Beheersing bacterieziekten in Prunus - Wageningen UR E

advertisement
Beheersing bacterieziekten in Prunus
Schoon uitgangsmateriaal en goede bedrijfshygiëne zijn een vereiste
Bacterieziekten bedreigen sinds enkele jaren de teelt van Prunus laurocerasus: laurierkers. Dat een van de veroorzakers, Xanthomonas arboricola pv. pruni, een quarantaineorganisme is, maakt een goede beheersing nog belangrijker. PPO deed onderzoek naar de risico’s en aanwezigheid van deze bacteriën met financiering door Productschap Tuinbouw. De bacteriën blijken jaar rond en soms zonder symptomen (latent)
aanwezig te zijn in de plant en onder ‘gunstige’ omstandigheden voor een uitbraak te zorgen. Er zijn nauwelijks chemische middelen om de
ziekte te bestrijden. Schoon uitgangsmateriaal, preventie en een goede bedrijfshygiëne zijn daarom erg belangrijk.
Auteur: Pieter van Dalfsen
Prunus laurocerasus is de laatste jaren het slachtoffer van twee bacterieziekten. Het gaat daarbij
om Xanthomonas arboricola pathovar pruni (Xap)
en Pseudomonas syringae pathovar morsprunorum (Psm). Beide bacteriën kunnen behalve
laurierkers ook andere prunussoorten aantasten.
Psm komt bijvoorbeeld ook voor in pruim. Xap
is in Zuid-Europese landen en in de rest van de
wereld een ernstige ziekte in bladverliezende,
fruitproducerende prunussoorten, zoals abrikoos,
amandel en perzik. Om deze reden is Xap een
quarantaineorganisme. Voor de teelt van Prunus
laurocerasus heeft dit als consequentie dat deze
planten, als Xap is aangetoond, samen met de
randplanten vernietigd moeten worden. De economische schade is dus aanzienlijk.
Symptomen: bladvlekken gevolgd door gaten
De symptomen in Prunus bestaan uit bruine
bladvlekken, die zich snel uitbreiden en na enige
tijd (het bladdeel is dan verdord) uit het blad
vallen. Hiermee lijken de symptomen op die
20
van de bekende hagelschotziekte (veroorzaakt
door schimmels), maar de symptoomvorming
verloopt bij bacterieziekten in het algemeen sneller. Kenmerkend voor bacterieziekten is dat er
rond de bruine vlek vaak een gele rand zichtbaar
‘Omdat de bacterieziekten
een grote impact kunnen
hebben, is het belangrijk om
goede detectiemethoden in
handen te hebben'
is, waarin zich levende bacteriën bevinden. De
symptomen blijken in Prunus juist te verschijnen
na een vochtige en warme periode, vaak in juni
of juli. Ook stengeldelen kunnen bruin verkleuren (bacteriekanker). Partijen die ogenschijnlijk
gezond zijn, kunnen plotseling symptomen ont-
wikkelen. Dit riep de vraag op waar de bacteriën
zich gedurende het jaar bevinden. Is er sprake
van recente infectie, of blijkt de bacterie al in
de plant (latent) aanwezig te zijn? Uit diverse
infectieproeven bleek het niet mogelijk om
symptomen in de plant op te wekken. Zelfs niet
als bacteriën in grote hoeveelheden rechtstreeks
geïnjecteerd werden in het blad of de bladsteel.
Hierdoor ontstond het vermoeden dat bacteriën
in besmette planten zonder symptomen in lage
hoeveelheden achterblijven.
Bacteriën verspreiden zich door de hele plant
In 2012 is hier uitgebreid onderzoek naar
gedaan bij 30 Prunusplanten (cv’s ‘Etna’ en ‘Otto
Luyken’), waarbij in 2011 een besmetting was
vastgesteld. Maandelijks werden er monsters
genomen van verschillende onderdelen van de
plant, zoals bladeren met of zonder symptomen,
stengels, okselknoppen, bloemknoppen, wortels.
