toegevoegd worden in de tekening.
13
Stap 4: Individuele analyse
Overzicht leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften
-
Welke leerling valt op bij het analyseren van het DGO, de CITO gegevens, de sociaalemotionele vragenlijst en/of de tekeningen. Kruis aan op welke onderdelen de leerling opvalt.
Zet eventueel in de opmerkingen waarom deze leerling opvalt (bv. veel overgeslagen, lage
scores en veel ‘verdrietig’ ingevuld).
Naam leerling
DGO
Naam
X
Naam
X
X
Naam
X
X
Naam
Xgem
laag
Naam
X
Naam
X
Naam
X
Naam
X
Naam
X
Naam
CITO
X
X
X
X
Bovengem
DMT
laag
Naam
gem
hoog
Naam
TK
X
Naam
Naam
SE
X
X
X
X
Opmerkingen
MA: overgeslagen (6)
Werkt hard, maar lijkt moeite te
hebben met de leerstof.
MA: overgeslagen (4) -zwak
CITO zwak
SE: Veel boos!
Noud vindt het lastig op school, lijkt
zwakker op het gebied van taal.
MA: overgeslagen (3) –zwak
CITO zwak
SE: Boos/verdrietig
Kyd lijkt een taalachterstand te
hebben. Woordenschat is zwak.
Krijgt logopedie.
MA: overgeslagen (3)
Zie ouderinfo
Logopedie is gestopt.
MA: hoog!
SE: verdrietig
Moeite met contact maken met
anderen.
MA: Hoog!
Heeft moeite met de Nederlandse
taal.
MA: hoog!
CITO zwak
SE:boos
Zie ouderinfo
Bespreken in de IZC.
MA: hoog
Krijgt SEW.
PO: overgeslagen (4)
Boos/verdrietig.
Heeft logopedie.
Hoge scores.
SEW. Werkt wel langzaam.
ADHD vastgesteld bij Groos. Lezen
komt nog niet goed op gang.
Dyslexie zou mogelijk een rol
kunnen spelen.
Verwerkingssnelheid is laag.
DGO gemiddeld.
CITO’s hoge scores.
SE: verdrietig. Hij vindt het lastig
om sociale situaties te doorzien.
Veel boos/verdrietig
SEW
Kan perfectionistisch zijn.
Lezen niet gehaald, ouders gaan
thuis oefenen. Lijkt er wel in te
zitten.
14
Naam
Zwak
Naam
X
Kan chaotisch zijn. Heeft structuur
nodig. Beloningsysteem in de klas.
Tim en Flapoor: SOVA training gaat
starten.
MA Zwak
PO Zwak
Heeft moeite met het leren. Ouders
willen heel graag.
Verlaagde spierspanning.
Bovengemiddeld IQ. Moeite met
concentreren. SEW; zegt dat hij het
niet kan.
Naam
Naam
Laag
Naam
Gem
Naam
zwak
Naam
Ben gem
Naam
Naam
Naam
Ben gem
Laag
Ouderinfo: hoort soms iets minder
goed.
Is versneld van kleuters naar 3
gegaan. Lijkt wel moeite te hebben
met het rekenen. Brede algemene
ontwikkeling. Lezen gaat goed.
Werkt hard, is volgzaam. Het lijkt
dat de stof soms moeilijk is voor
Pien waardoor ze onzeker wordt.
SE: blij.
Moeite om zich goed te
concentreren.
Naam moet door naar groep 4 (ze
heeft langer gekleuterd). Het lezen
gaat nog moeizaam. SMW is
ingezet.
Naam heeft veel moeite om zich te
concentreren. Hij begint er last van
te krijgen. Afgeleid door interne
prikkels.
15
Stap 5: Concrete afspraken en doelen op groeps- en individueel niveau
Afspraken op groepsniveau
Wie?
Wanneer?
Wie?
Wanneer?
De komende periode wordt
connect lezen en duo-lezen
ingezet om het niveau van
tekstlezen te verbeteren.
In mei wordt de AVI opnieuw
afgenomen om te bekijken of de
leerlingen vooruit gaan.
In de klas wordt er meer
aandacht besteed aan
verhaaltjessommen, zodat de
leerlingen bekend raken met de
vraagstelling.
Afspraken op individueel
niveau
Naam: In de gaten houden.
Gaat hij het redden in groep 4?
Naam: Is er hulp in de
thuissituatie? Wat voor hulp is
dit?
Naam: Bespreken in de IZC.
Naam: Iets meer druk gaan
zetten. Zandlopen gebruiken
om aan te geven wanneer ze
iets af moet hebben.
Naam: Logopedie inzetten?
Naam: Contact opnemen met
logopediste en moeder om te
bespreken hoe het gaat.
Naam: Logopedie is gestopt.
Navragen waarom dit is
gestopt.
Naam: Gesprekje over SEW.
Pippa: Beloningssysteem in de
klas. Inzetten SOVA training
Tim & Flapoor. Structuur bieden
in de klas.
Naam: SEW. Duidelijk zijn in
communicatie naar haar.
Datum follow up:
16
17
Download