Mijn werkgever verplicht me om elk contact, privé- of

advertisement
EDITO
‘104.000 kandidaten
voor amper 2.000
ambtenarenjobs’
DREMPEL
In Limburg heeft de provincie samen met ERSV (Erkend Regionaal Samenwerkingsverband) Limburg en
de VDAB een plan uitgedokterd om werknemers langer te laten werken. Ook in onze meest oostelijke provincie slaat de vergrijzing immers toe. Volgens de cijfers die deze week werden gebruikt om het plan voor
te stellen, zelfs nog harder dan in de andere Vlaamse
regio’s.
Enkele sprekende cijfers: bijna 4 op de 10 Limburgers
zijn ouder dan 50. Begin 2010 stonden er per honderd
werknemers tussen 55 en 64 jaar nog maar 93 15 tot
24-jarigen klaar om hun plaats in te nemen op de arbeidsmarkt als die eersten uitstromen. In 2022 zullen
dat er nog maar 70 per
100 zijn. Alle hens aan dek
Campagnes over
dus.
langer werken
Het plan zelf bevat verschillende modules: van
gaan vaak voorbij
informatiesessies over beaan diegenen die
staande activeringsmaatregelen voor 50-plussers
het als eersten
over sensibiliseringscampagnes tot praktijklabo’s
zullen moeten
en zeer concrete indoen
stroomprojecten
die
werkloze vijftigers duurzaam inschakelen in de arbeidsmarkt.
Ook al lijken plannen vaak druppels op een hete plaat,
van sommigen is het goed dat ze gemaakt worden. Dat
geldt ook voor dit plan. Of, hoe en wanneer het effect
zal hebben op de (langere) tewerkstelling van vijftigers
en zestigers weten we pas als het in uitvoering is.
Daar tegenover staat dat langer werken grotendeels
een kwestie van mentaliteit is. Zowel van langer mogen en kunnen werken - werkgevers die de meerwaarde inzien van het rekruteren en in dienst houden van
vijftigplussers - als van langer willen werken: werknemers die bereid zijn hun psychologische pensioengrens met een paar jaar te verlengen.
Langer werken slaat immers niet enkel op de ‘cry for
help’ van die groep werkzoekende vijftigers en zestigers die melden dat werkgevers hen niet meer willen.
Langer werken gaat ook over diegenen die het als eerste zullen moeten doen: de 55-plussers van nu, waarvan een groot deel zonder twijfel al reikhalzend uitkijkt
naar zijn of haar pensionering.
Die laatsten zien campagnes wel eens over het hoofd:
vaak wordt er gemikt op de werkgever. Terwijl langer
werken net zo goed een verantwoordelijkheid is van
de werknemer. Die daarvan bewust maken, is niet altijd een evidente opgave. Of zoals we het een hr-expert deze week hoorden zeggen: ‘De babyboomers
die nu op de drempel van hun pensioen staan, behoren
tot de rijkste generaties ooit. Hoe ga je hen, mensen
die vaak zo snel mogelijk volop willen genieten van hun
centen, overtuigen om nog wat langer te werken?’
WIM VERDOODT
HOOFDREDACTEUR JOBAT
[email protected]
Terwijl VDAB-baas Fons Leroy verderop in deze krant wijst op de
structurele krapte op de Vlaamse arbeidsmarkt - de VDAB telt
momenteel drie werkzoekenden per openstaande functie - ontving
Selor, het selectiebureau van de federale overheid, vorig jaar zomaar
even 52 sollicitaties per functie. Dat kopt De Morgen. Werkzekerheid
scoort hoog in crisistijd.
ARBEIDSVRAAG
Mijn werkgever verplicht me om elk contact,
privé- of professioneel, met werknemers van
de concurrentie te melden.
De gezagsrelatie tussen werkgever en werknemer
impliceer t per definitie dat de werknemer, binnen
de lijnen van de wet en van wat werd overeengekomen, een inmenging op zijn privacy moet toestaan.
Het werknemer zijn, brengt met zich mee dat een
werkgever zegt wat je moet doen, wat je moet laten
en dat hij je controleer t.
Het akkoord om in ondergeschikt verband arbeid te
verrichten, wil echter niet zeggen dat de werknemer
integraal afstand doet van zijn recht op privacy. Tussen het recht op gezagsuitoefening en het recht op
privacy moet een evenwicht bestaan. De inmenging
in de persoonlijke levenssfeer door het controlebeleid van de werkgever is maar geoorloofd voor zover de werkgever een legitiem doel nastreeft en
voor zover de maatregelen noodzakelijk zijn om dat
doel te bereiken.
Te verregaand
Het is belangrijk om na te gaan waarom de werkgever wil weten wie met de werknemers van de concurrentie contact heeft gehad. De vraag om elk contact met de werknemers van de concurrentie te
melden en/of te registreren, kan ingegeven zijn door
de vrees dat bedrijfsgeheimen worden prijsgegeven
aan de concurrentie of door de vrees voor oneerlijke concurrentie. In voorkomend geval is enige inmenging in de persoonlijke levenssfeer van de werknemer verdedigbaar.
Om geoorloofd te zijn, is vereist dat de inmenging
niet verder gaat dan nodig om het legitiem doel te
bereiken. In hoeverre is het noodzakelijk dat werknemers elk contact met de concurrentie moeten
melden en registreren om oneerlijke concurrentie
of het bekend worden van bedrijfsgeheimen te verhinderen?
De controle lijkt in dit geval zeer verregaand zodat
men zich de vraag kan stellen of de maatregel niet
disproportioneel is. Men kan zich indenken dat de
werkgever minder verregaande maatregelen kan
nemen om te vermijden dat zaken- of bedrijfsgeheimen het bedrijf verlaten. De werkgever kan ervoor
zorgen dat slechts een beperkte groep toegang tot
deze informatie heeft, de toegang tot de geheimen
is afgeschermd door paswoorden dan wel zich in
een afgesloten ruimte bevindt. Voorts kan de werkgever ervoor zorgen dat de arbeidsovereenkomsten van de betrokken werknemers solide concurrentiebedingen bevatten en uitvindingen beschermd zijn door een octrooi.
Onvoorwaardelijk elk contact met werknemers van
de concurrentie verbieden lijkt me dan ook een te
verregaande inperking van het privacyrecht van de
werknemer.
STIJN DEMEESTERE,
ADVOCAAT BIJ LYDIAN
JOBAT.BE/RECHTEN-PLICHTEN
Download