Tractus digestivus Hoofdstuk 10 10.1 Inleiding Het belangrijkste aspect tijdens het reizen per vliegtuig bij deze tractus is dat door de verlaagde cabinedruk de gassen in maag en darmen uitzetten. Hierdoor komt de maag- of darmwand onder druk te staan. Bij het bestaan van een ileus is een vlucht per normale commercial airline gecontra-indiceerd. Dit geldt ook bij een acute buik. Bij een (sub)ileus is een ambulancevlucht (met een infuus en een maagsonde en de cabine druk op zeeniveau) te overwegen wanneer de patiënt zich op een locatie bevindt waar de medische faciliteiten inadequaat zijn. Na een laparotomie of een laparoscopische ingreep is het noodzakelijk te wachten met vliegen tot de peristaltiek en darmfunctie weer genormaliseerd zijn; dit betekent in praktijk herstel van het defecatiepatroon. Zijn er hechtingen in de darmwand aangebracht dan moet er nog meer voorzichtigheid betracht worden, omdat bij het uitzetten van de darmgassen de hechtingen kunnen uitscheuren. Hechtingen in de buikwand kunnen, indien dit zo uitkomt met de termijn van vervoer, zonder bezwaar na terugkeer thuis door de huisarts of een chirurg verwijderd worden. De patiënt moet een goed Hb ( > 5,3 mmol/l) hebben, koortsvrij en pijnvrij zijn. Een stoma geeft in de meeste gevallen geen problemen; maar de patiënt moet wel in staat zijn het zelf te verschonen of een escort verzorgt dit voor de patiënt. Het stoma mag in geen geval geen overlast (stank) geven. Stomazakken met koolstoffilters zijn zeer geschikt voor dit doel. Wij adviseren, bij een recent geplaatst stoma een gespecialiseerd verpleegkundige escort mee te sturen Bij bloedingen in het maag- darmkanaal moet men voorzichtig zijn. Een oppervlakkig gelegen bloedvat kan namelijk weer gaan bloeden door het uitrekken van de maag- of darmwand ten gevolge van distensie van gas onder invloed van drukvermindering. Let ook altijd op een goed Hb ( > 5,3 mmol/l). Bij een hoog risico op een recidief bloeding moet overwogen worden te vervoeren onder begeleiding van een escort die de beschikking heeft over een infuus met vocht en/of bloed. Bij oesophagus varices die niet goed gescleroseerd kunnen worden en waarbij een reëel risico bestaat dat ze wederom kunnen gaan bloeden, is het vervoer alleen per ambulancevliegtuig verantwoord. Het risico van een recidiefbloeding is het grootst bij een patiënt met een forse levercirrose. 10.2 Richtlijnen Wat Wanneer Hoe Acute appendicitis Dag 5 normale defecatie H: zittend B: geen A: geen M: geen G: geen Dag 8, normale defecatie H: zittend B: geen A: geen M: geen G: geen - geopereerd en ongecompliceerd - geperforeerd (peritonitis) en geopereerd 2015 Hoofdstuk 10 Pagina 1 van 5 Tractus digestivus Hoofdstuk 10 - appendiculair infiltraat (conservatief) Dag 8, koortsvrij pijnvrij normale defecatie H: zittend B: geen A: geen M: geen G: geen Oesophagus varices - gebloed en gescleroseerd Altijd een reden voor overleg met de medisch adviseur (IATA zegt, vanaf dag 10 mits ter plaatse uitgezocht en behandeld) Afhankelijk van de toestand van de patiënt - niet gescleroseerd Zie inleiding: ambulancevlucht Ulcus van maag of duodenum - gebloed (conservatief) Dag 5 na laatste bloedverlies Hb > 5,3 mmol/l (8,5 g/dl) H: zittend B: geen A: geen M: geen G: geen - gebloed en gescleroseerd Dag 5 na sclerosering Hb > 5,3 mmol/l (8,5 g/dl) H: zittend B: leek of geen A: geen M: geen G: geen - geperforeerd en overhecht Dag 8 Hb > 5,3 mmol/l (8,5 g/dl) en normale defecatie H: zittend B: leek of geen A: geen M: geen G: geen Lage tr. digestivus bloeding / bloedverlies per anum Dag 5 na laatste maal bloedverlies of operatie Hb > 5,3 mmol/l (8,5 g/dl) Cave: passage Cave : onderliggende of gevonden oorzaak (divertikelbloedingen hebben onvoorspelbaar risico ) H: zittend B: in overleg met medisch coördinator, afh. van oorzaak A: geen M: geen, of, bij Vp begeleiding; B inf Dag 1 na laatste bloedverlies H: zittend B: in overleg met medisch coördinator, afh. van oorzaak A: geen M:geen of bij Vp begeleiding; Binf G: geen - met hemodynamische verschijnselen - zonder hemodynamische verschijnselen Cave: passage Cave : onderliggende of gevonden oorzaak (divertikelbloedingen hebben onvoorspelbaar risico ) Hernia