PGO-leidraad Algemene NatuurWetenschappen Module Groepsleden Artikel (titel) 3 Voorzitter: Dimfy Lambriex Notulist: Isa Engelen Overige (creatief brein): Emma Bakker De ‘vliegende’ ster (maandag 8 november 2004, Carl Koppeschaar, kennislink.nl) 1. Verhelder onduidelijke termen en begrippen. Parallax – als je vanuit twee verschillende plekken naar hetzelfde voorwerp kijkt, zie je het tegen een andere achtergrond. Als je de afstand tussen de uitkijkpunten weet en de parallaxhoek meet, kun je daaruit de afstand tot het voorwerp berekenen: hoe groter de parallaxhoek, hoe kleiner die afstand namelijk is. Parsec – afstandsmaat, 1 parsec is afstand tussen aarde en ster die een parallax van 1boogseconde vertoont. 2. Definieer het centrale probleem/ vraag van het artikel. Sterren zijn enorme gasbollen die net als onze zon licht uitstralen. Sommige zijn vele malen groter dan onze zon. Toch zijn ook zij zelfs door de grootste telescopen niet groter te zien dan een lichtpuntje. De afstanden in het heelal moeten onnoemelijk groot zijn. Hoe ver staan de sterren eigenlijk? 3. Analyseer het artikel/ de rode draad. De bepaling van afstanden van sterren was lange tijd heel moeilijk voor de sterrenkunde. James Bradley en Sir William Herschell bogen zich als eerste over het probleem. Net als bij landmeetkundige driehoeksmeting kan de afstand van een object worden bepaald door vanaf twee plaatsen zijn hoekverandering te meten ten opzichte van een ver verwijderde achtergrond. Dit verspringhoekje is de parallax. Parallaxmeting wordt steeds onnauwkeuriger naarmate de afstanden van de te meten objecten groter worden. Beide sterrenkundige konden geen parallax bij de door hen waargenomen sterren ontdekken. Friedrich Bessel koos de ster 61 Cygni waarvan de afstand hem betrekkelijk gering toescheen omdat het een ver uit elkaar gelegen dubbelster is. Bessel noemde deze ster de ‘vliegende ster’ omdat de ster een vrij grote ‘eigenbeweging’ vertoont. In 1838 bracht Bessel zijn rapport uit, de sterrenkunde wereld juichte. Thomas Henderson kwam ook met nieuwe berekeningen van de sterren Sirius en Alpha Centauri, die laatste is nog steeds het dichtstbijzijnde stersysteem ten opzichte van ons zonnestelsel. Bij die allereerste metingen werden de afstanden van de sterren nog uitgedrukt in afstanden aarde-zon, ofwel astronomische eenheden (AE). Al snel kwam men erachter dat die afstandsmaat te klein is voor de enorme afstanden in het heelal en kwam er een overgang naar lichtjaren (1 lichtjaar is 9,5 biljoen km) in de 19e eeuw. Tegelijkertijd kwam een andere veelgebruikte afstandsmaat in opkomst: de {parsec}. De waarde van één parsec is de afstand tussen de aarde en een ster die een parallax van 1 boogseconde vertoont. Afstandsbepaling van sterren door middel van het meten van trigonometrische parallax komt tegenwoordig nog maar weinig voor. Er zijn tegenwoordig beter werkende en meer nauwkeurige methodes. 4. Orden de ideeën uit de analyse van het probleem. In dit artikel wordt al concreet een aanpak van het meten van grote afstanden beschreven. Wat voor ons interessant is is dat deze aanpak ook verwant is met landmeetkundige driehoeksmetingen. Aangezien wij de afstand naar objecten moeten gaan meten die niet zo ver weg staan als bijvoorbeeld de Alpha Centauri, kunnen we ons beter beperken tot landmeetkunde. Het is wel handig om te weten dat er toch een soort verband zit tussen alle afstanden op deze aarde en in het heelal al zou je het niet denken. 5. Formuleer leerdoelen. - Wat houdt landmeetkunde in en hoe kunnen wij dit toepassen op onze probleemstelling? - Beperken tot het afstanden meten op onze eigen planeet, ook praktische manieren vinden waarop je dit kunt doen.