Behandeling van lipodystrofie - Nederlands Tijdschrift voor

advertisement
nederlands onderzoek in buitenlandse tijdschriften
(Deze rubriek is samengesteld uit artikelen
van tijdschriften die vermeld staan in Current
Contents Life Sciences en die geschreven zijn door
Nederlandse auteurs uit Nederlandse ziekenhuizen en onderzoeksinstellingen.)
Zwakte en vitamine D
In een transversaal onderzoek bij 1720 deelnemers aan de ‘Longitudinal aging study
Amsterdam’ (allen 65 jaar en ouder) vonden Puts et al. bij bejaarden met een lage
concentratie 25-hydroxyvitamine D in het
bloed vaker aanwijzingen voor lichamelijke zwakte en geestelijke achteruitgang
dan bij degenen met normale concentraties vitamine D (oddsratio: 2,95; 95%-BI:
1,87-4,65). Bejaarden die aanvankelijk gezond waren, maar na een controleperiode
van 3 jaar tekenen van zwakte toonden,
hadden bij het begin van de studie een lagere concentratie vitamine D en een hogere
concentratie C-reactieve proteïne dan de
bejaarden bij wie tijdens de follow-upperiode de lichamelijke en geestelijke gezondheid stabiel was gebleven.
[Puts MTE, Visser M, Twisk JWR, Deeg DJH,
Lips P. Endocrine and inflammatory markers
as predictors of frailty. Clin Endocrinol (Oxf ).
2005;63:403-11.]
Het nut van langdurige behandeling
met inhalatiecorticosteroïden
Wouters et al. onderzochten de gevolgen
van het weglaten van fluticason (een inhalatiecorticosteroïd) uit de combinatie met
salmeterol (een langwerkende β2-agonist)
bij 379 patiënten met chronische obstructieve longziekte. In vergelijking met patiënten bij wie de combinatiebehandeling
werd voortgezet, ondervonden degenen die
geen fluticason meer kregen in het daaropvolgende jaar een toename van kortademigheid, een verslechtering van de
longfunctie, meer exacerbaties en meer
verstoringen van de nachtrust.
[Wouters EFM, Postma DS, Fokkens B, Hop
WCJ, Prins J, Kuipers AF, et al. Withdrawal of
fluticasone propionate from combined salmeterol/fluticasone treatment in patients with
COPD causes immediate and sustained disease
deterioration: a randomised controlled trial.
Thorax. 2005;60:480-7.]
Langdurig hoestende kinderen
Versteegh et al. vonden dat de meest voorkomende pathogenen bij 135 kinderen met
perioden van langdurig hoesten (1 tot 6
weken) rinovirussen waren (32%), gevolgd
door Bordetella pertussis (17%) en Humaan respiratoir syncytieel virus (11%). Bij 10% van de
kinderen werd een menginfectie aangetoond van B. pertussis en Rhinovirus. Menginfecties gingen niet gepaard met een toename van de ernst van het ziektebeeld en
werden veelal gevonden bij de al wat oudere
kinderen.
[Versteegh FGA, Weverling GJ, Peeters MF,
Wilbrink B, Veenstra-van Schie MTM, LeeuwenGerritsen JM van, et al. Community-acquired
pathogens associated with prolonged coughing
in children: a prospective cohort study. Clin
Microbiol Infect. 2005;11:801-7.]
Borstvoeding in Nederland
Uit een enquête door Lanting et al. blijkt dat
in Nederland slechts weinig kinderen in
hun eerste levensmaanden uitsluitend
borstvoeding krijgen. Hoewel 78% van de
ondervraagde moeders na de geboorte van
hun kind was begonnen met borstvoeding,
was het percentage dat dit volhield na een
half jaar gedaald tot 15. Moeders die begonnen waren met borstvoeding hadden, in
vergelijking met moeders die flesvoeding
gaven, een hogere opleiding genoten en een
partner die goed opgeleid was, rookten niet,
hadden veelal een volledige baan en waren
meestal niet in Nederland geboren. Kinderen die geboren waren na de 38e zwangerschapsweek en kinderen met een geboortegewicht hoger dan 3500 g hadden een grotere kans om gedurende langere tijd borstvoeding te krijgen.
[Lanting CJ,Wouwe JP van, Reijneveld SA. Infant milk feeding practices in the Netherlands
and associated factors. Acta Paediatr. 2005;94:
935-42.]
Behandeling van lipodystrofie
Van Wijk et al. hebben de werkzaamheid
van rosiglitazon vergeleken met die van
metformine bij 39 mannen met een hivinfectie die lipodystrofie hadden gekregen
tijdens behandeling met ‘highly active anti-
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006 7 januari;150(1)
retroviral therapy’ (HAART). Deze bloedsuikerverlagende middelen verminderen
de insulineresistentie en beïnvloeden daarmee de vetstofwisseling. Rosiglitazon behoort tot de thiazolidinedionen, metformine is een biguanide. In dit 6 maanden
durende, gerandomiseerde, open onderzoek veroorzaakten beide farmaca inderdaad een verbetering van de gevoeligheid
voor insuline. Behandeling met rosiglitazon leidde tot een gedeeltelijke correctie
van de lipodystrofie dankzij een toename
van de hoeveelheid subcutaan en visceraal
abdominaal vet. Metformine had dit effect
niet, maar veroorzaakte wel een verbetering
van het lipidespectrum en van een aantal
endotheelfuncties.
[Wijk JPH van, Koning EJP de, Castro Cabezas
M, Roodt J op ’t, Joven J, Rabelink TJ, et al.
Comparison of rosiglitazone and metformin for
treating HIV lipodystrophy: a randomized trial.
Ann Intern Med. 2005;143:337-46.]
Vroeggeboorte en hoge bloeddruk
Vroeggeboorte en intra-uteriene groeivertraging zouden op latere leeftijd kunnen
leiden tot hypertensie. Om deze hypothese
te toetsen, maten Keijzer-Veen et al. de
bloeddruk en de activiteit van renine in het
bloed bij 422 jongvolwassenen (19 jaar oud)
van wie bekend was dat zij voor de 32e
zwangerschapsweek geboren waren en bij
174 personen van dezelfde leeftijd die bij
hun geboorte minder dan 1500 g hadden
gewogen. Inderdaad werd bij de deelnemers
vaker hypertensie gevonden dan bij de algemene bevolking, maar de factoren die het
beste deze bloeddrukverhoging voorspelden, waren het gewicht en de queteletindex
op de leeftijd van 19 jaar. Er werd geen verband gevonden tussen geboortegewicht,
intra-uteriene groeivertraging, zwangerschapsduur of renineactiviteit en bloeddruk.
[Keijzer-Veen MG, Finken MJJ, Nauta J, Dekker
FW, Hille ETM, Fröloch M, et al. Is blood pressure increased 19 years after intrauterine growth
restriction and preterm birth? A prospective
follow-up study in the Netherlands. Pediatrics.
2005;116:725-31.]
W.Hart
59
Download