inguinalis Dag 0 mits reponeerbaar Cave: inklemming. Door verlaagde cabinedruk zetten darmgassen uit Colitis ulcerosa en M. Crohn - exacerbatie 2015 Als opvlamming tot rust is gekomen. geen bloedverlies meer Hb > 5,3 mmol/l (8,5 g/dl) Diarrhee gecontroleerd Normale electrolyten Hoofdstuk 10 G: geen H: zittend B: geen A: geen M: geen G: geen H: zittend B: geen A: geen M: geen G: geen Pagina 2 van 5 Tractus digestivus Diverticulitis - ongecompliceerd en conservatief behandeld Hoofdstuk 10 Als ontstekingsbeeld tot rust gekomen is. Cave: perforatie H: zittend B: geen A: geen M: geen G: geen - geopereerd Dag 8 normale defecatie Acute gastro-enteritis zie hoofdstuk 19 Infectieziekten, Cave: besmettelijkheid Mechanische ileus - onbehandeld Niet vervoeren - conservatief behandeld Dag 3 vanaf moment waarop normale defecatie hersteld is. H: zittend B: geen A: geen M: geen G: geen - geopereerd (streng) Dag 8 normale passage Hb > 5,3 mmol/l H: zittend B: geen A: geen M: geen G: geen - idem, maar met een AP Dag 8 normale passage en goed functonerend stoma Hb > 5,3 mmol/l H: zittend B: VPK A: stoma artikelen M: B G: geen of WCHR Paralytische ileus Volledig afhankelijk van onderliggende pathologie. Acute pancreatitis - conservatief beleid Dag 3 vanaf moment van volledige voeding per os Indien andere oorzaak ileus/aanwezigheid darmnaad: overleg H: zittend B: geen A: geen M: B,Inf G: WCHR pijnvrij H: zittend B: geen A: geen M: geen G: WCHR - operatieve behandeling Volledig afhankelijk van toestand Volledig afhankelijk van de toestand Cholelithiasis met pijnklachten = ongecompliceerde galsteenkoliek Dag 0, geen koorts geen andere complicaties. H: zittend B: geen A: geen M: geen (adviseer diclofenac aan begeleider) G: geen Cholelithiasis met acute cholecystitis - conservatief beleid Dag 5, geen koorts labwaarden genormaliseerd H: zittend B: geen A: geen M: geen G: geen 2015 Hoofdstuk 10 Pagina 3 van 5 Tractus digestivus Cholecystectomie Hoofdstuk 10 Dag 5 normale defecatie H: zittend B: geen A: geen M: geen G: geen 10.3 Vervoer van patiënten met pathologie van de tractus digestivus Hoewel in bovenstaande richtlijnen wordt aangegeven dat in de meeste gevallen geen medische of verpleegkundige escortering geïndiceerd is, zal in sommige gevallen toch hiervan afgeweken moeten worden om uiteenlopende redenen. De onderstaande richtlijnen/protocollen zijn hierbij uitgangspunt. Meenemen Modules: basis medicatie infusie sondes en katheter Relevante informatie exacte diagnose, wanneer gesteld; welke behandeling, wat is tijdens de eventuele operatie gedaan; postoperatief beloop laatste laboratoriumonderzoek: Hb, nierfunctie, glucose, eventueel gas, leuco’s, CRP; radiologische onderzoeken (CT/X thorax/BOZ) verslagen van eventuele scopieën; actuele toestand van de patiënt: actuele klachten (dorst, pijn, opgeblazen gevoel, anorexie, misselijkheid, laatste defecatie) temperatuur, pols en bloeddruk, omvang buik, aspect wond, peristaltiek, drukpijn, toestand AP; Voor de vlucht zorg voor intraveneuze toegangsweg, eventueel een extra infuuszak uit kliniek meenemen. Tijdens de vlucht: Braken: 10 mg Metoclopramide i.v. 50 ranitidine i.v.; maagsonde met infuus (500 ml/4 uur, daarna 500 ml/6 uur) Krampen: 20 mg Butylscopolamine i.v., niets per os gedurende enkele uren, infuus (500 ml/4 uur, daarna 500 ml/6uur) Misselijkheid: 10 mg Primperan i.v. eventueel infuus starten Hematemesis: controle RR, pols, saturatie primperan 20 mg i.v., ranitidine 50 mg i.v., infuus start op 500 ml in 1 uur, maagsonde, platleggen in zijligging, overleg medisch manager; 2015 Hoofdstuk 10 Pagina 4 van 5 Tractus digestivus Hoofdstuk 10 crew vragen te landen bij persisterende instabiliteit. Melena (nieuw): controle pols RR en saturatie infuus op 500 ml/ 1uur, ranitidine 50 mg i.v.; platleggen in zijligging, crew vragen te landen bij persisterende instabiliteit. Wonddehiscentie: platleggen, afdekken met natte gazen, manipuleer darmen met natte gazen, probeer soort sluitlaken te fabriceren, niets per os; infuus geven 500 ml/4 uur. op vlucht naar eindbestemming: doorvliegen. indien nog overstappen: contact met medisch coördinator tijdens tussenlanding. 2015 Hoofdstuk 10 Pagina 5 van 5