Mens & Lichaam ‘Je moet ze allemaal uitroeien. Tot de laatste kankercel’ De zelfmoord cel Medicijnen die tumorcellen doden en gewone cellen in leven laten. Dat klinkt als de heilige graal van de kankerbestrijding. In het laboratorium boeken wetenschappers al sinds de jaren negentig spectaculaire successen. Dus waar blijven die medicijnen? 77TEKST: TONIE MUDDE D e kamer was zo klein als een bezemkast, maar toch kwam Mathieu Noteborn er graag. Het was de lente van 1992. Het Leidse Sylvius Laboratorium had net een nieuwe microscoop aangeschaft. Noteborn gebruikte het apparaat om de werking van een kippen­ virus in kaart te brengen. De toen 38-jarige onderzoeker had nog nooit onderzoek gedaan naar kanker. Toch besloot hij kippen­ tumorcellen te infecteren met het virus. Uit nieuwsgierigheid. Na een paar uur keek hij weer door zijn microscoop. ‘Ik zag spikkels en brokken. Geen idee wat ik er­ van moest maken.’ Later, turend uit het raam van een trein, besefte Noteborn wat hij had gezien. Het kippenvirus had de tumorcellen het commando gegeven om zelf­ moord te plegen. Noteborn zette het onderzoek voort. Hij raakte Kankerkiller e Leidse onderzoeker D Mathieu Noteborn ontdekte een eiwit dat kankercellen kan doden en normale cellen met rust laat. Noteborn stortte zich vol overgave op zijn vondst. Hij ging ook vaak in het weekend naar het laboratorium, met zijn 5-jarige zoon achterop 54 10/2008 de fiets. Op een maandag na zo’n weekend ging de kleine Willem naar school en hij maakte een tekening vol groene en rode vlekken. De juf vroeg: ‘Teken je bloemen voor je moeder?’. Waarop Willem antwoordde: ‘Nee, ik maak immunofluores­ cerende cellen voor papa.’ Mathieu Noteborn steeds meer in de ban van de mogelijkheden van zijn kippen­ virus. Een paar jaar later ontdekte hij welk eiwit van het virus verantwoordelijk was voor het zelfmoordcommando. Hij noemde dat eiwit apoptin. Een doorbraak volgde in 1997. Noteborns eiwit kon niet alleen tumorcellen van kippen doden. Ook tumorcellen van mensen pleegden spontaan harakiri zodra zij met apoptin werden ingespoten. Op gezonde cellen had apoptin geen effect. Noteborn en zijn collega’s gaven elkaar high fives boven de microscoop. Een poten­ tieel kankermedicijn was geboren. Tenminste, zo leek het. A Tumor is asociaal Zelfmoordcommando’s, zoals die van Noteborns eiwit, betekenden een nieuw tijdperk in de kanker­ bestrijding. ‘Wereldwijd hield een handjevol onderzoekers zich ermee bezig. In Nederland was hij de enige’, zegt Jannie Borst, hoog­ leraar experimentele oncologie op de Universiteit van Amsterdam. Inmiddels staat het mechanisme van apoptose, cellen die tot zelf­ moord overgaan, beschreven in elk studieboek over kanker. In ons lichaam worden continu cellen vervangen, ongeveer één kilo­ gram per dag. Gezonde cellen zijn sociaal. Via antennes op de celwand overleggen ze met hun buurcellen. Zo krijgt de cel van buitenaf instructies om te delen 0 10/2008 55 Mens & Lichaam Mens als proefkonijn High fives in het laboratorium leiden zelden tot een werkend medicijn 0 of om dood te gaan. Het is een prachtstaaltje naastenliefde: een cel maakt zichzelf nog liever van kant dan dat hij fouten doorgeeft aan zijn nakomelingen. Maar door een opeenhoping van kopieerfoutjes en beschadigingen kan een cel ontstaan die zich hele­ maal niets aantrekt van zijn buren. Hij blijft zich onbeperkt delen en weigert zichzelf te doden. De eerste van die ‘asociale cellen’ splitst zich in twee asociale cellen, die zich weer splitsen in vier asociale cellen, enzovoorts. Het is een woekergroei van foute cellen die net zo lang doorgaat totdat organen in de verdrukking komen. In hun honger naar voedings­ stoffen kan zo’n klomp tumor­ cellen op den duur zelfs bloed­ banen aanleggen. Via het bloed kan het dan uitzaaien naar het hele lichaam. Wie een nieuw medicijn maakt, moet eindeloos vaak dezelfde stoffen testen. Robots kunnen dat sneller dan mensenhanden. A Nieuwe wapens komen Als een tumor bijtijds wordt ontdekt, kan de chirurg hem wegsnijden. Tenminste, als de kwaadaardige cellen zo aardig zijn om op een bereikbare plek te groeien. En niet bijvoorbeeld midden in de hersenen. Is de kanker uitgezaaid, dan is radioof chemotherapie vaak de enige optie. Maar dat is schieten met grof geschut: ook gezonde cellen worden dan getroffen. Vandaar de bijwerkingen zoals haaruitval en misselijkheid. Van iedere tien kankerpatiënten worden er vier genezen met wegsnijden en één met radio- of chemotherapie. De andere vijf gaan dood. In Neder­ land alleen al overlijden jaarlijks ongeveer 40.000 mensen aan de ziekte. Daarmee is kanker, vlak na hart- en vaatziekten, doods­ oorzaak nummer twee. De vraag oordat een nieuw kankermedicijn de V ziekenhuizen verovert, heeft het een lange weg afgelegd. In een periode van naar geneesmiddelen die kanker­ cellen doden en gewone cellen ongemoeid laten, is dan ook gigantisch. In zijn laboratoriumschaaltje had Noteborn zo’n wondermiddel in handen. Hij kon er in zijn onder­ zoek meer dan zeventig verschil­ lende kankersoorten mee uitscha­ kelen. Maar een tumorcel in een glazen schaaltje is nog geen tumorcel zoals die zich in zijn natuurlijke omgeving gedraagt. In een levend organisme maakt een tumor veel vertakkingen. Hij communiceert met andere cellen en verspreidt zich. Duizenden extra variabelen kunnen roet in het eten gooien. ‘En dat doen ze ook meestal’, zegt Jannie Borst. ‘Dan blijken de tumorcellen in een dier zich niets aan te trekken van wat eerder zo’n veelbelovend middel leek.’ In zijn petrischaaltje injecteerde Noteborn zijn eiwit direct in de tumorcel. Voor het behandelen van een levend organisme moest hij een andere truc verzinnen. Want je kunt miljarden kanker­ cellen niet één voor één injec­ teren. Om zijn eiwit een groter bereik te geven, liet hij het meeliften met een virus. Virussen zijn meesters in het penetreren van celwanden en daarom inte­ ressant als transportmiddel door het lichaam. Eind 1997 spoot Noteborn menselijke tumorcellen onder de huid van naakte muizen. Hij behandelde die zelfgemaakte kankerpatiëntjes met zijn in een virus verpakte eiwit. En, wonder boven wonder, het lukte wéér. 10 tot 20 jaar doorloopt het een aantal fasen. Een nieuwe fase wordt pas gestart als de vorige succesvol is afgerond. I. In vitro Deze term komt uit het Latijn en betekent letterlijk ‘in glas’. De patiënten zijn vaak allang dood, maar hun cellen leven voort in het laboratorium. Onderzoekers testen in glazen schaaltjes of ze tumorcellen kunnen doden. II. In vivo Oftewel: ‘binnen in het leven’. De onderzoekers testen het potentiële geneesmiddel op dieren, veelal muizen. Ook kijken ze of het middel veilig is en geen vervelende bijwerkingen heeft. III. Klinische trials Wat onderzoek ook kostbaar maakt, is dat naar schatting 2/3 van alle experimenten om uiteenlopende redenen mislukt. Een