Reader slotmanifestatie lectoraat

advertisement
1
PERIODIEK SYSTEEM DENKELEMENTEN
De cyclus van mythisch naar muzisch denken
Samenvatting van een lezing ter gelegenheid van de slotmanifestatie van het Lectoraat Denkprocessen in de
Kunst, gehouden in Scheltema, Leiden, 15 en 16 december 2008
Onno Schilstra
Zou het mogelijk zijn om een geschiedenis te schrijven van het muzisch denken?
Om die vraag te kunnen beantwoorden zou je eerst moeten vaststellen of het muzisch denken iets
is wat altijd heeft bestaan, of dat het een geheel nieuwe discipline is. In het eerste geval zou je
voorbeelden ervan uit het verleden kunnen opdiepen en de belangrijkste muzische denkers en
gedachten op een rij zetten. In het tweede geval kun je proberen te traceren wat de historische
wortels van die nieuwe discipline zijn.
Maar in beide gevallen is het nodig dat duidelijk wordt waarin het muzisch denken verschilt van
andere vormen van denken. De volgende vraag is dan wat er eigenlijk wordt bedoeld met dat
woord, ‘denken’.
Piekerend over zulke vragen kreeg ik een idee: misschien is de geschiedenis van het muzisch
denken niet zozeer een geschiedenis die samenvalt met de gangbare indeling van de tijdbalk
(Prehistorie, Oudheid, Middeleeuwen, Nieuwe Tijd, Nieuwste Tijd), maar meer een soort periodieke
fase in het proces dat wij ‘denken’ noemen. Zoals radioactieve stoffen volgens het Periodiek
Systeem der Elementen een halfwaardetijd kennen, waarbij ze in verschillende elementen
uiteenvallen, zo zou je het denken kunnen voorstellen als iets wat keer op keer uiteenvalt in de
elementen waaruit het is opgebouwd, om dan vervolgens weer tot zijn oervorm terug te keren.
Deze gedachte viel me in na een bezoek aan twee verweesde plekken in Parijs, waar in onbruik
geraakte wetenschappelijke collecties worden bewaard. In het Musée Orfila, ooit de trots van de
René Descartes Universiteit, kun je de resten vinden van wat in de 19e eeuw één van de grootste
natuurhistorische collecties was - nu niet meer dan een paar oude vitrinekasten met wat
dierskeletten op de achtste verdieping van een massief, somber gebouw in Quartier Latin. Het
pathologisch-anatomische Musée Dupuytren is een schemerig zaaltje met kasten vol misvormde
foetussen, Siamezen en eenogen op sterk water, plus een uitgelezen verzameling wasmodellen van
griezelige gezwellen en andere freaks of nature.
2
Cycloop op sterk water in het Musée Dupuytren
Zulke collecties stonden ooit in het centrum van medisch wetenschappelijk onderzoek. Toen het
wetenschappelijke belang van deze en diverse andere soortgelijke collecties taande, werden ze op
reis gestuurd. Een breed publiek kon er zich dan tegen betaling aan komen vergapen. Wetenschap
verwerd tot kermisvermaak. Toen zelfs aan die tijd een eind kwam, werden de collecties van
lieverlee opgedeeld en opgeborgen, onder andere in de huidige achterafzaaltjes van de medische
faculteiten.
Er hangt in die gekke musea een eigenaardige en melancholieke sfeer. Een conceptuele kunstenaar
zou ze probleemloos tot kunstwerk kunnen benoemen. Je hoeft er niets meer aan te doen, ze zijn
kant en klaar.
Waarom zou het niet zo zijn, dat alle wetenschap op de duur voorbestemd is om kunst te worden?
Het idee van de periodiciteit van het denken heeft me sinds het zien van Musée Orfila en Musée
Dupuytren niet meer losgelaten. Om het allemaal eens op een rijtje te zetten heb ik een diagram
opgesteld waarin het denken, naar analogie met het ‘echte’ Periodiek Systeem der Elementen,
wordt voorgesteld als een cyclisch proces. Het muzisch denken is daarin de vijfde en laatste fase.
Het wetenschappelijke denken is de derde fase, gevolgd door een ‘subversieve’ fase, die samenvalt
met het moment waarop wetenschap tot vermaak wordt. Aan deze drie fasen gaan er naar mijn
idee nog twee vooraf: een filosofische en een mythische vorm van denken.
