Diagnosen in de psychiatrie Persoonlijkheidsstoornissen 1. Wat is een persoonlijkheids‐ stoornis ? (3) 2. Indelingen (3) 3. DSM‐IV (28) A) Zonderling B) Dramatisch Prof dr Bert van Hemert C) Angstig Psychiater en epidemioloog 4. Etiopathogenese (4) 5. Behandeling (1) Afdelingshoofd Psychiatrie 2 Persoonlijkheidsstoornissen • • • • november ’16 / 31 Belang voor de dokter Klachtenpresentatie Patroon van innerlijke ervaringen en gedragingen dat binnen de cultuur afwijkt van de verwachtingen, dat zich uit in cognities, affecten, contact en impulsen Duurzaam vanaf vroege volwassenheid (> 5 jaar?) Klinisch lijden of beperkingen in functioneren / rigide Egosyntoon Overdacht – tegenoverdracht START Diagnostiek en behandeling 3 november ’16 Persoonlijkheid 5 november ’16 Indelingen Temperament Neurobiologische c.q. erfelijke constitutie Karakter Cognitieve stijl / skills Hechtingsstijl (leergeschiedenis) Persoonlijkheid 4 Adaptief functioneren november ’16 6 Klassieke oudheid 400 AD – 1900? Psychodynamisch 1900 – Psychologisch construct 1949 – Criteria 1980 – november ’16 1 Temperament ‐ Humorenleer Psychologisch construct – The big 5 Cholerisch (gele gal ‐ vuur) Autonoom (Openness) Ordelijkheid (Conscientiousness) Extraversie Vasthoudend, actie, opvliegend Melancholisch (zwarte gal ‐ aarde) Ernstig, zorgelijk, zwaarmoedig Sanguinisch (bloed ‐ lucht) (Extraversion or Introversion) Vrolijk, opgewekt, oppervlakkig, snel afgeleid OCEAN Mildheid Flegmatisch (slijm ‐ water) (Agreeableness) Rustig, kalm, onbewogen, dromerig Emotionele (in)stabiliteit (Neuroticism) 7 november ’16 Persoonlijkheidsstoornissen DSM‐IV A. Zonderling Paranoïde Schizoïde Schizotypische 8 november ’16 Epidemiologie C. Angstig Afhankelijke Ontwijkende Obsessieve‐compulsieve + B. Dramatisch Theatrale Narcistische Borderline Antisociale - X - november ’16 10 Persoonlijkheidsstoornissen A. Zonderling Paranoïde Schizoïde Schizotypische B. Dramatisch Theatrale Narcistische Borderline Antisociale Cluster A ‐ Zonderling C. Angstig Afhankelijke Ontwijkende Obsessieve‐compulsieve Vreemd, bizar of excentriek gedrag Sociale teruggetrokkenheid Beperkte emotionele expressie X 12 november ’16 2 A. Paranoïde persoonlijkheidsstoornis Sensitief, achterdochtig en snel jaloers Wantrouwen jegens de wereld, tekort gedaan Koppig, snel geïrriteerd en boos X Differentieer van: ‐ Paranoïde psychose A. Schizoïde persoonlijkheidsstoornis Afstandelijkheid in sociale relaties Beperkt bereik van emoties Weinig behoefte aan contact Onverschillig voor lof of kritiek X Differentieer van: ‐ Autisme spectrum ‐ Negatieve symptomen van schizofrenie A. Schizotypisch persoonlijkheidsstoornis Cognitieve en perceptuele vervormingen of eigenaardigheden Betrekkingsideeen, overwaardige denkbeelden Achterdocht, magisch denken Ongebruikelijke waarnemingen (gedachtenlezen e.d.) X Aparte spraak Differentieer van: ‐ Psychotische stoornis 3 Cluster B ‐ Dramatisch Emotioneel Extrovert Impulsief gedrag X 19 B. Narcistische persoonlijkheidsstoornis • • • • november ’16 B. Narcistische persoonlijkheidsstoornis Overtuiging van ‘bijzonder zijn’ Gevoelens van grootheid (in fantasie of gedrag) Behoefte aan bewondering Gebrek aan empathie, exploitatie van anderen Differentieer van • Andere cluster B stoornis ‘Analyze this’ Start B. Antisociale persoonlijkheidsstoornis • • • • • X Gebrek aan schuldgevoel en normbesef Geen