Werkblad-Lesbrief

advertisement
Hoe goed ben ik in taal?
Jaar 1
Naam:...................................................................................... Klas:........................
Hoe goed ben ik in taal?
Vul het schema hieronder voor jezelf in. Overleg met je mentor. Maak samen een ingevuld formulier
waarover jullie het allebei eens zijn. Dat formulier krijgen de docenten Nederlands ook te zien zodat ze
je kunnen helpen bij wat je nog wilt leren voor Nederlands.
Let op: dit gaat over taal in andere vakken niet bij het vak Nederlands!
jaar 1
lezen
Een tekst uit een schoolboek lezen
en de informatie eruit halen die ik
nodig heb.
Dat kan ik
Dit wil ik beter kunnen

goed

voldoende






onvoldoende
snel informatie vinden
meer woorden kennen
het belangrijkste uit een tekst halen.
doorlezen ook al snap ik een woord niet
mijn eigen mening geven over wat ik heb
gelezen
 ……………………..
 ………………………
schrijven
Een antwoord op een opdracht
opschrijven.

goed

voldoende

onvoldoende




duidelijk schrijven
alles opschrijven dat belangrijk is
eigen aantekeningen goed uitwerken
hoofdletters, punten en komma’s goed
gebruiken
 …………………………
 …………………………
spreken en gesprek
Vertellen wat ik ervan vind als ik in
een groepje aan een opdracht werk.



goed

voldoende

onvoldoende
durven zeggen wat ik wil zeggen
duidelijk mijn gedachten onder woorden
brengen
 overleggen
 …………………………
 …………………………
luisteren en kijken
De uitleg van een docent begrijpen
over wat ik doen moet.
Bron: Website Basistaal

goed

voldoende

onvoldoende






meer woorden kennen
beter opletten
de docent aankijken als hij praat
vragen stellen
………………………….
………………………….
1
Jaar 2
Naam:......................................................................................
Klas:........................
Hoe goed ben ik in taal?
Vul het schema hieronder voor jezelf in. Overleg met je mentor. Maak samen een ingevuld formulier
waarover jullie het allebei eens zijn. Dat formulier krijgen de docenten Nederlands ook te zien zodat ze
je kunnen helpen bij wat je nog wilt leren voor Nederlands.
Let op: dit gaat over taal in andere vakken niet bij het vak Nederlands!
jaar 2
lezen
voorbeelden:
Een tekst uit een schoolboek lezen
en de informatie eruit halen die ik
nodig heb.
Dat kan ik

goed

voldoende

onvoldoende
Dit wil ik beter kunnen





snel informatie vinden
meer woorden kennen
het belangrijkste uit een tekst halen.
doorlezen ook al snap ik een woord niet
mijn eigen mening geven over wat ik heb
gelezen
 ……………………..
 ……………………..

schrijven
Een brief schrijven

goed

voldoende

onvoldoende




alinea’s gebruiken
weinig taalfouten maken
…………………......
……………………..




met goede argumenten komen
woorden kiezen die een ander niet kwetsen
…………………………….
………………………….…





iemand uit laten praten
bepalen waar het precies om gaat
vragen stellen als ik het niet begrijp
……………………………
……………………………
spreken en gesprek
Vertellen wat ik ervan vind als ik in
een groepje aan een opdracht werk.

goed

voldoende

onvoldoende
luisteren en kijken
Luisteren naar andere leerlingen als
we samenwerken
Bron: Website Basistaal

goed

voldoende

onvoldoende
2
Jaar 3
Naam:...................................................................................... Klas:........................
Hoe goed ben ik in taal?
Vul het schema hieronder voor jezelf in. Overleg met je mentor. Maak samen een ingevuld formulier
waarover jullie het allebei eens zijn. Dat formulier krijgen de docenten Nederlands ook te zien zodat ze
je kunnen helpen bij wat je nog wilt leren voor Nederlands.
Let op: dit gaat over taal in andere vakken niet bij het vak Nederlands!
jaar 3
lezen
voorbeelden:
Zelf informatie zoeken (op internet
bijvoorbeeld), die lezen en begrijpen
Dat kan ik

goed

voldoende

onvoldoende
Dit wil ik beter kunnen






zien hoe een tekst in elkaar zit
snel informatie vinden
beoordelen of ik de informatie kan gebruiken
samenvatten wat ik heb gelezen
……………………..
………………………






me verplaatsen in de lezer
een stuk maken met een kop en een staart
mijn eigen taalfouten verbeteren
…………………………
…………………………





durven praten
een duidelijk verhaal houden
rustig praten
…………………………
…………………………





weten wat belangrijk is
luisteren en kijken tegelijk
me langer concentreren
………………………….
………………………….
schrijven
Een verslag schrijven van een
excursie.

goed

voldoende

onvoldoende
spreken en gesprek
Een korte presentatie houden voor
medeleerlingen.

goed

voldoende

onvoldoende
luisteren en kijken
Een tv-programma of video met
informatie volgen
Bron: Website Basistaal

goed

voldoende

onvoldoende
3
Jaar 4
Naam:...................................................................................... Klas:........................
Hoe goed ben ik in taal?
Vul het schema hieronder voor jezelf in. Overleg met je mentor. Maak samen een ingevuld formulier
waarover jullie het allebei eens zijn. Dat formulier krijgen de docenten Nederlands ook te zien zodat ze
je kunnen helpen bij wat je nog wilt leren voor Nederlands.
Let op: dit gaat over taal in andere vakken niet bij het vak Nederlands!
jaar 4
lezen
voorbeelden:
Zelf informatie zoeken (op internet
bijvoorbeeld), lezen en begrijpen
Dat kan ik
Dit wil ik beter kunnen

goed

voldoende





zien hoe een tekst in elkaar zit
snel informatie vinden
beoordelen of ik de informatie kan gebruiken
……………………..
………………………

onvoldoende

goed

voldoende

onvoldoende






informatie duidelijk opschrijven
kiezen wat belangrijk is en wat niet
alinea’s gebruiken
weinig taalfouten maken
…………………..
……………………..




me verplaatsen in de luisteraars
een verhaal houden met een kop en een staart
…………………………
…………………………




samenvatten waar het over gaat
bepalen of ik de informatie kan gebruiken
………………………….
………………………….
schrijven
Een werkstuk schrijven
spreken en gesprek
Een korte presentatie houden voor
medeleerlingen.

goed

voldoende

onvoldoende
luisteren en kijken
Een tv-programma of video met
informatie volgen
Bron: Website Basistaal

goed

voldoende

onvoldoende
4
Download