Vezelrijke voeding bij darmklachten Albert Schweitzer ziekenhuis Januari 2012 Pavo 0018 Inhoud blz. 1. Inleiding 2 2. Hoe werkt de spijsvertering Diarree en verstoppingen 2 3 3. Voedingsvezels Wat zijn voedingsvezels Soorten voedingsvezels Wat als uw voeding te weinig vezels bevat Overloopdiarree Hoeveel voedingsvezels zijn nodig? 3 3 4 4 5 5 4. Vezelrijke voeding alleen niet genoeg Verdeling voeding over de dag Vocht Zorg voor voldoende lichaamsbeweging 5 5 6 6 5. Voorbeeld dagmenu 7 6. Heeft vezelrijke voeding direct resultaat? 9 7. Stoppende of laxerende voeding? 10 8. Vezelproducten Zemelen Vezelpreparaten Laxeermiddelen 10 11 11 11 9. Vezeltabel 12 10. Adviezen samengevat 14 11. Voor meer informatie 15 Tot slot 15 1 van 16 1. Inleiding We raden u aan dat u in verband met uw darmklachten vezelrijke voeding gaat gebruiken. In deze folder leggen we uit waarom dit nodig is. Ook kunt u lezen hoe u uw voeding vezelrijk kunt maken en kunt u met behulp van de vezeltabel uitrekenen hoeveel voedingsvezels u eet. 2. Hoe werkt de spijsvertering De vertering van de voeding begint in de mond en gaat daarna verder in de maag en de dunne darm. De voedingsstoffen worden via de wand van de dunne darm opgenomen in het bloed. Het restant, een waterige brij van onverteerbare resten gaat door naar de dikke darm. In de dikke darm worden water en zouten aan de brij onttrokken. De ontlasting is dan ingedikt en kan worden opgeslagen in het laatste deel van de dikke darm, de endeldarm. Als de endeldarm ‘vol’ is, krijgen we het signaal voor aandrang en moeten we naar het toilet (stoelgang). 2 van 16 Diarree en verstoppingen Het duurt gemiddeld 24 uur voordat de ontlasting de hele dikke darm is gepasseerd. Als dit veel sneller gaat, wordt er te weinig vocht aan de ontlasting onttrokken. U krijgt dan dunne ontlasting of diarree. Als de ontlasting te traag door de dikke darm gaat, wordt er te veel vocht aan de ontlasting onttrokken en kan verstopping (obstipatie) ontstaan. Diarree en verstoppingen kunnen ontstaan als gevolg van een darmaandoening of als bijwerking van medicijnen. In de meeste gevallen is de oorzaak echter een verkeerde leefstijl zoals te weinig beweging en roken. Ook een voeding met veel vet en weinig vezels kan zorgen voor diarree of verstoppingen. Om darmproblemen te voorkomen of te verminderen raden we u aan om vezelrijke voeding te gebruiken. 3. Voedingsvezels Wat zijn voedingsvezels Voedingsvezels komen alleen voor in plantaardige voedingsmiddelen. Het zijn stoffen die in de celwand van planten zitten, zoals bij groente, fruit en aardappelen. Bij het bewerken van voedingsmiddelen, zoals het malen van graan tot bloem en het pellen van rijst, worden de meeste vezels verwijderd. Witbrood en witte rijst bevatten daardoor minder vezels dan bruinbrood en zilvervliesrijst. Ook volkoren pasta’s, volkoren macaroni en noten bevatten vezels. 3 van 16 Soorten voedingsvezels Er zijn twee soorten voedingsvezels: Oplosbare voedingsvezels Oplosbare vezels zitten vooral in groente, fruit en peulvruchten. De oplosbare vezels komen onverteerd in de dikke darm terecht waar de darmbacteriën ze bewerken. Hierbij komen stoffen vrij die de darmwerking stimuleren. Oplosbare vezels vertragen de maagontlediging, de passage door de dunne darm en de opname van voedingsstoffen. Door het eten van oplosbare vezels heeft u langer een ‘vol’ gevoel. Onoplosbare