Muzische vorming Een kind is meer dan de bovenste tien centimeters. onbekend 1. Waar gaat het om? Binnen het leergebied “muzische vorming” onderscheiden we vijf domeinen: beeld, muziek, drama, beweging en media. Als we de corresponderende eindtermen en ontwikkelingsdoelen er naast leggen, valt het op dat het hier niet enkel om het productieve aspect gaat, maar dat het beschouwende binnen muzo een gelijkwaardige plaats inneemt. Verder bestaat het vernieuwende erin dat de traditionele teken-, knutsel- en zanglessen voortaan zouden moeten ingevuld worden door muzische activiteiten. Deze spreken het totale kind aan. Muzisch werken streeft naar een wisselwerking van impressie en expressie. Daarnaast komen genieten, samenwerken, produceren, ontvangen, beschouwen, filosoferen, verwerken, uitwerken … aan bod. Dit dynamisch geheel maakt muzo tot een boeiend en vooral “levendig” leergebied. Hieruit vloeit een uitdaging die heel wat visie, energie, overleg, ondersteuning en professionalisering van de leerkrachten vraagt. Al deze inspanningen worden aangesproken net binnen een leergebied waarmee vroeger op sommige plaatsen wat vrijblijvender en passiever werd omgesprongen. Volkomen terecht eist muzische vorming een volwaardige plaats op binnen het onderwijs. Krachtige muzische activiteiten gaan niet exemplarisch te werk maar bespelen kinderen op meerdere domeinen… Binnen onze werking dient gezorgd te worden voor een evenwichtig aanbod van al deze domeinen. Elk gebied brengt bij het kind zijn specifieke technieken, vaardigheden en attitudes aan. 1.1. De domeinen 1.1.1. Beeld In onze huidige samenleving is het beeld een belangrijke rol gaan spelen. Beeldtaal werkt veel ruimer, breder en sneller dan woordtaal. De uitspraak “a picture is a thousand words” spreekt hier boekdelen… Kinderen worden dagelijks bestookt door talloze beelden. Binnen het onderwijs ligt de verantwoordelijkheid om kin-deren inzicht te verstrekken in deze beeldtaal. Daarnaast leren we ze om de beeldcultuur voldoende kritisch te benaderen. Vanuit hun sociale omgeving hebben sommige kinderen het voorrecht om reeds op jonge leeftijd in contact te komen met wat algemeen als “beeldende kunst” wordt beschouwd. Zij raken door hun omgeving vertrouwd met schilderkunst, beeldhouwkunst, fotografie en film. Niet elk kind groeit op in een omgeving waarbij het voldoende kennis maakt met deze artistieke wereld. Hier ligt een bijkomende taak voor de school om stilaan deze wereld voor hen te openen. Door al deze beeldende signalen te beschouwen en te interpreteren, kunnen kinderen leren zichzelf al beeldend uit te drukken. Die vaardigheid is in oorsprong al aanwezig bij het kind. Vanuit zijn jongste jaren drukken kinderen zich vaak uit in beelden. Als onderwijsmensen blijven we dit gewoon stimuleren. Verder is het onze taak om kinderen in contact te brengen met een heel gamma technieken en diverse materialen. Daarnaast trachten we een communicatie over de beeldtaal met het kind op gang te brengen. 1.1.2. Muziek Binnen dit domein leren kinderen omgaan met klanken, geluiden en muziek. Dit gebeurt op een manier zodat ze er zelf plezier aan beleven. Het is een samenspel van luisteren, bewegen, zingen, musiceren en beschouwen van muziek. Door muzikale impulsen in ons aanbod te bouwen, wordt het kind gestimuleerd om zijn eigen muzikaliteit op een actieve en/of receptieve manier te ontwikkelen. We mogen stellen dat het hier gaat om een begeleide en vooral prikkelende zoektocht naar al het “muzikale” in de wereld, dit in de brede zin van het woord. Deze muzikale wereld wordt door de kinderen bovenal geëxploreerd en beleefd. 