KOCA vzw JonghelinckshofEmmaüs Visie op relationele en seksuele vorming (RSV) Bijlage bij khb 4.6.6 Grensoverschrijdend gedrag Khb_4_6_6_B_visie RSV_1213 1/3 1. Uitgangspunten en definiëring Relaties en seksualiteit maken deel uit van het leven. Seksualiteit maakt een onlosmakelijk deel uit van mens-zijn en van de sociaal-emotionele ontwikkeling van elk kind/jongere. Elk individu is een seksueel wezen dat in relatie staat met anderen. Onder de term “Relationele en Seksuele Vorming“ (RSV) verstaan we een breed concept waarin relaties en seksualiteit een evenwaardige plaats krijgen. RSV wil het proces van het groeien tot een gezonde seksuele en relationele ontwikkeling ondersteunen. RSV maakt deel uit van de totale ontwikkeling van kinderen, jongeren en volwassenen. De seksuele ontwikkeling verloopt in verschillende fasen en duurt levenslang. Dit is een leerproces waarbij zeker kinderen/jongeren met een beperking ondersteuning nodig hebben en waar wij uiteraard een opdracht in hebben. Relationele en seksuele vorming kadert binnen een opvoedingsproject met een positieve, preventieve invalshoek. We besteden aandacht aan een positieve seksualiteitsbeleving waarbij iedereen recht heeft op eigen seksualiteitsbeleving en privacy. Kinderen/jongeren hebben recht om zelf keuzes te maken of voor te stellen die de kwaliteit van hun leven en welzijn kunnen bevorderen, ook op gebied van seksualiteitsbeleving. Ze hebben recht op aangepaste begeleiding hiervoor. De seksuele ontwikkeling kan bekeken worden vanuit verschillende kaders en invalshoeken: een juridisch kader, een ethisch kader... wij kiezen binnen KOCA in eerste instantie voor een pedagogisch kader, waar kinderen en jongeren leerkansen krijgen om zich te ontwikkelen op alle domeinen, ook op vlak van relaties en seksualiteit. Het domein van de relationele en seksuele ontwikkeling is onlosmakelijk verbonden met andere ontwikkelingsdomeinen (intelligentie, identiteit…) en bestaat uit verschillende dimensies (fysiek, psychologisch, cognitief, emotioneel). Een breed concept van relationele en seksuele vorming is dan ook noodzakelijk. 2. Doelstellingen Binnen RSV (Relationele en Seksuele Vorming) worden 3 belangrijke doelstellingen vooropgesteld, meer bepaald; - het begeleiden van de ontwikkeling en het bieden van ruimte voor de relationele en seksuele ontwikkeling - het aanleren van waarden en normen en - preventie van risico’s Relationele en Seksuele vorming omvat 4 belangrijke domeinen; lichaam, relaties, seksualiteit en weerbaarheid. Zowel op niveau van basis als secundair onderwijs is er een leerlijn die al deze aspecten omvat. We maken kinderen/jongeren weerbaarder door voldoende informatie op tijd, op maat te geven en te leren hun eigen grenzen te respecteren. Dit is een belangrijke doelstelling om hen te beschermen tegen mogelijke risicosituaties. Daarnaast is het belangrijk om alert en correct te reageren op seksueel gedrag, dit steeds in gesprek met de betrokkenen. Het is van belang om het begeleiden van de ontwikkeling te integreren in de seksuele en relationele vorming 3. Aanbod KOCA vzw JonghelinckshofEmmaüs Visie op relationele en seksuele vorming (RSV) Bijlage bij khb 4.6.6 Grensoverschrijdend gedrag Khb_4_6_6_B_visie RSV_1213 2/3 RSV kan systematisch of formeel aan bod komen (bv. in het lessenpakket, als vast onderdeel van het IHP). Daarnaast komt het ook informeel aan bod, niet gepland, niet systematisch. Hierbij is het belangrijk om zich bewust te zijn van de impact van de dagdagelijkse omgang en ‘verborgen’ boodschappen die daarin gegeven worden. Het is belangrijk om dit steeds vanuit een professionele houding te benaderen, binnen de afgesproken visie. Het is van belang om RSV af te stemmen op de doelgroep en de leeftijd van kinderen en hun sociaal-emotioneel niveau van functioneren. Daarom worden afdelings- en doelgroeps-specifieke afspraken gemaakt en/of een ondersteuningsaanbod gerealiseerd dat regelmatig wordt herbekeken. Het Raamkader van Sensoa kan hierin een leidraad zijn (zie www.sensoa.be). 