De keizer van Rome, die ouwe chagrijn Wil wel

advertisement
Bode:
‘De keizer van Rome, die ouwe chagrijn
Wil wel eens weten met hoeveel jullie zijn.
Het gaat om belasting, hij wil jullie geld
En ’t liefste gepast, daarom wordt er geteld.
Om dat te bereiken verzon hij een list
Zodat bij het tellen geen mens wordt gemist:
Waar ben je geboren, waar kom je vandaan?
Want dat is de plaats waar je heen moet gaan!
Heraut:
“Jezus is vannacht geboren, wat een feest voor iedereen.
Ook jij mag bij hem horen, ga er nu maar vlug heen.”
Herbergier:
“ik kan u niet helpen, u komt veel te laat.
Er is echt geen plek meer, u weet hoe dat gaat.
Geen kamer meer vrij zelfs geen hokje of zo.
Mijn bed is verhuurd, ik slaap zelf in het stro.
Zelfs voor een zwangere vrouw was er geen plek
Dat is pas echt véél te gek.
Er was ook al geen ruimt meer bij de buren.
Dus moest ik ze maar naar mijn stal toe sturen.”
Schoolcommissie:
In het kraampje staan aardige mensen die koffie,
chocolademelk en iets te eten uitdelen.
Koning Herodes:
“Ik ben boos, zó ontzettend boos,
Want er is een koning geboren.
Maar de enige koning dat ben ik!
En iedereen moet dat horen.
Ik blijf hier wonen, ’t is mijn paleis.
Ik ben de koning met macht.
En voor die pasgeboren Koning
Heb ik een gemeen plannetje bedacht.
Ik kom er wel achter waar Hij is.
Drie wijze mannen zullen Hem op gaan sporen.
Ze zoeken tot ze Hem vinden
En dan zal ik van dat plekje horen.
Ga maar die kant op en doe het snel,
Misschien zie je de drie wijze mannen dan wel.”
De engelen zingen:
“De koning, Jezus Christus, is geboren,
Dit willen we iedereen laten horen.
Het kindje is gewonden in doeken
Ga maar naar de stal om het kindje te zoeken!
Daar waar jullie de ster aan de hemel zien staan
Dat is de plek waar jullie heen moeten gaan.
De Herders:
“Wij herders mogen niet gaan slapen
Want wij passen op onze schapen.
We zitten buiten in het gras
Donker dat het hier was!
Toe n opeens was daar een fel licht
Wij deden onze handen voor het gezicht
We hoorden engelenkoren
Ze zongen : Jezus Christus is geboren!
Het kindje is gewonden in doeken
Ga maar naar de stal om het kindje te zoeken!”
De drie wijzen:
1e wijze:
Wij wijzen uit het morgenland
Zijn zeer bekend om ons verstand
Wij konden in de sterren lezen
Dat hier een koningskind zou wezen
2e wijze:
We waren al heel lang op reis
En kwamen bij een groot paleis
We vroegen naar de nieuwe koning
Maar kregen snauwen als beloning
3e wijze:
Herodus is een hoge piet
Maar wil die koning niet
En bang dat hij de troon zou erven
Nam hij zich voor: dit kind moet sterven.
3 wijzen:
Hier komen wij aan
En waar de grote ster blijft staan
Daar is een stal- niet eens een woning
Daar vind je onze nieuwe koning
Download