5.1 Imperatief kader p. 84 1. imperatief presens luv-ein luvesqai ejpivstasqai didovnai enk lu:-e luv-ou ejpivsta-so divdou mv. luv-e-te luv-e-sqe ejpivsta-sqe divdote merk op: imperatief meervoud = indicatief mv. imperatief presens van de contracte werkwoorden: poie-e poivei ind. pres.: poiei: tima-e tivma ind. pres.: tima:/ imperatief presens = algemeen geldend gebod vb. jAei qeravpeue tou;V qeouvV. Eer altijd de goden. 2. imperatief aorist lu:sai luvsasqai enk lu:-s-on lu:-s-ai mv. luv-s-a-te luv-s-a-sqe merk op: imperatief luvsate indicatief ejluvsate 2. imperatief aorist (asigm.) labei:n puqevsqai enk lab-e puvq-ou mv. lavb-e-te puvq-e-sqe merk op: zoals presens van luvein imperatief aorist = welomschreven, precies gebod vb. :W ajvndreV jAqhnai:oi, ajkouvsate dhv. Atheners, luister nu toch eens. imperatief de ontkenning is mhv. De wijzen van een werkwoord 1. wijs ~ soort zin wijze van spreken vb. gebiedend spreken imperatief 2. persoonlijke wijzen: indicatief imperatief (conjunctief) (optatief) als persoonsvorm, met persoonsuitgangen 3. “naamwoordelijke” wijzen: infinitief participium geen persoonsuitgang 3. “naamwoordelijke” wijzen: a) infinitief: kan gebruikt worden als substantief vb. to; levgein : het spreken 3. “naamwoordelijke” wijzen: b) participium: kan gebruikt worden als adjectief vb. to; plh:qoV tw:n macomevnwn oJplivtwn de menigte van de strijdende hoplieten Oefenen maar ! a 1. Su; dev, wj: fivltate, ajvkousovn mou. En jij, m'n beste, luister eens naar mij. a 2. Mh; ajvkoue tw:n polemivwn. Luister niet naar de vijanden. a 3. jIdev, wj: eJtai:re, ti; oJra/:V~ Kijk, vriend, wat zie je? a 4. Klei:son th;n quvran, wj: fivle mou. Sluit de deur, mijn vriend. a 5. Eijsavgage tou:ton to;n ajvndra. Breng die man naar binnen. a 6. Oijvkade ejvlqete, wj: eJtai:roi. Ga naar huis, vrienden. a 7. Pau:sai bow:n, wj: pai:. Hou op met roepen, jongen/kind. a 8. Luvsasqe tou;V iJvppouV. Maak jullie paarden los. Mag "de paarden" ook? Neen! Het medium wijst op "voor zich", indirect reflexief, OK? b 1. Mhvpote ejxapata:te tou;V fivlouV. Bedrieg je vrienden nooit. b 2. Speuvsate eijV th;n ajgoravn. Haast jullie naar de markt! b 3. jAei; ta; devonta pra:tte, wj: pai:. Doe altijd je plicht, jongen. b 4. Labe; tovn klevptonta. Grijp de dief! b 5. Mhdevna ajdivkei. Behandel niemand onrechtvaardig. b 6. Katavstreyon tou:to to; iJerovn. Vernietig die tempel. b 7. Peivqou tw:/ patriv kai; th//: mhtriv. Gehoorzaam aan je vader en moeder. b 8. j:W Kuvrie, ejlevhson ejmev. Heer, heb medelijden met mij. Klik op de knop als je de theorie van de imperatief nog eens wil bekijken...