empathie voor en onverschilligheid jegens anderen Wetsovertredingen Impulsief prikkelbaar / agressief Ontbreken van spijtgevoelens Differentieer van: • Andere cluster B stoornis 4 B. Theatrale persoonlijkheidsstoornis • • • • Overtrokken en snel wisselende emotionaliteit Behoefte in de aandacht te staan Gebruikt uiterlijk voor aandacht Al te intiem – erotiserend Differentieer van: • Lichamelijke ziekte • Affectieve stoornissen • Borderline persoonlijkheids‐ stoornis X B. Borderline persoonlijkheidsstoornis • • • • • • X Instabiele relaties, gevoelig voor verlating Instabiel zelfbeeld Instabiele emoties; wisselende stemmingen Impulsief en beschadigend gedrag Kortdurende psychotische overschrijdingen Gevoelens van leegte en verveling Differentieer van: • ADHD • Bipolaire 2 • PTSS • Psychose Cluster C ‐ Angst Angst Introversie Geremde emoties X 29 november ’16 5 C. Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis • • • • • Buitensporige behoefte aan verzorging Onderdanig gedrag, angst voor verlating Moeite in het nemen van beslissingen Uitbesteden van verantwoordelijkheid Uit de weg gaan van conflicten X Differentieer van: • Angststoornissen (m.n. gegeneraliseerd) C. Ontwijkende persoonlijkheidsstoornis • Geremdheid in gezelschap • Gevoel van tekort schieten • Overgevoelig voor negatief oordeel Differentieer van: • Angststoornissen m.n. sociale fobie C. Obsessieve‐compulsieve persoonlijkheidsstoornis X Obsessieve‐compulsieve persoonlijkheidsstoornis • Preoccupatie met ordelijkheid, perfectionisme, beheersing en controle, regels, details, etc. • Snel veroordelend en kritisch jegens anderen Start • Geen gevoel voor humor, scrupuleus en gewetensvol, besluiteloos, en star • Bij verstoring van de zorgvuldig geordende routine is heftige agressie mogelijk Differentieer van: • Obsessieve‐compulsieve stoornis ‘As good as it gets’ 6 Reduced activation in mPFC in individuals with reported history of emotional maltreatment Etiopathogenese Erfelijkheid (Bio) ‐ 60‐70% genetisch ‐ Temperament ‐ Gen‐omgeving Psychologisch ‐ Vroege stress ‐ Object‐relaties ‐ Coping Sociaal ‐ Levensomstandigheden POSITIVE NEGATIVE NEUTRAL ENCODING POSITIVE NEGATIVE NEUTRAL RECOGNITION ► Pattern consistently observed in patients and healthy controls ► Not explained by psychopathology, gender, nor neuroticism or recent life events Evidence Van Harmelen, van Tol et al., 2014, SCAN november ’16 37 Amygdala response to faces in individuals with reported history of emotional maltreatment * * 38 / 35 A fear circuitry in the brain * ► Pattern consistently observed in patients and healthy controls ► Not explained by psychopathology, gender, nor neuroticism or recent life events Evidence Van Harmelen, van Tol et al., 2013, SCAN 39 Feder et al., 2009, Nature Rev Neuroscience 40 / 35 Behandeling ‐ Algemeen / 35 Behandeling ‐ Specifiek • Relatie Medicatie • • • • Psychotherapie • Schema focused CGT • Dialectische CGT • Transference focussed • Acceptatie • Validatie • • • • november ’16 Structuur: steunen en begrenzen Praktische probleemoplossende strategieën Psychoeducatie Systeem betrekken 41 november ’16 42 SSRI Stemmingsstabilisator Neuroleptica Liever geen benzodiazepines november ’16 7 Diagnosen in de psychiatrie 1. Wat is een persoonlijkheids‐ stoornis 2. Indelingen 3. DSM‐IV A) Zonderling B) Dramatisch C) Angstig 4. Etiopathogenese 5. Behandeling 43 / 31 november ’16 8