Dialoogdag - Ouderswerking Vlaams

advertisement
Dialoogdag
Ouderswerking Vlaams-Brabant
30 mei 2013
Tafel 1: Wat is een goede
hulpverlener?

Stelling 1:
“Hulpverleners hebben geen beter
inzicht.”

Stelling 2:
“Als het echt niet klikt met een
hulpverlener, zou men moeten kunnen
veranderen van hulpverlener.”
Tafel 1: Wat is een goede
hulpverlener?

Stelling 3:
“ Informele momenten, los van de
begeleiding, zijn erg belangrijk in de
relatie tussen ouder en begeleider
(vertrouwen).”

Stelling 4:
“Een hulpverlener heeft ook graag
feedback over hoe hij werkt en hoe hij
ervaren wordt.”
Tafel 1: Wat is een goede
hulpverlener?
Vaak vernoemde eigenschappen/ vaardigheden
Luisteren zonder vooroordelen
 Empathie, iemand die zich kan inleven en
betrokken voelt
 Betrouwbaar zijn
 Wederzijds respect
 Gelijkwaardige partners, SAMEN
 Erkennen ouder als ouder

Tafel 1: Wat is een goede
hulpverlener?
Nadruk leggen op wat goed gaat en van
hieruit werken. Geen problemen zoeken
waar er geen zijn.
 Continuïteit is ook een belangrijk aspect bij
hulpverlening: te veel wissels worden door
ouders als negatief ervaren.
 Visualisatie team: ouders weten graag
met wie ze communiceren en wie hun kind
begeleid.

Tafel 2: De rechten en plichten
van ouders binnen BJB

Stelling 1:
“Het recht van privacy van het kind staat
tegenover het recht van informatie van de
ouders.”

Stelling 2:
“Als jongere geen contact meer wil met
ouders, moet begeleider toch contact
met ouders onderhouden en informatie
over kind uitwisselen om contact terug te
herstellen”
Tafel 2: De rechten en
plichten van ouders binnen
BJB

Stelling 3:
“Ouders hebben het recht om te leren.”

Stelling 4:
“Er wordt nog teveel achter de rug van
de ouders beslist. Recht om samen
beslissingen te nemen.”
Tafel 2: De rechten en plichten
van ouders binnen BJB
Recht …
 op informatie IN VERSTAANBARE TAAL
 om mee beslissingen te nemen
 op inspraak
 om te leren als ouder
 op een luisterend oor
 op betrokken hulpverleners
 op verbetering
Tafel 2: De rechten en plichten
van ouders binnen BJB
Als alle betrokkene evenwaardige
partners willen zijn in een gesprek,
dienen ze een gemeenschappelijke taal
te hebben!
 Consulenten en jeugdrechters zijn
belangrijke schakel, zij nemen
belangrijke beslissingen omtrent het kind.
Veel ouders hebben het gevoel dat ze
te weinig gehoord worden door
consulenten /jeugdrechters.
=> LUISTER NAAR ONS, BETREK ONS!

Tafel 3: Wie beschermt mijn
kind binnen BJB?

Stelling 1:
“Meerderjarige kinderen worden aan
hun lot overgelaten.”

Stelling 2:
“Wie beschermt mijn kind tegen
zichzelf?”
Tafel 3: Wie beschermt mijn
kind binnen BJB?

Stelling 3:
“Hoe kan ik als ouder mijn kind
beschermen als ik niet alle informatie
krijg?”

Stelling 4:
“Het is niet veiliger in de instelling dan
thuis!”
Tafel 3: Wie beschermt mijn
kind binnen BJB?
Ook voorzieningen botsen op onveiligheid
in de realiteit.
 Luisteren naar beide partijen: stemt het
verhaal van de jongere overeen met dat
van de ouders?
 Als hulpverlener je soms in de schoenen
van de ouders zetten: hoe zou het voor mij
zijn als ouder in deze situatie?

Tafel 3: Wie beschermt mijn
kind binnen BJB?
Wat bij psychische problemen, drugs of
alcohol bij jongere?
 Veiligheid kind op eerste plaats, terwijl
ook steeds communicatie tussen ouders
en begeleiding.
 Belangrijk:






Vertrouwen
Communicatie
Respect
Duidelijkheid
Betrokkenheid
Tafel 4: Wat is goed genoeg
ouderschap?

Stelling 1:
“De twijfel en het botsen (die deel zijn
van opgroeien en opvoeden), worden
met een loep bekeken binnen BJB.”

Stelling 2:
“De band tussen ouder en kind wordt bij
een plaatsing doorgeknipt. De relatie in
stand houden is juist dan erg belangrijk.”
Tafel 4: Wat is goed genoeg
ouderschap?

Stelling 3:
“Duidelijke communicatie, in termen van
concrete doelstellingen, over wat van
hen verwacht wordt, biedt ouders een
houvast.”

Stelling 4:
“Ouder zijn kan je op verschillende
manieren, maar is wel voor altijd.”
Tafel 4: Wat is goed genoeg
ouderschap?
Kansen krijgen om te leren verondersteld
een relatie tussen ouder en kind!
 Fouten maken moet kunnen; je kan
leren uit je fouten. Iedereen kan fouten
maken, niet alleen ouders, maar ook
hulpverleners!
 Ouders hebben bevestiging nodig als
het goed loopt, dat maakt hen sterker.

Tafel 4: Wat is goed genoeg
ouderschap?
Opvoeden van kinderen is geen exacte
wetenschap. Opvoeden is voor
iedereen zoeken, ook voor hulpverleners.
 Goed genoeg voor de kinderen,
haalbaar voor de ouders.
 'SAMEN': je kan niet alleen ouder zijn,
context en begeleiding spelen
belangrijke rol.

Tafel 5: Pleegzorg: wat als je
kind opgevangen wordt in een
pleeggezin?

Stelling 1:
“Vaak ben je als ouder afhankelijk van
de goodwill van de pleegouders, dat
zou niet mogen.”

Stelling 2:
“Als hv zelf kijken tot wat ouders in staat
zijn ipv te wachten tot ouders met vraag
komen.”
Tafel 5: Pleegzorg: wat als je
kind opgevangen wordt in een
pleeggezin?

Stelling 3:
“Je moet mondig zijn om iets te
bekomen. Maar je wordt ook als
ambetant gezien als je teveel vraagt.”

Stelling 4:
“Geven we als hulpverleners ouders wel
voldoende ruimte om ze terug ouder te
laten zijn?”
Tafel 5: Pleegzorg: wat als je
kind opgevangen wordt in
een pleeggezin?
Pro-actief werken als hulpverlener.
 Toch vrije keuze hulpverlener voor
ouder/jongere? Het klikken is wat de
begeleiding succesvol maakt, niet onze
grote theorieën.
 Je krijgt als ouder snel een plakker, die je
niet meer kwijtraakt!

Tafel 5: Pleegzorg: wat als je
kind opgevangen wordt in een
pleeggezin?
Nazorg is erg belangrijk; zowel voor het
kind, de ouders als pleegouders.
 Bij gescheiden ouders dienen beide
ouders dezelfde rechten te hebben.
 Communicatie is belangrijk: de
dagdagelijkse zorg gaat dan wel over
naar pleegouders, door communicatie
kan je zorg tot delen.

Download