1.1.3. Drama Ten gronde is drama gewoon doen “alsof”. Het is een vorm van spelen met elkaar, waarbij je praat en beweegt op een manier dat het een eigen betekenis krijgt. Bovendien is drama een verbeelding of uitbeelding van de werkelijkheid. Kinderen worden volwassenen of spelen dieren. Ze kruipen in de huid van een zieke mens of ze worden een sprookjesfiguur. Ook voorwerpen krijgen in deze verbeelding een andere functie: een stoel wordt een auto, een vliegtuig of een toren … Op zeer jonge leeftijd spelen de kinderen van nature uit al de wereld van de volwassenen na: moeder, vader, politieman, … Gaandeweg komen zij tot een samenspel. Hierbij wordt eerst overlegd en worden er rollen afgesproken. Vanuit improvisatie spelen de kinderen hun belevingswereld na. Steeds vertrekt het vanuit een beleving van de werkelijkheid of vanuit hun fantasie. Drama biedt ze mogelijkheden om zich in te leven in de gevoelens van anderen. 1.1.4. Beweging Binnen dit domein ervaart en beleeft het kind wat het allemaal met zijn eigen lichaam kan en durft. Door bewegingsmogelijkheden te interpreteren, communiceren zij. Ze drukken opnieuw gevoelens uit en bewegen op muziek, … Beweging manifesteert zich in de eerste plaats als een non-verbale expressievorm. Belangrijk hierbij is dat beweging altijd een uitdrukking is van iets dat in een persoon aanwezig is. Hier speelt ook weer een sterke wisselwerking tussen het aanschouwende en de meer actieve benadering ervan. Binnen muzische vorming vraagt dit domein de nodige aandacht. “Beweging” is niet altijd uitgesproken terug te vinden in onze Westerse cultuur. 1.1.5. Media Onder media verstaan we alle communicatiemiddelen die we kunnen gebruiken om een boodschap over te brengen. Door mediamaterialen te gebruiken, gaan de kinderen op exploratietocht en beschouwen ze zichzelf en hun omgeving. Hierbij krijgen de kinderen volop kansen om opname- en weergavetoestellen te leren hanteren en daarvoor zorg te dragen. Kinderen kunnen hier omgaan met ondermeer een fototoestel, videocamera, microfoon, computer, … Ze gebruiken deze middelen op de eerste plaats om een communicatief proces op gang te brengen. Mediamiddelen zijn bovendien erg geschikt om muzische activiteiten te registreren. Vervolgens kan de registratie gevolgd worden door een reflectie. (Vrij naar de OVSG-leerplannen: muzische vorming) 2. De muzische grondhouding Om kinderen te begeleiden tot muzische mensen vraagt dit een benadering en begeleiding vanuit een muzische grondhouding. Deze is opgebouwd rond een zestal fundamentele peilers. Vanuit deze grondhouding leggen we een basis voor goed en succesvol onderwijs. onbevangen openheid gebruik van alle zintuigen inzet van de hele persoon levensnabijheid laten zoeken, experimenteren ontwikkelen leercultuur muzische grondhouding 3. Het muzische proces vanuit … door gebruik van … komen tot … steeds met aandacht voor… impressies middelen expressies reflectie op proces/product In het verleden lag de nadruk te zeer op het product en waren de muzische vakken fel resultaatsgebonden. Terecht gaat er nu meer aandacht uit naar het traject dat de kinderen tijdens de lessen afleggen. Daarom is het belangrijk dat er een zinvol proces aangeboden wordt aan de kinderen. Bovendien moeten we aanvaarden dat dit proces niet voortdurend zal leiden tot een kunstig, aanvaardbaar product. Door de focus op het eindproduct weg te nemen, treedt een verkennend en explorerend karakter op het voorplan. Hierdoor ontstaat er ruimte om te experimenteren en om vorm te geven. Dit gebeuren speelt zich af in een sfeer waarin fouten en mislukkingen kunnen deel uitmaken van