Omgaan met culturele diversiteit Vorming 19 maart 2016 Hoe gaan we te werk? Enkele voorbeelden ter inleiding Enkele theoretische aspecten van interculturaliteit Enkele oefeningen Besluit 1. Inleiding Wat past er niet in het rijtje? Man, vrouw, jumbojet, potlood, trui. Antwoord? Wat moet je doen? Interculturele competenties: buiten je eigen logica leren denken Buiten je eigen evidenties (logisch kader) leren denken = meervoudig perspectief hanteren = vragen stellen, luisteren, dialoog = proberen om je wijze van handelen niet te laten leiden door je veronderstellingen, vooroordelen. Een voorbeeld uit Burkina Faso (oef.1) “Als alle vingers aan één hand gelijk zouden zijn, dan zou die hand niet goed kunnen functioneren.” Een hulpmiddel: het ODIS MODEL Observe: observeer Describe: beschrijf Interpret: interpreteer Suspend your judgment: stel je oordeel uit 2. Verhaal van een thuisbegeleidingsdienst (oef. 2) Interculturele competenties: de verschillen “ontculturaliseren” “Culturaliseren” = gedrag toewijzen aan het deel uitmaken van een bepaalde (sub)cultuur of groep. Risico • Negatief gedrag bij de “eigen groep” wordt gelinkt aan situationele factoren. • Negatief/onbegrijpelijk gedrag bij “vreemdelingen” wordt gelinkt aan “cultuur”. = een valkuil waar je vlug in stapt. Risico’s van een (te) culturaliserende benadering • Reductie van een persoon tot zijn/haar nationale, etnische of religieuze identiteit • Generalisatie en stereotypering • Legitimatie van eigen (inadequaat) gedrag • Vastleggen van betekenissen • Vergeten onze eigen competenties te gebruiken Het zijn niet de culturen maar de MENSEN die elkaar ontmoeten! Culturaliseren met de beste bedoeling • “Het ligt aan de orale cultuur van de partner.” • “African time management.” • … TOPOI-model: Hoe kijk je naar de situatie? Wat primeert? (oef.3) Een Tsjetsjeense familie in Mechelen Hoe zou het gezin reageren? Welke argumenten hebben zij? TOPOI-model: Hoe liggen de machtsverhoudingen? (oef.4) • Vorming van de Ghanese laboranten • Waarom niet? Wat is er gebeurd? Een hulpmiddel: TOPOI-model (1) Misverstanden en conflicten kunnen te maken hebben met : • Taal: betekenissen van ieders verbale en non-verbale taal. • Ordening: de zienswijze en logica van eenieder. • Personen: identiteit en betrekking: Wie is eenieder voor elkaar en voor zichzelf? Hoe is de onderlinge relatie? Een hulpmiddel: TOPOI-model (2) • Organisatie / organisation: het functionele kader: de organisatie en de machtsverhoudingen. • Inzet / efforts: motieven of beweegredenen van eenieder. Mensen uit andere culturen “culturaliseren” ook Cultuur als ijsberg Zichtbare cultuurelementen Materiële cultuur, handelingen, gewoontes, geschiedenis, kunst,… Onzichtbare cultuurelementen Waarden, houdingen, logica, wereldbeeld, gedachtegangen, codes/normen, percepties,… 3. Interculturele competenties: de (niet-) veranderbare en (niet-)onderhandelbare ruimte Wil dat nu zeggen dat je alles maar moet aanvaarden? NEE! Er zijn grenzen! Bijna elke vorm van communicatie zou je als ‘intercultureel ‘ kunnen beschouwen. moeilijk veranderbaar moeilijk veranderbaar Ruimte voor dialoog, onderhandelbaar, veranderbaar Niet onderhandelbaar Niet onderhandelbaar Verhaal: de Koran getekend met krijt (oef.5) Grenzen stellen • Gaat beter in een klimaat van (voldoende) waardering waarin je niet enkel probleemgestuurd werkt (focus op wat wel goed gaat). • Grenzen worden beter geaccepteerd wanneer je ook je eigen samenleving, wijze van werken kritisch op de korrel durft te nemen. Een verhaal over eigenaarschap - de slagerij en de vismarkt (oef.6) 4. Interculturele competenties: een taalgevoelige benadering Waar dien je je bewust van te zijn? • Sommige woorden/uitdrukkingen krijgen een andere waardering. • Anderstalige mensen hebben neiging om kortere zinnen te gebruiken of wat in “telegramstijl” te praten wanneer ze een taal praten die ze niet zo goed beheersen. Daardoor kunnen boodschappen dwingender of eisender overkomen (“Give me”, “Donnez-moi”) dan ze in werkelijkheid bedoeld zijn. • Inzien dat non-verbale en lichaamstaal andere betekenissen kan hebben en/of anders geïnterpreteerd kan worden. Tips • Eén gedachte per zin. • Niet van het ene op het andere onderwerp springen. • Vermijd uitspraken (gezegdes, spreekwoorden) met een dubbele bodem of metaforen. Ga gezegdes uit je eigen taal al helemaal niet vertalen in een andere taal (vb. “Hij is met het verkeerde been uit bed gestapt.”). • Stel veel open vragen (Waarom? Wat? Hoe? Wanneer? Kun je dat nog eens herhalen?) en luister actief (laat de ander uitspreken). • Koppel in je eigen woorden terug. 5. Interculturele competenties: oog voor gelijkenissen en verbondenheid • Aandacht op verschillen = de kloof vergroten • Aandacht voor overeenkomsten = “VERBONDENHEID” creëren = de dialoog bevorderen • Belang van informele contacten! • Share your shit (Durre Ahmad) Samengevat 1. buiten je eigen logica leren denken 2. “ontculturaliseren” 3. de (niet-)veranderbare en (niet-)onderhandelbare ruimte 4. een taalgevoelige benadering 5. oog voor gelijkenissen en verbondenheid EN IN DIALOOG GAAN! Nog vragen?