Een Supernova We bestaan allemaal uit sterrenstof Sterren kunnen doodgaan aan het eind van hun leven. Er ontstaat dan sterrenstof, wat zich door het heelal verspreid. Wat gebeurt daarmee? Bij nacht is de hemel gevuld met miljoenen fonkelende stipjes. Dat zijn bijna allemaal sterren. Het zijn er oneindig veel en ze lijken allemaal een vaste plek in het heelal te hebben. Maar er komen ook nieuwe sterren bij en oude sterren kunnen weer verdwijnen. Sterren kun je zien als levende dingen. Ze worden geboren, ze leven een poos en ze gaan ook weer dood. Afhankelijk van zijn grote en gewicht, blijft een ster korter of langer leven. Een kleine ster, die minder hard hij schijnt blijft langer leven dan een grote felle ster en hoe sneller de ster opbrandt en eerder hij dood gaat. Zo’n ster gaat aan het eind van z’n leven niet altijd gewoon uit. Bij sommige sterren gebeurt er iets heel bijzonders. Aan het eind van z’n leven blaast hij zichzelf op in een enorme uitbarsting. Stof en gas vliegen dan alle kanten op. Je noemt zo’n ontploffende ster een supernova. Dit zijn restanten van zo’n supernova. Deze explosie zagen we zo’n 340 jaar geleden aan de hemel. Bij een de supernova wordt het materiaal waar de ster uit bestaat dus alle kanten de ruimte in geslingerd. En dat materiaal kan gewoon weer hergebruikt worden voor een nieuwe ster! Zo is het materiaal waar onze ster -de zon- uit bestaat ook afkomstig uit zo’n oude supernova. En niet alleen onze zon, maar ook onze planeet en alles wat er op leeft dus ook jij bestaat uit deeltjes afkomstig uit een supernova. We bestaan dus allemaal uit sterrenstof