voedingsvezels Onoplosbare vezels komen vooral voor in volkoren producten zoals bruin brood, volkorenbrood, volkorenpasta, muesli, havermout en andere graanproducten. Ook de onoplosbare voedingsvezels komen onverteerd in de dikke darm terecht. Ze werken als een soort spons en nemen veel vocht op. Hierdoor wordt een harde, droge ontlasting zacht en soepel. Dunne ontlasting wordt door de sponswerking juist ingedikt. Bij verstopping spelen zowel de oplosbare als de onoplosbare vezels een rol. Het is daarom belangrijk om beide soorten vezel in ongeveer gelijke hoeveelheden te gebruiken. Wat gebeurt er als uw voeding te weinig vezels bevat Door een tekort aan vezels in uw voeding blijven er in de darm weinig onverteerbare bestanddelen over. Door het ontbreken van een goede vulling en de prikkelende werking van de voedingsvezels worden de darmen onvoldoende gestimuleerd. Er wordt bovendien weinig vocht aangetrokken, waardoor een harde ontlasting kan ontstaan en uw stoelgang moeilijk wordt. 4 van 16 Overloopdiarree Als gevolg van een verstopping in de darm kan overloopdiarree ontstaan. Als u last heeft van ernstige verstopping, kunnen harde ‘proppen’ ontlasting ontstaan in de darm. Achter de verstopping blijft ontlasting zitten dat kan gaan gisten, waardoor de ontlasting dun wordt. Dunne ontlasting kan langs de verstopping weglekken, waardoor het lijkt alsof u diarree heeft. Hoeveel voedingsvezels zijn nodig? Als richtlijn voor volwassen geldt 30-40 gram voedingsvezels per dag of 10-15 gram voedingsvezels meer dan u gewend bent. Voor kinderen van 1-3 jaar, 4-8 jaar en 9-13 jaar raden we aan respectievelijk 15 gram, 20-25 gram en 25-30 gram per dag aan vezelrijke voeding te gebruiken. 4. Vezelrijke voeding alleen niet genoeg Verdeling voeding over de dag Het is belangrijk dat u uw maaltijden goed over de dag verdeelt. Door een goede maaltijdverdeling heeft uw lichaam de kans om alle voedingsstoffen goed op te nemen. Na elke maaltijd worden uw darmen geprikkeld, waardoor aandrang ontstaat. Deze prikkeling is het sterkst na een goed ontbijt. Ook het gebruik van vezelrijke tussendoortjes kan een goede darmwerking bevorderen. Een goede maaltijdverdeling bestaat uit drie gevarieerde hoofdmaaltijden en drie tot vier tussendoortjes: Ontbijt, een goed ontbijt maakt de darmen wakker en stimuleert de spijsvertering. Vezelrijk tussendoortje Broodmaaltijd/ lunch Vezelrijk tussendoortje Warme maaltijd Vezelrijk tussendoortje 5 van 16 Vocht Bij een vezelrijke voeding is het ook belangrijk om extra vocht te drinken. Als de vezels niet voldoende vocht op kunnen nemen, kunnen ze averechts werken en juist verstopping veroorzaken. Normaal gesproken raden we aan om dagelijks ongeveer 1½ liter vocht te drinken. Bij een vezelverrijkte voeding raden we u aan om minstens 2 liter per dag te drinken. Dit betekent in de praktijk tien tot twaalf glazen of vijftien kopjes. Het beste is om ook het drinken goed over de dag te verdelen. Kinderen van 1-3 jaar drinken gemiddeld 0,75 liter tot 1 liter per dag. Bij een vezelverrijkte voeding raden we u aan hen minstens 1 liter vocht te laten drinken. Voor kinderen vanaf 4 jaar raden we bij vezelverrijkte voeding aan om minstens 1½ liter verspreid over de dag te drinken. Om te zien hoeveel u per dag drinkt is het handig om eens een dag lang te noteren hoeveel u drinkt. U kunt bijvoorbeeld met water in een maatbeker bijhouden