Performance meets Science Performance meets Science Drs. Jeroen Rietvelt Masterclass “trainen van het spiervermogen” Bewegingswetenschapper / Inspanningsfysioloog, CSCS Strength & Conditioning Coach NOC*NSF Docent masteropleiding sportfysiotherapie Trainer Project2018 6 november 2013 www.imove.nu [email protected] @iMOVEnu iMOVE-nu Jeroen Rietvelt 2 iMOVE / www.imove.nu / @iMOVEnu Inhoud masterclass Rationale 1 Performance meets Science 1. Kracht of vermogen? Performance meets Science • Training geven is voor een deel kunde en een belangrijk deel kunst • GME: Door categorieën binnen de prestaties onderscheiden, training beheersbaar maken en adaptaties te voorspellen • GME is geen op zichzelf staande entiteit 2. Methodische lijnen (theorie & praktijk) 3. Sprongvormen theorie en praktijk (theorie & praktijk) 3 Rationale 2 4 Sensomotorische cirkel Performance meets Science Dwarsverbanden tussen GME Transfer moet centraal staan in denken over trainen Transfer naar doelbeweging Sprake van transfer als sensomotorische mix tussen 2 bewegingen verwant is • Sensoriek KT wijkt (in beginfase) af van doelbeweging Performance meets Science • • • • CZS motorisch sensorisch – probleem van verwantschap – a-functioneel naar functioneel? – a-specifiek naar specifiek? effector 5 6 1 Wat is krachttraining (KT) Krachttraining Performance meets Science Kracht is het vermogen van spieren om een belasting of een weerstand te overwinnen, te verplaatsen of onder controle te houden (Kloosterboer, 2010) Performance meets Science • Kracht zelf is niet te trainen • De mate van spieractiviteit (genereren van kracht) onder bepaalde omstandigheden wel • Training gericht op: Kracht is de invloed die op een voorwerp werkt en daardoor snelheidsverandering (versnelling m/sec2) teweeg kan brengen (Bottenberg, 2009) – – – – • Kracht of spiervermogen – Kracht = massa * versnelling – Vermogen = kracht * snelheid F = m*a P=F*v Arbeid Snelheid Explosiviteit Vermogen (in Newton) (in watt) 7 Effect van krachttraining 1 8 Effect van krachttraining 2 Performance meets Science Toename grootte van krachtproductie: • Dwarsdoorsnede spier (hypertrofie) • Timing krachtinzet Performance meets Science • • • • • • Voorwaarde voor snelheid Blessurepreventie (belastbaarheid peesweefsel) Toename energieverbruik in rust Fmax levert bijdrage aan uitstellen spiervermoeidheid Vergroten functionele kracht en vermogen = afzet Verbeteren (romp)stabiliteit en balans = efficiëntie afzet • Verbeteren mobiliteit en kracht over grote range of motion (diepe schaatshoeken) = afzet – Rekrutering van motor units (=efficiëntie en size principle) – Synchronisatie van motor units (=timing) • Samenwerking agonist – antagonist Dilemma! • Aansturing centraal zenuwstelsel – geen automatische transfer squat naar schaatsbeweging 9 Verschijningsvormen Intensiteit Performance meets Science Opbouw van spiervermogen op basis van verschijningsvormen van kracht Snelkracht Explosieve kracht Rekrutering Intensiteit (%1RM) Hypertrofie Stabiliteit/coördinatie Performance meets Science Supra-maximaalkracht Maximaalkracht Krachtuithoudingsvermogen 10 Omvang Pre-stretch Plyometrie Complexe kracht Het gaat altijd om: 1: functionaliteit: heb ik er wat aan binnen mijn sport ? 2: technisch verantwoorde uitvoering 11 12 2 Indeling oefenstof spiervermogen Performance meets Science Performance meets Science • • • • • • • • • • • DEEL 2: hoofdvormen Olympische lifts Squat vormen Deadlift vormen Eenbenige vormen Horizontal push vormen Horizontal pull vormen Vertical push vormen Vertical pull vormen Plyometrie onderlichaam Plyometrie bovenlichaam Romp 13 Indeling oefenstof spiervermogen 14 Kernpunten squat Performance meets Science • • • • • • • • • • • Performance meets Science - Voeten op heupbreedte - Tenen naar voren of licht naar buiten - Knieën recht naar voren over de voet - Hakken aan de grond - Billen naar beneden - Onderrug licht hol - Kijk schuin omhoog - Tenen mogen voorbij de voeten - Zakken tot kantelpunt onderrug bol Olympische lifts Squat vormen Deadlift vormen Eenbenige vormen Horizontal push vormen Horizontal pull vormen Vertical push vormen Vertical pull vormen Plyometrie onderlichaam Plyometrie bovenlichaam Romp 15 Methodische lijn: squat 16 Kernpunten lunge Performance