het proces. Door de klemtoon te leggen op het proces is er een andere benadering dan vroeger. Over deze houding wordt er best goed gecommuniceerd met de ouders. Vanuit hun tradities hebben zij wel eens andere verwachtingen. Sommige ouders zijn nogal tuk op een decoratief werkje van hun kinderen. Soms zijn ze zo erg in ban van het decoratieve dat ze de eigen inbreng en zeggingskracht van hun kind totaal uit het oog dreigen te verliezen. Het werk van jonge kinderen moeten we steeds serieus nemen. De manier waarop we met het werk van kinderen omgaan, oefent een directe invloed uit op de kwaliteit ervan. Binnen muzo is het een ongeschreven regel dat we kansen aanbieden om kinderen te laten praten over hun werk en erover te reflecteren. Dit gebeurt vanuit een kritische maar steeds waarderende toon. Het werk van kinderen kunnen we verder gebruiken als uitgangsbasis van ons onderwijs. We mogen de resultaten niet degraderen tot slechts decoratieve producten om mee naar huis te nemen. Daarin schuilt een mogelijk gevaar dat men er nooit over praat of dat men er nooit naar omkijkt. Het werk van kinderen tijdelijk ophangen in de klas of de school verhoogt de betrokkenheid. Het organiseren en inrichten van toonhoeken werkt stimulerend en plezierig. Voor het leergebied creëren we voldoende ruimte en tijd om met hoofd, hart en handen aan de slag te gaan. We respecteren alleszins de uitgetrokken onderwijstijd. Tijdens de muzische activiteiten zorgen we ervoor dat er weinig tijdsdruk wordt gelegd. Muzisch werken kan niet georganiseerd worden binnen een strak tijdschema. Een van tevoren bepaalde tijdslimiet, meestal in minuten vastgelegd, legt teveel druk op de kinderen. Deze manier van werken beknot bovendien de creativiteit en de originaliteit. 4. Integratie van de verschillende domeinen Binnen het basisonderwijs wordt muzische opvoeding als een geïntegreerd geheel aangeboden ... De verschillende muzische domeinen zijn misschien wel te onderscheiden, maar niet te scheiden. Het muzische is als één geheel vervat in het groei- en leerproces van kinderen. Krachtig muzisch proces Muzische activiteit vanuit verschillende muzische domeinen muziek drama bewegen beeld media Rijke muzische activiteiten spreken de kinderen aan op verschillende domeinen. Bij een aanbod in een bepaalde muzische taal is een regelmatige knipoog naar een andere muzische taal dan ook nood- zakelijk. Op de klasvloer komt het er op aan om de vijf domeinen op een evenwichtige geïntegreerde manier aan bod te laten komen. 5. Muzisch evalueren Aan het strand gaat er geen enkele vlieger op zonder tegenwind … onbekend 5.1. Algemeen Kennisleerstof is nu eenmaal gemakkelijker te evalueren dan vaardigheden of attitudes. Het systeem van “fout of correct” lijkt op het eerste zicht erg objectief en betrouwbaar. Bovendien is het systeem gemakkelijk te vertalen in punten. Vanuit die puntengegevens kunnen vergelijkingen, medianen, perceptielen, enz … afgeleid worden. Het is een systeem dat een hoge mate van zekerheid biedt. De ouders zijn er vanuit hun ervaring meestal erg vertrouwd mee. Toch is het een illusie te vertrekken van het idee dat alles te controleren is. Het geloof in de controleerbaarheid is veel groter dan te geloven in de empirische (waarneembare) waarde. Binnen ons onderwijs komt het evalueren van het ethische en esthetische, vrij weinig aan bod. Het probleem bij evaluatie van o.a. muzisch werk is, dat het leerkrachten vaak een onbetrouwbaar gevoel bezorgd. Wat vertellen trouwens punten over een creatief proces? Waar blijft het spontane karakter bij eindeloos evalueren en bijsturen? Het is dan ook een eerder