wat u heeft gedronken. Op deze manier voorkomt u dat u de tel kwijt raakt met de hoeveelheid glazen. Probeer verschillende dranken te gebruiken om te voorkomen dat het drinken u gaat tegen staan. U kunt bijvoorbeeld warme, koude, zoete en hartige dranken met elkaar afwisselen. Zorg voor voldoende lichaamsbeweging Ook lichaamsbeweging draagt bij aan een goede stoelgang. Regelmatig korte tijd bewegen (30 minuten per dag) heeft meer effect dan één keer per week heel veel te bewegen. Neem bijvoorbeeld de trap in plaats van de lift of roltrap. Doe uw boodschappen als dat mogelijk is lopend of op de fiets. Ook kunt u uzelf aanwennen dagelijks een stuk te wandelen of te fietsen. 6 van 16 5. Voorbeeld dagmenu Om u een indruk te geven van hoe een dag eten en drinken met voldoende vezels en vocht er uit ziet, geven we u een voorbeeld van een dagmenu. Ontbijt 1 glas lauw water 2 sneden volkorenbrood - met halvarine/margarine - beleg naar keuze 1 glas (vers) vruchtensap met vruchtvlees 1 x thee/ koffie In de loop van de morgen 2 x thee/ koffie 1 plak ontbijtkoek 1 schaaltje geweekte zuidvruchten Lunch 3 sneden volkoren brood - met halvarine/ margarine - beleg naar keuze 1 schaaltje rauwkost 1 beker melk of karnemelk 1 x thee/ koffie Gram vezels Vocht in ml 4 - 150 - 1 150 - 125 1 8 250 - 6 1 - 200 125 7 van 16 In de loop van de middag 2 x thee/ koffie 1 x fruit 1 x glas (vers) vruchtensap met vruchtvlees 3 1 250 150 Warme maaltijd 4 opscheplepels groenten 3 stuks gekookte aardappel 1 portie vlees, vis of kip 1 portie jus 1 schaaltje yoghurt of vla met vers fruit 6 6 2 150 In de loop van de avond 2 x thee/ koffie 2 volkoren biscuitjes 1 x glas drinken 2 - 250 150 Totaal 41 1950 8 van 16 6. Heeft een vezelrijke voeding direct resultaat? Starten met een vezelrijke voeding heeft meestal niet direct resultaat. Het kan wel één tot twee weken of zelfs langer duren voordat uw darmen aan een vezelrijke voeding gewend zijn. Als u niet gewend bent aan het eten van veel vezels, dan kunt u in het begin last krijgen van winderigheid en krampen. Dit komt doordat de bacteriën in uw dikke darm bij het verwerken van vezels extra gas vormen. Dit wordt meestal na verloop van tijd minder. De klachten kunnen voorkomen worden door de hoeveelheid voedingsvezels geleidelijk uit te breiden. Ook kunnen bepaalde voedingsmiddelen extra klachten veroorzaken. Welke voedingsmiddelen dit zijn, verschilt van persoon tot persoon en hangt ook af van de hoeveelheid die ervan gegeten of gedronken wordt. Voedingsmiddelen die voor extra gasvorming kunnen zorgen zijn: onrijp fruit uien prei koolsoorten (behalve bloemkool, zuurkool, Chinese kool en broccoli) paprika peulvruchten producten die veel suiker of sorbitol (een zoetstof) bevatten spruiten koolzuurhoudende dranken bier Als deze producten bij u klachten veroorzaken, neem de producten dan in kleinere hoeveelheden of eet ze tijdelijk niet. Ook uw manier van eten kan aanleiding zijn voor extra gasvorming. Als u namelijk tijdens het eten veel lucht mee naar binnen hapt, kan dit winderigheid veroorzaken. Denk hierbij aan praten tijdens het eten en het kauwen van kauwgom. 