aantal tumoren verdween volledig en de muizen hadden geen last van bijverschijnselen. Had Noteborn dan inderdaad een kankermedicijn ontdekt? Kies uw wapen ij het verwijderen B van een tumor grijpen artsen meestal naar de scalpel. Maar nieuwe technieken zijn in opkomst. A Antennes De patiënt krijgt een dunne antenne door zijn huid. Binnenin zijn lichaam ‘koken’ radiogolven de tumor dood, vergelijkbaar met 56 10/2008 de werking van een magnetron. Status: wordt veel toegepast, vooral bij uitzaaiingen in de lever en longen. A Geluidsgolven De patiënt gaat op een behandeltafel liggen waarin een aantal speakers gemonteerd is. Die worden zo gericht dat de geluidsgolven elkaar maximaal versterken in de tumor. Het ultrasone geluid laat de tumorcellen zo snel trillen dat ze verbranden. Artsen kijken ondertussen mee op een MRI-scanner of ze de juiste plek raken, en of het omliggende weefsel ongedeerd blijft. Status: is nog in een experimentele fase. A Trial bleef uit De mogelijkheid om kankercellen aan te zetten tot zelfmoord bleef niet onopgemerkt bij de farma­ ceutische industrie. Er ontstond een ware apoptosehype. Overal ter wereld stortten onderzoekers zich op tumordodende eiwitten. Sommigen waagden de stap om van zo’n eiwit een medicijn te maken. Zo ook Noteborn. Met geld van het Duitse Schering AG startte hij het biotechbedrijf Leadd. De dierproeven waren succesvol geweest. Nu werd het tijd voor klinische trials. In deze fase van het medicijnonderzoek worden menselijke proefpersonen ingezet. Een spannende en peper­ dure aangelegenheid. Het ontwik­ kelen van één enkel medicijn kost circa 500 miljoen euro. Boven­ dien staan er mensenlevens op 0 A Fase 1: een uitbehandelde kanker­ patiënt krijgt een lage dosis van het nieuwe middel. Voornaamste doel: kijken of een mens het middel wel verdraagt. Patiënten doen op vrijwillige basis mee. A Fase 2: als het veilig is, wordt bij een kleine groep patiënten gekeken of het middel wel werkt. Remt het de groei van tumorcellen net zo goed als bij dieren? A Fase 3: een grote groep van proef­ personen krijgt het middel. De onder­ zoekers kijken of het beter werkt dan bestaande behandelingen. Het fase3-onderzoek is dubbelblind: zowel de patiënten als de direct betrokken artsen weten niet wie het echte medicijn krijgt, en wie een nepmedicijn (placebo). Dit is de enige manier om zeker te weten dat het nieuwe geneesmiddel werkt. De röntgenstraling van een mammogram kan borstkanker in beeld brengen. Om er nog mee te kunnen experimenteren, wordt de tumor die een chirurg uit een patiënt heeft verwijderd soms ingevroren. 10/2008 57 Mens & Lichaam Tumoren van proefdieren sterven sneller dan kankercellen van patiënten 0 het spel. Investeerders zullen dan ook flink overtuigd moeten zijn van onderzoeksresultaten, willen ze hun naam en hun miljoenen aan een trial verbinden. Veel potentiële geneesmiddelen krijgen hierdoor niet de kans om zich in het echt te bewijzen. Ook Noteborns apoptin werd uiteindelijk niet op een mens getest. Bij een Amerikaanse trial in 1999 stierf een 18-jarige patiënt door het gebruik van het adeno­ virus. Precies het virus dat Note­ born als transportmiddel wilde gebruiken. Noteborn: ‘Bij dat experiment hadden ze een over­ dosis gebruikt. Het betekent dus helemaal niet dat het adenovirus onbruikbaar is. Toch haakte mijn investeerder af. Want áls er iets mis zou gaan bij de klinische trials, dan zou de hele wereld roepen: ‘Vind je het gek? Jullie gebruikten adenovirus, moorde­ naars.’’ A Muis is geen mens Een ander virus inzetten als transportmiddel was geen optie. Noteborn: ‘Het is niet zoals met bestelwagens, waarbij je een Volkswagen wel even door een Mercedes kunt vervangen. Zo’n virus moet aan hele specifieke eisen voldoen wil hij jouw drug kunnen afleveren.’ Is de wereld door deze samenloop van omstandigheden een kanker­ medicijn misgelopen? Dat is zeer de vraag. Want van al die hoop­ gevende kankermiddelen die de klinische trial wel halen, wordt het grootste deel geen medicijn. 95 procent blijkt ongeschikt, bleek Medisch onderzoek vraagt proefdieren die specifieke erfelijke eigenschappen missen. Bij deze kale muis zie je tumoren door de huid heen. uit Amerikaans onderzoek dat in 2004 in het tijdschrift Nature verscheen. ‘Veel te veel’ volgens Jos Jonkers van het Nederlands Kanker Instituut (NKI). ‘Zeker als je denkt aan alle proefpersonen die voor niets die hele emotionele achtbaan hebben doorlopen.’ Voordat een middel de klinische trial ingaat, moet het zich bewezen hebben in proefdieren. Dan rijst de vraag: wat zegt de genezing van kanker bij een muis eigenlijk over succeskansen bij menselijke patiënten? ‘Weinig’, zegt Jonkers. Het probleem ligt volgens de Amsterdamse moleculair bioloog bij het ‘muizenmodel’ dat kanker­ onderzoekers al tientallen jaren gebruiken: het inspuiten van menselijke tumorcellen in een naakte muis. A Tumor wil eten In het laboratorium worden de tumorcellen in leven gehouden onder ideale condities, met veel voeding en geen concurrentie van andere cellen. Vervolgens worden de kankercellen in een muis geïn­ jecteerd. Het liefste vlak onder de huid, zodat de onderzoekers kunnen zien of de tumor groeit of krimpt. Jonkers: ‘En dat zijn echt Siberische toestanden voor zo’n kankercel. Het is dan vechten om het schaarse voedsel. Die kanker­ 10/2008 A Kanker slaat terug Noteborns potentiële kanker­ medicijn haalde het niet. Maar in zijn kielzog richtten steeds meer onderzoekers zich op eiwitten die Van kwaad tot erger H et is de vraag die bij iedere kankerpatiënt door zijn hoofd spookt: is de tumor uitgezaaid? Zolang de tumor zich maar op één plek bevindt, is er kans om de kanker te verslaan. Maar als de tumor zich door het hele lichaam heeft verspreid, is genezing vaak niet meer mogelijk. Zelfs als het primaire gezwel (de eerste klomp tumorcellen) Om het aantal proefdieren terug te dringen, worden potentiële geneesmiddelen soms getest in bevruchte eieren. Houd je die in het licht, dan zie je onder meer het effect van de middelen op de groei van bloedvaten. 58 cellen redden het net en hebben nog maar een klein zetje nodig om dood te gaan. Een middel kan in een muis heel succesvol lijken, terwijl het kansloos is om kanker te bestrijden in patiënten.’ Jonkers werkt daarom zelf met zogeheten ‘transgene muizen’. Door kleine veranderingen aan te brengen in het DNA van gezonde muizen, laat hij op een natuurlijke manier kanker in de dieren groeien. Zo kun je ze volgens Jonkers beter vergelijken met menselijke kanker­­patiënten dan het geval is bij de naakte muizen. ‘Ik verwacht dat transgene muizen steeds vaker zullen worden ingezet voordat onderzoekers de klinische trials beginnen. Dat kan een hoop geld en gefrustreerde proefpersonen schelen.’ succesvol is weggesneden, kunnen elders in het lichaam honderden uitzaaiingen ongemerkt verder groeien. Artsen kunnen oppervlakkige tumoren ontdekken vanaf het moment dat ze ongeveer één gram wegen. Dit komt overeen met één miljard cellen. Inwendige tumoren worden pas opgemerkt als ze aanzienlijk groter zijn. En dan is het vaak te laat. Deze Australische boomkikker kreeg de tumor op zijn kop in de vrije natuur. Kanker is zeer zeldzaam onder amfibieën. Hun afweer­systeem wordt dan ook onderzocht in de hoop iets te vinden waarmee menselijke kankerpatiënten zijn te helpen. tumorcellen aanzetten tot zelf­ moord. Een enkel eiwit oogstte succes bij menselijke kanker­ patiënten. In 2000 lukte het onderzoekers van de Ameri­ kaanse Oregan Health Science University om 54 uitbehandelde leukemiepatiënten te genezen. En dat zonder bijwerkingen. Het was de eerste keer dat een medicijn dat zich specifiek op tumorcellen richt, beter werkte dan de gebrui­ kelijke behandelingen. En in de afgelopen jaren volgden meer successen. Toch komt ook bij deze nieuwe generatie medicijnen de kanker soms weer terug, waar­ schuwt Jannie Borst van de Universiteit van Amsterdam. ‘Het is een vijand die zich niet zomaar laat verslaan.’ De kracht van de ziekte schuilt in zijn grilligheid. Tussen de geboorte van de eerste foute cel tot het moment dat de patiënt zijn eerste klachten meldt, kan wel twintig jaar zitten. In die tijd kunnen tumorcellen allerlei gedaanteverwisselingen onder­ gaan. Borst: ‘Strijden tegen kanker is strijden tegen de evolutie. Bij de behandeling van een patiënt moet je het helemaal uitroeien, tot de laatste levensvatbare cel. Want als er één ontsnapt, kan die weer een nieuwe kolonie stichten. Deze kankercellen kunnen zo gemu­ teerd zijn dat het oude medicijn er geen grip op heeft.’ Een baarmoederhals­ kankercel deelt zich. Deze ziekte ontstaat bijna altijd door een infectie met het humaan papilloma­virus. A Hoe praten moleculen? Hoewel de ziekte kanker al eeuwen bekend is, is veel onder­ zoek nog vrij fundamenteel. Welke moleculen spelen een rol bij het ontstaan van kanker? Hoe werken ze samen? Iedere onder­ zoeker heeft zo zijn eigen favo­ riete molecuul. Borst: ‘Die zet hij midden in een schema met grote, vette letters. De andere mole­ culen staan er in kleine letters omheen. Zo’n molecuul wordt een beetje je kind: alles wat het doet, is interessant en leuk. En het is natuurlijk het mooiste molecuul van de héle wereld.’ Zelf werkt Borst ook aan zo’n molecuul: TRAIL. Ze wordt enthousiast als ze erover vertelt. ‘Veel eiwitten zetten een tumorcel niet direct tot zelfmoord aan, maar doen dit via allerlei ingewikkelde stapjes. TRAIL is een soort highway to death, het gaat in één keer op zijn doel af.’ En Mathieu Noteborn? Na zijn mislukte biotechavontuur is hij hoogleraar geworden. Aan de Universiteit Leiden bestudeert hij de interacties tussen moleculen. Hoe ‘praten’ ze met elkaar? Welke gesprekken zijn belangrijk en welke niet? Eén van de mole­ culen waar Noteborn zich op richt, is een oude bekende: apoptin. Vindt hij het niet frustrerend dat hij na vijftien jaar nog steeds niet begrijpt hoe zijn eiwit tumorcellen doodt? ‘Welnee, ik ben nog net zo enthousiast als op de dag dat ik apoptin ontdekte. Ik begrijp elke maand weer een beetje beter hoe het werkt. Geef me nog tien jaar en dan heb ik ’m te pakken.’ 7 [email protected] MEER INFORMATIE http://tinyurl.com/5hkpz5: VPRO-bericht over darmkanker­ cellen die zelfmoord plegen. www.nki.nl: Nederlands Kanker Instituut. 10/2008 59