subjectieve aangelegenheid. Vanuit die erkenning kunnen we best op zoek gaan naar zachte en alternatieve evaluatievormen. Bij voorkeur schakelen we werkvormen in die aansluiten bij de muzische eigenheid … Hier ligt een taak om systematisch deze middelen aan te wenden. De omgang en het hanteren van alternatieve en zachte evaluatie is een groeiproces voor alle betrokken partijen. Dit vraagt inspanningen en de nodige tijd om te implementeren. Maar vooral is hier geloof en doorzetting voor nodig. Muzische vorming is een leerdomein waar de alerte leerkracht veel informatie kan opdoen door kinderen te observeren. Kinderen ontdekken zichzelf wanneer ze tussen een grote hoeveelheid materialen en op een creatieve manier bezig zijn. Observatie is een belangrijke peiler bij de evaluatie. Een andere peiler is het muzische proces. In dat verband merkt Maluguzzi terecht op: “Leerkrachten moeten leren processen te interpreteren in plaats van te wachten tot ze resultaten kunnen beoordelen.” Bovendien kunnen we de evaluatie op de drie niveaus niet uitsluiten: leerlingen: hoe actief en betrokken zijn de leerlingen - is er muzische groei …? leerkracht: kwalitatief aanbod van muzische activiteiten - bied ik voldoende middelen aan - komen alle domeinen voldoende aan bod heb ik voldoende oog voor het muzische proces …? school: in welke mate is er een visie op muzo - heerst er een ondersteunend muzisch klimaat - heeft het team genoeg professionele achtergrond - wordt er gecommuniceerd naar de ouders …? 5.2. Kenmerken van muzisch evalueren het muzische proces of de expressie van elk individueel kind wordt geëvalueerd. er gebeuren geen vergelijkingen tussen kinderen. vertrekt vanuit een observatie van het muzische proces: de manier waarop een kind tot een product komt, vertelt meer dan de kwaliteit ervan. gebeurt vanuit een ontwikkelingsperspectief: welke groeikansen zitten er in het kind? gericht op communicatie met en tussen de kinderen. beschouwt kinderen als gelijke partners. is gericht op zelfsturing: kind neemt een stuk zijn eigen leren in handen. heeft oog voor zelfreflectie en verhoogt de zelfevaluatie. heeft aandacht voor het creëren en het beschouwen. versterkt in belangrijke mate het welbevinden van de kinderen. stimuleert op een gezonde manier de kritische zin. … 5.3. Reflectie Reflectie is regelmatig stilstaan bij het proces om het te bewaken. Reflectie vraagt een vorm van coaching en vertrekt bij voorkeur vanuit de vooropgestelde doelen. Reflecteren tijdens het muzische proces is van groot belang. De kinderen kunnen zichzelf en de anderen van hun groep regelmatig bevragen. Op die manier volgt er een uitwisseling van gedachten. We creëren er een situatie waarbij kinderen van elkaar leren. Kinderen moeten de kans krijgen om te communiceren over hun creaties, hun verwachtingen bespiegelen en hun innerlijke beleving naar buiten brengen. Zo kunnen ze op zoek gaan naar allerlei mogelijkheden om hun proces en tenslotte ook het product te verbeteren. Zinvol reflecteren is niet zo evident voor kinderen (en volwassenen). Wanneer we hulpmiddelen aanreiken, kan een reflectie gemakkelijker, speelser en gestructureerder verlopen: reflectiekaarten en een reflectiedoos kan hier ondersteunend werken. 