KHB 5 6 bijlage Referentiekader grensoverschrijdend gedrag

advertisement
KHB 5 6 Bijlage Referentiekader grensoverschrijdend gedrag
1. Situering
Wat hier beschreven is stemt overeen met en is een concretisering van de wijze waarop we in KOCA wensen om
te gaan met gebruikers (en met elkaar):
We respecteren steeds de eigenheid van elke persoon en aanvaarden elkaar als volwaardige persoon. We nemen
maatregelen om de integriteit van elke persoon te waarborgen en nemen in ’t bijzonder maatregelen tegen
misbruik en geweld ten aanzien van de kinderen/jongeren (en ten aanzien van elkaar - als medewerkers).
In deze tekst gaan we in op de respectvolle omgang met gebruikers (i.c. kinderen en jongeren) toegespitst op
grensoverschrijdend gedrag.
Wat de omgang met grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van medewerkers betreft, verwijzen we naar de
bijlage bij het arbeidsreglement en de wet betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst
seksueel gedrag op het werk (juni 2002). We onderschrijven het belang van respectvolle omgang met elkaar als
medewerkers omdat dit onlosmakelijk verbonden is met een respectvolle zorg voor de ons toevertrouwde
kinderen, jongeren en hun ouders.
2. Begrippen en definities
We hanteren het begrip grensoverschrijdend gedrag (GOG) in de plaats van ‘misbruik en geweld’. We laten
ons hierin inspireren door de uitgangspunten geformuleerd in het ethisch advies van de Ethische Commissie
Vlaams Welzijnverbond (bijlage: ethisch advies nr. 2 ‘Hoe omgaan met vermoeden van seksueel
grensoverschrijdend gedrag’ juni 2004)
Dit advies is toegespitst op seksueel grensoverschrijdend gedrag. We zijn van oordeel dat de geformuleerde
uitgangspunten gelden voor grensoverschrijdend gedrag in ’t algemeen.
Door het hanteren van de term ‘grensoverschrijdend gedrag’ (in de plaats van de juridische begrippen ‘misbruik
en geweld’) sluiten we ons aan bij het in vermeld advies beschreven uitgangspunt 4:
‘Vanuit de keuze voor een zorgethisch model plaatsen we ons in het kader van dit advies binnen de
logica van de zorg. Als zorg- en hulpverleners worden we in eerste instantie bij (seksueel)
grensoverschrijdend gedrag aangesproken op onze hulpverlenersrelatie. Het discours van de
hulpverlening verschilt grondig van dat van de justitiële aanpak, ook al zijn in de dagelijks realiteit
beide discours zeer nauw met elkaar verbonden. Bij de hulpverleningsrelatie staan de beleving, het
vertrouwen en het proces van heling centraal. Binnen een juridische context spreken we over juridisch
gedefinieerde feiten, slachtoffers, daders en strafrechterlijke vervolging. Het lijkt ons zeer belangrijk
om beide benaderingen niet met elkaar te vermengen, ook al zijn er duidelijke grensvlakken. Opdracht
van de hulpverleners is in eerste instantie het uitbouwen van een hulpverleningsrelatie. Het is vanuit
hulpverleningsperspectief niet wenselijk dat onder druk van het juridische deze primaire doelstelling
naar de achtergrond gedrukt zou worden. Daarnaast is het belangrijk dat het juridische discours zijn
plaats kent en dat het gerechtelijk onderzoek onafhankelijk kan gebeuren. Het is voor de verschillende
betrokken partners noodzakelijk om deze rolverdeling duidelijk te maken’
De term ‘grensoverschrijdend gedrag’ verwijst naar een hulpverleningscontext en wij definiëren dit als volgt:
‘Grensoverschrijdend gedrag is gedrag, verbaal of niet-verbaal, bewust of onbewust, komende van het
personeel of andere medewerkers, de eventuele medebewoners, derden of familieleden, dat ervaren
wordt door de cliënt en/of anderen (hulpverlener en of collega’s in teamverband) als negatief,
ongewenst of gedwongen, onafhankelijk van de situatie, en ongeacht de tijd en de plaats. Het betreft met
name:
- geweld: elke feitelijkheid waarbij een persoon psychisch of fysiek wordt lastig gevallen, bedreigd of
aangevallen. Uit zich door gedragingen van fysieke agressie of verbale agressie.