3
De kolommen in het diagram vermelden steeds elementen die karakteristiek zijn voor de
betreffende fase. De meeste begrippen spreken voor zichzelf, van de minder bekende begrippen en
namen volgt in het aanhangsel een toelichting.
De woorden in de kolom met ‘muzische elementen’ houden verband met Michael van
Hoogenhuyzes analyse van de ‘denkprocessen in de kunst’, en in het bijzonder met zijn formulering
van het muzisch denken als ‘denken met materie’ en ‘het laten denken van de materie’ (zoals
omschreven in de publicatie ‘Het Muzisch Denken’ (KABK) Den Haag, 2007).
Het PERIODIEK SYSTEEM DENKELEMENTEN kan als volgt gelezen worden:
Kolom 1 – mythische elementen: verhalen
Het raadsel dat de wereld voor ons is, genereert al het denken. Het eerste stadium daarvan
is mythisch. Dat wil zeggen: het verhaalt over de wereld met de onbevangenheid van een
kind, dat een verklaring zoekt en vindt voor alles wat het niet begrijpt.
Kolom 2 – wijsgerige elementen: begrippen
Uit het mythische denken ontwikkelt zich een begrippenkader. Dit komt centraal te staan in
de tweede fase, de fase van de filosofie. Daarin wordt niet langer met de beelden van de
mythe gedacht, maar met de begrippen die eruit zijn voortgekomen.
Kolom 3 – wetenschappelijke elementen: kennis
Het denken met begrippen vraagt om een toetsing. Zo ontstaat een strenge,
onderzoekende denkwijze, die controleerbare kennis probeert te genereren: de
wetenschappelijke fase. Deze fase gaat gepaard met de ontwikkeling van technologie.
Kolom 4 – subversieve elementen: afleiding
Wetenschappelijke kennis vernieuwt zich voortdurend en wetenschappelijke denkwijzen
verouderen, net als de bijbehorende technologie. Wetenschap kan zomaar omslaan in
pseudo-wetenschap. Tegelijkertijd populariseren kennis en technologie. Het denken belandt
dan in een merkwaardige fase van sensatiezucht. Het ernstige zoeken naar wetmatigheid
komt dan in een carnavalesk domein van grappenmakers en satirici, die nadruk leggen op
rariteiten, vanuit een mentaliteit die zich tegen de logica keert en zekerheden wil
ondermijnen.
Kolom 5 – muzische elementen: kunst
De subversieve fase opent de deur naar de laatste fase, die veel meer spiegelend en
bespiegelend van aard is: de fase van het muzisch denken. Muzisch denken maakt het
mogelijk om de wereld, inclusief het (pseudo-)wetenschappelijke denken, op te vatten als
poëzie, als orakel. Zo wordt de cyclus voltooid: de wereld wordt herontdekt in al zijn
tegenstrijdigheden en krijgt vorm in én met hernieuwde beelden– de wedergeboorte van
het mythische denken.
4
In mijn PERIODIEK SYSTEEM DENKELEMENTEN bestaat de eerste kolom (die van het mythisch denken) uit
een ingedikte genealogische tabel van de Olympische goden. In Athena, Apollo, de Muzen,
Hefaistos, Hermes en Dionysos zijn alle elementen van het denken gepersonifieerd die in
verschillende gedaanten en onder verschillende benamingen steeds terugkeren in de vier volgende
fasen van het denken.
De Griekse mythologie vertelt de ontstaansgeschiedenis van het denken in een verhaal. Het
denken vertelt zichzelf, als een slang die in z’n eigen staart bijt. Zou het toeval zijn dat het volgens
die andere mythologie, die van het Oude Testament, een slang was die Adam en Eva liet eten van
de boom der kennis?