De meer dan 900 monsters werden geanalyseerd met de gevoelige PCR-methode. Met deze
Ziekten & plagen
Onkruidspuitkappen vormen een risico voor de overdracht van bacteriën
DNA-test kunnen zelfs nog enkele duizenden
bacteriën in een monster aangetoond worden.
In plantendelen met symptomen (bladeren en
takken) waren de bacteriën Psm en Xap duidelijk
aantoonbaar. In de andere plantendelen bleken
beide bacteriën ook regelmatig aanwezig, maar
zat de hoeveelheid bacteriën op de detectiegrens,
zodat de test zwak positief was. In besmette
planten blijken beide bacteriën het hele jaar in
lage hoeveelheden aanwezig te zijn, maar was
er wel een patroon in de tijd te zien. Tussen april
en juni nam het aantal monsters met Xap sterk
toe (zie grafiek). In juli was het sterk gedaald,
waarna er in juli nog een kleine piek te zien
was. Bij Psm was er een vergelijkbaar patroon te
zien, maar werd in de maand juli in de meeste
monsters Psm aangetoond. De toename van Psm
in het plantmateriaal liep dus één maand langer
door dan bij Xap. Met deze gevonden feiten is
het aannemelijk dat de bacteriën zich makkelijk
ongemerkt kunnen verspreiden via besmet uitgangsmateriaal, zonder dat symptomen aanwezig
zijn. De bacteriën zijn immers ook in stengels en
rustknoppen zonder symptomen aangetoond,
materiaal dat wordt gebruikt voor het stekken.
Calcium of zwavel niet bepalend voor ontstaan
symptomen
Er zijn geen aanwijzingen gevonden dat het
nutriëntengehalte in het perceel of de plant een
relatie heeft met het ontstaan van bacteriesymp-
Kenmerkend voor bacterieziekten is een gele rand rond de bruine vlek
tomen. Er zijn grond- en gewasmonsters geanalyseerd van vier bedrijven met verschillende partijen
Prunus op samenstelling zoals fosfaat, zwavel,
calcium en sporenelementen. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen planten met en zonder
symptomen. Het grootste verschil werd gevonden bij mangaan (Mn): planten en percelen met
relatief minder aantasting hadden een relatief
'Bij verdenking van
aantasting is het verstandig
om die partijen als laatste te
behandelen en daarna de
machines en gereedschappen
grondig te ontsmetten'
hoger gehalte aan mangaan. Hier is vermoedelijk
sprake van resten van een gewasbeschermingsmiddel in plaats van een bemestingseffect. Bij de
overige onderzochte elementen is geen relatie
gevonden met het wel of niet aanwezig zijn van
ziektesymptomen. Gips (calciumsulfaat) leek in de
ene situatie een positief effect te hebben, maar
in andere (vergelijkbare) situaties juist een negatief effect op de aanwezigheid van symptomen.
Planten van percelen met een hoge Ca-, Mg- en
S-beschikbaarheid (bv. veengrond en potgrond)
vertoonden soms toch Xap-symptomen.
Bedrijfsbezoeken: waar zit een besmetting?
Uit bedrijfsbezoeken zijn wel andere risicofactoren naar voren gekomen. De bacteriën werden
op diverse teelthulpmiddelen aangetroffen, zoals
op spuitkappen voor onkruidbestrijding, op
snoeischaren, op laarzen, op het doek van het
containerveld en in een leiding voor beregening.
Hoewel niet bewezen is dat dit infectieroutes zijn,
is het wel aannemelijk dat hiermee de bacteriën
kunnen worden verspreid in de Prunusteelt. Bij
bacterieziekten in andere gewassen blijken bacteriën namelijk in een nat gewas en/of via wondjes
makkelijk overgedragen te kunnen worden. Zeker
in een nat gewas is het dus belangrijk om zeer
voorzichtig te zijn met deze gewashandelingen.