- ongewenst seksueel gedrag: elke vorm van seksueel georiënteerd gedrag, verbaal of niet-verbaal,
bewust of onbewust ( …) dat door de cliënt en/of anderen als negatief, ongewenst of gedwongen
wordt ervaren (…) en/of afbreuk doet aan de waardigheid van de persoon
- pesten: omvat elk onrechtmatig en terugkerend gedrag, buiten of binnen de voorziening, dat zich
kan uiten in gedragingen, woorden, bedreigingen, handelingen, gebaren en eenzijdige geschriften
en dat tot doel of gevolg heeft dat de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of psychische
integriteit van een persoon wordt aangetast of dat een bedreigende, vijandige, beledigende of
kwetsende omgeving wordt gecreëerd’
KHB 5 6 Bijlage Referentiekader grensoverschrijdend gedrag
-
Kindermishandeling en –verwaarlozing is iedere situatie waarin de minderjarige slachtoffer is van
geweld van lichamelijke, psychische of seksuele aard en dit passief of actief (Adriaensen 1998) en
omvat onder meer lichamelijke mishandeling, emotionele mishandeling, lichamelijke
verwaarlozing, emotionele verwaarlozing, syndroom van Munchausen bij proxy, seksueel
misbruik/incest (VertrouwenscentrumKindermishandeling Antwerpen)
-
Daarnaast beschouwen we ook riskant middelengebruik en suïcide als vormen van
grensoverschrijdend gedrag
Bronnen:
-
Ethisch advies nr 2 VlaamsWelzijnsverbond (juni 2004) – in bijlage
Wet ter bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag (juni 2002)
We hanteren deze ruime definitie om een verhoogde alertheid voor (vermoedens van) GOG te bewerkstellingen
bij medewerkers. Echter, een te strikte interpretatie van deze definitie los van de hulpverleningscontext mag
medewerkers er niet van weerhouden lichamelijkheid, aanraken, affectiviteit,… in de zorg in te zetten! We
onderschrijven m.a.w. het belang van lichamelijkheid en affectiviteit in de hulpverlening (zie ethisch advies nr
24 en 34).
Bepaalde handelingen die onder deze definitie (lijken te) vallen kunnen verantwoord zijn. In dat geval moeten ze
in verhouding staan tot het bij te sturen gedrag (van de gebruiker), in het belang zijn van de gebruiker,
medewerkers of derden en kaderen in de opvoedingssituatie.
3. Signaleren, detecteren, analyseren van (vermoedens van) GOG
Medewerkers die vermoedens hebben van GOG in welke situatie dan ook, ondernemen geen acties op eigen
initiatief buiten de eigen organisatie.