Skelet van een slang, Musée Orfila
5
Aanhangsel: korte toelichting op namen en begrippen in de kolommen
De Olympische stamboom
De genealogie van de goden van het denken maakt in de Griekse mythologie deel uit van een
complex scheppingsverhaal, waarin allerlei fysische en geestelijke krachten een plek krijgen
toebedeeld. Zeer kort samengevat verlopen de mythen over het denken ongeveer als volgt:
Uit de Chaos trad Gaia, de Aarde naar voren. Ze gaf geboorte aan Ouranos, de Hemelboog. Uit het
huwelijk van Ouranos en Gaia werden twaalf Titanen geboren, onder wie Kronos (tijd) en Rhea
(geboorte en dood). Kronos en Rhea verwekten Zeus. De Titanen trachtten Ouranos van de troon
te stoten in een epische machtsstrijd. Zij verloren deze, maar met behulp van Zeus wist een aantal
zich een plek aan de hemel te verwerven. De rest werd voorgoed opgesloten in de Tartarus (de
onderwereld).
Nadat Zeus zich de oppermacht over de goden had verworven sliep hij negen nachten met de
Titane Mnemosyne (geheugen), die negen dochters ter wereld bracht. Dat waren de Muzen. Ze
werden door Zeus aangesteld om tijdens de godenbanketten op de Olympus zijn heldendaden
levend in de herinnering te houden door ze muzisch te vertolken. Zo werd de kunst geboren. De
Muzen voegden zich bij de entourage van Apollo, een zoon van Zeus en Leto, dochter van de
Titaan Coeus (intelligentie) en Phoebe (Maan). Apollo werd de god van maat, orde, droom en
voorspellende kracht. Hij bezat het Orakel van Delphi.
Eén van de echtgenotes van Zeus was Metis (schranderheid), die de dochter was van Okeanos
(zeeën) en Thetis (rivieren), Titanen die het vloeibare en het stromende belichamen. Omdat Zeus
bang was dat zijn kinderen met Metis zijn macht zouden gaan betwisten, verslond hij zijn zwangere
vrouw. Daarop kreeg hij een geweldige hoofdpijn, ontbood zijn manke en technisch vernuftige zoon
Hefaistos, die zijn hoofd openkliefde. Daaruit verscheen in volle wapenrusting Athena, die godin
werd van (ondermeer) zuiverheid, wijsheid en kunde.
Dionysos, de god van onthechting en tweeslachtigheid, was een zoon van Zeus en een stervelinge,
Semele (bijgenaamd ‘zij aan wie geofferd moet worden’).
Hermes was de zoon van Zeus en de bergnimf Maia. Hij was watervlug en werd daarom de
boodschapper van de goden. Hij was bovendien listig en diefachtig. Hij werd de god van het sluwe
denken, het bedrog.
‘Patafysica
'Patafysica is een concept bedacht door de Franse schrijver Alfred Jarry. 'Patafysica is het idee van
een filosofie die toegewijd is aan de studie die achter de metafysica ligt. De 'patafysica is een
antwoord op de theorie en methode van de moderne wetenschap en wordt uitgedrukt in taal.
Volgens geen enkele algemeen geldende wetenschappelijke definitie kan de 'patafysica als een
wetenschap aangemerkt worden. Dit is niet in strijd met het feit dat de 'patafysica zichzelf een
wetenschap noemt: die definitie is niet wetenschappelijk, aangezien de 'patafysica zichzelf
eveneens als niet-wetenschappelijk definieert.
Doctor Faustroll, een fictieve figuur gecreëerd door Alfred Jarry, definieert in het geschrift
Elementaire ‘patafysica, de 'patafysica als volgt: "De 'patafysica is de wetenschap van de
denkbeeldige oplossingen, die op symbolische wijze aan schetsen de eigenschappen toekent van de
6
door hun schijn beschreven objecten." In zijn boek Handelingen en opvattingen van doctor
Faustroll, patafysicus, neo-wetenschappelijke roman probeert Jarry via zijn romanfiguur uit te
leggen wat deze wetenschap inhoudt.
http://nl.wikipedia.org/wiki/'patafysica
Morosofie
Een morosofie is een evident absurde waanwetenschappelijke theorie. Een 'waangeleerde' of
'waanwijze' wordt ook wel morosoof genoemd. Anders dan de, middelmatiger,
pseudowetenschappen zijn morosofieën vaak zo bizar en ongerijmd dat ze welhaast literaire
kwaliteit krijgen. Morosofen zijn dikwijls obsessief aanhanger van hun eigen theorieën.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Morosofie
7
Download