5.4. Rapportering Een knelpunt in het denken is, dat door middel van punten, de validiteit verhoogt van een leergebied. Deze houding is gegroeid vanuit een traditie. De school houdt deze gedachte soms in stand. Muzische activiteiten moeten soms wijken voor wiskunde, Nederlands en w.o.. Vaak programmeren we ze als “uitbolactiviteiten”. Rapporteren is in de eerste plaats communiceren naar de ouders en de kinderen … toe. Het zal altijd moeilijk blijven om een score toe te kennen aan muzische processen en producten. Alternatieve notaties zoals: voldoende, goed en zeer goed hebben misschien een signaalwaarde, maar dragen ook niet echt bij tot een zinvolle en eenduidige informatieverwerking naar derden. Mondelinge communicatie naar de ouders en kinderen is doeltreffend. Het nadeel hiervan is het tijdrovende karakter. Toch is het zeer zinvol om tijdens oudercontacten de muzische en creatieve aanleg te bespreken. Ouders zijn hier een gelijkwaardige gesprekspartner. In een evolutie naar een andere en kwaliteitsvolle rapportering moeten we eerst andere stappen nemen: muzische vorming zijn plaats geven in het onderwijs. We tonen voldoende respect voor de onderwijstijd. We bieden zinvolle muzische activiteiten aan. 5.4.1. 5.4.1.1. Mogelijke evaluatievormen… Portfolio De portfolio is een verzamelmap waarin creaties komen, die de kinderen gedurende een langere periode realiseerden en uitkozen. De methode is al lang gangbaar in de kunstwereld. Fotografen, modellen en artiesten verzamelen hun werk in een map met de bedoeling een overzicht te geven van hun artistiek werk en hun professionele groei. Dat is wat we ook kunnen doen bij kinderen: een overzicht opbouwen van hun muzische en artistieke ontwikkeling. In de map verzamelen ze opnames van creatief spel of muzikale weergaven, foto’s en natuurlijk werkstukjes … Naast het concrete materiaal is er in de portfolio ruimte om hun subjectieve belevingen (ideeën, emoties en gevoelens) te bewaren: dagboekfragmenten, verslaggeving (o.a. reflectiekaarten). Een portfolio heeft een evoluerend karakter en is bijgevolg nooit definitief: kinderen krijgen regelmatig de kans om stukken toe te voegen of weg te laten. Natuurlijk is het evident dat we voldoende aandacht besteden aan de portfolio. Deze wordt regelmatig bekeken door medeleerlingen en opgevolgd door de leerkracht en de ouders. 5.4.1.2. Muzenbox De muzenbox kan gedeeltelijk beschouwd worden als een uit de kluiten gewassen portfolio. De muzenboxen zijn steeds aanwezig in het klasbeeld. Ze hebben een toonfunctie en versterken de communicatie tussen ouders en kinderen betreffende hun muzische ontwikkeling. Alle kinderen van de klas hebben een doos, die ze op een persoonlijke manier aankleden met collages, foto’s, tekeningen, liedjes en versjes. De zijkanten van de doos zijn voorzien van doorschijnende insteekhoesjes. Hierin kunnen de kinderen eigen werkjes (een tekening, een gedicht, een verhaal, een foto, ...) stoppen die ze op een bepaald moment aan de anderen willen tonen. Ze kunnen ook een ervaring uitschrijven en die in een dergelijk hoesje schuiven. Elk kind bepaalt zelf wat in die hoesjes komt. Ze kunnen dat ook op eigen initiatief wijzigen. De dozen worden in de klas zo gestapeld dat ze een kijkmuur vormen. 5.4.1.3. Reflectiedoos Om op een speelse en muzische manier te reflecteren en te evalueren, gebruikt men in sommige klassen evaluatiedozen. Op regelmatige tijdstippen maken de kinderen er op een enthousiaste manier gebruik van. De materialen die ze tot hun beschikking hebben, geven meteen de aanzet tot de reflectie: CD met verschillende muziekfragmenten (vrolijk - droevig – speels …): kinderen kiezen een geschikt fragment om aan te duiden hoe ze een muzische activiteit vonden. spiegels. allerlei gekleurde veren: “Dit verdient een pluim…” foto’s van verschillende landschappen: “Deze activiteit was voor mij als de foto van…” o bergen o bossen o weilandschap … o stromende beek, een rustige rivier smileys. meter. geweldig knap g goed bedacht dit zou