4. Deskundigheid Binnen het VTO-aanbod is er een ondersteuningsaanbod en competentiemanagement. We voorzien een structureel VTO-aanbod om medewerkers sterk te maken op het gebied van RSV, o.a. door de jaarlijkse vorming van (nieuwe) medewerkers m.b.t. de normale seksuele ontwikkeling, het Vlaggensysteem en normatieve lijsten. De begeleid(st)er kan op eigen vraag ondersteund worden door de coördinator, orthopedagoog, coaching of VTO-ondersteuning. We gaan er binnen KOCA dus vanuit dat relationele en seksuele vorming de verantwoordelijkheid is van iedereen, onafhankelijk van zijn/haar functie. Elk reageren op (seksueel) gedrag draagt een boodschap uit. Er wordt dus een bereidheid verwacht van alle medewerkers van KOCA om dit op een positieve, constructieve manier te benaderen. Een professioneel reageren staat hierbij boven het persoonlijk oordeel. Formeel RSV behoort in principe tot de opdracht van elke medewerker binnen de afspraken van de individuele handelingsplanning doch met respect voor persoonlijke grenzen. 5. Communicatie We communiceren open en zorgvuldig over relaties en seksualiteit met respect voor privacy. Seksualiteit(sbeleving) en relatievorming zijn een vast onderdeel van het individueel handelingsplan (IHP) en groepswerkplan (GWP) en worden op die manier steeds bespreekbaar gehouden binnen het ondersteuningsteam. Hierbij respecteren en bespreken we persoonlijke grenzen, hetgeen eventueel binnen coaching verder kan opgenomen worden. Het ondersteuningsteam zorgt voor de afstemming tussen school – leefgroep -thuissituatie en individuele begeleiding. In functie daarvan is er overleg tussen deze geledingen, in het bijzonder met de ouders, binnen de afspraken van KOCA en met respect voor privacy en beroepsgeheim. 6. Seksueel grensoverschrijdend gedrag We hanteren een algemeen kader ter voorkoming van grensoverschrijdend gedrag in het algemeen en van seksueel grensoverschrijdend gedrag in het bijzonder. Enerzijds is er preventief beleid, anderzijds een reactiebeleid dat we vorm geven aan de hand van het vlaggensysteem, dat een kader biedt om gepast en professioneel te reageren. Relationele en seksuele vorming heeft een preventieve functie bij het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. We nemen alle maatregelen die nodig en wenselijk zijn om SGO te voorkomen en aan te pakken d.m.v. Procedure en Referentiekader ‘Omgaan met grensoverschrijdend gedrag’ (khb) Advies nr.2 van de ethische commissie van het Vlaams Welzijnsverbond : KOCA vzw JonghelinckshofEmmaüs Visie op relationele en seksuele vorming (RSV) Bijlage bij khb 4.6.6 Grensoverschrijdend gedrag Khb_4_6_6_B_visie RSV_1213 3/3 ‘‘Omgaan met (vermoedens) van seksueel grensoverschrijdend gedrag (juni 2004) Het raamkader seksualiteit en beleid en het vlaggensysteem ontwikkeld door Sensoa. Binnen dit geheel stellen we de methodiek van het ‘vlaggensysteem’ centraal. De doelstellingen van het vlaggensysteem staan hierbij voorop, nl.; - het seksueel gedrag correct inschatten en toetsen aan de hand van de 6 criteria (toestemming – vrijwilligheid – gelijkwaardigheid – ontwikkeling - context - zelfrespect) - het gesprek over seksueel gedrag stimuleren - pedagogisch reageren op grensoverschrijdend gedrag. Het referentiepunt van dit systeem is de normale ontwikkeling. Het is geen diagnostisch instrument, geen juridisch kader, maar de klemtoon ligt op het pedagogisch handelen.