meets Science VP1 VP3 VP2 tijd back squat legpress dumbbell squat front squat split squat Bulgarian split squat overhead squat jump Squat Squat leg extension single leg squat pistol squat Performance meets Science - Borst omhoog en je rug recht - Gecontroleerde uitstap (m.n. romp) - Knie niet voor - Steun vooral op je voorste been - Knie niet voorbij tenen - 90ᵒ in knie en heup - Kijk recht naar voren - Terug met afzet vanaf voorste been SL box jump Step up Lunge (Brown, 2007; Bruijnen, 2009; Durkin, 2010; NSCA, 2012) 17 18 3 Methodische lijn: lunge Kernpunten step up Performance meets Science VP1 VP3 VP2 tijd legpress voorwaarts leg extension zijwaarts achterwaarts lunge split jumps drop lunge Performance meets Science - Atletische uitgangshouding - Stap met hele voet op de verhoging - Zet af vanaf voorste been - Kijk recht naar voren - Stap met 2 voeten op de verhoging OH leg curl walking lunge back DB/BB split squat (Brown, 2007; Klarenbeek, 201; NSCA, 2012) 19 Methodische lijn: step up 20 Prikkelparameters kracht Performance meets Science VP1 VP3 Type kracht VP2 tijd op de plaats single leg leg press leg extension Performance meets Science Herhalingen Sets/series Intensiteit &1RM Stabiliteit 10-15 3-4 <10% Serierust hersteltijd KUHV 20-40 2-4 20-50% 0-60 sec. 12-24 uur 8-12 1-6 3-6 60-80% 30-90 sec. 24-48 uur 3-6 85-100% 2-4 min Snelkracht 48-96 uur 8-15 3-5 60-70% 2-3 min 48-72 uur Explosieve kracht 4-10 3-5 30-40% 2-3 min 48-72 uur Plyometrie 3-5 3-4 <5% 2-3 min 48-72 uur Hypertrofie Maximaalkracht Step up Split squat 2 benig zijwaarts voorwaarts high knee 1 benig zijwaarts wisselsprongen <12 uur (Goolberg, 2006; De Morree, 2006; Brown, 2007; Bachle et al., 2008; ACMS, 2010; Takken, 2008; Wilmore, 2012) achter DB/BB OH over back (Brown, 2007; Klarenbeek, 201; NSCA, 2012) 21 22 Plyometrie Performance meets Science Performance meets Science • Bewegingen waarbij de spier(en) herhaaldelijk na verlenging worden aangespannen • Verbeteren van de reactieve mogelijkheden van het zenuw-spier systeem (neuromusculaire) • Reactieve kracht: vermogen bij rekkings-verkortingscycli spieren hoge krachtproductie te leveren (combinatie van excentrische en concentrische contractie). • Grotere kracht productie in de verkortingsfase van de spier als gevolg van: DEEL 3: sprongvormen – Spier oorzaak = energie opslag spier-pees weefsel – Zenuw oorzaak = rekreflex 23 24 4 Rationale 1 Rationale 2 Performance meets Science Performance meets Science Zenuwactivatie Een grotere spieractivatie door een externe weerstand resulteert in een groter vermogen dat geleverd kan worden. Rekreflex Elastische reactie Kort interval tussen stretch en contractie (SSC) Overeenkomstig met de spierrek 25 Opbouw plyometrie 26 Plyometrisch oefenprogramma Performance meets Science Isometrisch Plyometrisch Shock-methode beginners gevorderd vergevorderd Verkoshansky, 2012 Performance meets Science Beginners sprongen Gevorderd Hops & Bounds Vergevorderd diepte sprongen Eenmalige sprong die eindigt op 2 voeten. Inzet en landing op 1 of 2 voeten en meerdere keren achter elkaar. Springen vanaf een hoogte met korte kaats. 3 series, 4HH, 30min., 2- 3 series, 5-10HH, 2-4 3x per week, 12-24h SC oef., 30min., 2-3x per week, 72h SC 3 series, 5-10HH, 2-4 oef., 30min., 2-3x per week, 72h SC Squat jump/CMJ Split jumps Box depth jump Jump to the box Horde sprongen Squat hops Zijwaartse boxjump Eenbenige sprongen Multiple box jumps Vertical jump Step up/wisselsprong (Tyler & Cuoco, 2004; De Morree, 2006; Hein, 2004; Fleck & Kraemer, 2004) 27 28 Aanbevelingen Performance meets Science • Absorberende ondergrond, te zacht is niet effectief terwijl te hard blessures kan geven • Absorberende schoenen (oude schoenen niet handig) • Warming-up van ten minste 15 minuten, • Lichaamszwaartepunt boven steunvlak houden • Schouders over de knieën door flexie van de enkels, knie en heup • Voorkom hyperextensie • Probeer ‘zacht en stil’ te landen zonder knie voorbij de tenen • Accent moet gelegd worden op snelheid en kwaliteit van bewegingen • Land met de voet in dorsaalflexie (tenen op) met 2/3 van de voet vanaf de tenen Performance meets Science • Literatuurlijst op aanvraag via [email protected] • Presentatie online teruglezen via www.imove.nu/blog 29 30 5