Bij verdenking van aantasting is het verstandig
om die partijen als laatste te behandelen en
daarna de machines en gereedschappen grondig te ontsmetten. Pseudomonas (Psm) werd
overigens vaker aangetroffen dan Xanthomonas
(Xap). Er is nog een verdachte rol van vliegen,
die afkomen op de nectarklieren op de bladeren.
In enkele gevallen zijn de bacteriën namelijk
aangetroffen op de vliegen op vangplaten tussen
aangetaste planten. Er is nog geen duidelijkheid
over hun rol in het infectieproces. Bestrijding van
de vliegen is daarmee voorbarig, omdat het een
intensieve bestrijding zou vergen. In het licht van
21
Ziekten & plagen
de discussie over bijensterfte is dit niet wenselijk.
Het voorkomen van symptoomontwikkeling door
ruimer planten, verkorten van bladnatperioden
en voorzichtig zijn met gewashandelingen is een
betere optie. Bij diverse bedrijven blijkt dit beleid
te leiden tot minder symptomen.
'Prunus laurocerasus is de
laatste jaren het
slachtoffer van twee
bacterieziekten:
Xanthomonas arboricola
pathovar pruni (Xap) en
Pseudomonas
syringae pathovar
morsprunorum (Psm)'
Testmethoden: doe het zelf!
Omdat de bacterieziekten een grote impact kunnen hebben, is het belangrijk om goede detectiemethoden in handen te hebben. In het onderzoeksproject heeft PPO samen met buitenlandse
onderzoekers specifieke DNA-testen ontwikkeld
voor zowel Xap als Psm. Hiermee kunnen lage
hoeveelheden bacteriën aangetoond worden. De
ontwikkelde testen worden binnenkort overgedragen aan de keuringsdiensten, zodat deze de
huidige testen kunnen vervangen. Nu wordt een
partij bij verdachte symptomen vastgelegd en
stelt NVWA via een infectieproef op bladeren vast
of er daadwerkelijk Xap aanwezig is. Een dergelijke toets duurt meerdere weken, zodat lang
gewacht moet worden op de uitslag. Een specifieke DNA-test kan veel sneller een einde maken
aan deze onzekerheid.
Een andere testmethode is de LFD-test, een
doe-het-zelf-kit. Voor deze test is er een grotere
hoeveelheid van de bacterie nodig om deze aan
te kunnen tonen. Door Cultus Agro Advies zijn
veel monsters uit de praktijk getest met deze
methode, welke zijn gecontroleerd met de PCRtest bij PPO. De LFD-test geeft pas bij duidelijke
symptoomvorming in de bladeren een signaal dat
Xap aanwezig is. Als er nog geen symptomen
aanwezig zijn, is deze test dus niet zinvol en is
De binnen- en buitenzijde van de regenleiding en het doek van het containerveld kunnen besmet zijn met Xap en Psm
een PCR-test de enige mogelijkheid. Zelfs dan zijn
meerdere monsters nodig om zekerheid te kunnen geven dat planten daadwerkelijk vrij zijn van
deze bacteriën.
Adviezen voor het beheersen van bacterieziekten
• Start met gezond uitgangsmateriaal; toets
het materiaal bij twijfel met PCR
• Voorkom lange bladnatperioden (ruimer
planten, intensief beregenen)
• Werk zo min mogelijk in een nat gewas
• Ontsmet teeltmaterialen, zoals snoeimachines, onkruidkappen, stekscharen regelmatig
met middelen als Jet 5 of Menno Clean
• Behandel verdachte percelen altijd als laatste
• Verwijder zo spoedig mogelijk planten met
symptomen; deze zijn een belangrijke infectiebron
Dit artikel is geschreven door Pieter van
Dalfsen, Gewasonderzoeker Sierheesters,
coniferen, Vaste planten en Rozen
(Wageningen UR, Praktijkonderzoek Plant
& Omgeving), met medewerking van Joop
van Doorn, Khanh Pham en Jet Reeuwijk
(PPO Bomen, Bollen en Fruit).
23
Download