ik anders doen… verschillende soorten textiel: zacht - grove textuur - doorzichtig … microfoon om in interviewstijl te reflecteren op activiteiten. houten staafjes van verschillende lengten. geluiden: fietsbel - fluitje - trommeltje - … waaiers: o kleurenwaaier: “Deze presentatie is geel: het maakt me vrolijk…” o voedselwaaier: “Dit is zo goed als … dit smaakt als…” spruiten - slagroom - frieten - pizza - slagroom - taart chocolade - banaan … o vormenwaaier: 6. Muzo in de praktijk Elk kind is een kunstenaar maar hoe blijf je kunstenaar als je groot wordt … Pablo Picasso 6.1. Muzische dagen Op schoolniveau kan men een muzisch klimaat uitbouwen door de organisatie van muzische dagen. Per schooljaar plant men enkele voormiddagen waarop de school in heterogene groepen (per graad, onder- of bovenbouw…) muzische activiteiten aanbiedt. Men vertrekt vanuit een gekozen thema en start met een gezamenlijk moment. Tijdens dit samenzijn wordt dit onderwerp geduid. Hierbij kan men vertrekken vanuit een verhaal, een dramaspel door leerkrachten (of leerlingen), een filmfragment, een tentoonstelling, een geleid bewegingsmoment enz… Vervolgens gaan de kinderen aan de slag in verschillende ateliers. Deze worden begeleid door leerkrachten, eventueel met ondersteuning van ouders. Door deze werkwijze heeft men oog voor de verschillende domeinen van muzo. Enkele thema’s die aan bod kunnen komen: o Vakantie o Kleuren o In de wolken o Daar zit muziek in! o Uitvindingen o Hokus pokus … o In ’t rond o Mooi zo! o … Een muzische dag wordt afgesloten door een toonmoment waarbij de kinderen aan elkaar hun activiteiten voorstellen. Deze werking verhoogt de betrokkenheid van kinderen en versterkt het groepsgevoel. 6.2. Opzetten van atelierwerking Er wordt een atelierwerking opgestart voor een periode van een aantal weken. Er wordt gewerkt met een doorschuifsysteem zodat alle leerlingen met het aanbod kunnen kennismaken. De leerkrachten leiden muzische activiteiten afgestemd op hun eigen mogelijkheden. Elk tijdstip werken zij met een andere groep van leerlingen (doorschuifactiviteit). De klemtoon van deze activiteiten ligt op het proces en niet op het product. De activiteiten zijn vanuit de verschillende domeinen muzisch opgevat met voldoende aandacht voor de integratie van de verschillende domeinen. Door deze werkwijze krijgt de leerkracht een hoger rendement van zijn inspanningen en kan men eventueel het verloop van de muzische activiteiten bijsturen. 6.3. Muzische activiteiten Doordat muzo meer en meer in de focus komt te staan zijn er nogal wat uitgeverijen die materiaal aanbieden. Heel bruikbaar zijn de uitgaven van Altiora, het aanbod is per graad gericht. Het kunsttijdschrift “Dada” biedt eveneens heel wat inspiratie en verwijst per uitgave naar een kunststroming of een specifieke kunstenaar. Als muzische begeleider hoef je helemaal geen artistieke duizendpoot te zijn. Een begeleider “leert” de anderen niets. Hij begeleidt de kinderen om uit zichzelf en van elkaar te leren. Tegelijk waakt de leerkracht over de vorm en het verloop van de muzische activiteiten. Iedere leerkracht wordt competent geacht om een muzisch proces op te starten en te begeleiden. Toch lijkt dit vaak niet altijd zo eenvoudig. Het komt erop neer om kinderen te laten ervaren … Als begeleidende leerkracht kijken we met een open blik naar de kinderen en stellen voortdurend vragen: wat beweegt die kinderen, waar zijn zij mee bezig, hoe kan ik daarmee verder, welke kansen zitten er in dit proces …? Met deze houding krijgen de lessen muzische vorming een reële kans op verrijking en een kans op een succesvol gebeuren …