Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid 2007 Charter voor een veiliger verkeer Verkeersveiligheid is een basisrecht en een belangrijke maatschappelijke doelstelling. Iedereen heeft recht op mobiliteit in een intrinsiek veilige verkeersomgeving. Elk verkeersongeval is er één te veel, en alles moet in het werk worden gesteld om slachtoffers te voorkomen. Op de Staten-Generaal voor de Verkeersveiligheid van 22 februari 2002 stelden de Belgische regeringen zichzelf tot doel om het aantal verkeersdoden te halveren tegen 2010. Dit engagement werd op 12 maart 2007 aangevuld met een nieuwe doelstelling, namelijk het aantal verkeersdoden in België reduceren tot maximum 500 tegen 2015. Om deze ambitieuze doelstellingen te realiseren is een verregaande mobilisatie en samenwerking nodig van alle actoren die rechtstreeks of onrechtstreeks met verkeer en mobiliteit te maken hebben. De ondertekenaars van dit charter verbinden er zich toe om de doelstellingen en de 8 actiepunten van de Staten-Generaal voor de Verkeersveiligheid actief te ondersteunen, en door hun engagement een actieve bijdrage te leveren aan het voorkomen van verkeersongevallen of het verminderen van de gevolgen ervan. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Een nieuwe, duidelijke doelstelling. Alle politieke, economische en maatschappelijke actoren mobiliseren om tegen 2015 minder dan 500 verkeersdoden per jaar te betreuren. Beter meten. De bestaande indicatoren en meetinstrumenten verder verbeteren om een snel, accuraat en representatief beeld te krijgen van de evolutie, en het beleid daarop te kunnen afstemmen. Vereenvoudigen en verduidelijken. De verkeerswetgeving verder vereenvoudigen en verduidelijken voor alle verkeersdeelnemers, om zo tot een transparante en duidelijke wetgeving te komen die door iedereen gekend is. Verkeersveiligheidsonderwijs. Verkeerskennis en -gedrag moeten structureel in het onderwijs ingebed worden. Problemen gericht aanpakken. a. Gedrag van weggebruikers. De belangrijkste problemen inzake gedrag eerst aanpakken, en de aanpak prioritair richten op de plaats en het tijdstip waar de problemen zich concentreren. b. Infrastructuur. Voor elke weggebruiker een eigen, veilige plaats in het verkeer voorzien. Recidivegedrag nog actiever opsporen en bestraffen. Vermijden dat risicobestuurders anderen in gevaar brengen. Op parketniveau moet er werk gemaakt worden van een eenvormig opsporings- en vervolgingsbeleid. Iedereen betrekken. Alle actoren, inclusief de individuele weggebruikers, aansporen om zélf in actie te komen. Slachtofferhulp. Initiatieven ontwikkelen en ondersteunen om de hulp aan slachtoffers van verkeersongevallen te optimaliseren. Deze 8 actiepunten zijn gebaseerd op de aanbevelingen van de Federale Commissie voor de Verkeersveiligheid, die integraal deel uitmaken van dit charter. Opgemaakt in Brussel, op 12 maart 2007 SP.a – spirit vertegenwoordigd door Dhr. F. KONINCKX Volksvertegenwoordiger Open Vld vertegenwoordigd door Dhr. G. DE PADT Volksvertegenwoordiger GROEN! vertegenwoordigd door Mevr. F. PIRYNS CD&V- N-VA vertegenwoordigd door Dhr. J. VAN DEN BERGH Volksvertegenwoordiger