9 van 16 7. Stoppende of laxerende voeding? Zogenaamde stoppende en laxerende voedingsmiddelen bestaan niet. Welke producten voor het gevoel stoppend werken is per persoon verschillend. Vaak wordt gedacht dat voedingsmiddelen als beschuit, witte rijst, witbrood en bananen 'stoppend' werken. Uit onderzoek is gebleken dat dit niet het geval is. Voedingsmiddelen met een bewezen laxerende werking zijn koffie en lijnzaad. Van alle andere producten is de laxerende werking niet bewezen. Wel is het zo dat producten met veel voedingsvezels de darm meer stimuleren en dus sneller ontlasting geven. Producten zoals beschuit en witbrood bevatten daarentegen weinig voedingsvezels. 8. Vezelproducten In sommige gevallen is het eten van vezelrijke voeding niet voldoende om uw problemen te verhelpen. Het kan dan nuttig zijn om tijdelijk extra vezels in de vorm van vezelproducten te nemen. Bekende vezelproducten zijn: All Bran Fibrex Lijnzaad Nutrigran Tarwekiemen Stimulance Zemelen Psyllium Bij deze producten is het belangrijk om veel te drinken. Neem liever geen vezeltabletten. Hierin zit naar verhouding weinig vezel, bovendien is de vezel fijn gemaakt. 10 van 16 Zemelen Om uw voeding vezelrijker te maken kunt u aan uw voeding zemelen toevoegen. Zemelen kunnen worden verwerkt in yoghurt, vla, appelmoes, karnemelk, omelet, spinazie of gehakt. Bij het gebruik van zemelen raden we u aan om per dag drie tot vier eetlepels zemelen te nemen. Dat is ongeveer één eetlepel per consumptie. Zemelen zijn te koop bij de supermarkt, drogist of reformwinkel. Vezelpreparaten Bij de apotheek en drogist zijn ook vezelpreparaten verkrijgbaar als medicijn. Neem deze niet op eigen initiatief, maar overleg hierover met uw arts of diëtist. Laxeermiddelen Gebruik geen laxeermiddelen zonder overleg met uw arts. Laxeermiddelen nemen namelijk nooit de oorzaak van de verstopping weg, ze lossen alleen tijdelijk de gevolgen op. Bij regelmatig gebruik van laxeermiddelen wennen uw darmen aan deze prikkel. Uw darmen worden ‘lui’ en reageren niet meer op signalen van uw lichaam. Daardoor zal uw stoelgang nog moeilijker worden. 11 van 16 9. Vezeltabel Gebruik dagelijks een hoeveelheid van 30-40 gram vezels of gebruik 10-15 gram meer dan u tot nu toe gewend bent. Met behulp van de onderstaande tabel kunt u zelf uitrekenen hoeveel voedingsvezels u eet. Voedingsmiddel Broodmaaltijd Beschuit Volkoren beschuit Witbrood Bruinbrood Volkorenbrood Cream cracker Licht knäckebröd Vezelrijk knäckebröd Ontbijtkoek Volkoren ontbijtkoek Licht roggebrood Donker roggebrood Krentenbrood Rijstwafel Wit bolletje Bruin bolletje Broodbeleg Hazelnootpasta Jam Kokosbrood Pindakaas Kaas Vleeswaren Hoeveelheid Gram vezels 1 stuk 1 stuk 1 snee 1 snee 1 snee 1 stuk 1 stuk 1 stuk 1 plak (25 gram) 1 plak (25 gram) 1 snee 1 snee 1 snee 1 stuk 1 stuk 1 stuk 0 1 1 2 2 0 1 2 1 1 2 4 1 0 1 3 voor 1 snee brood voor 1 snee brood voor 1 snee brood voor 1 snee brood voor 1 snee brood voor 1 snee brood 1 0 2 1 0 0 12 van 16 Groente Gekookte groenten Rauwkost Fruit Appel Citrusfruit Bramen/ bessen/ frambozen Overig fruit Gedroogde appels/ peren/ krenten Gedroogde pruimen Gedroogde vijgen Tutti-frutti Vruchtensap met vruchtvlees Aardappelen, rijst, pasta’s Gekookte aardappelen Frites Gekookte pasta Gekookte volkorenpasta Gekookte witte rijst Gekookte zilvervliesrijst Peulvruchten Gekookte bruine of witte bonen Graanproducten Cornflakes 1 opscheplepel (50 g) 1schaaltje (50 g) 1,5 1 1 stuk (125 g) 1 stuk (125 g) 1 schaaltje (100 g) 3 2,5 8 1 stuk 100 g 3 9 100 g 100 g 100 g 150 ml 20 20 12,5 1 1 stuk (50 g) 1 opscheplepel (50 g) 1 opscheplepel (50 g) 1 opscheplepel (50 g) 1 opscheplepel (50 g) 1 opscheplepel (50 g) 2 2 0,5 2 0,5 1 1 opscheplepel (60 g) 7 1 eetlepel 0 13 van 16 Cruesli Muesli Havermout Zemelen Hero’s fruitontbijt Goedemorgen drinkontbijt Brinta All Bran Tussendoortjes Biscuitje Volkorenbiscuitje Kokosmacroon Mueslikoek Noten/ pinda’s Chips 1 eetlepel 1 eetlepel 1 eetlepel 1 eetlepel 1 beker (200 ml) 1 beker (200 ml) 1 1 1 2 4 2 1 eetlepel 1 eetlepel 1 2 1 stuk (10 g) 1 stuk (10 g) 1 stuk (50 g) 1 stuk (30 g) 1 eetlepel (20 g) 1 handje (10 g) 0 1 5 1 2 0 10. Adviezen samengevat Sla het ontbijt niet over, maar begin met een goed ontbijt. Zorg voor een regelmatig eetpatroon: gebruik minimaal drie maaltijden verspreid over de dag en maximaal drie tot vier tussendoortjes. Neem rustig de tijd voor uw maaltijden en kauw goed. Zorg ervoor dat uw dagelijkse voeding voldoende voedingsvezels bevat (30 tot 40 gram). Het is hierbij belangrijk om beide soorten (oplosbare en onoplosbare) vezels in ongeveer gelijke hoeveelheden te gebruiken. Drink minimaal 1,5 tot 2 liter vocht per dag. Ga bij aandrang naar het toilet en neem desnoods een vaste tijd om rustig naar het toilet te gaan. Gebruik zonder toestemming van uw arts géén laxeermiddelen. Zorg als dat mogelijk is voor voldoende lichaamsbeweging. 14 van 16 11. Voor meer informatie De Nederlandse Maag Lever en Darm stichting Deze stichting geeft voorlichting via de telefoon, met folders en met specifieke informatie. Infolijn bereikbaar op werkdagen van 10.00 tot 14.00 uur, tel. (0900) 202 56 25 of u kunt u vraag mailen naar [email protected]. www.mlds.nl Voedingscentrum Met vragen over gezonde voeding kunt u op werkdagen tussen 9.00 en 17.00 uur bellen met tel. (070) 306 88 88. Vraag een gratis brochure overzicht aan bij: Voedingscentrum, Postbus 85700, 2508 CK Den Haag, www.voedingscentrum.nl Tot slot Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan contact op met de afdeling Diëtetiek, tel. (078) 652 33 97. Als u verhinderd bent voor uw afspraak, wilt u dit dan zo spoedig mogelijk laten weten? De vrijgekomen plaats kan dan voor een andere patiënt gebruikt worden. Uitsluitend voor het wijzigen van een afspraak bij de afdeling Diëtetiek, belt u ook voor alle locaties naar tel. (078) 652 33 97. 15 van 16 Om zelf bij te houden Ontbijt gram vezels ml vocht ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- --------------------------------------------------- ---------------------------------------- In de loop van de ochtend ----------------------------------------------------------------------------- --------------------------------- --------------------------- Lunch ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ------------------------------------------------- ---------------------------------------- In de loop van de middag ----------------------------------------------------------------------------- --------------------------------- --------------------------- Warme maaltijd ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ------------------------------------------------- --------------------------------------- In de loop van de avond ----------------------------------------------------------------------------- --------------------------------- --------------------------- De maten van bekers en glazen zijn gemiddeld: 1 kopje = 125 ml 1 glas = 150 ml 1 beker = 200 ml 1 mok = 200 ml 1 longdrinkglas = 250 ml 1 soepkop = 250 ml 16 van 16