Het signaleren, detecteren en analyseren (van vermoedens) van GOG gebeurt steeds in overleg:
- in geval van (vermoedens van) GOG tussen gebruikers onderling via overleg in het begeleidingsteam en
handelingsplanning met bepaling van te ondernemen stappen die hetzij in het individueel handelingsplan,
hetzij in een apart werkdossier schriftelijk worden vastgelegd
- in geval van (vermoedens) van GOG in thuissituatie of door derden t.a.v. gebruiker: idem
- in geval van (vermoedens van) GOG door medewerker/personeel t.a.v. gebruiker via overleg met de directie
die desgevallend een dossier aanlegt; wanneer de directie zelf betrokken is, overleg met voorzitter van de
raad van bestuur KOCA vzw
4. Maatregelen om GOG te voorkomen (preventiebeleid)
-
-
-
-
Gedrag en sociaal-emotionele ontwikkeling (probleemgedrag, emotioneel/psychisch welbevinden, zelfbeeld,
omgang leeftijdsgenoten en volwassenen in verschillende contexten, omgang met seksualiteit en
intimiteit..;) en gezondheid en medische aspecten zijn onderdelen van het Individueel Handelingsplan die
systematisch aan bod komen in de bespreking
We onderschrijven het belang van voorlichting en informatieverstrekking omtrent seksualiteit en
relatievorming en andere aspecten van grensoverschrijdend gedrag zowel in onderwijs als in de
ondersteuningsgroepen, hetzij groepsgewijs, hetzij individueel (volgens afspraak in handelingsplan: IHP of
GWP)
In het hulpverleningsaanbod besteden we expliciet aandacht aan sociaal-emotionele ondersteuning,
seksualiteit en relatievorming, …, via sociale vaardigheidstraining, therapie en/of mentorschap of
volgpersonen (IHP)
Met name in de doelgroep ASS hanteren we het mentorschap als een krachtige begeleidingsvorm (zie
bijlage)
Desgevallend worden individuele contracten met gebruikers afgesloten ter aanvulling van het reglement van
orde en de verblijfovereenkomst (bijvoorbeeld: een gedragscontract)
We besteden aandacht aan vorming van medewerkers (en gebruikers) via het VTO-beleid en nemen GOG
op als thema in de VTO-jaarplanning
5. Maatregelen met het oog gepast reageren op GOG (reactiebeleid), incl. maatregelen met het oog op de
aanpak van de gevolgen van GOG
KHB 5 6 Bijlage Referentiekader grensoverschrijdend gedrag
Steeds wordt in (intern) overleg bepaald welke strategie gevolgd wordt en iedere medewerker houdt zich aan de
in overleg gemaakte afspraken.
In geval van (vermoedens van) GOG tussen gebruikers onderling maakt het begeleidingsteam afspraken m.b.t.
de hulpverlening (zorgtraject), desgevallend m.b.t. juridische stappen (meldingstraject), en legt deze vast in het
individueel handelingsplan. In geval van vertrouwelijke gegevens, legt het begeleidingsteam een werkdossier
aan waarin de ondernomen stappen opgenomen worden.
In geval van (vermoedens van) GOG door een collega/medewerker t.a.v. een gebruiker wordt dit steeds gemeld
aan de directie die desgevallend een dossier aanlegt – wanneer de directie zelf betrokken is, melding aan
voorzitter van raad van bestuur KOCA vzw
In geval (van vermoedens) van GOG in de thuissituatie of door derden, wordt dit ingebracht in het betrokken
begeleidingsteam en wordt in overleg de strategie bepaald.
Daar waar de aansprakelijkheid van de organisatie in het gedrang komt of waar sprake is van juridische feiten
(misbruik en geweld) wordt steeds de directie ingeschakeld en hanteren we de volgende afspraken:
- Bij GOG tussen gebruikers: steeds in teamoverleg (IHP, …) strategie afspreken m.b.t. zorg- en
meldingstraject met oog voor ‘slachtoffer’ én ‘dader’ – ook ten aanzien van de ‘dader’ blijven we onze
verantwoordelijkheid als hulpverlener opnemen
- Bij GOG van medewerker/personeel naar gebruiker: steeds directie inschakelen.; wanneer directie zelf
betrokken partij is, voorzitter van de raad van bestuur KOCA vzw inschakelen
- Bij GOG tussen personeel: vertrouwenspersoon (zie arbeidsreglement)
- Bij kindermishandeling in de thuissituatie extern deskundige inschakelen (bijv. kinderpsychiater,
psychotherapeut…) om juiste proporties in te schatten alvorens stappen te zetten
Telkens besteden we zorg aan de wijze waarop de communicatie met en ondersteuning van de
ouders/leefomgeving van gebruikers gebeurt en hoe de communicatie naar de buitenwereld verloopt..
De beschrijving van de werkwijze volgt in de procedure 5 6 ‘Het voorkomen,detecteren van en gepast reageren
op grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van gebruikers’.
Download